Historisch Archief 1877-1940
29 Maart '14. - No. 1918
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
GASTON CALMETTE,
de door mevrouw Caillaux vermoorde
directeur van de Figaro
"ttlllNIHIIIIIIIIIIIimillllllllimillHllimillllimmiHIimmilllllimilllllll
Muziek in de Hoofdstad
Kleine Kroniek
Mevr. Charles Cahier heeft op willen treden
in een achttiende-eeuwsch costuum, delicaat
van rose en groen onder de witte pruik.
Waarom? Zij is eene theatervrouw en mis
schien tégewend aan doublures van zich
zelf? Of nam zij ook nota van de neigingen
naar de achttiende-eeuwsche cultuur, het
aardige, zachte leven, het vriendelijke auto
matisme, waarachter men geene ziel veinst ?
Ik zal niet nagaan, hoe het alom opduikt,
bij Pleyel.die zijne piano's en vleugels begint te
laten schilderen naar Louis XV of XVI patronen
en hunne onwezenlijke, gesimuleerde kleuren,
bij de Amerikaansche melodieën van een
cake-walk of one-step, waarvan elk thema
geschikt is voor de rythmiek en geestessfeer
eener klassieke en sacrale fuga, bij ons in de
Effectenbeurs, de Bijenkorf, etc. etc., hoe wij
onmerkbaar leven in de renaissance van een
tijdperk, dat men gedurende onze demo
cratische eeuw, haar verticale tegenvoeter,
niet zou verwachten.
Het geval wordt evenwel moeilijker,wanneer
men moet kiezen tusschen eene Ackté, de
pantersche met diabolieke hypnose, de
nieuwepétroleuse,en de stille,imposante
markiezin, schemerende vrouw, wier pijpkrullen
schijnen te bedoelen, dat zij niemand deert.
Eene Acktéis onaannemelijk en de manier
?jiimmiiiiimiHlllmiiMimmMmilimiiimmimhtn fviiniimiiniiiiiii
FNKTHAPPFIUKF VARIA
XCIX
De groote photographische sterrenkaart
II
Toen ik de vorige maal beschreven heb
welke regeling men op de Parijsche con
gressen getroffen had om het ondernomen
werk niet tot een lappendeken te maken
maar zooveel mogelijk tot een werkelijk
geheel, en de voorzorgsmaatregelen, die
voorgeschreven werden om mogelijke
plaatveranderingen te ontdekken, die zich tijdens
het ontwikkelen, enz. der platen konden
voordoen heb ik reeds vermeld hoe het lijnen
rooster van vierkantjes dat hiervoor dienst
moet doen, ook behouden is nadat bleek dat
de plaat practisch onveranderd bleef tijdens
de bewerkingen, omdat het uitmeten der
platen voor de plaatsbepaling der sterren veel
gemakkelijker ging wanneer men de plaats
der ster bepaalt ten opzichte van de zijde
van het kleine vierkantje waarin zij ligt. In
fig. l heb ik nu, vergroot, geteekend n vier
kantje A B C D waarin n ster gevonden
wordt waarvan op de reeds beschreven wijze
drie opnamen gemaakt zijn op dezelfde plaat,
telkens den kijker iets verdraaiend zoodat
de drie beeldjes een driehoekje vormen.
Wil men nu de ligging dezer ster op de
plaat aangeven dan meet men eerst de af
stand tusschen de zijde A C en een der
beeldjes (E) en onmiddellijk daarna de af
stand van het beeldje E tot de andere zijde
B D. Is de meting zonder fout gebeurd, dan
heeft men een controle in deze twee gevon
den getallen, die samen juist de heele breedte
van het ruitje moeten zijn. Voor het gemak
kelijker aanduiden der afstanden die gemeten
worden heb ik getallen bij de lijntjes gezet;
nu heb ik dus reeds besproken lijntje l en 2.
Daarna meet men de lijntjes 3 en 4. Deze
lijntjes worden alle gemeten als tiendeelige
fracties van de zijde van het vierkantje.
