Historisch Archief 1877-1940
5 April '14. No. 1919
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
The Graphic
DE ENGELSCHE DIERENBESCHERMSTER TE CAÏRO
De Engelsche Vereeniging tegen Dierenmishandeling in Egypte heeft er druk
werk. De jonge vrouwelijke leden ervan treden met Engelsche resoluutheid op
Zij laat haar kaart zien aan den mishandelenden Egyptenaar, zoekt een
politieagent, wat niet altijd hetzelfde is als er een te vinden, en zorgt dat
de agent het beestje naar de stallen van haar vereeniging brengt. De
karreman, het publiek, de agent, die als alle oosterlingen geheel andere begrippen
hebben over dierenleed dan de Engelsche jonge misses, voelen ergernis of
lachen om wat zij volkomen zotternij achten.
miiiiHiniiiMiitiiiiiiiiiliiiitiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiMiiiMiiiiiiiitiHiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiimilililiiMi
VROUWENRUBRIEK
IIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllflIlllllllllllllllllllllHIMIIIIIIIIIHIIIIIIMIIIIIIIIIIII
De methode-Montessori
De wijze, waarop madame Maria
Montessori in Rome haar systeem van opvoeding
en onderwijs in praktijk bracht, heeft indertijd
sterk de aandacht van vakmenschen en leeken
getrokken, vooral van de laatsten, omdat men
vooral in humanistisch denkende kringen
alles wat zich keert tegen formalistische
paedagogiek reeds bij voorbaat wel gezind
is. En niet het minst de vrouwen zagen in
de Italiaansche paedagoge bovenal de cul
minatie van vrouwelijk gevoel. In deze
rubriek is af en toe over haar wijze van
werken iets meegedeeld en wij mogen dus
aannemen, dat onze lezers eenigszins op de
hoogte zijn van haar werkwijze, die zich
voornamelijk uit in afkeer van opzettelijke
tucht en gezagsdwang en werkt in aan
sluiting met het speelinstinct der kinderen.
Hiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiii
UIT DE NA TUUR
DLXXXIV Stekken
Als in April Dij ons de ouverture van het
groote zomerwerk der natuur in vollen gang
is, en wij in de plantenwereld steeds weer
met verbazing, en niet zonder afgunst, die
nieuwe krachtopwelling zien, dat verjongen
van het oude, dan kan het wel niet anders,
of de denkende mensch tracht zich te ver
diepen in den oorsprong en het verloop van
dit proces.
De dieren begrijpen wij menschen veel
beter dan de planten, et non sans cause.
In de dierenwereld is het seizoenleven van
de gematigde luchtstreek ook lang niet zoo
sterk uitgedrukt als bij de planten. Een
dierenleven culmineert niet, of althans niet
uitsluitend, in den voorzomer. En als dit
toch gebeurt, blijkt er een duidelijk causaal
verband te bestaan; het is in den regel een
noodzakelijk en ook voor ons begrijpelijk
gevolg van het bruisend-opwellend
voorjaarsleven van bijna alles wat plant heet.
In mijn vorig opstel over het kiemen heb
ik daarvan al het een en ander verteld. Dat
Wilgentakje ondersteboven op water
gezet. De wortels groeien naar onder,
de takken naar boven
Op het oogenblik vertoeft mad. Montessori
in de Vereenigde Staten en houdt daarvoor
indrukwekkend-groote menigten enthousiaste
lezingen over haar methode. Doch ook
de critiek wordt haar niet gespaard en
een New-Yorksche schoolautoriteit, Jpseph
T. Griffin, toont in The Sun aan, dat zij niet
het onderwijs revolutioneert op de wijze als
hare aanhangers meenen, ja, dat er zelfs
van een nieuw beginsel geen sprake is. Aan
een rede van hem : The Montessori Method
as a Form of Multiple Sense Appeal" is het
volgende ontleend, dat wij ons wel niet geheel
hebben aan te trekken, doch dat menig licht
vaardig bewonderaar ter harte kan nemen:
Mme Montessori heeft een uitgebreid
systeem van didactische leermiddelen samen
gesteld. Maar de mislukking van de Fr
belmethode is daar, om ons te behoeden voor
overdrijving van de belangrijkheid van
didactisch materiaal. Is er eenige mysterieuse
bizonderheid in een houten blok, op zekere
manier gesneden of gepolijst? Kunnen de
vele zaden, bollen, knollen, wortelstokken
al in den nawinter, sommige al vór den
winter beginnen met de voorbereiding van
het lentewerk, heeft alleen tot gevolg dat
het in de lente nog wilder en haastiger gaat.
