Historisch Archief 1877-1940
? A
l Mnart '14. .r- No. 1914
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VROUWENRUBRIEK
IIIIHIIIItt* IHIIIII
Tutti Frutti
Nu Finland het verlies te betreuren heeft
van haar grooten staatsman Leo Michelin,
mag hier zeker eens in herinnering gebracht
worden, hoe zijn oordeel over het vrouwen
kiesrecht luidde.
Ter gelegenheid van het congres van den
Wereldbond voor vrouwen-kiesrecht in Juni
1913 te Budapest, werd daar een brochure
verspreid, uitgegeven door den Bond voor
Vrouwen-rechten téHelsingfors," welke den
titel droeg: Wat de mannen in Finland
van het vrouwen-kiesrecht zeggen."
De eerste die in deze brochure het woord
voert is Leo Michelin en hij schreef als volgt:
Daar de vrouwelijke vertegenwoordigers
in den Landdag geen eigen Partij vormen,
kan men haar arbeid niet collectief
beoordeelen. Ik kan dus mijn oordeel slechts geven
over het aandeel dat elk afzonderlijk daar
aan genomen heeft. Het eigenlijke werk in
onzen Landdag geschiedt, zooals in elke
Volksvertegenwoordiging, hoofdzakelijk in
de verschillende Afdeelingen en het moet
voluit erkend worden, dat de vrouwen, die
in die comissies gekozen worden, haar plicht
op bevredigende wijze volbrengen. Dat is
vooral gebleken in de Afdeelingen waar
zaken van finantieel- sociaal- of
onderwijsbelang behandeld werden. ?
In de gemeenschappelijke zittingen van
den Landdag hebben niet alle *) vrouwelijke
afgevaardigden het woord gevoerd dat
zelfde geldt ook voothaar manlijke collega's
maar de vrouwen, die aan de debatten deel
namen, gaven blijk dat zij noch in oratorisch
talent noch in kennis van zaken bij de man
nen achter stonden.
De bijzondere kijk die de vrouwen op
verschillende zaken hebben, zoo ook het
initiatief dat zij genomen hebben voor wetten
die het algemeen welzijn beoogden, bewijzen
dat zij de Volksvertegenwoordiging aan
kracht heeft doen winnen, omdat zonder hare
tusschenkomst menig vraagstuk door de
mannen niet op de juiste wijze behandeld
zou zijn geworden.
Onder de verschillende wetten, die voor
namelijk door de medewerking der vrouwen
tot stand zijn gekomen, behooren de volgende:
l Verbetering van het
Huwelijks-goederenrecht.
2 Verbetering der Rechtspositie van het
buitenechtelijke kind.
3 Moederschaps-verzekering.
4 Het aanstellen van vrouwen als Inspec
teur van den Gezondheidsdienst.
. 5 Steun aan Vereenigingen tot bevorde
ring der Zedelijkheid.
6 Meerdere rechten voor vrouwen in
Staatsdienst.
Deze voorbeelden bewijzen, dat
onzevrouwelijken afgevaardigden zich voornamelijk
op dat gebied bewegen, waarop de vrouw
een beter en dieper inzicht heeft dan de
man. Dat is geen absoluut Feminisme, want
de maatregelen die door haar werden voor
gesteld waren tot algemeen nut.
Bij politieke vraagstukken, welke aanlei
ding geven tot partijstrijd, is er geen sprake
van een aparte vrouwenmeening.
In de Partijen zjjn mannen en vrouwen
solidair.
Wat de verhouding tusschen de manlijke
en vrouwelijke afgevaardigden betreft, deze
kan men niet anders dan als goede kame
raadschap roemen. Het is nog nooit voor
gekomen dat in den Landdag een vrouw
zich te beklagen had over gebrek aan egards.
De politieke mondigheid der vrouwen
heeft noch op het familie- noch op het
gemeenschapsleven een ongunstigen invloed
uitgeoefend, eerder het tegenovergestelde.
