Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
29 Maart '14, ~ No. 1918
instellingen, die hetzij over nog grooter
eigen kapitaal, hetzij over meer deposito's
beschikken, zooals bijv. SociétéGénérale in
'Frankrijk met 625 millioen francs aandeelen
of Lloyo's Bank in Engeland met 100,000,000
deposito's, maar wat 't totaal van aandeelen
en -deposito's tezamen betreft, blijven deze
beide groote lichamen beneden dat van de
Deutsche Bank.
Van nog meer belang wordt het cijfer van
het aandeelen-kapitaal, wanneer men het hier
boven genoemd bedrag van 250 millioen Rm.
naar de effectieve waarde berekent, want
daar de tegenwoordige koers der aandeelen
van de Deutsche Bank meer dan 250 pet. i?,
vertegenwoordigt de 250 millioen nominaal
niet minder dan een reëele waarde van 625
millioen.
Het voorbeeld werkt aanstekelijk: de Dis
conto Gesellschaft, eveneens een der Duitsche
groot-banken, met een kapitaal van 200 mil
lioen Rm., gaat dit tot 225 miliipen vergrooten,
hetgeen tot den tegenwoordige n koers van
ruim 195 pCt. een werkelijke waarde van
ongeveer 440 millioen beteekent, de Dresdner
Bank bjijft haar standpunt als no. 3 met
200 millioen .Rm. aandeelen, d. i. tot den
koers van ruim 155 pCt. 310 millioen Rm.
effectief, behouden, maar zal vermoedelijk
bij dezen wedstrijd niet achterblijven en
eveneens den tijd gekomen achten, om tot
vergrooting van haar kapitaal over te gaan.
De benaderde netto-winst en het dividend
van het genoemd drietal over 1913 zijn :
Deutsche Bank Rm.35000.000 121/2pCt.
Disconto Gesellschaft 25.750.000 10
Dresdner Bank 26.250.000 8Vs
Bovendien zijn in Duitschland nog een aan
tal groote bank-instellingen met respectabele
kapitalen, als de:
Reichsbank met 180 millioen
Darmstadter Bank 160
A.Schaaffhausen'scherBankv. 145
Ailg Deutsche Credit- Anstalt 110
Berliner Handelsgesellschaft 110
Barmer Bankverein 100
Nat. Bank für Deutschland 90
Commerz- & Disconto-Bank 85
De buitengewone ontwikkeling van deze
bank-instellingen staat in nauw verband met
den algemeenen economischen opbloei van
Duitschland, welke echter ook hare schaduw
zijde heeft.
De groote instellingen, waarvan de banken
in de provincie in menig opzicht afhankelijk
zijn en waarvan de niet te verzadigen begeerte
om zaken te doen voor de particuliere ban
kiers de kansen om terrein te winnen meer
en meer vermindert, beheerschen tegenwoor
dig op bijna absolute wijze het geheele
economische leven.
In geen land kan men feitelijk met zooveel
recht van het bestaan van een of meer
geldtrust's in den vorm van groote banken spreken
als in Duitschland.
De kleinere industrie is van haar totaal
afhankelijk en de groote industrieele- en
andere maatschappijen zijn bij de belangen
van deze enorme geld-instituten doorgaans
in belangrijke mate betrokken, evenals de
belangen van deze laatste in nauw verband
? staan met de groote industrieele onder
nemingen.
Welke kracht deze op hare beurt vertegen
woordigen, blijkt alweder uit de enorme
kapitalen, waarover zij in hare zaken be
schikken, als bijv.:
Friednch Krupp metRm. ISOmill.