Als eenheden dezer verkregen breuk plaatst
men het aantal vierkantjes dat ligt tusschen
het ruitje A B C D en de randen der photo
graphische plaat. Vinden wij voor l en
2 : 0.479 en 0.521 en voor 3 en 4 : 0.391
en 0.609 en ligt het gemeten vierkantje op
de plaat zooals fig. 2 aangeeft, dan vinden
we links van het vierkantje 12 ruitjes en
erboven 8, dus dan worden de vier maten
die de plaats van E aangeven 12.479 en
13.521 voor de horizontale maten en 8.391
en 17.609 voor de verticale maten. Wil men
nu groote securiteit hebben dat er werkelijk
geen vergissingen bij het meten zijn begaan,
dan wordt de geheele plaat omgedraaid (niet
achterstevoren) zoodat B D links komt en
C D boven: en daarna meet men alle vier
de bedoelde lijntjes nog eens! Heeft men
geen vergissingen gemaakt dan moeten
natuurlijk het nieuwe stel van vier maten
precies overeenstemmen met het eerste
stel van vier maten. Voor elke ster zijn
dus minstens acht metingen noodig. Wil
men nog grooter zekerheid hebben dat
vergissingen uitgesloten zijn, dan kan men
al deze acht metingen herhalen voor elk der
drie beeldjes van dezelfde ster, dus hier ook
van Cahier, ware zij haar gelukt, zou men
verwerpen als eene noodelooze reactie. Maar
lukte zij? ledere intonatie was immers in
tegenspraak met de koele plooien van haar
kleed? School achter elke stembuiging niet
het fauneske, het natureete en levenswar,e,
dat een enkele meester van dezen tijd en
sommige grdote uitvoerenden schijnen te
spreken ? Ziehier een voorbeeld hoe ook bij
dezen de vorm ongelijk kan zijn aan den
inhoud. Dat mevr. Cahier het Mahlersche
accent, 't dragen der ziel in stem en pogen,
't eenige wat men tegenwoordig niet be
oefent, 't eenige wat ook de verschijnselen
van dezen tijd schoon kan maken en louteren,
dempte voor die medische gedaanteverwisse
ling wekte me een bedaarde ergernis. Dat
de liederen, welke zij zong, op geen enkel
initiatief wezen, maar op eene zeer gang
bare persoonlijkheid, ook al. Dat van zulk
eene uitnemende kunstenares het moderne
lied blijkbaar niets te verwachten heeft, het
meest. Wat bleef er dan over ? Haar alt,
die klinken kan als een Guarnerius, hare
diepe nuances, welke aandoenlijk zijn als
verstorven kleuren, en het geradene, hare
sereene passie, welke zij in volle en sterke
muziek had mogen instorten. Want behalve
Mandoline' van Debussy, en wellicht J'ai
perdu celle" van zekeren Henry III, was niets
de moeite waard om gezongen of gehoord
te worden.
Solisten zijn over 't algemeen rampzalige
menschen.- Zij bezitten niet het minste
vrijheidsbesef en bukken voor elk gebruik,
zij schijnen bovendien automatisch veroor
deeld te zijn om alle instinctieve vermogens
te verliezen gelijk een onthersende hond.
Allen zingen en spelen voortreffelijk en allen
ruiken naar den romantieken lavendel der
voorbije muziek, bijna geen enkel heeft het
vaste bewustzijn van eene droom te zoeken
of eene schoonheid te verheerlijken, bijna
geen enkel heeft de opperste genade en ont
roering van het innerlijke geluk. Wat is toch
het systeem dat dien sens privékweekt, door
Pascal aangeduid, welke ons sluit voor de
muzikale genade?