Het Hgt toch in het wezen der zaak, dat
het bezit van gelijke rechten een gunstigen
en veredelenden invloed moet hebben op de
wijze waarop de menschen met elkaar
verkeeren.
*) (Thans hebben er 21 vrouwen zitting.)
miilMiiliiiMi'iliiliimliiltiHiiiiiiiiHiiiiiiiftimiiiiiriimiiiiiifiiHiiHiiiil
UIT DE NA TUUR
DLXIX Kalken Huizen
Zoo heel veel verschillen de huizen der
dieren niet van de steenen menschen-huizen,
dok die zijn uit kalk, kiezel en leem opge
trokken; zelfs onze moderne béton-woningen
zijn, wat het materiaal betreft niets dan
nabootsingen van dierenwoningen en van
natuurlijk conglomeraat; in vele gevallen
bestaan ze, wat de kalk of het cement be
treft, uit niets dan verbrijzelde of afgebroken
dierenhuizen.
De omvang, de grootte, ja dat geeft een
aanzienlijk verschil. Wel zijn er kalken
woonhuizen van dieren, die door een ster
ken man nauwlijks getild kunnen worden;
een mosselsoort uit den
Indischen Oceaan maakt
een schelp, die voor de
inboorlingen als badkuip
dienst doet, en die ook
den naam draagt van
Indian Bath. Maar dat zijn
uitzonderingen.
Als regel blijven de
huisjes klein; en zijn ze
afkomstig van dieren, van
het bouwtype waarover
ik u dezen keer wat wilde
vertellen, van de
Gaatjesdieren of Foraminiferen,
dan blijven ze gewoonlijk
heel klein. Een gram zand
opgeschept in de golf van
Gaeta, werd nauwkeurig
onderzocht op
foraminiferen: het bleek dat er
ongeveer 50.000 huisjes
van gaatjesdieren in aan
wezig waren. En dat zijn
nog lang de kleinste niet.
Andere proefjes
foraminiferen-zand van andere
plaatsen leverden dezelfde
of nog verrassender uit
komsten. Ik heb op mijn
jongste vacantiereisje wel
foraminiferen-huisjes
gezien die grooter dan
een kwartje waren, maar
dat zijn fossiele vormen,
zulke leven er tegen
woordig niet meer.
Dat zoo'n gaatjesdier
eigenlijk een amoebe is,
En dat het kiesrecht een slech
ten invloed zou hebben op het
familieleven en de
huismoederlijke plichten, dat zijn slechts
dwaze verzinsels, uitgevonden
door "zwakke ma n n e n, d-i e bang
zijn huntraditioneele autoriteit
te verliezen.
Wij mannen in Finland, hebben ons over
de invoering van het vrouwenkiesrecht niet
te beklagen. Integendeel, in de tegenwoordige
moeilijke tijdsomstandigheden, nu het her
haaldelijk ingrijpen der Russische Regeering
onze autonomie bedreigt en de werkkracht
van den Landdag verlamt, nu is een ver
sterking en een verheffing van het solidari
teitsgevoel van de geheele natie, waartoe de
politieke gelijkstelling der vrouw veel heeft
bijgedragen, niet genoeg te waardeeren."
N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS
9
Het Petitionnement
Mejuffrouw J. A. H. Coops, te Zaandam,
vraagt in het vorig nr. van dit blad|:
1. Is het van de kiesrechtvrouwen zo
dwaas, alle vrouwen op te roepen tot strijd
voor de grond wettelike gelijkstelling? Is het
ook voor de bij eventuele niet-invoering
van algemeen kiesrecht uitgesloten vrouwen
niet van groot belang, dat de stemmen van
vrouwen in het parlement gehoord worden
juist tot hdir bescherming (men denke aan
moederschapsbescherming, hoger stellen van
de verantwoordelijkheids-leeftijd voor jonge
meisjes-huwelijkswetgeving. enz.)
Antwoord.