De meest voorbarige gewassen zijn voor
een deel afkomstig uit streken met een
veel korter winter of met een nauw
merkbaren winter, waar ze veel vroeger dan bij
ons kunnen beginnen; zooals de bewuste
dadelpalm, die in onzen winter kiemde.
Er ligt werkelijk iets in, om afgunst te
wekken, in die eeuwige jeugd van de planten.
Zie dezen driehonderdjarigen eik eens aan ;
zijn nieuwe loten zijn zoo frisch en forsch als
die van zijn achter-achterkleinkinderen. Er
moeten krachten van buiten komen, om hem
te knakken, te doen kwijnen ; van binnen uit
schijnt steeds aanvoer van jeugdige krachten
te komen.
In een donkerrood bolleglas voor mij staat
nog steeds het wilgentakje, in Februari afge
sneden, zooals ik u vertelde, terwille van
de zilveren katjes; die bloemen, het waren
meeldraadkatjes, zijn al sedert een maand
verdwenen, maar ik heb het takje niet willen
wegwerpen. Het liep zoo mooi groen uit;
en nu ik het donkere glas tegen het licht
houd, zie ik dat het geheel volgegroeid is
met wortels, lange witte draden waarvan de
einden als een opgeschoten touw rondom
den boden liggen.
Hoe kan. dat toch ? Het takje was gesne
den van een boomtop; daar zal nooit een
wortel uitgroeien; daar is dan ook, noch
onder de schors, noch in het hout, een spoor
te ontdekken van den aanleg van een wor
tel, zooals die zoo duidelijk in het kiempje
in het zaad is te vinden.
Er is een tijd geweest dat de
plantkundigen, of beter gezegd de natuurphilosophen
aannamen, ja als bewezen beschouwden, dat
in de kiem van elke plant, van den eik zoo
wel als van de lelie, de geheele plant in
miniatuur was bevat, en zich slechts had te
ontwikkelen."
De vooruitgang van de microscopische
techniek in het laatst van de vorige eeuw heeft
daaraan een eind gemaakt; want men heeft
daarvan niets hoegenaamd kunnenaantoonen.
Indien er nog van een ontwikkeling kan wor
den gesproken, dan is het er stellig geene in
den gewonen, gebruikelijken zin van het
woord.
Eerst langzamerhand is er een andere
voorstelling ontstaan omtrent het leven en
den groei van een plant, en in anologie
daarmee ook van een dier. Nogeens: Dat het
een ontwikkeling, een uitgroeien zou zijn van
iets, dat al in vorm en substantie, maar heel
klein en vrij onvolledig aanwezig is, dat
onderstelt niemand meer, die er eenige studie
van heeft gemaakt.
Als ik mijn wilgentakje met zijn wortels
aankijk ze groeien nota bene tusschen de
kinderen hun geometrische begrippen niet
even goed verkrijgen, wanneer ze de lijnen
volgen van vierkante tafels, de ronde opper
vlakten van borden of de hoekige figuren
van bekende voorwerpen uit hun omgeving?
Kan het kind geen inzicht krijgen in
geometrische vormen door uit karton bijv.
een cirkel, een ovaal, een vierkant of een
driehoek te knippen of snijden. Zou het
niet gemakkelijker deze vormen onthouden,
wanneer het ze zelf heeft gemaakt, en onder
schat niet mme. Montessori evenals Fröbel
de beginselen der zelfwerkzaamheid, wanneer
ze den kinderen gereed gemaakt materiaal
geeft, dat ze zelf best hadden kunnen ver
vaardigen ?