Qelsenkirchener Bergwerk 180
Hamburg?Amerika Linie 180
Deutsch?Luxemb. Bergwerk 130
Norddeutscher Lloyd 125
Deuisch-Uebers. Electr. Ges. 120
Phönix 106
Berliner Strassenhahn 100
Dit zijn krachtig genoeg gevestigde onder
nemingen, die niet bepaald finaniieel afhan
kelijk zijn van de banken, maar in plaats
van die onafhankelijkheid treedt dan de ge
meenschap van belangen en het gevolg
hiervan is, dat het economisch leven van
Duitschland ten slotte eigenlijk volkomen
wordt beheerscht door slechts een paar
honderd personen, die de draden in handen
hebben, waaraan volgens hunne voorschriften
moet worden getrokken, om alles te doen
loopen, zooals zij het verlangen.
In dit opzicht geeft Duitschland zijn con
current Amerika dus niets toe, maar terwijl
het daar niet meer wordt geduld, althans
bestreden, heeft het in Duitschland vrij spel
en tiert er welig.
De hechte band tusschen bankwezen en
industrie, de heerschappij der syndicaten, is
oorzaak van de snelle uitbreiding van de
productie der nijverheid, die voor den afzet
te meer is aangewezen op de buitenlandsche
markten, naarmate de koopkracht in het
eigen land door het klein houden van de
groote massa zich naar verhouding slechts
langzaam kan ontwikkelen.
Onder de tegenwoordige handelsverdragen
is de uitvoer, dank zij den steun van syn
dicaten en van het spoorwegbeheer van den
staat, door gunstige uitvoertarieven, zoo
enorm toegenomen, dat officieus wordt ver
klaard, dat indien de andere verdragstaten
daarmede tevreden zijn van
regeeringswege in een ongewijzigde bestendiging der
bestaande handelsverdragen zal worden
be. willigd. Daarmede zijn echter agrariërs en de
trust's der groot-industrieelen niet tevreden,
zij willen nog meer en zinspelen reeds op
repressaille-maatregelen voor 't geval de
andere landen niet meegaand genoeg blijken
te zijn.
Vooral in Rusland heeft die politiek kwaad
bloed gezet en misschien zijn daardoor de
geruchten ontstaan van een mogelijken
vijandigen aanval van die zijde, al zijn die ge
ruchten, voorloopig althans, nog zonder
grond.
Want Rusland heeft feitelijk meer reden
om tevreden te zijn over het jongste han
delsverdrag met Duitschland dan de eigen
bondgenoot, Oostenrijk-Hongarije. Immers
van 1906 tot 1912 is Duitschland's uitvoer
naar de monarchie van 717 millioen tot 1030
millioen Rm. gestegen, terwijl omgekeerd
Oostenrijk-Hongarije in die zelfde jaren
slechts op een toename van 20 millioen Rm.
(van 810 millioen tot 830 millioen) kan wijzen.
i Maar door de verschillende gunstige om
standigheden, niet 't minst door de samen
werking van groot-kapitaal en groot-industrie,
heeft de Duitsche nijverheid zich op zoo
enorme wijze ontwikkeld, dat steeds naar
meerderen uitvoeren tegelijkertijd naar zoo
veel mogelijk beperkten invoer wordt ge
streefd.
20/3 '14. v. D. S.
Plan B. Aanleg parallelstraat met nieuwe achtergevels aan de huizen Zuidzijde Leidschestraat en n nieuwe huizenrij parallelstraat.
Het Leidschestraat-vraagstuk
In mijn artikel van de vorige week gaf
ik een kosten- en opbrengstberekening van
plan A, verbreeding Leidschestraat en van
plan B, Parallelstraat direct aansluitend aan
de huizenrij Zuidzijde Leidschestraat.
Een derde plan, C, is het maken van een
Parallelstraat eveneens 12 M. breed, onge
veer 10 M. verder op de Heerengracht dan
plan B, waardoor de Leidschestraat geheel
onberoerd en onbesproken kan blijven.