Mij dunkt die oproeping van alle vrouwen
heel erg idealistisch, dat wil hier zeggen:
ontbloot van het begrip der werkelijkheid.
Geen verstandigen man zou het invallen,
een vereeniging op te richten, waarin hij
zoowel den grondwerker, als den winkelier
of ambtenaar, als den oudadellijken heer
samenriep om eensgezind voor een doel te
werken, op grond, dat zij toch allen mannen
zijn. En toch hebben mannen minstens
evenveel gemeen als vrouwen. Wat heeft
men echter aan die gemeenschap", als zij
niet geestelijk is, in de dingen waar het
hierom gaat?
En mag ik mej. Coops op mijn beurt vragen :
was het voor de, bij gemis aan algemeen
kiesrecht, uitgesloten mannen van ook maar
eenig noemenswaard belang, dat de stemmen
van mannen in het parlement gehoord
werden tot hun bescherming?
Het socialisme is daar om u en mij het
antwoord te geven. Het was van geen
belang. Integendeel: die tot macht kwamen,
haastten zich de ladder weg te stooten.
Zoudt gij, met de hand op 't hart, durven
verzekeren, dat het onder vrouwen hartelijker
zal toe gaan . . .?
Mej. J. A. H. Coops vraagt:
2. Is het pok uit takties oogpunt niet
merkwaardig juist gezien, op deze wijze n
de voorstanders n de tegenstanders van
algemeen kiesrecht voor n wagen te
spannen ?
Antwoord.
In zulke massabewegingen schijnt mij
alleen takties" wat klaar uitgesproken en
handgreiflich" duidelijk is. Deze actie zelve
zal het trouwens moeten . uitwijzen, maar
ik vrees verwarring en niemands bevrediging
door ditslag-om-den-arrn-houden, deze
reservatio mentalis, deze listigheid, die alreeds
tot een in veler oogen bedenkelijk nauwe
aaneensluiting met de socialisten heeft ge
voerd. Als 't er op aan komt, weet niemand
wat neutraal beteekent ... in de practijk.
En wat kiesrecht, zoo in 't afgetrokkene,
voor de Vrouw", in 't afgetrokkene, be
teekent als het om werkelijkheid en niet om
theorie en debat gaat, heb ik nooit goed
kunnen begrijpen.
Kan misschien de geachte inzendster mij
inlichten?
24 Febr. 1914.
F. C.
llllllllllllllllllllllllllllllllnlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIII
een uiterst eenvoudig gebouwd eencellig
oer-wezen, dat er toe gekomen is een vasten
vorm aan te nemen, gedeeltelijk althans,
heb ik u den vorigen keer al verteld.
Hoe zoo'n diertje het air, ik wil zeggen
het uiterlijk kon aannemen van veel hooger
of meer ingewikkeld gebouwde dieren, is
gemakkelijk aan te geven.
Denk u maar weer zoo'n gelei-droppeltje,
dat alles kan: eten, loopen, ademen, voort
planten, dat een mond kan maken op eiken
plek van zijn lichaam die toevallig met iets
eetbaars of niet eetbaars in aanraking
komt; zoo'n protoplasma-klompje dat poo
tjes uitstrekt van waar, en waarheen, en
zooveel het maar wil. Die wil is natuurlijk
absent; .alleen bij wijze van spreken is hier
het woord gebruikt.
Boven : Eenkamerige, onderaan: Veelkamerige Foraminiferen.
De zandbak in de huiskamer
Het gemis aan een flink brok strand is
wel in 't bizonder nijpend voor de kleuters
die niet heerlijker vermaak kennen dan het
in eenigszins vochtig, zand uitvoeren van
verschillende baksels. Wel kunnen tegen
woordig vele stadstuinen bogen op het
bezit van een zandhoop, waar in zomertijd
de oliebollen, poffertjes en pasteitjes even
toegewijd gebakken worden als op het strand,
maar wat moeten de kinderen der stadsche
bovenhuizen, wat moeten vooral alle kin
deren in den winter, als zandbakken en
speelplaatsen onherbergzame oorden zijn?
