De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 15 maart pagina 3

15 maart 1914 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

15 Maart '14. No. 1916 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Allereersten rang. Te midden van eigen groot oud park, HET AUGUSTA VICTORIA BAD, Geneesheer-Directeur Dr. Med. G. HüLSEMANN, meest moderne comfort, 40 privébadkamers met directe is met het Hotel verbonden ten dienste der gasten, die niet verplicht zijn een kuur te ondergaan. toeroer ran het warme bronwater uit de. hoofdbron. Een uit 18 afdeelingen bestaande, volledig ingerichte pshysicalisch-orthopaedische kuurinrichting, Warm en koud water in alle kamers. Auto Garage. ter speciale behandeling van spier- en gewrichtsziekten, zenuwziekten, verlammingen, enz. In het hotel afzonderlijke eetzaal voor JICHT-DIEET. Prospect, gratis. Int. Verkeersbur. Raadhuisstraat 16, Amsterdam, den Haag Papestraat 5. fiflDÜNTIP IE1)tR W* DflTKRIMPT VmHnmit WORDT TtRUüGEflOMtd FABHIHWtfl VAlTOll ZONEN KMiTEROAM Monsters, geïllustreerde prijscou ranten en attesten zenden gaarne N. V. Ned. Tricotfabriek VALTON ZONEN, Amsterdam. AUTOMOBIELEN. Hoofd-Agent voor Nederland: J. LEONARD LAN6. Stadhouderskade, AMSTERDAM. e/7»en worden,: djrect uit Zwitserland, franco en vry \an invoe rechten aan huis geleverd. Japannon Blouses vanaf vanaf 11. 5.75 f). 1.95 Kinderjurken vanaf fl. 2.90 Beste kwaliteit Zwitsersch i orduursel op batist, voile, crêpon, J innen en op de a.lernieuwste soort'n zyde. Parysche modep aten met stalen collectie 120 van borduursels franco o aanvraag. O u / e geb o rduurde j >pounen en blouses ayn ongemaikt. Knippatronen worden echter by bestelling: in elke gsweuschte maat geleverd. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie boschrijke terreinen. Spoor,Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet. ingelegd door BARBAROSSA. Een boek van 230 pagina's. Prijs ingenaaid ?0.90. In stempelband ? 1.25. Uitgave van v. Holkema & Warendorf, Amst. Utrechtsche Tricotage Fabriek W1CHER JANSEN. l In: ZUIVER WOL, FIL, D'ECOSSE REINE M A O, ZIJDE Enz. Enz. In: J ACQU AKI> HAM> «EBOBI>IHJK1> GEFLATTEERD SHOT?EFFECTE1Ï. AVI ATA GiRAIVTIEKOrSEN EN SOKKEN niet 6 maanden garantie. ZIJDEN SOKKEN met dubbele zooien, teenen en hielen, In Fil d'Ecosse. T RI P L Y" Ijzersterke wollen fantasiesok, gegaran deerd drle-draads geweven met extra versterkte hielen en teenen. LU6ANO Hotel Bristol. (ITAL1AANSCHE MEREN). 'Schoonste Winter- en Voorjaarsverblijfplaats. 1ste kl. Hotel, prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamers vanaf fr. 4.?. Pension vanaf fr. 9.?. Eig.: C. CAMENZIND. Prosp. gr. en f r. Intern. Verkeersbur. Raadhuisstraat 16, Amst. II. EERSTE SED, FABRIEK VAN ASBESTCEMEBTPLATES M art i n i t". MARTUVITPLATEN zfln: brand-, trek- en krimp vrfl. Vraag^t prijzen en monsters. A nu E S-. Crnqinsweg 113, Amsterdam. Ongelukken O C E f\ T\ Aansprakelijkheid BOKIN 151 - AMSTERDAM Ziekten Automobiel nietige even aanraken om het snel weer te laten glippen. Hij moet de politicus zijn in de sfeer van het kunstenaarsschap. En ziet, juist dit is Robert de la Sizeranne in bizondere mate! Echt-Fransch ... O glorie-rijk Frankrijk, waar is uw glorie? Ik verzuimde nog u te zeggen, dat in 't tweede en beste