Voor uitvoering van dit plan evenals
plan B zeer voordeelig voor de stedelijke
finantiën moeten worden onteigend de
huizen Heerengracht 434?440, Keizersgracht
467?485 en 514?28, Kerkstraat 45?61 en
50?66, Prinsengracht 709-721 en 454?472,
Lange Leidschedwarsstraat 13?33 en 76?94,
Korte Leidschedwstraat 69?83 en tevens een
blok huizen op het Leidscheplein (Politie
bureau, CaféModerne) d.w.z. Leidscheplein
11, 13/17, 19/21 en Lijnbaansgracht 247.
Op den door deze onteigening vrijkomenden
grond komt behalve de weg van 12 M. breed
een rij winkelhuizen Noordzijde Parallelstraat
achter de 20 M. diepe Z.Z. Leidschestraat;
en een rij winkelhuizen aan de Zuidzijde
dier nieuwe straat. Tusschen de huizenrijen
van de Z.Z. Leidschestraat en N.Z. Parallel
straat, denk ik me een open ruimte diep 4
meter, als licht- en luchtbron, tevens dienst
doende als achter-uitgang voor het huis
houdelijk en goederenverkeer van de huizen
der beide straten, even als in plan B het
verkeer van de beide straten ontlastend.
De Noordzijde Parallelstraat krijgt een
huizenrij van 11 M. diep, bestemd voor
zaken die geen bizonder groote winkel
ruimte behoeven. De straat wordt 12 M.
breed en de bouwterreinen aan de Zuidzijde
dier Parallelstraat gemiddeld 21 Va M. diep,
waarvan '/4 onbebouwd zou blijven, zoodat
de winkelhuizen gemiddeld 16 M. diep zouden
zijn. Ook hier kunnen de huizen wat dieper
of de straat wat breeder worden.
Het terrein door onteigening verkregen
(behalve het Iseidschepleinblok) is groot
14533 M2.
te verminderen met 300 M. lengte
X 4 M. breedte voor open ruimte
tusschen N.Z. Parallelstraat en Z.Z.
Leidschestraat = 1200 M2.
Parallelstraat 300 M. lang
X 12 M. breed = 3600 M.'*.
Huizenrij Noordzijde
Parallelstr. 300X11 M. = 3300 M2. 8100 M2.
6433 M2.
waarvan % onbebouwd 1608 M2.
blijft 4825 M2.
voor de huizenrij Z.Z. Parallelstraat, die
4825 M': 300 M. lengte, gemiddeld 16 M.
diep zou zijn.
De te onteigenen huizen op Leidscheplein
en Lijnbaansgracht zijn groot pi.m. 1310 M-.
Om de nieuwe rooilijn van dat gedeelte
Leidscheplein te doen aansluiten aan de
zuidelijke rooilijn van de nieuwe straat zou
12 M. diepte van dit terrein bij 34 M lengte
408 M . voor wegaanleg bestemd worden,
zoodat voor nieuwe bebouwing 1310 M:.
408 M-'. 902 M2, overblijft. Daar dit terrein
aan een groot plein liggend, zeer geschikt
zou zijn voor n groot winkelgebouw en
dat gebouw dus gevels aan drie zijden zou
krijgen, acht ik een onbebouwd laten van
100 M2, voldoende.
Wij behouden dus 802 M2, om te bebouwen
en kunnen daarop een gebouw zetten van
34 M. lang, 24 M. diep en 21 M. hoog.
De kosten en opbrengstberekening van
dit plan is aldus :
Onteigening huizen fl 2.331.000
Wegaanleg gang tusschen Z.Z.
Leidschestraat en N.Z. Parallel
straat 300 X 4 M. = 1200 M2.
Nieuwe straat
300 X 12 M. 3600 M2.
Leidscheplein
34 X 12 M. = 408 M~.
a fl. 12 M2. 5208 M2. 62.496
Bouwkosten,brugpleinen(e ven
eens productief te maken) 435.000
Bouwkosten rij huizen N.Z.
Parallelstraat lang 300 M. X' diep
11 M. X berekeningshoogte 18 M.
(huizenhoogle 12 M. + dak en
kelder) X ? 16 M:' 950.400
Bouwkosten zuidzijde Parallel
straat lang 300 M. x diep 16 M.