Vochtig zand op tafel of vloer installeeren,
zelfs in een speelkamer, zou van de
Hollandsche huismoeder niet te vergen zijn, een
zandbak in optima forma in een hoek der
kamer al evenmin.
Het is een Amerikaansch blad dat de
oplossing brengt. Vernuftig zijn zij, de
American lady's en... praktisch. De dame
in kwestie werd voor haar raad beloond
met den klinkenden dollar, die de redactie van
dat blad voor ieder nieuw idee beschikbaar
stelt. Haar advies was: vervang het zand, het
morsige vieze zand, dat ge buitendien niet
hygiënisch vindt, door een onschadelijk en
toch goedkoop preparaat. Schaf voor uw
peuters ee«i paar ponden meel aan, doe ze
praktische morsschorten voor, geef ze houten
vormpjes en laat ze dan naar hartelust vor
men en bakken. Zij zegt er zelf de proef
mee te hebben genomen tot even groote
voldoening van haar kleine dreumessen als
van zich zelf. Zij pleit met overtuiging voor
haar nieuwe uitvinding en zal zeker in
Amerika haar beroep op de kinderliefde zien
ingewilligd, maar wij vreezen dat het voor
de Nederlandsche huisvrouwen wat te veel
zal... stuiven!
Doch dan niet gerust voor er een ander
huiskamerfahig preparaat is gevonden!
M. C.
* *
Anneke"
Het is een stralende herfstdag. Ik sta voor
het venster en tuur over de groene wei
naar de verre, verre horizon en omhoog
naar den diepdonkerblauwen hemel. Het is
hier zoo behagelijk, zoo veilig, zoo rustig.
Achter me, om me, voel ik de bekende
intieme rust van onze huiskamer. Al die
lieve, prettige dingen, met hun glans, hun
kleur, hun eigen geschiedenis, hun eigen
stille leven.
Op de rustbank ligt het aller-allerliefste.
Ons kleine, blonde, roze Anneke.
Ik kijk. Ze lacht.
Ik neem haar op den arm en druk het
kleine lijfje tegen me aan.
Och, och, kleine schat. Zeven maanden
geleden waren wij nog met ons beiden,
vader en ik. En nu ? Nu ben jij gekomen,
ons Alles, ons Geluk, ons Leven en onze
Liefde.
Klein, lief meiske!
Samen gaan we voor het raam staan.
Kijk maar naar buiten, mijn kind. Dat is
de wereld, die boomen, die verre, verre
wei, die diep-blauwe lucht, die horizon en
daarachter maar die zien wij niet de
groote, wijde zee.
Mijn klein, zoet kindje.
Dat is de wereld.
De voorkant van de wereld.
Mooi is de wereld zó, mijn kleine meisje?
Jouw wereld moet zózijn en zóblijven.
Wijd, hoog en stralend!
Anneke luistert. Hè-è-è. Hè-è-é. Dat kan
Anneke alleen maar zeggen. Maar moeder
wét, wat ze zegt.
O! o! wat vindt Anneke die wereld mooi!
Het is een donkere wintermorgen. Anneke
gaat in het bad. Dat gebeurt in de slaap
kamer. Eerst zet ik alles klaar, dan schuif
ik de gordijnen vér open en neem het kleine
meiske op m'n arm.
Toch moet het iets meer, of ten minste iets
anders zijn dan een korretje zout dat water
aantrekt, een ijzerdeeltje dat zich met zuurstof
verbindt, of een kristalletje dat groeit in
zijn loog; want het plant zich voort en
maakt andere stof aan zich gelijk, het assi
mileert, het voedt zich, m.a.w., het leeft.
Zoo'n geleibolletje nu heeft zich, door
welken prikkels of oorzaken ook, met een
dun huidje van kalk omgeven. Het heeft
de kalk, die in het omringende zee-water
was opgelost weer afgescheiden; niet zooals
de meeste andere amoeben doen, uit het
lichaam, maar aan den omtrek, deperiferie,
dus om het lichaam; het heeft een vaste huid
gekregen.