Een der principes van het
Montessorisysteem is, dat alle dwang en directe con
trole uit het schoollokaal moeten geweerd
worden. Een oneindig geduld moet de on
derwijzer aan den dag leggen om het kind
in zijn verschillende trappen van ontwikke
ling af te doen keeren van zijn neiging tot
kwaadwillige bezigheid en te brengen tot
goede en scheppende activiteit. Degenen
van ons, die kinderen hebben onderwezen,
weten dat in de praktijk zelfs ten opzichte
van het jongste kind een directe en nauw
keurige controle moet aanwezig zijn. Zelfs
het prilste kind is onderworpen aan impulsen,
die dikwijls slecht of kwaadaardig geoor
deeld moeten worden, en ik voor mij ge
loof, dat wij niet te vroeg beginnen kunnen
kinderen in te prenten met alle respect
voor de waarlijk heilige rechten der jeugd
dat zij naast hun privileges ook plichten
hebben. De onderwijzer, die, door uit
sentimenteele overwegingen niet tusschenbeide
te komen, toestaat dat kinderen gewoonten
zich eigen maken, schadelijk voor eigen
moreele of lichamelijke ontwikkeling of in
strijd met de rechten en voorrechten van
andere kinderen,?verzaakt op ergelijke
wijze zijn plicht.
Wanneer we sommige van de buiten
gewone bijvalsbetuigingen lezen, die, een
eeuw geleden, werden geuit over de opvoed
kundige mogelijkheden van de theorieeën van
Pestalozzi en Fröbel, en we plaatsen deze
naast de enthousiaste en uitbundige beschrij
vingen over het Montessori-systeem, dan
zouden we geneigd zijn te zeggen, dat beide '
aan een brein waren ontsproten. Montes
sori acht het boven alles van het hoogste
belang het speel-instinct in de kinderen te
ontwikkelen. Doch Fröbel zei een eeuw
geleden reeds: Spel is het eerste middel
om de menschelijke ziel te ontwikkelen, de
eerste poging om in contact te komen met
de buitenwereld, om uitwendige uitdrukken
te verzamelen van dingen en feiten en om
de krachten van lichaam en verstand te
beproeven.""
Om dr. Montessori's werk volkomen naar
waarde te schatten, moeten we den opvoed
kundigen achtergrond beschouwen, waar
tegen haar figuur zoo opvallend afsteekt.
Het is ontegenzeglijk waar, dat de inrich
ting van de lagere scholen te Rome niet
vergeleken kan worden noch wat uitge
breidheid noch wat moderniteit betreft
met die der New-Yorksche scholen; en het
enthousiast gebruik, dat Montessori maakt
van het beginsel der aanschouwing, is meer
geschikt om revolutie te-i^rengen in een
schoolsysteem, waarin men' van dit beginsel
misschien nooit gehoord heeft, dan in een,
waar men er al lang mee vertrouwd is,
zpoals hier. En het is zeer gemakkelijk om
uitgeroepen te worden tot een groot
hervormster door hen die onbekend zijn met
de geschiedenis der paedagogiek, waarin
geleerd wordt... dat de ideeën van madame
Montessori minstens een eeuw oud zijn."
H. J.
l
bladknoppen van een toptwijgje dan blijkt
het, dat die witte draden toch maar niet
overal uit de schors te voorschijn zijn ge
komen. Enkele drongen naar buiten, onder
langs de bladknoppen; maar de meeste
groeiden naar buiten uit de kleine openingen,
waardoor het inwendige van den boom ook
's winters met de buitenlucht in betrekking
blijft, uit de schors-mondjes of lenticellen.
Ieder kent die ademhalings-openingen wel,
ze geven aan de schors van kersenhout zoo'n
mooie teekening; bij de eenen boom zijn de
randen er van dwars op de groeirichting
gezet, bij andere, zooals bij de vlier, juist
in de lengte-richting, het twee- of driejarig
hout vertoont ze in den regel het mooist.