deel van dit boek Isabella d'Este, de hooge intellects-vrouw, en Castiglione, de fijnen wereldling der Renais sance, behandeld worden en dat ge in deze uitvoerige opstellen vél vinden zult, dat 't hpoge, wreede, wijze en zotte leven der Italiaansche maatschappij dier dagen te voren roept, 't Is alles zeer lezens waard, te meer daar de schrijver ook hier nog zoo taktvol was niet te streven naar eenige samenvatting of analyse. Scheen ooit het leven zótegenstrijdig, als in dien tijd! Sizeranne doet 't u voelen; maar hij verklaart niets... Hetgeen werkelijk zeer uitrustend is. Indien ge dus eens wat vermoeid zijt door uw Kant- of Hegel-lectuur - wellicht prefe reert Spinoza-Dante-Goethe? welnu deze Masques et Visages" zullen u dan ver kwikken als een kopje mokka na een overdadigen geheel-onthouders-maaltijd. JUST HAVELAAR * * * Tentoonstellingen en Veilingen Bij NGER EN VAN MENS TE ROTTERDAM, tentoonstelling van werken van P. va n de r Hem enz., van 8 Maart-5 April. IN HET STEDELIJK MUSEUM TE AMSTER DAM, tentoonstelling van schilderijen van Hendrik Luyten van 8-30 Maart. iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiMiii FEUILLETON ?IIIHMIMMIIItlHIIIINIllllllllMIIIIIIIHIIIII Haagsche Typen. DOOR PEET BOETSER IV. DE OUDE TANTE EN HAAR NEEF. Den Haag is een stad waar niet veel wordt gewerkt. Er wonen vrij veel heerenop-leeftijd, die met vrouw en kinderen het elders verworven geld daar in niets-doen komen verteren, en er zijn tal van families, van vader op zoon gegoed, welker leden nimmer iets nebben uitgevoerd. Deze men schen, mét de gepensioneerden die het stellen kunnen, verteren hun inkomsten, zooals een kind lebbert aan een pijp kaneel; zij zuigen er alles uit, reeds genietend van het zuigen allén, en overal waar zij zich vertoonen verspreiden zij om zich heen een atmosfeer van vadsige tevredenheid, welke als een slijmerige sluier over hun doen en laten ligt. Deze menschen vormen een kern, op welke een tweede, onaangenamer soort lieden pa rasiteert. Men noemt of noemde deze lieden in den Haag wel de kwallen. Het zijn men schen die niets bezitten dan den nen, vurigen wensch: eenmaal genoeg geld te hebben, om k in niets-doen te vegeteeren. Zij- zijn verliefd op de rogge luiheid van den slaperigen geest der rijkeren, en volgen hen op den voet, eensdeels in de hoop dat er op een keer iets voor hen af zal vallen, anderdeels om zich reeds van te voren aan hun vettige rust te vergasten. Zij vormen een achterhoede van schooiende hek-leden, welke overal verschijnt, waar de rijken het aangenaam gelieven te vinden. Zij weten, dat zij doorzien worden, doch schamen zich niet daarvoor. Zij zijn als kwallen, rondBerichten EEN PROFETIE VAN KOTZEBUE VOOR HET JAAR 1914. De Maart-aflevering van het tijdfchrift Greif bevat een artikel over twee onbekende drama's van Kotzebue, die, ofschoon beide voor ongeveer honderd jaar zijn opgevoerd, tegenwoordig volkomen onbekend zijn, daar zij in de complete uit gave van Kotzebue's werken niet opgenomen zijn. De schrijver van dat opstel, Hermann Kienzl, heeft de manuscripten onder de door Kotzebue nagelaten handschriften gevonden. Het eene stuk Noch Iemands unterirdische Reise is eene paskwil op Napoleon en daarbij een vrijwel onschuldige parodie op Goethe's Faust; het andere