Dat is iets van groote beteekenis in de
verdere ontwikkeling van een levend wezen,
veel verregaander dan men zoo oppervlakkig
zou denken. Het is heel wat anders, dan
wat de aboemen deden, waarvan ik vroeger
al eens gesproken heb, die alleen kiezel of
kalkbrokjes samenkitten en om een deel van
hun corpusje plakken; want zoo'n diertje
kan uitzetten, en groeien en, nog van vorm
veranderen; het kan tusschen de vaste deeltjes
zijn protoplasma nog eenigszins doen door
dringen, dus groeien op de wijze der schild
padden, door tusschenlassching.
Maar, niet waar, heb je eenmaal je weeke
rekbare lijfje in een vaste steenen huls gezet,
van welken vorm ook, dan is er geen groei,
geen grooter worden door zwelling alleen
meer mogelijk; dan moet er iets anders op
gevonden worden. Hult zoo'n dier zich pas
in een kiezelen of kalken kleed, als het ge
heel volgroeid is en dit komt ook voor
dan is het wat anders, maar dat is hier niet
het geval.
Het gaatjes- of kamertjesdier, de
foraminifeer, heeft zijn naam ontvangen naar
de methode die het toepast om, ondanks
zijn steenen pantser, toch flink te blijven
groeien. Zijn manier is heel eenvoudig. Is
door de voeding de spanning binnen tegen
den wand, die niet noemenswaard rekken kan
en ook niet wijken wil, heel groot geworden,
dan zendt het geleibolletje uit zijn kalkpantser,
en wel door het gaatje of de gaatjes waarmee
het met de buitenwereld in betrekking staat
als gewoonlijk zijn schijnpootjes uit. Nu echter
als lange fijne draden, die zich vertakken, met
elkaar samensmelten, en zoo een vlecht of
netwerk vormen buiten het huisje; ook de
kern en de vacuole gaan ten slotte geheel of
gedeeltelijk door de gaatjes mee naar buiten.
Eigenlijk is het heele dier dan buiten zijn
Samen staan we even voor het raam en
kijken naar buiten.
Hè-è-è. Hè-è-è," zegt Anneke. O! o!
wat vindt Anneke die wereld mooi. Een
muschje, een duif, een stuk wit katoen, dat
hangt te drogen. Alles is hé-è-è, hè-è-è.
O, kleine, kleine Anneke. Nou vindt je
dat k mooi, die leelijke achterkant van
de wereld. Die twee troostelooze rijerv
achterkanten van allemaal eendere huizen.
Die leelijke, zwarte schuttingen, die de
tuintjes" scheiden, die het lange, smalle,
zonlooze stuk grond verdeelen in een
eindelooze rij afgepaste stukjes trieste narigheid.
En moeder drukt het kleine lijfje vast
tegen zich aan. O! lief, zoet kindje. Dat is
k de wereld.
De achterkant van de wereld.
Leelijk is de wereld zó, mijn kleine
meisje! Jouw wereld mag nooit zóworden!:
bekrompen, nauw, grauw en zonloos.
Anneke luistert.
Hè-è-è. Hè-è-è.
Dat is alles wat Anneke kan zeggen.
Maar moeder wét wat ze zegt.
Ze vindt die achterkant k mooi.
Lieve, aardige, blonde Anneke!
A. G. v. D. H. J.
Allerlei
De rechte plaats?
In een Engelsen Sportblad lees ik, dat
athleten hersens in hun voeten" moeten
hebben. Dit is werkelijk een soort com
mentaar op de orakelspreuk van Jan Feith
en op het merkwaardige gedicht van
Charivarius in het voorgaande nummer. Men
houde 't mij intusschen ten goede, dat ik
meer voel voor menschen, die hun hart en
hun hersens op de rechte plaats dragen.
* * .