Uit die lenticellen nu dringen, bij een
wilgentakje in water gezet, vooral wanneer
het in donker staat, de wortels als een
stroom van cellen tot behoud van het leven,
als een reddingsbrigade, naar buiten. Had ik
het takje in den grond gezet, ongetwijfeld
was er resultaat bereikt. Nu kan ik het nog
wel zijn zin geven, door steeds meer aarde
in het water van de flesch te gooien, tot
het water verdrongen is. Zou ik het, zoo als
het nu is, in den tuin zetten, dan stierven
de jonge wortels af; want die zijn berekend
op water; de koppen van de groeispitsen
zijn te zwak, kunnen geen weerstand bieden
aan grof zand of steentjes.
Er zouden wel spoedig weer nieuwe wor
tels gaan uitgroeien ; maar het is de vraag
of het nietige stukje twijg nog voorraad van
voedsel genoeg heeft om op nieuw zijn
leger van cellen uit te zenden. Die moeten
het nu in den voedenden bodem bevestigen
en ze bezitten dan ook toppen en wortel
mutsen, die op grooteren weerstand berekend
zijn. Ook zonder opzet, en daardoor zonder
voorzorgen gelukt het soms wonderwel. Een
vijf-en twintig jaar geleden had ik eens op
de bloemenmarkt te Amsterdam een klimop
gekocht. Deze was gewonden om een stok.
Ik had dienzelfden dag geen tijd de klimop
te planten, en zette hem met den stok in
een hoek van den tuin in den grond. Een
paar dagen later, toen ik de klimop wilde
afwikkelen, zag ik dat de stok was
uitgeloopen. Ik liet hem staan, en toen ik vijf
jaar later het huisje verliet, stond daar een
wilgenboom die tot de tweede verdieping
reikte. Hij staat er nog en is een boom van
belang.
Dit stekken is iets dat ieder kent en velen
voor de aardigheid wel eens doen met ge
raniums en fuchsia's, met iepen, popels of
wilgen-takjes; toch is het aanslaan er van
j inderdaad een buitengewoon belangwekkend
verschijnsel. Ja, de eenvoudige proef met
een wilgentakje op water is waarlijk zeer
instructief in dit opzicht. Ge ziet eerst uit
de openingen der lentecellen mooie witte
weefsels te voorschijn komen, die als een ring
van fijn dons het schorsmondje omgeven.
Allerlei
Bloemen
In Parijs heerscht tegenwoordig in mon
daine kringen een buitengewone luxe ten
opzichte van bloemstukken en bouquetten,
en het is een gulden tijd voor de bloemisten.
Bouquetten en manden van 1000 francs
en meer zijn aan de orde van den dag, en
indien de aanbidder van een mooi actricetje
haar een geringer attentie bewees, zou ze sip
kijken en hem haar fraaien blanken rug
toedraaien.
De grootste luxe bij dit bloemwerk is
evenwel niet de kostbaarheid en zeldzaam
heid der bloemen, maar het werkstuk zelf,
want men laat daarvoor in vele gevallen
bij een groot kunstenaar een geteekend
ontwerp maken, dat iets heel buitengewoons
en vreemds brengt, en dit maakt de tuiltjes
en bloemenmanden ongeloofelijk precieus,
want hoe beroemder de kunstenaar, hoe
hoog er de prijs.
Huilen
Kent gij een beroep, waaraan de schaduw
zijde verbonden is.dat men er voortdurend
door moet huilen? 't Is natuurlijk alweder
een vrouwenberoep, en wel dat van
uienpelster". . . Dit is dus het meest tragisch
beroep van de wereld. De schaduwzijde"
wordt echter ook bij de berekening van het
loon eenigszins in aanmerking gebracht, en
de vrouwen, die het gevaar durven
trotseeren, ontvangen in groote groentewinkels in
Londen vijf en zes shilling per dag.
* * *
Bannelinge
De influenza is een gevreesde en gehate
ziekte, en geen land ter wereld wil er het
vaderland van zijn. Het eene rijk schuift
haar op rekening van het andere, en
Sinjeur de drommel, die deze plaag uitge
vonden heeft, lacht in zijn vuistje om dien
edelen wedstrijd.
In Frankrijk noemt men de influenza
IIIIIHMIIIIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlmltl
Uit een of meer dezer cellen nu spruit de
wortel voort.