Verwonder u niet, dat men zucht onder
den monotonen klank van al de rijen
solisten. Zij zingen misschien, de mystieke
atonen, het psychisch nihilisme van dezen
tijd en gij begroet ze allen met drievoudig
applaus! Voor Alexander Siloti, den
Duitschen gentleman zonder waardigheid, haast
eene caba-ret-figuur, de hypocriete moder
nist, die Tschaikowsky's pianoconcert speelt,
volgens de waardeering der klassicisten,
d. i. als oppervlakkige, onbelangrijke mu
ziek! Voor Stefi Jung-Geyer, de
Raphaëlitische vioolspelende engel, die me
geamuseerd heeft met hare virtuoze onbe
weeglijkheid. Voor Heinrich Fiedler, die den
strijkstok gracieus hanteert als een fleuret
doch de goddelijkste muziek van Mozart
uitstrooit als een haastig confetti. Voor
Michel de Sicard, den nieuwen internatio
nalist aan ons Hollandsch conservatorium,
die ontelbare noten valsch gespeeld heeft,
en hoe karakterloos! Voor Felix
Berber-Credner, die Beethovens vioolconcert
omwerkte tot de langzaamste en slaperigste
voor F en G n.l. voor F : 5, 6, 7 en 8, en
voor O 9, 10, 11 en 12. Bij iedere ster de
plaat omdraaiend krijgt men dus een maxi
mum van 24 getallen .voor plaatsbepaling
va'n een ster. Niet alle sterrewachten hebben
dit monnikkenwerk verricht; men heeft dik
wijls volstaan met alle acht metingen voor
n der beeldjes. Maar dit is het minimum
van het te verrichten werk ! Vindt men mis
schien het doorlezen van deze meet-methode
reeds vervelend en saai, dan moet men in
't oog houden dat het aantal der te meten
sterretjes zeer aanzienlijk is. Als de korte
belichtingstijd voor de plaat gekozen is, dus
als nog maar het kleinste aantal sterren op
de plaat voorkomt, komen er gemiddeld 400
tot 500 sterren op n plaat voor; wanneer
de opname echter toevallig een deel van den
Melkweg bevat kan dit aantal stijgen tot
vijfduizend op een plaat. Elk der achttien
sterrenwachten heeft als haar aandeel in het
werk ongeveer twaalfhonderd platen op te
nemen en uit te meten. Op elke sterrewacht
hebben de waarnemers dus een half
millioen sterren zorgvuldig uit te meten. Wan
neer men nu bij elke ster minstens 8 metin
gen moet verrichten, kan men eenig idee
krijgen van den omvang van het werk. Welk
een stroom, een zondvloed van cijfers, die
allen gecontroleerd en nog eens gecontro
leerd worden bij elke gelegenheid totdat zij
eindelijk in onveranderlijken gedrukten toe
stand den grooten sterrencatalogus zullen vor
men waarin de juiste plaats vermeld is van
niet minder dan een viertal millioenen sterren.
De afdrukken der negatieven zelf vormen in
fraaie en angstvallig precies gecontroleerde
reproducties de kaarten der sterrenatlas, die
niet minder dan een dertig millioen sterren
zal bevatten. Men heeft n.l. niet alle afge
beelde sterren in den catalogus opgenomen,
maar alleen de sterren tot en met de elfde
helderheidsklasse, terwijl op de kaart nog
sterretjes staan tot en met de veertiende
helderheidsklasse. Deze worden weliswaar
niet uitgemeten maar elk dezer dertig mil
lioen sterretjes moet gecontroleerd worden.
Mevrouw CAILLAUX,
fotografie een jaar geleden genomen op
de rennen van Longchamps
muziek maar gaaf, maar doctoraal! Alles
krijgt zijn drievoudig applaus en wanneer
de solist, onverschillig wie, boven in 't loge
deurtje wil verdwijnen, is er altijd wel
iemand onder 't publiek om nog een traag
salvo te beginnen. Behoef ik dan te zeggen
dat ons muziekleven buitengewoon verdraag
zaam is, dat alles zeer plichtmatig zijn gang
gaat, dat de antipyrine der programma's
iedereen welkom schijnt, dat iedereen
gaarne indommeJJ en zelfs Mengelberg van
eenig enthousiasme niets te vreezen heeft?
Deze gaat maar voort en kent rust noch
duur. Hij rent iedere week West-Europa
door en hij alleen weet waarom. Mengelberg
moet op 't oogenblik verblind zijn om niet eens
meer te merken, dat hij meer genie heeft
om een groot kunstenaar dan om een jour
nalistieke beroemdheid te zijn. Willy Ferrero,
het Italiaansche dirigentje van zeven jaar,
is bij den Czaar geroepen en kreeg een
horloge cadeau, hij omhelsde den Czarewitsch
en een grootvorst schonk hem eene
muziekdoos. Wie wenscht die eer en deze geschen
ken? De carrière van Willy Ferrero werpt
een te eigenaardig licht op het streven van
Mengelberg, (die overal vechten moet en
wiens wezen gedeeltelijk maar fundamenteel
eene contradictie is van zijne blinde pogin
gen, wier doelloosheid hij eindelijk moge
inzien-tot heil zijner kunst) te meer daar
het toeval wil, dat de aangegaapte Ferrero
overal optreedt, waar Mengelberg dirigeerde:
te Rome, te Petersburg, te Londen en dan
te Parijs.
