Historisch Archief 1877-1940
f.'
DE AMSTERDAMMER, WJEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l Maart '14. No. 1914
Foto Bert
ANNA PAVLOVA
DANSEN
i
De redactie van dit Weekblad ver
zoekt mij, bij een groote verscheidenheid
van illustraties die zij mij voorlegt, een
tekst te geven over
het dansen.Die welke
ik het laatst gezien
heb, de danseres
Anna Pavlova, eens
prima donna van het
Keizerlijk Russisch
ballet te St. Peters
burg, thans een ster
in alle groote theaters
van de wereld, be
roemd en omringd
zooals in de 19de
eeuw la Taglioni ge
weest is en de glim
lachende Fanny
Cerrite, deze Anna Pa
vlova moge ik het
rst mijne hulde
geven.
Zij is op het
oogenblik de meest ge
vierde ! De groote
buitenlandsche tijd
schriften hebben van
haar dansen afbeel
dingen in menigte
gegeven. Haar plas
tische dans de ster
vende zwaan", heeft
in beeld en geschrifte
heel de lezende we
reld bereikt. In Ber
lijn op een der groote
tooneelen, bij Astruc
te Parijs en in het
Empyre te Londen,
dezer dagen in Ame
rika, danste zij in
een wondere, heime- , . _, ,
lijke en nerveuze l Anna Pavlova
overgave, die ik nim
mer vergeet, St. Saëns' lieve muziek op
het sterven van de gewonde zwaan:
Ie Cygne.
Zij trippelvoet even en schuift dan op
Foto Bert
de toppen van haar teenen als een ge
wichtloos wezen in 't gevederde,
wolkerige balletrokje over de planken:
haar lange armen gaan langs haar met
zwanenveeren bedekte lokken omhoog
en lijken een zwanenhals, haar handen
samengevoegd, be
wegen nu hier nu
daar, het schijnt of
die handen de kop
vormen van de zoe
kende zwaan, van de
wankele zwaan, van
de gewonde en nu
nederzinkende!
Geen St. Saëns heef t
in muziek beter de
fratie van den dood
unnen weergeven
en geen schilder, die
voor zijn Leda
zwanen bespiedde,
heeft ze mooier
kunnen zien.dandeze
groote danseres ze
uitbeeldt,dedanseres,
die eene bewonde
renswaardige plasti
sche kunstenares is.
Zijn wij, nog maar
tien jaar terug, z
vervuld geraakt van
Isadora Duncan, en
gelooven wij nu al
niet meer in haar
credo van de bloote
voeten en den terug
keer tot de natuur?
Wij hadden toen toch
wel reden om haar
als een nieuwe lente
in te halen, en in
haar liefde aanvan
kelijk voor de uit
beelding van
Botticelli's Primavera lag
wel iets meer, meen
den Wij allen immers,
dan een toevallige voorkeur. Isadora, onze
renaissanciste, scheen de geheele gekun
stelde beschaving van na de renaissance
onhelstelbaar te hebben gecompromitteerd
als Cleopatra
Sylphiden-dans van Anna Pavlova
en den genadeslag te hebben toe
gebracht aan het rokje, de tutu van
het ballet: dat nu, zoo ondeugend
herleeft in Anna Karsevina, in La
Trouhanowa en allerschitterendst in Pavlova!
Het ballet scheen een liefhebberij van
de uitgaande rijkste standen, op den
zelfden voet als paardensport en zeil
wedstrijden bij hun behooren, en ziet
Isadora kwam over deze geheel verwor
den kunst de doodsklok luiden en
als een phenix stijgt ze nu tóch weer
uit haar asch: te St. Petersburg! Wat
Frankrijk niet meer had, had spring
levend de Fransche cultuur, welke in
Rusland gekoesterd werd en als 't ware
in reserve gehouden sedert twee eeuwen,
en die er de cultuur is van het Keizerlijke
Hof.