stuk is een toekomst utopie en trekt thans juist de aandacht, omdat het een profetie voor het jaar 1914 bevat. Dit verzenspel met zang Die hundertjahrigen Eichen, oder das Jahr 1914 werd op 19 en 24 October 1814 in de Berlijnsche Koninkl. Opera opgevoerd. Het geheele stuk is een verheerlijking van de gekroonden in het verleden, het heden en de toekomst. In 1914 bekennen de volkeren dat zij hun bestaan te danken hebben aan de heerschers van vór honderd jaren, vooral aan die van de heilige alliantie. Overigens is Europa tegen woordig een paradijs; sedert het jaar 1814 werd op de Europeesche landkaart geen grenssteen meer verplaatst. In 1914 kan men een eeuw van ongestoorde vrede herdenken. Dan zijn de legers at lang afgeschaft en bestaat er geen algemeene dienstplicht meer. In Duitschland zingt men niet meer Heil dir im Sieger" maar Heil dir im Friedenskranz". De vorst en zijn hof treden op zonder eenig uiterlijk vertoon; de hoogwaardigheidsbekleeders MllimillMIMMtlHI zwervend om iets wat een lekker lijkje be loofd te worden, wachtend op de eerste, goede gelegenheid om zich eraan vast te zuigen. De neef der oude tante was zulk een kwal. Hij was een slechte kwal, want hij was, ronduit gezegd, te slecht voor deze wereld in alle opzichten. Het is waar, de anderen van zijn soort waren geen haar, beter als hij. Zij hadden noch meer schaamte noch meer fatsoen, doch zij bezaten n ding, dat voor een kwal onontbeerlijk is: het zelfbehagen, en zelfs dat miste hij. Het zelfbehagen is immers bij hen het surrogaat voor alle deugden, welke zij missen; het schenkt hun een moreelen koers en een maatschappelijke contenance, en bovendien een soort eigen persoonlijkheid en een eigen smaak, daar het hun steeds belet dingen te doen, welke in eigen achting of die van anderen konden doen dalen. Zij zijn betrek kelijk eerlijk, daar oneerlijkheid niet hun goede figuur is. Zij zijn ook betrekkelijk eerbaar, daar over oneerbaarheid licht zoo hard wordt geoordeeld. Zij scheppen zich een eigen, dikwijls vrij aannemelijk ik, dat hen belet zich te vergooien, en dat alles miste de neef der oude tante. Het was dan ook een droevig gezicht om dezen man aan het werk te zien in zijn emplooi. Jaren lang joeg hij rond achter de gegoede meiskes der gegoede families, zooals de kwal dat nu eenmaal doet, doch terwijl zijn soortgenooten daarbij verschenen als heroën, die met opgestreken knevel en veldheersblik, of met smachtende oogen, slappen hoed en slobkousen hun kunstvol beroep uitoefenen want het moet erkend dat velen dezer lieden hél wat weten te bereiken; er zijn mannen onder, die met een geschikte das en wat cosmétique een Faust of Byron, en meisjes,?want er zijn ook vrouwelijke kwallen die met dezelfde soort middelen een Gretchen of Cleopatra weten te naderen, zoolang de tooneelvrees zijn alle mannen van den arbeid; vorst en volk zijn n. Alle burgers streven naar n doel, en zelfs de sociale kwestie is opgelost. Bij de eeuwfeestviering prijzen alle standen in bezielende koorgezangen de bloei der tijden en ten slotte houdt vol gens Kotzebue's voorzegging keizer Wilhelm een lange rede. Van alle toekomstfantasiën van Kotzebue is er slechts ne werkelijkheid geworden: Kotzebue geloofde aan een vereenigd Duitschland, want hij spreekt van een