Men moet n.l. nagaan of werkelijk elk ster
retje dat op de gevoelige plaat is verschenen
ook aanwezig is op de reproductie, en boven
dien of er op de reproducties geen vlekjes
staan die een ster nabootsen zonder dat er
werkelijk een is! Het doet een mensch goed
dat in een tijd waarin men gewoonlijk zich
beklaagt dat vluchtigheid de plaats inge
nomen heeft van ouderwetsche degelijkheid
nog dergelijke bewijzen gegeven worden
van onuitputtelijk geduld en onnavolgbare
accuratesse.
Een deel van het werk is nog slechts ge
reed; een zeer groot deel wacht nog op
verdere verwerking der gegevens. Wanneer
alles gereed zal zijn, is nog niet te zeggen. Dat
het werk, nl. het uitgeven van den catalogus
en der kaarten, echter millioenen zal kosten,
staat vast. Het aandeel dat de
Oxford-sterrenwacht al gereed heeft gekregen, komt
deze sterrenwacht op ongeveer een kwart
millioen gulden te staan, dus volgens deze
maatstaf zou het geheele werk in uitgave
zes millioen kosten. Maar Oxford heeft zich
tevreden gesteld met het minimum van
securiteit door voor elke ster slechts acht
metingen te verrichten. Wil een der sterren
wachten het maximum van zekerheid ver
krijgen dan zou men drie maal meer metin
gen moeten verrichten, maar dan ook drie
maal meer tijd gebruiken; de kosten zouden
dan allicht verdubbelen of verdriedubbelen.
Wat de eind-prijs zal zijn is dus alleen bij
benadering te schatten. Nog eenige getallen
over deze uitgave: de catalogus zal een ge
wicht van pi.m. 2000 Kg. hebben, terwijl de
ruim 22 000 platen waaruit de atlas bestaat
een gewicht van 3000 Kg. zullen hebben;
voor een particuliere bibliotheek is het beter
het werk liever niet aan te schaffen.
Deze duizelingwekkende cijfers krijgen een
nog geheel andere beteekenis als men nagaat
dat deze sterrenkaart en sterrencatalogus
eigenlijk ten dienste van ons nageslacht ge
nomen wordt, dat, zoo
als wij hopen en onder
stellen, op zijn beurt
B
Ondertusschen krijgen wij de heele serie
Falstaf's, die Richard Strauss de wereld
inzond, want Strauss is de eenige componist
op wien men zich a. la mtnute .kan
conce.ntreeren, Strauss van a tot z, naast gemak
kelijke werkjes der klassieke periode, welke
altijd dezelfde zijn. Machiavellistische pro
gramma's ...
Doch wie doet 't na: Vrijdags te Frank
fort, Zaterdags in den Haag, Zondags in
Amsterdam ?
Maar is het serieus en heilzaam ? En is
het billijk, dat Frankfort betere programma's
heeft dan het lijdzame Amsterdam ?
MATTHIJS VERMEULEN
* *
Mannelijk is niet mannelijk,
maar mannelijk is kloek
(?Naar modern rechtsbewustzijn kan
men wel degelijk reeds nu algemeen
stemrecht hebben, ja, vrouwenkiesrecht,
zonder art. 80 te veranderen, men kan
immers het woord mannelijk" opvatten
in de beteekenis van Kloek".
Prof. Mr'. Krabbe)
Een professor Mr. Krabbe
Heeft genoeglijk staan te babbe
len, en voor zoover 'k het snap be
weerde hij zöowat,
Dat een man volstrekt geen man is,
Dat daar niemendal van an is,
Mag 'k ook weten wat ie dan is?
Waarom vraag je dat?
't Is toch duidelijk professor, 't spreekt,
't spreekt als een boek:
Mann'lijk is niet mannelijk, maar mannelijk
is kloek.
Ik was juist van plan te trouwen
Met de schoonste aller vrouwen,
'k Had allang van haar gehouen
Maar dat mag nu niet:
Als 'k wil trouwen met mijn Annie,
Moet zij vrouw zijn, en ik mannie,
En dat ben 'k niet, dus het kan nie...
Mateloos verdriet!
't Baat niet, of 'k mijn lot verwensch en
mijn bestaan vervloek...
Mann'lijk is niet mannelijk, maar mannelijk
is kloek.
Dus, mijn lieve lezeresje,
Boerenmeisj' of baronesje,
Trek uit 's proffen woord dit lesje,
Dat j' onthouden moet:
Om eens man" te spelen schaadt niet,
Zeg dus nooit meer Gut, dat gaat niet!"