Koffie
De beste koffie, vertelt ons een uitmun
tende Fransche kok, maakt men niet door op
onze gewone banale manier de boonen in
een molentje te malen. Om de koffie al haar
aroma en kracht te laten behouden moet
men de boonen stampen in een vijzel.
Volgens onzen Parijschen fijnproever moet
dat een verschil zijn van den dag bij de nacht.
* * * '
Voor den fiscus
Onder de zonderlingste belastingen die
ooit geheven werden, behoort een belasting
op de handschoenen, die in 1785 in Engeland
in zwang kwam.
Een van de bizonder zwarte zijden van
dit fiscale nieuwtje was, dat elke handschoen
moest worden gestempeld. Dit wilde echter
de wereld van sjiek en elegance zich niet
laten welgevallen en tot straf voor den fiscus
zorgde men ervoor, dat de handschoenen uit
de mode gingen. Het liep bijna uit op een
totale ondergang van de handschoenen-in
dustrie, en men was ten slotte verplicht het
wetje in te trekken. Wat ik u raden mag,
Meneer de Fiscus... ne touchez pas a Ie
mode.
* *
*
Coiffure
Onder meer merkwaardige en praalvolle
nieuwtjes, welke ons de tegenwoordige
dames-mode biedt, behoort ook de herleving
van het kapsel."
Er is eenmaal een tijd geweest (in het
einde van de 18e eeuw) dat het kappersvak
floreerde als nimmer te voren. Men droeg
toen schepen met volle zeilen bovenop 't
hoofd, en de haarpyramide troonde vaak
zoo hoog, dat de draagkoetsjes voor dames,
die naar een soiree gingen, bovenaan open
moesten zijn. Ik zag een karikatuur uit dien
tijd, waarop de teekenaar aan een wande
lende dame du monde een jager tot geleide
heeft gegeven, die de vogels wegschiet
welke zich boven op haar reuzenkapsel
willen nestelen.
Dit artistiekste en glorierijkste tijdperk voor
huis gearriveerd, en rekt en groeit nu eens
vrij uit. Het houdt alleen door een paar
draadjes verband met den binnenkant van zijn
huis, en begint nu een tweede grooter huisje
tegen het kleine oude huisje aan te zetten.
Ook dit scheidt het geleibolletje uit zijn
lichaam af. Het bezit nu twee huisjes, een klein
en een groot; het eerste bijna leeg staand; het
andere nieuw en grooter, dat al weer geheel
gevuld is door zijn lichaam. Als dit groote
huis of deze nieuwe huid (het is geen toeval
dat huid en huis of hut maar n letter
verschillen) weer te eng is geworden, herhaalt
zich de bouw ; en zoo ontstaat een complex
van huisjes waarvan het jongste steeds het
grootste is en bijna de geheele massa van
protoplasma met kernen en alveolen bevat.
Alleen door gaatjes in de tusschenwanden
staan de huisjes met elkaar in verband.
Die complicatie van kalkenhuidjes of huisjes
kan allerlei vormen aannemen; van onregel
matige opeenhoopingen tot wonderen van
mathematische regelmaat. In zooverre her
inneren de gaatjesdieren nog aan de gewone
naakte amoeben. Ook zijn er, die er nooit
meer dan een kamer op nahouden, doordat
deze het oude,huisje eenvoudig laten vallen
als het nieuwe klaar is; dit zijn de
Monothalamia, de eenkamerdiertjes.die op peertjes,
halters, naalden, voetangels, koralen of wat
niet al kunnen gelijken. (Zie 't figuur). Van
de veelkamerdiertjes onder de foraminiferen
plaatsen vele hun nieuw huis telkens zoo
tegen het oude, dat er een spiraalbouw
ontstaat, die veel op een plat slakkenhuisje
of posthoorntje gelijkt; met dit verschil, dat
het eerste uit kamertjes bestaat die door ge
perforeerde schotten zijn gescheiden.