Dit verschijnsel moest wel leiden tot de
onderstelling dat er in de plant op sommige
plaatsen depots of reserves zijn gedeponeerd,
die in geval van nood, of in het alge
meen naar behoefte kunnen uitgroeien
tot een orgaan, dat voor het voortbestaan
van de plant van beteekenis is.
Stellig kan niet elke cel in een plant nog
worden tot een orgaan, welk-ook; er zijn
er en dat geldt voor de massa die
hun eigen functie al hebben en daarnaar zijn
gevormd en vervormd. Maar er zijn er ook al
tijd, die tot nu toe, niet gedifferentieerd" wer
den ; deze groepen van onverschillige cellen,"
dat meristeem is het, dat de wortels in uw
wilgentwijgje doet ontstaan, evengoed als
de tv/ijg uit een tepelknop op een stokouden
kalen beukenstam, evengoed als de uitloopers
uit den rand van de zaagvlakte van een iepen
stronk; ook de klisters uit de wonden van
een geholden" hyacinth, ook de kurkwallen
die de wonden sluiten. Ook de woekeringen
door infecties geprovoceerd ; het is alles
meristeem-werking, het resultaat van het feit
dat een nog indifferente cel of cellengroep
in werking wordt gezet. Waardoor? |a, waar
door. In den regel door prikkels van buitenaf.
Als ge uw wilgen-takje niet in water of
aarde zet, zendt het geen wortels uit. Nu
kunt ge wel naïef of kinderlijk aandoenlijk
gaan beweren, dat het takje dan begrijpt of
weet dat het nutteloos werk zou doen. Dat
verklaart natuurlijk niets en heeft alleen
poëtische waarde. Maar niemand kan ook
nog zeggen, op welke wijze aarde en water
het meristeem prikkelen tot werkzaamheid
en dan juist tot wortelvorming. Dat het in
duisternis veel beter gaat dan in het zon
licht, geeft al eenigen steun bij het verder
denken. Als ge meent uw gedachten in dezen
geheel op mechanisch terrein te moeten
brengen, kunt ge niet beter doen dan een
tweede takje bij het eerste in het water te
zetten ; maar dan omgekeerd, onderste boven
met de snijvlakte, die aan den boom boven
was naar onder gekeerd.
Dan zult ge, als ge een beetje succes hebt,
het merkwaardig geval zien, dat ook nu de
wortels te voorschijn komen, maar aan het
bovengedeelte van uw twijgen ; de blad
knoppen evenwel onderaan; dat wil dus
zeggen, op de plaats, die oorspronkelijk
naar boven was gekeerd. Maar nu begint
eerst het vreemde van de geschiedenis.
Na eenige dagen van voorspoedigen groei
het best gaat het in donker beginnen
de bladloten naar boven om te krommen, de
wortelscheuten echter keeren hun beschermde
toppen naar beneden en ten slotte loopen
ze als in een quadrille door elkaar heen,
tot elk de plaats heeft bereikt, die hem van
nature past, de bladloot de lucht, de wor
telscheut de aarde of althans de diepte.
MtlllllnlIlltlMllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllttlllllllllllllMI
Spaansche verkoudheid", |in Spanje betitelt
men haar Russische koorts", in Rusland
evenwel praat men over Siberische koorts"
en in Siberië schuift men de schuld op de
langstaarten en noemt men de gevreesde
Chineesche koorts". Die ongelukkige in
fluenza : zij is een zwervelinge op den rug
der aarde".
* *
Andere tranen ' ' V '
Een lezeresje schrijft mij, dat ze tranen
met tuiten" gehuild heeft, toen ze bemerkte,
dat die prachtige, sjieke groote hoeden ge
heel uit de mode gingen. *^ '
Ze schrijft dit toe aan de nauwheid van
tramdeuren en ingangen van
spoorwegcoupe's en bromt op de directies, die zoo
laf en laksch waren, daarin niet spoedig te
laten voorzien, door het geheele zaakje wat
te verwijden, om aan die engelachtige
chapeaux- parasols wat meer ruimte te geven!"
Ik vind het charmant van lezeresje", dat
ze zoo dol is op de groote hoeden", en het
behoud ervan zoo gewichtig vindt, dat zij
er het geheele verkeer voor zou willen her
vormen, en ik beschouw dit als niets meer
of minder dan een groote liefde."
