Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
5 April '14. No. 1919
Frédéric Mistral
Een weg met ter weerszijde lage wonin
gen, een schaduwrijk plein in de kom
van een losse groep landelijke huisjes, i
een kerk, waaromheen de eigen ziel van
het dorp te trillen schijnt: ziedaar Maillane.
Een naam, welke uit zichzelve niets
zegt, doch omglansd wordt door den
roem van Mistral. Geheel het levenswerk
van Mistral ligt binnen de lijn van zijn
horizon.
Daar inderdaad is geboren en daar is
ontloken de wondere dichtkunst van den
Maillaneeschen dichter. En zij draagt
daarvan ook wezenlijk het kenmerk. Trou
wens Mistral maakte er geen geheim van.
Hij heeft het menigmaal mij zelf gezegd.
Hij had er zelfs een stil genoegen in om
zich bij de Parijzenaars" uit te geven voor
een landman". Lamartine zelf liep in
de val.
Eigenlijk was de opdracht, die Mistral
schreef op het exemplaar van Mireio
dat hij Lamartine zond, de schuld van
deze dwaling:
Te counsacre Mireio: es moun cor e moun amo
Es la flour de mis an;
Es un rasin de Crau, qu'emètouto sa ramo
Te porge un paysan. 1)
En Lamartine geloofde werkelijk dat
hij hier te doen had met een soort genialen
boer, en raadde hem aan het bij dit werk
te laten : Men maakt nooit," zoo schreef
hij hem, twee zulke meesterwerken in
een leven!" Mistral echter, die met n
sprong de hoogste toppen bereikt had,
beschikte over onuitputtelijke middelen.
Hij was een man van hooge beschaving,
en zijn geest was een rijkvloeiende bron,
waaraan zonder ophouden stroomen van
scheppende dichtkunst zouden ont
springen.
Het is niet zonder reden, dat hij zich in
de eerste strofen van Mireille voorstelt
als Un humble disciple du grand
Homère". Hij was werkelijk een afstam
meling van deze pléiade van machtige
zangers die nog steeds onze verbeelding
in ve'rrukking brengen, en Gaston Paris
heeft dit wél begrepen: Men zou zeggen,"
zoo schrijft hij aan het einde van zijn
Entretien littéraire" over Mistral, men
zou zeggen, dat een eiland van den
Archipel, een drijvend Delos, zich losge
maakt heeft gedurende den nacht van een
groep Grieksche of Ionische eilanden, en
dat het zich géruischloos is komen voegen
aan het vasteland van het geurige
Provence, brengende met zich mee een van
de heilige zangers van de familie der
Mélésigènes 2).
Maar men moet Mistral lezen in zijn
eigen idioom. De vertaling geeft niets
weer van deze taal die als een zuivere
muziek den lippen ontvalt van de donkere
vrouwen uit Arles.
Het rythme der strofen, de harmonie
der rijmen, de vlucht en de gratie der
gedachten, de naïveteit, de frischheid
van het gevoel, dit alles ontgaat u in
de vertaling. Men vindt in Mireio, in
Galendal, in het Poètne du Rhone en in
de /sc/o dor (les Tles d'or) verrukkelijke
bladzijden.
Te betreuren is het, dat het werk van
Mistral gelijkenis vertoont met fegouden
eilanden, waarvan hij zelf spreekt en
ze maar door weinigen bezocht en ge
kend worden. Zij vormen een der won
deren van de menschelijke gedachte,
haar voortbrenging van schoonheid, maar
waarom kunnen er slechts enkele inge
wijden volop van genieten ? Waarom
niet in het fransch geschreven, waar hij
toch in Frankrijk woonde ? Vraagt men
den nachtegaal waarom hij zingt in de
taal der nachtegalen? Hij zingt, en uit
zijn keel komen dezelfde tonen, waaraan
zich zijn verre voorouders hebben ver
heerlijkt., Mistral is de zoon van een
traditie, die hem tot in de ziel bezat;
hij is de zoon der troubadours, door
welke de Duitsche meesterzangers be
langrijk beïnvloed werden. De taal der
troubadours is zijn moedertaal, en men
moet weten (zooals hij, zooals wij allen,
die afkomstig zijn uit Provence of
Languedoc) met welk een minachting de
Fransche publieke machten onze schoone
romaansche taal in de schaduw trachten
te houden, om de liefde te begrijpen die
wij voor haar koesteren. Zij maakt deel
uit van ons erfdeel.