Een ontzaglijk aantal soorten zijn ontstaan,
doordien het aaneensluiten der huisjes op
zoovele wijze kon geschieden ; en de bouw
wijze, die eens was aangenomen en die met of
door de omstandigheden waarin het dier ver
keerde in overeenstemming was, behouden
bleef. Een groot voordeel ontstond voor de j
gaatjesdieren die in diepe zeeën leven, door
de conglomeratie der lichte leege huisjes; ze
zouden zonder die luchtkamers, allicht naar
den bodem zinken, waar ze niet kunnen leven.
Zij die in sterk bewogen water leven,
zijn nog voorzien van extra-drijftoestellen.
Al de wanden van hun huisjes zijn geperfo
reerd, niet alleen de scheiwanden, door enkele
van die gaatjes strekken ze weer schijnpootjes
uit, die zich omgeven, ook met kalk, ze ver
stijven tot knobbels, stralen, takken, ringen
allemaal uitsteeksels die den weerstand tegen
het kappersbedrijf i& echter voorbij gegaan
en in de volgende eeuw werd het haar over
het algemeen dood-simpel gedragen, soms
geheel glad-gestreken zelfs. Met dit in het
midden gescheiden en glad-gestreken haar,
bestaan er zelfs nog enkele portretten van
Koningin Victoria...
Bij onze tegenwoordige toiletten-rijkdom
echter, die zich steeds meer in oostersche
lijn ontwikkelt, behoort een rijker kapsel,
en daaraan wordt thans door de wereld van
schoonheid en gratie de bizondere aandacht
gewijd.
Zeer kwistig is men, ondanks den strijd
die er gevoerd wordt tegen de aanwending
der aigretten, met pluimen en veeren, die
doorgaans oprijzen uit een perzische diadeem
of een Engelsch-Indischen tulband.
Zoowel de voorhoofdsband als de zijden
wrong zijn rijk versierd. De diadeem schittert
van zilver en goud, de tulband is met
parelsnoeren omwonden, terwijl'niet zelden een
schitterende gesp van diamanten den pluim
vasthoudt, die midden uit het voorhoofds
gedeelte oprijst.
Exotisch zijn deze kapsels alle. Het haar
zelf is tamelijk eenvoudig en eenvormig op
gemaakt, en vormt een soort van hooge toque,
die in den hals rijkt tot even over de ooren,
en boven op het hoofd rondt, als een
huzaren-kolbak.
Maar om de versierselen, die dezen
haarhelm omlijsten is het eigenlijk te doen. En
hieraan contribueeren zoowel de Grieksche
als de Aegyptische oudheid, nevens Indië,
Assyrië en Arabië. In de moderne Parijsche
salons ziet men een Cleopatra, met slangen
diadeem, over het mooie lenteweer babbelen
met een Sappho, die een gladden gouden band
midden over het voorhoofd draagt, en een
bekoorlijk turkinnetje houdt een
buurpraatje met een koningin van Scheba wier
kloek en fijn-besneden gelaat bekroond wordt
door een gevleugelden leeuw met
menschenhoofd, een Chimera, die haar nochtans in
't minst geen chimères bezorgt.
Soms ook zoekt de coiffure het in veel
moderner stileeringen. Zoo worden b.v. enkele
vrouwenhoofden overschaduwd door een pad
denstoel, die midden uit het kapsel oprijst als
een boven het hoofd zwevende ronde hoed.
Niet zelden gaat men ook wilder en
impressionistischer te werk, en ik zag zelfs een
dame met een vroolijk en temperamentvol
gezicht, die zich had gekapt a l'Indienne en
een vederbos op 't hoofd droeg, welke een
roodhuiden-hoofdman tot eer verstrekt zou
hebben. Ook deze coiffure rees op uit een
diadeem, welke geheel uit glaspaarlen was
vervaardigd en den vorm had van een
chapeau-vakyrie met vleugels... En be
koorlijk en fraai is dit alles, en nog slechts
het begin van den coiffure-rijkdom, welke zich
ontwikkelen gaat en die een interesanten tijd
belpoft.