Want verschil, heusch, dat bestaat niet,
En het is heel goed
Als je je japonnetje 's wil ruilen voor een broek,
Want vrouw'lijk is niet vrouwelijk, en man
nelijk is kloek.
Och, een mensch praat wel eens mér raar,
Daarom, ben je een hoogleeraar.
Wel, dan praat je extra-zér raar,
Want dat klinkt geleerd.
IIIIIIIMIMIIItll!
hetzelfde werk nog eens ondernemen zal om
door zorgvuldige vergelijking met het tegen
woordige werk de feiten te vinden waaruit
misschien (en allicht!) belangrijke conclusies
te trekken zijn. Deze tweede opname vanden
sterrenhemel zal later gevolgd moeten worden
door een derde, zoodat de geheele sterren
kaart die nu gepubliceerd wordt te be
schouwen is als de eerste plaat uit een
cinematographische film op reusachtige
schaal, waarin de opeenvolgende photo's
een eeuw na elkaar genomen worden in
plaats van n twintigste seconde na elkaar
zooals in een gewone film. Deze eeuwen
film zal de veranderingen zichtbaar maken
die het heelal in den loop der eeuwen onder
gaat, zooals men op de film van een sprin
gend paard alle standen nauwkeurig
bestudeeren kan door de afzonderlijke photo's te
onderzoeken. Op dezelfde wijze als een ge
wone film zoo zichtbaar kan maken wat te
snel op elkaar volgt om in gewone omstan
digheden door ons oog onderscheiden te
worden zal de film" der sterrenkaarten voor
ons oog zichtbaar maken wat in gewone
omstandigheden te langzaam gebeurt om door
ons oog waargenomen te worden.
Zelfs in den korten tijd dat de eerste op
namen dezer sterrekaart achter ons liggen
zijn reeds verrassende resultaten verkregen.
Zoo bleek bij het nazien der heliogravures
dat een der sterren vertegenwoordigd was
door de drie bekende opnamen (zie fig. 1),
maar deze drie beeldjes waren niet gelijk
van grootte. Daar de belichtingstijd voor
alle drie even lang was geweest, moesten
eigenlijk de beeldjes ook even groot zijn.
Waren zij ongelijk groot dan beteekende
dit dat de ster in helderheid verschilde tij
dens de drie opnamen. Het bleek dat in
dit geval de eerste twee opnamen dadelijk
na elkaar gemaakt waren, maar door inval
lend slecht weer kon de derde belichting
pas veel later plaats vinden. In dien
tusk
Fig. l. SCHEMA VAN EEN STERRE-OPNAME,
In een der vierkantjes op de gevoelige plaat. A B C D is
het vierkantje waarin de ster staat. E F en G zijn
de drie opnamen van eenzelfde ster, verkregen door
drie opeenvolgende belichtingen met tusschentijdsche
verschuiving van den kijker. De stippellijnen 1?12
geven de a standen aan, die onder het microscoop,
uitgemeten worden om de sterre-plaats te bepalen
Fig. 2. SCHEMA VAN EEN NEGATIEF
Het zwarte vierkantje is datgene, dat in fig. l
nader is afgebeeld. Men ziet hier de ligging
van dit vierkantje ten opzichte der
plaatranden. De geheele plaat is 26 vierkantjes lang
en breed. Het zwarte vierkantje is het 13de uit
de horizontale rij en het 9de uit de verticale rij.
Hierdoor is zijn ligging bepaald
FRÉDÉRIC 'MISTRAL,
de groote provemjaalsche dichter op
83jarigen leeftijd overleden
HHIIfllmmlmmlIlmilllmlmiHIIlmlIlllmlIlmillmtllllllllmlIIIIIlm
Hem te hooren moet een lust zijn,
Als hij spreekt van 't rechtsbewustzijn"...
Als de geest regeert
Van een prof, die leeraart 'k zeg het nog
eens, op verzoek"
Mann'lijk is niet mannelijk, maar mannelijk
is kloek!
CHARIVARIUS
De plaatsing van dit vers onderging ver
traging. RED.
.? -if
'S
Charivari
petttscflfimb, 3>«ti5c0fattb floer Jiffesl
't Handelt zich er om den tegen
stander te verslaan." (Groene).
Waarlijkeenschoonebegaving!"(£/.D.)