Een taal", riep Mistral uit, eenige
jaren geleden, een taal bevat het ver
leden van een geheel volk, het is de
Bijbel van zijn geschiedenis, het is een
levend standbeeld van zijn persoonlijk
heid Een taal gelijkt op die diepe
aardlagen waarin om zoo te zeggen
door de vergane eeuwen heen de won
dere geschiedenis is geschreven van de
evolutie, wantt op den bodem van een
taal hebben zich alle leed, alle ge
voelens, alle gedachten gedeponeerd van
tientallen, van honderden geslachten. Een
taal... is een reusachtig monument,
waartoe ieder zijn steen heeft bijgedra
gen, waarvan elke stad een pilaar heeft
gebouwd, waaraan een geheel ras heeft
fewerkt met hart en ziel, eeuwen lang."
n men moest hem hooren zeggen, met
zijn door ontroering gebroken stem: Ah!
al degenen die de melk hebben ge
dronken der voorvaderlijke overtuigingen
in de taal van hun land, al degenen,
die den zuiveren honing hebben geproefd,
den maagdelijken honing van den
eeuwigen gouden raat, die afdruipt langs
de geurige zandsteenen van onze
provencaalsche heuvelen, al diegenen
zullen meevoelen de zoete aanhankelijk
heid, waarmee de zonen der aarde vast
houden aan de 'taal van hun kinderjaren
en van hunne moeder! Met welke pro
fetische accenten geeselde hij de onver
schilligheid van zijn tijdgenooten: Wee!
wee de natie, die haar voorvaderlijke
dichtkunst verguist!" riep hij dan uit.
Want Mistral had de ziel van een profeet
en van een apostel. Zijn vurige geest
kon zich niet tevreden stellen met een
eenvoudigen letterkundigen opbloei. Ge
durende de eerste periode van het F
librige 3) (genootschap van Provencaalsche
dichters) is het evenwel de Idee van
dat genootschap 4), die de overhand heeft,
het is aan de Idee, dat men zich wijdt,
het is de Idee, die moet triompheeren, en
de verschijning van Mireio schijnt werke
lijk den volbrachten pogingen de kroon
op te zetten. Maar weldra zet de Idee
zich om in een Zaak en het is de
groote zaak der latijnsche volken, die
nu gaat ontvlammen in den geest van de
félibres". Dan is het, dat de groote
Sirventès", l'Ode aux Catalans, la
Chanson de la Coupe, verschijnen, en
de felle strijdkreet welke la Comtesse"
is! En het is niet meer alleen het
Provencaalsch als Romaansche taal, dat nu moet
vereeuwigd en gevulgariseerd worden!
Het is de Fédération des peuples romans
die moest opgericht worden. Maar dat
wordt ook helaas voor de massa, aan
wie de hoogere idee van internationale
broederschap vreemd blijft, de verheffing
van de eigen streek, de eisch tot gewes
telijk zelfbestuur, de administratieve
scheiding van Noord- en Zuid-Frankrijk!
Mistral zag tiet gevaar. En de Mistral
van de heftige redevoeringen van vroe
ger, door een eminente Félibre weerge
geven in zijn doutrina mistralenco",
kwam terug tot zijn oude doel, de let
terkundige Herleving.