Bondsdag, die alle volken vereenigt". Overigens laat hij in 1914 een honderdjarige grijsaard in een vehikel te Berlijn binnenkomen. Men hoort in de verte de posthoorn. Dan staat de wagen stil... Van stoom, benzine en electriciteit had de profeet keine Ahnung"! * * * Inhoud van Tijdschriften De Gids, l Maart 1914: Johan de Meester, Een' geval van tooneelbescherming. Dr. M. A. van Herwerden, Een vriendschap tusschen drie physiologen. Dr. P. C. Boutens, Rei van vrouwen in Jozef's hof. Prof. R. C. Boer, Een reisdagboek uit IJsland (slot). R. P. J. Putein Nolthenius, Hollandsche steden met Belgische oogen bezien. Prof. N. v. Wijk, Een nieuw boek over onze moedertaal. Dr. Jan Veth, Albert Neuhuys 1844?1914. - Marie Koonen, Verzen. Jacob Israël de Haan, Liederen. Dramatisch overzicht. Buttenlandsch over zicht. Bibliographie. De Nieuwe Gids, Maart 1914: Jac. v. Looy, Nieuwe Bijlagen III. Het Verhaal. G. v. Hulzen, Aan 't lichtende Strand. H. J. Schouten, Een episode uit den strijd om hen niet bevangt, en de angst, niet gebis seerd te worden, hen uit de teleurgestelde oogen kijkt liep hij daar rond als een aanspreker op een snaaksche bruiloft. Hij was de ridder van de droevige figuur, waar zijne collega's als rijzige ruiters waren. Hij speelde hetzelfde als zij, en gebruikte de zelfde knepen, doch terwijl zijne soort genooten het speelden met de illusie der overtuiging, ging hij tusschen hen rond als een norsch figurant, die niet weet wat te doen, en die bang is dat zijn directeur hem niet zal betalen. Zijn optreden was dan ook een mislukking. Hij was waarlijk te bloedeloos, en het vampyrachtige zat hem te naakt op het kille wezen om hem eenige kans te geven. Hij beproefde het lang, onvermoeid, doch de fleurige kinderen der vettig lurkende ouders ontweken zijn vangarmig zoeken. Zij waren te wulpsche deerntjes, om zulk een verlepte polyp te begeeren. Zij waren opgegroeid bij het rustige potje thuis als sprankelend-kleurige bloemetjes in een zon nig hoekje, en waren niet gediend van den waterigen gloed zijner ziekelijk fletse oogen, die onder hen rondspeurden als die eener hyena, die loert of niet ergens een prooitje achterblijft, dat hij zou kunnen bemachtigen. Toen hij hiervan de zekerheid had, deed de man een wanhoopsdaad. Hij gruwde terug van de gedachte, dat hij niet k eens zou lurken aan een rustig te verteren fortuintje. Hij zag de mogelijkheid vór zich, dat hij wellicht eens zou moeten werken, zich zou moeten inspannen, wat gelijk zou staan met zich onmogelijk te maken in zijn kring, en om zich daarvoor te behoeden deed hij het uiterste, en trouwde de vrouw, die hem een fortuin kon en wilde verschaffen: zijn rijke kindsche tante, een vrouw van bijna tachtig jaar. Het was een heftige emotie welke men in den Haag ondervond bij het vernemen van dit nieuwtje. Maar was het dan ook niet of LIBCRTY Nieuwe JAPONWeN BLOUSGS & VA.N LIBCRTY DeLAITie F1 .95 VAM BeDRUKTC R AM I S I 14:50 STALCM FRANCO AMSTCRDAM sGRAVeMHAGC eenice veRrecenwooRDiGeRS in g>(v>gS5v^S-5<$XS>!»