X hoog 18 M. X ? 16 M3: . . 1.382.400
Bouwkosten blok Leidscheplein
lang 34 M. X diep 24 M. X hoog
26Vs M. (werkelijke hoogte 21 M.
+ dak en kelder) X /l6 M'1. 344.288
fl 5.505.584
Renteverlies gedurende den
bouw a 4k> pCt. _?247.751
Totale kosten fl 5.753.335
welk Uedrag tegen 4V5 pCt. een jaarlijksche
rentesom van fl 258.900 eischt en vermeerderd
met de jaarlijksche onkosten als bij plan B
a fl 10.000, een jaarlijksche totaal uitgave
van fl 268.900 vordert.
De huurwaarde van de huizen aan de
nieuwe Parallelstraat schat ik per jaar
op gemiddeld fl 550 per strekkende meter
= 2 X 300 X fl 550 = fl 330.000
Huurwaarde blok Leidscheplein 45.000
Totale huurwaarde fl 375.000
Dit plan zou dus de stadskas jaarlijks
een winst opleveren van pi.m. fl 106.000
Ik ben nu genaderd tot het opmaken van
de balans der verschillende plannen.
Plan A, verbreeding Leidschestraat, geeft
een oplossing van het verkeersvraagstuk, kost
de gemeente niets en is uit dien hoofde dus
acceptabel.
Het heft het halfslachtige karakter van
het Koningsplein op, dat thans half straat,
half plein is. Het Koningsplein wordt het
begin van een boulevard, die in de Leidsche
straat op ongeveer gelijke breedte vervolgd
wordt, op het Leidscheplein uitmondt, en
dus vrij harmonisch de Singélbrug met het
Leidscheplein verbindt.
Het verschaft geen meerdere winkelruimte
en zal voor geruimen tijd, waarschijnlijk
eenige jaren, het verkeer in de Leidschestraat
zeer bemoeielijken, misschien wel ten deele
onmogelijk maken, de belangen van de daar
wonende winkeliers in hooge mate schaden,
en voor velen een catastrofe tengevolge
hebben. Een toestand die alleen bij vol
strekte onvermijdelijkheid toelaatbaar is. En
die onvermijdelijkheid bestaat geenszins.
Daarenboven schept het den niet
onbedenkelijken toestand, dat de huizenrij aan
de Z.Z. Leidschestraat 21 M. + dak hoog
wordt, een bouwwijze waaraan de gemeente
niet ontkomt, want zij kan, op straffe van
mindere opbrengst, evenmin als een andere
bouwer in die straat van 22 M. breedte
lagere huizen bouwen.
En aan de overzijde der straat blijven dan
die kleine bouwdooshuisjes staan, een situatie
die me uit verschillende steden als bizonder
onsmakelijk, verwarrend en onevenwichtig
is bijgebleven.
Het ware natuurlijk mogelijk dit aesthetisch
bezwaar op te heffen, door ook de Noordzijde
van de Leidschestraat te onteigenen, af te
breken en te herbouwen in overeenstemming
met de Zuidzijde dier straat, maar dan zou
den de bezwaren hierboven ontvouwd zich
in dubbele mate opdoen en de Leidsche
straat 4 jaren vrijwel onbegaanbaar zijn.
Dit moeten we, ik zou haast zeggen
unamiem, naar het rijk der onmogelijkheden
verwijzen.
Plan B verschaft m.i. de juiste oplossing.
Deze Parallelstraat zal vlak naast de Leidsche
straat liggen. Het publiek zal langs de korte
zij-.straten en brugpleintjes de eene straat
uit, de andere inwandelen.
Er ontstaat dus een direct en inliem ver
keer tusschen beide vlak bij elkaar liggende
straten, onderverdeeld in kleine bouwblok
ken, zoodat bij behoorlijke verlichting
Amsterdam zijn Corso krijgt.