Toen ik nog onlangs hem vroeg wat
hij dacht van die eischen op staat
kundig gebied, antwoordde hij mij niet
zonder droefheid : Ik neem niets terug
van hetgeen ik vroeger gezegd heb. Dat
was toen weerklank van mijn ziel. Toch
geloof ik, dat wij moeten blijven bij onze
mooie roeping van hernieuwers van onze
moedertaal".
Aan deze roeping heeft hij zich geheel
gegeven! Zijn Trésor du Félibrige"
geeft wel den rijksten taalschat, dien
men droomen kan, en zijn littéraire
werken zijn de schitterende verwezen
lijking van zijn gedachten.
Tot zijn laatsten dag is hij vol vuur
en vol liefde geweest voor de dingen van
zijn Provence. Ik hoor nog hoe hij voor
mij zong, in zijn vriendelijk en vroolijk
1) Je te consacre Mireille: C'est mon
coeur et mon ame. c'est la fleur de mes
vingt ans ; C'est un raisin de Crau, qu'avec
toute sa ramure, - te presente un paysan.
2) G. Paris. Revue de Paris (1894) A, VI
p. 78.
3) Deze periode duurt vanaf de oprich
ting (21 Mei 1854) tot aan de verschijning
van Mireio (1859).
4) De Félibrige" heeft tot doel'om voor de
Provence haar taal, karakter, vrijheid van
handelen, haar nationale eer te behouden".
(1ste art. v. d. Statuten v. 1862.)
5) Pour la gloire de la Provence j'ai
donnétout mon effort.
Kt Dieu, de mon labeur m'ayant trac
Ia voie
Dans Ie sillon creusé, a genoux, aujourd'
hui, je rends graces a Dieu !
Mireille, het Provenc.aalsch Ideaal van
Mistral, naar de schilderij van Cot
(musée du Luxembourg, Parijs)
Pavillon d'Amoureener Fransche Koningin.
Een copie hiervan liet Mistral zich
maken voor zijn graftombe
Herders en herderinnen uit Provence geleiden een kudde stieren
voor de spelen bestemd
studeervertrek in Maillane, die oude lie
deren, zoo treffend in hun eenvoud, en
waar zijn ziel zoo vol van was. Zijn
verzwakte stem deed mij denken aan die
oude spinetten, waarvan de tonen schij
nen oud geworden door van zoo ver te
komen. En toen ik hem vroeg naar
nieuwe letterkundige plannen, ant
woordde hij mij, als in vervoering met
de oogen gesloten en met een accent
van de oprechtheid, dat mij tot tranen
bewoog deze regels:
Per lou noum déProuvenc.o aïfa c,o que
poudioü;
Kt Dioi'i, de moun pres-fa m'aguent donna
la voio
Dins la rego, a genoui, vuei, rende grace a
Diou! 5)
Amsterdam
E. GIRAN
(Vertaald uit een voor dit Weekblad
in 't Fransch geschreven artikel).
Kunst van Heden" te Antwerpen
Snel wordt tegenwoordig wat ten uiterste
stout en stoutmoedig leek ons vertrouwd.
Het werk van Vincent van Gogh is en was
van den stoutsten, zwaarsten hartstocht vol,
en hier, ter tentoonstelling, hebben sommige
schilderijen reeds het stille schromen van dat,
wat wij erkenden en met vast-gerichte
oogen bezien. De schilder is vertegenwoordigd
door werk uit alle perioden. Nieuw inzicht
ontstond bij het beschouwen niet; wel her
kenning van geweten oordeel. Opnieuw bleek
hij bovenal hartstocht, met de ongewisheid
die dit stroomend gevoel kenmerkt; opnieuw
bleek hij ethisch; van zuivere kleure-zekerheid,
opnieuw zooals ik hem noemde een mon
strum ; niet een absoluut nieuws echter ;
sterk toch verbonden, al lijkt hij alleen. Iets
verwonderde : het werk, dat, niet langgelêen,
volop in den strijd stond, leek geclasseerd.