Anna Pavlova is reeds als kind van
een behoeftige moeder aan de Keizer
lijke ' balletschool verbonden geworden,
deze kweekkas voor menschelijke jeug
dige schoonheid en sierlijkheid ter
verpoozing der Czaren. Want niet alleen de
sultans van Cahore, Cambodga en
Soerakarta hebben schatten over voor hunne
stoeterijen van raspaarden en danseressen,
ook de Heer aller Ruslanden heeft zijn
beroemde School, die hij eens in 't jaar
bezoekt, en die hem de balletdanseressen
kweekt voor zijn Peterburgsch Théatre
Impérial.
Zoo wij uit het dalen van Isodora's
ster en het schitteren van die van Anna
Pavlova iets mogen leeren (als we 't
niet reeds wisten)! dan is het dunkt
mij, wel dit, dat systemen geen waarde
hebben en dat alle stijlen goed zijn in
leven en dansen, mits de vormen",
waarin ze verschijnen, levende schoon
heid uitdrukken!
Isadora was de hernieuwing van de
natuur. Anna Pavlova zet de traditie
voort van tricot, tutu en blanketsel. De
eene was ons een lentemorgen deze
is als eene gepoederde markiezin in een
marmergeplaveide zaaL Zij beiden leven
echter het leven in zijn volheid, léven
zooals maar geleefd kan worden, en
verrukken ons anders en toch eender.
Want is niet alle diepe geluk verwant?
Gaarne zal ik nog meer over den
dans schrijven, welken Heine, die zoo
diep kon zijn en zoo lichtzinnig, genoemd
heeft een bidden met de beenen. Het
oud religieus gevoel heeft er mee te doen,
reeds voordat David danste vór de Arke.
Het is misschien de oudste kunst. Het is
tevens de prilste in elk geval, want reeds
trippelt, als ze uitbundig wil wezen, het
heel kleine meisje, met de lieve armpjes
omhoog, in 't ronde, en de bewoners van
het nuchterste land dat ooit geschapen
is de Hemel weet, dat ik geen
speciaal land op 't oog heb vinden bij
vreugde in het doen *an breede sprongen
hun uiting. De simpele polynesische
dansen met hun primitieve zinnelijke be
doelingen, de plechtige grieksche en
middeneeuwsche godsdienstige feesten, met
hun parthenieën en dansende koorknapen,
de vroolijke dansen der renaissance, en
eindelijk de uitbeeldingsdansen, die in
onzen tijd een schoonheid geven van
algemeene, dramatische bedoeling, zij
alle hebben een hooge beteekenis.
Het is een zeer rijk onderwerp.
SARAH BANDE TOT ECHTEN
* * *
Vaderlandsche Historie
XXII
EEN HERVORMER DER HERVORMING
E. GIRAN, Sébastien Castellion et la
Rêforme calviniste. Les deux reformes.
Haarlem, J. W. Boissevain en Co. 1913.
VIII en 576. Geïll.
Dit boek is belangrijk om de beteekenis
van het onderwerp en om de wijze, waarop
die stof is behandeld. Met evenveel kennis
als smaak geschreven, gewijd aan een
Fransch?Zwitserschen hervormer uit de
16e eeuw (Castellion stierf 29 December
1563), is het ook voor onze geschiedenis
van het grootste gewicht. Want de verheven
denkbeelden van dezen reformator der
reformatie" 1) hebben ten onzent sympathie
en verdere verspreiding gevonden, ja hebben
er, omdat zij met het wezenlijk karakter der
natie overeenstemden en reeds door velen
waren verkondigd, de zege weggedragen.
Het is op dit punt, dat ik, aan 't einde van
dit artikel, eene bedenking tegen de voor
stelling van den geleerden schrijver zou
wenschen in te brengen.
Zijn lijvig werk, dat gespannen aandacht
vraagt en tegelijk door bevalligen stijl aan
gename lectuur is, verplaatst den lezer onder
het tweede geslacht der hervormden en toont
hem dat schouwspel, dat tot de meest tragische
der wereldgeschiedenis behoort, hoe de kerk
hervorming uit den edelsten drang naar ge
loofsvrijheid geboren, tot gewetensdwang
terugkeert. De vérstrekkende beginselen
waren (ik zonder enkele anabaptisten uit)
te machtig zelfs voor wie ze hadden
uitgesproken en werden, schier van den
beginne, verloochend, zeker nooit in al
hunne schoonheid verstaan of toegepast.