* * *
Krijgslist
Een Noorsche dame heeft op eenige scholen
in Christiania en elders een nieuwe methode
toegepast, om de kinderen zorg voor de
dieren in te prenten.
Zij moeten plechtig beloven, aan de die
renvriendin, die in elke klas een geestig
praatje houdt over de kleine vogels of
over honden en poesjes, dat ze nimmer
een vogelnestje zullen uithalen of vee
ren en bont dragen. De bezoekster legt
hun deze belofte op schrift voor en ze
moeten die plechtig en deftig onderteekenen.
In ruil daarvoor ontvangen de kleuters een
mooi klein, zilver insigne, de meisjes aan
een groen zijden lint, om aan haar hals te
hangen als medaillon, de jongens met een
stift om 't in hun knoopsgat te bevestigen.
Blijkt het, dat ze hun woord niet houden,
dan wordt hun 't mooie insigne afgenomen...
maar ze weten, dat al hun kameraden dit
een groote schande zoude vinden, en de
aardige truc heeft dus veel succes. Maar of
ze paedagogisch is ? ...
ALLEORA
llllltlllllllMIlllllllltlMIIInlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIHIII II 1111(11
water en druk vergrooten en zoo het diertje
zwevend of zooals het tegenwoordig heet
planktonisch houden.
De uiterlijke gelijkenis van deze nietige
eencellige schepseltjes met de veel gecom
pliceerder gebouwde zeeslakken en nog meer
met de ammonieten en nautilus-achtige week
dieren, heeft er vroegere onderzoekers toege
bracht deze diertjes inderdaad als
mi'niatuurslakjes of nautilussen te beschouwen. Maar
al bouwen ze heele zeebodems, die later
bergen zullen worden, zooals de krijtrotsen
van Engeland al geworden zijn, het blijven
oerdieren. De voeding onder andere blijft
even primitief. Al waaieren de vele
draaddunne pootjes die door de gaatjes heen steken
ook voedsel naar de groote woonkamer, en
al is die vaak aan n zijde wijder open
bijna als bij een echte slak of nautilus het
voedsel b.v. een klein alg of wier gaat nog
altijd door den lichaamswand heen. Dan
vormt er zich om het algje een blaas met
vocht, waarin zich het voedsel oplost.
Voor de afscheiding dient nog altijd de
samentrekbare blaas of contractiele vacuole,
die de afvalsproducten van de ademhaling,
geoxydeerd'e protoplasma of eiwitstoffen in
den vorm van ureum opneemt. Daardoor
zwelt de vacuole, tot ergens de blaas den
omtrek bereikt, al is het maar van een pootje,
en zoo barst de vacuole of liever ledigt zich
naar buiten. Een bepaalde invoer- en af
voerbuis, of zelfs maar in- en uitgangsopening is
er nog niet, eigenlijke veelcellige organen
ontbreken nog. Wel zijn er dus al in die ne
cel inrichtingen die den dienst van afschei
dingsorganen doen. Die men bij gebrek aan
een beteren naam voorloopig organteuen heeft
genoemd.
Waar de diertjes de groote hoeveelheid
kalk van daan halen, die. ze voor hun ontel
bare huisjes noodig nebben, kon m'feiUvroeger
niet begrijpen. In volle zee toch, waar de
de meeste leven, is het zeewater volkomen
kalkvrij, althans in het laboratorium is geen
kalk aan te toonen. Maar dat is juist het
gevolg gebleken van de werkzaamheid der
.gaatjesdieren, van de veelkamerige vooral. Er
komt kalk genoeg door de rivieren in zee.
Van de Elbe .is het bekend dat alleen de
hoofd-rivier jaarlijks pl.m. 250 milliard kilo's,
uit Bohème, naar zee voert. Deze geheele
voorraad wordt schoon opgebruikt door de
zeedieren, vooral de kleintjes, die er hun
kalken huisjes van bouwen.
E. HEIMANS