De brugpleinen bieden gelegenheid tot tal
van aardige en practische oplossingen voor
bebouwing of versiering.
Dit plan biedt den handeldrijvenden 6
700 strekkende meter gevellengte eerste
klasse winkelstand, laat den Leidschestraat
winkeliers rustig waar ze zijn en verschaft
hun tegen een geringe vergoeding de gele
genheid tot het verkrijgen van uitstalkasten
aan beide straten.
Het verkeersvraagstuk wordt opgelost zon
der dat het de gemeentekas een penning kost,
integendeel haar een niet onbelangrijke bate
oplevert en zonder dat het publiek, het ver
keer in het algemeen, het verkeer in de
Leidschestraat en hare bewoners in het
bizonder, eenige last of schade veroorzaakt
wordt.
En het project geeft een knappen architect
gelegenheid het vraagstuk op te lossen een
winkelstraat te bouwen, waarvoor Selfridge
noch Tietz tot voorbeeld behoeven te strekken.
De voordeelen van Plan C zijn dezelfde
als van plan B, maar alles ligt wat verder
af. De verbinding tusschen beide straten
wordt minder intiem en minder direct, de
brugpleinen worden misschien wat erg lang,
de inloop van het Koningsplein wat ver
op de gracht en de vorm van het brugplein
op de rieerengracht wat bizar.
Daarentegen wordt de verkeersquaestie
evenals bij plan B volkomen opgelost, de
beschikbare winkelruimte nog grooter en
wordt door deze straat de lijn en richting
aangegeven naar een verbinding met de
Hobbemastraat door een brug over de
Stadhouderskade bij de gevangenis, waar
door het verk<-er naar het
Willemsparkkwartier door een kortere verbinding zou worden
gebaat en de Leidschestraat ten deele daar
van ontlast.
En nu nog een woord over het nieuwe
beginsel van de gemeente als exploitante
van winkels.
Ik acht deze kant van het vraagstuk te
Deze afwijking wist hij te paralyseerendoor
atropine-injecties.
In twee-en-vijftig gevallen was een injectie
met n milligram atropine voldoende om
de patiënten weer op de been te helpen en
zij vielen niet weer tot hun vorig jammer
terug, hoewel de zee zeer onstuimig was.
Voor gebruik op zee beveelt, in plaats van
injecties, dr. Fischer atropine-pillen aan, die
dezelfde uitwerking moeten hebben.
M. C.
MIIMMIIMMIItltMIMMIllllMllllllllmlIMMMIMIIIIIIItlmlIllllllltlllllllmlII
goed om haar, bedolven onder de groote
voordeelen, als het paard van Troje of
(dichterbij naar tijdruimte en ligging) als
het turfschip van Breda, binnen te smok
kelen.
Het stadsbestuur kan hier met vrucht en
voordeel verder gaan op een weg, die het
sedert lang betreden heeft, ten aanzien van
inrichtingen voorden groothandel en scheep
vaart pakhuizen, dokken, kaden van
verlichting en transportmiddelen en zooals
in verkapten vorm reeds bestaat, rentelooze
voorschotten, en straks op meer directe
wijze zal moeten worden geadopteerd, voor
het bouwen van woningen. En hier geldt
het nuizen, wier opbrengst de stadskas op
directe wijze zal stijven en een aequivalent
vormen, voor groote uitgaven, die anders
improductief zouden zijn.
Wij herinneren ons nog allen den tijd
toen Treub en Gerritsen het beginsel van
gemeentebedrijven introduceerden en tot
uitvoering brachten.
Hoe schoorvoetend ging men er toe over.
De tegenstanders van toen zijn thans best
tevreden met die gemeentebemoeingen, die
het belastingcijfer misschien op de helft
houden van wat het geweest ware, hadden
wij die gemeentebedrijven niet.