Dit geldt van (den lateren) Luther, het
minst van Zwingli, het geldt zeker ook
van Calvijn. Terwijl de jonge Fransche kerk
op martelaren roemen mag nog vór zij
theologen heeft en haar bloed stort voor
godsdienstige waarheden, die nog in geen
dogma zijn vastgelegd 2), brengt zij den
man voort, die door zijne leer een dam zou
opwerpen tegen den pas vrij gelaten stroom
van godsdienstig denken en gevoelen. Maar
tegelijk wordt uit haar die ander geboren,
die het diepste wezen der gewetensvrijheid
zou peilen, verdedigen en het als eene her
vorming der reeds miskende protestantsche
waarheden prediken zou. Dat is Sebastiaan
Castellio. Als jong geleerde, als bijbelsch
humanist voor de hervorming gewonnen,
verkeert hij eene korte poos te Straatsburg
in Calvijns huis, wordt op 26-jarigen leeftijd
(hij was van 1515) rector in het nieuw
opgerichte gymnasium te Genève en geeft
Foto's Schneider en Bransburg
Anna Pavlova: Een wacht
Anna Pavlova :Tde Muze
llllllllllllllllllllllllllllMllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllMilllllllllllllllllllllllllllllllllllHlllllllllllllllllimillHIft
daar voor zijne leerlingen die samenspraken
uit, gedramatiseerde bijbelverhalen in 't
Latijn en Fransch, die, vol van treffende
uitspraken, van 1542 tot 1600 bij de vijftig
uitgaven beleven zouden. 3) Maar van den
aanvang af heeft hij Calvijns tegenwerking
te verduren, een bedekten oorlog, uit velerlei
oorzaken te verklaren, ook persoonlijke
misschien, die wij niet kennen, zeker ook
uit Castalio's weigering om zijn denken
gevangen te geven. Hij had den moed te
zeggen, dat hij het dogma der verkiezing
en verwerping als Gode onwaardig loochende,
dat hij ook het leerstuk van den gebonden
wil verwierp; had den moed tegen Calvijn
vol te houden, dat het Hooglied, om zijn
inhoud, niet in den kanon thuisbehoort en
dat de nederdaling ter helle" niet kon
worden geloofd, doch ook niet mocht worden
uitgelegd als die huivering des gewetens,
die Christus beving voor Gods rechterstoel,"
zooals Calvijn haar verklaarde. Hier botsten
twee levensbeschouwingen tegen elkander.
Castalio, als de begeerde predikantsplaats
hem wordt geweigerd, verlaat Genève, komt
te wonen te Basel, waar hij, na een uiterst
moeilijken tijd, in Augustus 1553hoogleeraar
wordt in t Grieksch. Daar schreef hij zijne
Latijnsche en zijne Fransche bijbelvertaling
en droeg de eerste op aan koning Eduard VI
van Engeland met die beroemde voorrede,
waarin hij pleit voor vrijheid van godsdienst en
uitspreekt, dat de onderscheidene confessies
niets anders zijn dan een tasten naar de
waarheid, die zich in geen kerkelijk dogma
ooit laat samenvatten, die niet door bloedige
vervolgingen, maar door liefde en nederige
verdraagzaamheid wordt gebaat. Als de mare
van Servet's terechtstelling hem bereikt,
schrijft hij onder den schuilnaam Martinus
Bellius zijn tractaat tegen de kettervervolging
(Latijn te Basel 1554, Fransch te Rpuen),
klassiek pleidooi voor de christelijke vrijheid,
dat wij met ontroering lezen, door de ge
schiedenis gerechtvaardigd boven Beza's
Anti-Bellius", waarin Calvijn's leerling het
dooden verdedigt der ketters, die, ter eere
Gods, door het zwaard vallen moeten. Ik
kan helaas hier niet langer stilstaan bij
's mans andere geschriften, door den heer
Giran uitvoerig en met meesterschap be
schreven, die zijn als een duel a mort entre
les deux reformes" 4), slechts herinner ik
nog aan het beroemde Conseil a la France
désolée", 1562, waarin hij de regeering be
zweert toch den burgerkrijg te voorkomen
door vrijheid van godsdienst toe te staan.