><5 ffiRAND6Vl'NS DE CHAMPAGNE ? ;; * Epèrnay. Co'jtfce&ion'riaires} ? Sauter &!PoHsfMatastricht. het Ambtsgewaad der Predikanten.?M.C. Stolk, Wat n vrouw vermag, Het Leven van Susan Banhdny. Frans Erens,' Over Ronsard. Dr. J. de Jong, Een Hollandsche Opera. Frans Vink, Prof. Dr. Hugo Riemann en de Toonkunstpraktijk. Frans Netscher, Dramatisch Overzicht I. J. R. van Stuwe Hzn, Nieuwere Engelsche Dich ters II (John Masefield). Hein Boeken, Sterven (In memoriam Matris) W. Kloos, Literaire Kroniek. Chr. Nuys, Buitenl. Staatk Kroniek. De beweging, Maart 1914: Albert Verwey, Gedachtenis, aan Mevrouw A. W. L. Versluys-Poelman. H. P. Berlage Nz., Steden bouw I. P. N. van Eyck, Epiloog. C. Carelsen, Bouwkunst en Tuinkunst. Albert Verwey, Een gedicht van Wordsworth (vert.) P. N. van Eyck, Ruchiouk Hanem, Avondmijmering over Gustave Flaubert. W. L. Penning Jr., Na Veertig Jaar Herzien. Albert Verwey, Ridder Gluck van E. T. A- Hoffmann met naschrift. . G. Burger, Polit. feiten en richtingen. Albert Verwey, Boeken, Menschen en Stroomingen. A. V., Boekbeoordeelingen. De Hollandsche Revue, No. 2: Frontespiece: Miek Janssen, (naar een portretteekening van Jan Toorop. Van deze jeugdige dich teres zal dit najaar de eerste bundel verzen verschijnen.) Wereldgeschiedenis. Woning bouw en Volksgezondheid. Schoonheid s Geboorte. De Walvischvangst voorheen en thans. Van een beroemde Technische Hoogeschool gevestigd in een merkwaardig Koningsslot. Karakterschets: Mevr. W. Drucker. Ons Tijdschrift, No. 2: P. Minderaa, Zang en Spel. G. Schrijver, Het Woord. Willem de Mérode, Verzen. E. M. F. men dien menschen daarmee plotseling een spiegel voorhield, waarin zij hun eigen beeld maar wat voor een beeld! vór zich zagen ! De verontwaardiging jegens den man, die de oorzaak was van dit alles, was dan ook algemeen. Allereerst schudden zijn bloedelooze soortgenooten hem van zich af. Zij trokken een vies gezicht, evenals een dienst bode, die men een werkje wil laten opknap pen, dat haar toch waarlijk al te vies is, en de meergegoeden noemden het schandelijk. Het was dan ook inderdaad een tégore blamage van het zoo liefelijk bedrijf van allemaal. Zulk een optreden ontnam de poëzie aan hun zoete spelletje, en bij de anderen schrijnde de zaak te zeer op wonden en wondjes, hun op dergelijke, zij het iets waardiger wijze veroorzaakt, zoodat het hun j te moede was, alsof iemand plotseling hun ! salonkast had geopend, en hun daaruit een j walgelijke stank tegemoet sloeg. En zoo j vatte ieder de zaak op als een persoonlijke i beleediging. Iedereen zag er onaangename ' toespelingen in op zichzelf en gevoelde zich er door in een scheeve positie gebracht, en dus keerde de woede van allen zich tegen dien nen. Zij traden tegen hem op met een kwaad aardigheid, welke voor den Haag werkelijk ongewoon was. Zij sloten hunne gezelschap pen en hunne clubs voor hem, maakten hem tot voorwerp van openlijken spot en hoon, en trachtten hem onmogelijk te maken op een wijze, welke toch werkelijk niet comme il faut was. Doch onder deze vervolgingen kwam de kwallen-natuur van den man eerst recht goed aan den dag. Zij deerde hem niet, die ver achting, en waarom zou zij het ook. Achting was iets dat hem koud liet, was hoogstens een fictie, goed voor menschen die van jongs-af geld hebben gehad, doch hij had haar nooit ondervonden, en miste dus niets aan haar, het bevreemdde hem alleen dat Kleyn, 't Avondje bij zijn vrienden." Jhr. Dr. C. G. G. Sandberg, Indië verloren, rampspoed geboren. C. Gerritsen, Sociale Kroniek. **, Terugblik. De