Welnu, gijzelfde behoudende, voor nieuwe
gemeentebemoeiingen terugdeinzende ele
menten, pakt met beide handen mijn voor
stellen aan. Doet ge het niet om der wille
van de beginselen, daarin neergelegd, doet
het dan ter beveiliging van uw portemonnaie.
Door het uitvoeren van een der plannen
B of C, baat ge den handeldrijvenden en
wordt het verkeersvraagstuk opgelost, zonder
dat ge die onafwendbare verbeteringen terug
zult vinden in een verhooging van het per
centage op uw inkomsten-belastingbiljet.
En nu zult ge vragen hoe die winkels dan
wel verhuurd zullen worden en of daar geen
risico bij is.
Voorop zij gesteld, dat er, wat betreft
eerste klasse stand, in Amsterdam
winkelnood is.
Het gemeentebestuur stelt op een zeker
tijdstip, natuurlijk vór den bouw, den ver
huur open voor de te bouwen winkelhuizen,
op behoorlijke plattegronden en door flinke,
niet te kleine maquettes aangegeven en dan
zult ge de handelaren zien toestroomen, die
allen zoo graag hun zaken willen vestigen
in een straat, die de directe verbinding vormt
tusschen Koningsplein en Leidscheplein.
En vooral geen halve maatregelen, die
zouden kunnen worden voorgesteld, door
gedeeltelijke uitvoering een dezer plannen,
n.l., door niet zelf te bouwen maar den
grond in erfpacht uit te geven.
Daardoor gaan de voordeelen voor de
stad ten deele verloren.
Niemand zal bouwen zonder kans op
winst. En de, winst die anderen in dit
geval behalen, verkeert noodzakelijkerwijze
in verlies voor de stad, zoodat bij eigen
exploitatie door de gemeente het verkeers
vraagstuk met winst voor de stad wordt
opgelost, in geldelijken en aesthetischen zin
en bij uitgifte in erfpacht de onafwendbare
oplossing van dit vraagstuk de stad en dus
den belastingbetalers een belangrijke som
zal kosten.
Resumeerend, zeg ik, voert een dezer
plannen uit, maar bij voorkeur plan B, dat,
naar ik hoop te hebben aangetoond, in ieder
opzicht de grootste voordeelen biedt.
J. DE LEEUW
* * *
Puzzle
De volgende week verschijnt de oplossing
van de Boomen-puzzle, die reeds een groot
getal oplossers vond. Oplossingen kunnen
lot en met 31 Maart nog ingezonden wor
den aan:
M. J.
p a Red. Weekblad De Amsterdammer,
Keizersgracht 333
* * *
Nieuw middel tegen zeeziekte
Niemand valt men zoo lastig met probaat
gebleken huismiddeltjes, als de ongelukkige,
die met een behoorlijke kans op zeeziekte
een tocht over de ongewisse baren gaat
ondernemen. Geen leefregel, of geen prepa
raat, die niet als heilzaam werden aanbe
volen; een geheel leeggepompte en een
overvloedig gevulde maag moeten beide
verkieslijk zijn, en vooral sommige elixers
en andere krachtige spiritualiën zijn ;steeds
geroemd om hun bedarende werking. Doch
tot nog toe werd de menschheid nog niet van
de snoode en onelegante zeeziekte verlost.
Dr. Joseph Fischer, de Nauheimsche spe
cialist, noemt zich thans uitvinder van het
werkelijk'1 eenig en afdoend" middel tegen
zeeziekte. Op zijn laatste reis naar Amerika
bestudeerde hij een groot aantal zeezieken
en kwam tot de conclusie dat-de eenige
oorzaak van het onaangename verschijnsel
was: een zenuwafwijking. Nervus vagus!"
Plan C. "Aanleg nieuwe parallelstraat, wat v'erdtr op de- Heerengracht 'met nieuwe huizenrij aas beide zijden der straat.