De kwakten waren erkend, het goede wordt
zuiver genoten, /acob Smits is de tweede
schilder, wiens werk hier, als dat van Vincent,
in groot getal, ter kenschetsing van de
persoonlijkheid, te zien gegeven wordt. Ook
dit werk is zwaar. Het wordt gekarakteriseerd
door een innerlijke teruggetrokkenheid. De
kleur is traag. Smits heeft een zucht tot
groote verdeelingen. Het werk is niet altijd
edel, maar de bedoeling is altijd goed en
zuiver gericht. Daardoor ontstaat bij de
zwaarte en door de zwaarte het gevoel van
wat ik mocht noemen vroomheid, deugde
lijke beschouwing. Soms is het werk meer
vlietend" in zijn kleur, die gewoonlijk
gestolten lijkt. Dit is het geval in de Baby
met het witte kleed", dat van Maris-achtige
kracht is. Een schilderij als de Watermolen
(11) is te prijzen om de macht in de lucht;
de Aardappelschilster (15) als vondst. Het
Kempisch binnenhuis (25) is niet te vergeten,
noch de Oude Eenzame, noch de Aanbidding
der Koningen ('k zie geen in Holland die
dit kan).
Hier en daar zoudt ge 't werk, zoo ge 't
met iets in Holland woudt vergelijken, ana
loog aan dat van Suze Robertsen kunnen
vinden, maar Smits is romantischer en van
bewogener, beeldvoller phantasie. Naast deze
twee schilders, wier verzameld werk hen
van de voeten tot de haren moet vertoonen,
komen de gewone leden van dezen kring.
Baseleer is een schilder van rivier- en
zeegezicht en schepen. Zijn verfopzet is niet
doorschijnend genoeg. Wel heeft hij het
gevoel der ruimte; niet overal verfijnd
genoeg is het spel. Ik noem van hem:
de Benedenschelde (No. 10) en Zeestu
dies (No. 15) Charlet is de schilder van
de renbanen; in een gevarieerd geheel
weet hij een nheid te krijgen; de beste
werken waren No. l en No. 3. Alb. Crahay,
die in den Haag het gröote stuk met de
paarden in zee heeft, was hier doorgrooter
uitstal nauwkeuriger te erkennen (Zie No. 6
en No. 7.) Delaunois zal ik niet behan
delen, wel Ensor. Naast een edel, eenvoudig
kleursamenstel in No. 14 (Straatjongen)
vertoont hij de bekende voortbrengselen van
een half eenvoudige, half schrille verbeel
ding. De kleuren zijn dan scherp; het
neerbliksemen van de gevallen engelen is
zulk een experiment in rooden. Van de schrille
voorstellingen uit de serie der maskers noem
ik No. 4 en No. 5; van de half naïve voor
stellingen den oorlog der schelpslakken
(No. 18) en de wentelende witte en roode
clowns (No. 20.) De laatste serie is die der
visioenen die het futurisme voorafgingen
(hiervan zijn niet te vergeten No. 31,32, 33)
Hens kleur mist het ijle leven, dat in die
van Ensor is, te veel. Zijn verdeeling is een
voudig en treffend ; zijn kleurgeheel soms
niet onverfijnd, maar hier en daar niet trans
parant, wat bij een schilder van water hindert
(Zie No. 2, 5, 6 en No. 10.) Marcel Jefferys'
Reisherinnering is om de luchtigheid van het
landschap te prijzen; Mej. Ronner te vermel
den om haar rozen en violierbloemen (n" 3,
en 4). Jan Stobbaerts ik zal en ik kan
hem hier niet ter loops kenschetsen; het
Kalfken" n" 3, trof mij om het vlagen van
Onthulling van een standbeeld van Mistral te Arles, in bijzijn van den dichter
Meisje uit Arles
Het dansen van de Farandole, Provencaalsche allegorie