Maar ze doet toch wijs, zich niet al te
veel in dergelijke ideale genegenheden te
verdiepen, en te nemen wat de mode haar
schaft": er is altijd wel iets heel moois bij.
* * *
Aanduiding
Verneem een goede raad! Indien ge in
't gedrang zijt en vrees voelt voor zakken^
rollers, dan moet ge nimmer uw beursje
trachten te bewaken, door uw hand te hou
den op de plaats waar ge het geborgen
hebt. De gauw-dieven zijn slim, en indten
ge n moment uw schat in den steek laat,
om een stofje uit uw oog te wrijven, of uw
neiTs te snuiten, of wat dan ook, hebt ge
kans, dat de diefstal reeds volbracht is. . .
uw hand heeft zelf de plaats aangewezen,
maar de heeren moesten zoeken en ze ma
ken van deze beleefde indice een dankbaar
gebruik.
ALLEGRA
iiltHMiiiiMiimiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiHiiiifiiiliiiiiiiiiiHiiiiiiiiMimt
Houdt ge evenwel van een?omgekeerde"twijg
het onderdeel, dat ge tot top" maakt, droog
en laat het in het licht, dan komen er lagerop
wortels te voorschijn en die dringen tus-r
schen de omhoog draaiende bladloten naar
beneden.
Er zijn gewassen, waarvan de stekjes, indien
ze onderste boven worden geplant" vol
gens de practici, veel meer bladloten en
wortels maken en ook sneller, althans onder
overigens gunstige omstandigheden, dan
natuurlijk ingezette stekjes. Bij wijnstokken
werd dit vroeger en misschien nog wel
toegepast.
Een verklaring te vinden van dit omlaag
groeien van deze wortel en het omhooggroeien
van de bladloten is vaak genoeg beproefd,
door experiment zoowel als door speculatie.
Er zijn mooie woorden voor bedacht: polari
satie, top- en basiskracht, geotropie en
heliotropie, maar die verplaatsen de kwestie
alleen een beetje. Dat de zwaartekracht en
het licht er mee toe bijdragen, is wel zeker
gebleken. Maar hoe dan ? En wat is er nog
meer, dat het meristeem van binnen uit
richting en vormkracht geeft?
Als er iets is, dat hierin eenig inzicht
geeft, al is het nog niet diep, dan is het
wel dit: De kiem is te beschouwen als een
complex van indifferente cellen, die nog alles
kunnen worden. Met elke celdeeling wordt
iets van het meristeem meegegeven en zoo
verplaatst het zich door het heele zich uit
breidende plantenlichaam; het geeft deelen
af die gespecifieerd wordt tot bloem-, wortel
en bladdeelen, tot ademhalingscellen, deelen
van vaatbundels, voortplantingscellen enz.
Maar een ander deel blijft steeds
disponibel en dit wordt mee voortgeschoven
in het groeiend organisme en op allerlei
plekjes bewaard. Het grootst is de voor
raad, althans bij de houtgewassen, in den
bast tusschen schors en hout. Het eerste
takje dat zich splitst, voert wat meristeem
mee naar de einden, waar de knoppen
liggen, bij elke splitsing links en rechts
gaat zoo'n cellengroep mee.
Onder een microscoop is er weinig aan
meristeem te zien; het zijn vrij wel
evengroote gelijk gevormde cellen, zonder eenig
kenteeken, ovaal of polyedrisch, al naar den
druk dien ze ondervonden. Als we naar een
analogie in de dierenwereld wilden zoeken,
zouden de witte bloedlichaampjes er het naast
aan toe zijn. Ook die kunnen regeneratie van
verloren lichaamsdeelen inleiden. De nieuw
gevormde staart van een hagedis, is werkelijk
en niet zonder grond wel eens als een
analogon beschouwd van nieuwe wortels
aan een afgesneden wilgentwijgje. Maar
waardoor juist daar weer een staart en
geen poot komt, en aan het wilgentwijgje
een wortel en geen bloeikatje, dat moet nog
ontdekt worden.
E. HEIMANS