Damspel
NIHtllllHIMIHI
lle Jaargang 29 Maart 1914
Redacteur: J. DE HAAS
Graaf Florisstraat 15S, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
ONZE CURSUS
Typeslagen
Tot nu toe behandelden wij in den hek
stand" slagen, waarbij wit zijn partner in
dien stand nam. Nu volgen de slagen waarbij
zwart zijn partner in den hekstand neemt.
Het is n.l. zeer leerzaam de gevolgen van
dezen stand in beide kleuren te leeren kennen.
Wij zetten de schijven maar weer in den
aanvangsstand en spelen als volgt;
Wit Zwart
1. 34-29 20-25
Vroeger speelde men steeds 20-25 als
antwoord op 34-29 met het doel wit in den
hekstand te nemen.
2. 31-26
De beste voortzetting is hier 40-34, 45-40
en 50-45 om daarna op het midden aan te
vallen met 32-28.
2. 14-20
3. 39-34 19-24
Zwart neemt hier den hekstand in.
4. 32-27
De stukken worden wel wat verspreid.
Sterker is 44-39, 50-44.
4. 17-21
De voorkeur verdient hier 10-14. Zooals
zwart nu speelt ruilt hij de voor wit nadeelige
schijven af.
5. 26:17 12:32
6. 38:27
Sterker is naar het midden slaan met 37:28.
6. 9-14
Sterker is 10-14.
7. 42-38 11-17?
(Stand na den 7den zet van zwart)
ZWART
1
6
11
16
21
26
31
36
41
46'
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
WIT
Zwart loopt in een eenvoudig valletje.
7-12 was de aangewezen zet.
8. 35-30 24:35
9. 29-24 20-24
10. 34:21
De slag is allereenvoudigst, doch het is
er een waarop men steeds in den hekstand
dient te letten. Er ligt iets verrassends in
dat offeren van schijf 35 gevolgd door 29-24.
Onderstaande stand is er een van wijlen
den heer E. van Vught, een der sterkste
dammers der oude garde, die vooral op
het gebied der eindspelen heel wat moois
componeerde.
Een van die mooie stukjes volgt hier.
ZWART
1
G
11
10
21
O ',
31
41
4f>
1 "" ' , ' ' ' ' ' &|
,w| " J
1 ' -' W
-j ,- ~: */J
, - *
?i"- - *-./? ,,/
'
"T' i
, ? 'i/
' '_'>"'_
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
WIT
Zwart 2 schijven op 5 en 16 en een
dam op 37.
Wit 5 schijven op 9, 19, 20, 27, 29.
Zwart is met zijn dam achter schijf 19
geloopen, geen gevaar vermoedend. Wit wint
echter op de volgende fraaie manier.
Wit Zwart
1. 19-14 37:10
2. 9-4! 10-15
-Gedwongen; -want plaatst zwart "dendam~
op een der vakken van de lange lijn dan
vervolgt wit met 20-14 en wint.
3. 29-24 5-10
Zwart heeft geen anderen zet.
4. 4-9!
De fraaiste zet in dit eindspel.
4. 10-14
Gedwongen.
5. 9-3 14:25
6. 3-26
Hoe fraai is de spelgang van wit.
6. 15-21
7. 26:8
Gewonnen, daar geen der beide schijven
gespeeld kunnen voorden. Offert zwart de
eene schijf, dan wordt de andere toch van
dam gehouden.
Goede oplossingen van het probleem inge
zonden door: J. v. d. Berg te Oud-Beierland;
H. R. O. Schlüter te Den Haag; D. v.
Nieuwkerk te Rotterdam; Lucas Smid te Amsterdam;
J.'Oskam te Utrecht. ,' !
CORRESPONDENTIE
J. O. te U. Gij zijt nog al vindingrijk. Tracht
nu eens op te lossen wat zwart gespeeld
heeft. Onze opgaaf is juist.
M. v. L. te R. Over de notatie kunnen wii
tharfs cee^i artikelen meer otmernes. ?