Men herleze de woorden van prof.
Krabbe, dat deze mannen vastzitten
aan een verleden, dat als een alp op
hen drukt." (Wbl. v. h. Recht).
Dit zou zeker de denkbaar gunstigste
oplossing zijn." (Volk).
Voor 't doek hoog ging, gingen
eerst alle toeschouwers hoog om 't lo
vivat." (U. D.)
De Hooge Raad heeft de verschijn
selen van onzen tijd een beduidend
woord mee te laten spreken." (Af. R. Ct.)
" ...... mimi ...... n ...... iiiMiiiiiiiiiilimiiimiiii
tiiiim ...... mum
schentijd was de ster dus in helderheid
veranderd.
Nu kende men reeds langen tijd dergelijke
veranderlijke sterren" maar terwijl de vroe
gere methode om hen te zoeken zeer om
slachtig was zoodat men slechts enkele ver
anderlijke sterren had leeren kennen in eeuwen
tijds van waarnemingen, vond men nu een
methode om in korten tijd een ster als ver
anderlijk te kunnen signaleeren. Men be
hoefde slechts een aantal opnamen te maken
van eenzelfde hemelgedeelte, met grooter
of kleiner tijdsverloop er tusschen. Bij de
vergelijking dezer negatieven onderling kon
men duidelijk zien welke sterren in dien
tijd hun helderheid gewijzigd hadden, dus
veranderlijk waren. In korten tijd zijn zoo
honderdtallen veranderlijke sterren ontdekt.
Verder bleek dat de eerste opnamen, die
gemaakt waren, niet zooveel sterren bevatten
als men verwacht had. Dit deel van het
werk moest dus overgemaakt worden en de
nieuwe platen opnieuw uitgemeten worden.
Hierbij kreeg men natuurlijk gegevens over
sterren die reeds op de oude platen ook
stonden en reeds uitgemeten waren. In de
eerste plaats bleek dat de graad van zeker
heid buitengewoon groot was, die verkregen
was door de gevolgde werkmethode, daar
nagenoeg geen fouten van belang gevonden
werden toen men de oude metingen en de
nieuwe metingen onderling vergeleek. Dit
geeft dus eengroot vertrouwen in de waarde
van de geheele onderneming en haar uit
komsten.
Verder heeft men uit deze serie platen,
die tien tot zeventien jaar na elkaar gemaakt
zijn, reeds zeer merkwaardige gegevens ver
kregen over de bewegingen der vaste sterren.
Het bleek dat in 10 jaar reeds een percent
der sterren merkbaar van plaats veranderd
was, na twaalf jaar reeds 1.5 percent en na
zestien jaar reeds twee-en-een-half percent.
De verdeeling dezer sterk bewegende sterren
over den hemel was echter zeer eigenaardig.
Zij waren vrij regelmatig verdeeld over den
hemel, zoodat op een plaat die duizende
sterren bevatte evenveel snel bewegende
sterren stonden als op platen die slechts
tientallen sterren vertoonden. Dit wees er
op dat vermoedelijk de sterk bewegende
sterren dichterbij ons stonden dan de andere
en vrij regelmatig verspreid waren om ons
heen, in tegenstelling van de overige sterren
die verder weg staan en niet regelmatig
verdeeld zijn maar dichter opeengedrongen
naarmate men den Melkweg nadert. De snel
bewegende sterren zou men dan kunnen
rekenen tot een soort sterrenhoop, waartoe
onze zon ook behoort, die eigenlijk toch ook
een vaste ster" is maar van heel dichtbij
gezien.
Alleen reeds het tellen der sterren, die tot
verschillende helderheidsklassen behooren,
heeft ook zeer bijzondere resultaten opge
leverd, tegelijk met het feit dat men, om de
zwakste sterren ook nog op de gevoelige
plaat te krijgen, langer belichtingstijd
noodig had dan men vooraf berekend had.
Uit deze feiten heeft men gevolgtrekkingen
kunnen maken betreffende een zeer ijle mist"
die de heele wereldruimte vult, en die maakt
dat in tegenstelling met wat men vroeger
meende, het licht der sterren wel degelijk
eenige verzwakking ondervindt zoodat zeer
veraf gelegen sterren geheel of gedeeltelijk
schijnbaar uitgedoofd worden. Maar dit is
iets om een apart wetenschappelijk varium"
aan te wijden.
P. VAN OLST