In 1578 verscheen van dit ontroerend beroep
eene Nederlandsche vertaling.
In zijn Avant propos" zegt de schrijver,
dat zijn begeeren altijd uitging naar die
stille vergetenen, die wachten tot het nage
slacht hun gerechtigheid doen zal. Ik hoop,
dat zijn boek velen Castalio zal doen kennen
en bewonderen. Ook orider ontwikkelden zijn
er velen, die zelfs den naam van dezen een
zamen nimmer hoorden. Maar het boek van
den heer Giran is tegelijk eene zware aan
klacht tegen Calvijn, het wordt beheerscht
door de groote tegenstelling tusschen de
twee hervormingen, de twee protestantimes,
dat van Calvijn, het definitieve, dat van het
gezag, dat geen tegenspraak duldt n dat
van Castalio, het progressieve, dat nog niet
klaar is, dat wil onderzoeken en alleen van
vrijheid heil verwacht, tegenstelling telkens
meesterlijk aangetoond b.v. ook tusschen
Castalio's genoemde opdracht aan Eduard VI
n, enkele jaren vroeger, in 1548, Calvijns
brief aan den hertog van Somerset, waarin
hij dezen bewindsman aanraadt de ketters
met den zwaarde uit te roeien. Eene zware
aanklacht tegen Calvijn, zeide ik, n inderdaad
loochent de auteur niet alleen de grootheid
van zijn (immers zelfzuchtig en wreed)
karakter, maar maakt hem ook los van de
Hervorming in dien zin, dat Calvijn, aa
hare verheven beginselen ontrouw geworde»,
de vrijheid van geloof en geweten weder
gekneveld en haar in stede van tot
gezegenden groei tot noodlottige ontaarding
gebracht heeft. Reeds hebben Fransche e
Zwitsersche dagbladen den schrijver heftig
aangevallen, en ook op het Parijsche congres
voor vrijzinnig godsdienstigen, dezen zomer,
riep men hem ter verantwoording. Het was
te verwachten. Wie zulke dingen zegt laadt
den schijn op zich van de beteekenis te
miskennen, welke leer heeft voor godsdienst,
den nog gevaarlijker schijn van het hooge
in menschen te willen omlaaghalen. Voor
zijne geestverwanten is Calvijn sinds 3K
eeuw een profeet Gods, maar ook, wie hem
niet volgen huldigen hem als den machtige
denker, den genialen organisator, die door
zijne leer het geloof en door zijn moraal
het leven onder tucht bracht en de gemeente
der verkorenen aanvuurde to> een heroïsme,
dat in Frankrijk, in de Nederlanden, i*
Schotland wonderen heeft gewrocht, ee0
man van wereldhistorische beteekenis, wiens
naam door de eeuwen zal voortleven. Maar
hieraan heeft de heer Giran niet getornd. H(
ontkent de grootheid van < alvijns karakter
en, vooral, noemt hem onprotestantsch. Laat
men zijn boek rustig lezen, de argumente
wikken en wegen en voor zichzelven de
slotsom opmaken. Telkens onverbiddelijker
blijkt de geschiedenis voor Calvijn in zake
Servet, dien hij nog na zijnen dood lastert
en wiens vrienden hij met felheid vervolgt 5).
Maar de dood der gebroeders Comparet, de
wreedheid tegen onschuldigen, het pijnigen
van een stillen anabaptist, het schrikbewind
tegen kleine overtredingen 6) het valt
niet te ontkennen, dat dit alles uiterst pijnlijk
treft. Dat Calvijn hier louter kind zijner
eeuw zou zijn, is door den heer Giran met
de stukken weerlegd 7). En wat het andere
punt betreft wie kan nog, bij zulk een
macht van getuigenis, ontkennen, dat Calvijn
eerbiediging eischtevoorzijn geweten, zonder
dat zijn geweten hem verplichtte dat van
anderen te eerbiedigen? Wie kan nog, tegen
de feiten in, loochenen, dat hij eigen zaak
voortdurend de zaak van God noemt, zijne
tegenstanders vijanden Gods scheldt, die
Satan zich verkoren heeft? Is het niet het