Vrouw en Haar Huis, No. 11: N. S., Lente. J. F. Hoogesteger, Vrienden van den Handarbeid. Elis M. Rogge, De vrouw en het grootbedrijf. R. G. S. L. Westra van Holthe, Kleine Jan. W. Drucker, Mevr. A. W. L. Versluijs-Poelman. Mar griet, Van vrienden buiten voor buitenvrienden. Geertruida Carelsen, De vrouw en de tuinbouw. G. te Winkel, Van huis. Tien dagen in Londen. L. W. v. d. MeulenNulle, Vingerkomkleedje van Cluny kant. Kinderkleeding. Elck wat wils. De levende Natuur, Afl. 20: E. Heimans, De dood in het aquarium. M. Pinkhof, Huisspinnen. Leon A. Springer, Een kijkje in een deel van de vulkanische Eifel. D. L. Uytenboogaart, De Smaragdhagedis. H. A. Kuyper, Varia uit Deli. Onze Kunst, No.2: N.Beets, De Tentoonstel ling van Noord-Nederlandsche Schilder- en Beeldhouwkunst voor 1575 (Utrecht 3 Sep tember 3 October 1913) I. (De meester der Virgo inter Virgines; Geertgen tot St. Jans; de Leidsche School). Kunstberichten. Nieuwe Banen, No. 2 : Dr. A. H. de Hartog, De Vleeschwording des Woords. Dr. A. H. de Hartog, De Vrijheid des Menschen in verband met het Werelddeel. Den Gulden Winckel, No. 2: Franz de Backer, Emile Verhaeren. P. L. van Eek Jr., Uit de oude doos. Dr. H. W. Ph. E. v. d. Bergh v Eysinga, Boekenschouw : Dr. H. v. Loon en J. H. Frangois. In memoriam Ledegouwer door Paul de Keyser. Papierfabricatie. men haar hem ontzegde. Was geld dan niet meer voldoende om gezien en geëerd te worden? Hij begreep dat niet. Wat had men toch tegen zijn fortuin ? Hij had er toch immers niet voor gewerkt, doch haar op een fatsoenlijke manier verkregen, door het hu welijk, evenals zoo vele anderen. En had men iets tegen zijn vrouw en tegen zijn heele huwelijk. Dat was toch dwaas, want hij drong haar toch immers niet op, doch liet haar thuis, zoodat niemand aan haar bestaan werd herinnerd. En bovendien, hij had nog wel andere dingen zien gebeuren, al was het dan meer in het geheim. Met zijn stumperigen geest besefte hij niet eens, dat men hem allén slechts kwalijk nam, dat hij dat niet k had gedaan, doch zich in het openbaar had vergooid. Hij liet zich dan ook niet uit het veld slaan, doch vertoonde zich overal, overtuigd dat men hem ns toch wel recht zou doen. Maar hij had niet gerekend op de geesten welke hij had doen wakker worden. Want die oude tante liet zich niet opsluiten, sedert hij haar het kindsche hoofd op hol had ge maakt. Zij begreep slechts n ding: dat zij nu zijn vrouw was, en dat zij bij hem hoorde, en dat ne liet zij zich niet ont nemen, en zoo zag men jaren lang het weer zinwekkende tafreel van den jongen echt genoot, krachtigen, nu opfleurenden man, die zich overal vertoonde waar maar voor geld of voor niets toegang was te verkrijgen, op den voet gevolgd door de mummelende, gebogen bes, die zijne vrouw was; zij droeg de zwarte zijde, in welke zij oud geworden was, en hare beverige vingers hielden de reticule en de parapluie, welke zij, na ze twintig jaar van haar ouderdom gedragen te hebben, niet meer kon missen. Hij veinsde haar niet te zien, doch zij volgde hem als zijn schaduw. Altijd was zij gereed, steeds op haar hoede om met hem mee te gaan, als een duivelsch geschenk! van al deze fat soenlijke lieden die h&m den rug toekeerden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl