De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 12 april pagina 12

12 april 1914 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 April '14. No. 1920 implex C Y C L O i D E.1 Wat is het Cycloïde-Rijwiel ? Een duidelijk antwoord vindt men in onze Rijwiel-Prijscourant seizoen 1914, die zoo juist van de pers is gekomen. Gratis en franco op aanvraag te verkrijgen. AMSTERDAM, Overtoom 271. 1*1*. SLUIS. ZAAD HANDEL AMSTERDAM/| Vraagt onze gratis, geïllustreerde, brochure van 40 pagina's. Volijverig padvinder: Meneer, u kunt wel over dit bruggetje gaan. Dat zal u een heelen om weg besparen." Gezet heer: Dank je, jongen, maar dat bruggetje kan mij niet houden." Padvinder: O, dat hindert niet, meneer. Aan de overzijde hebben we eerste hulp bij ongelukken en ren ambulance." Op elke gracht, in elke straat, Wanneer de deur maar open ->? gaat, ? Ziet gij het prachtig resultaat VanLIEVEGOED's Scliuupparaat (voor houtwerk, marmer en steentjes). In frisschecartons overal verkrijgbaar. Buiten mededinging Lid der Jury. Wereld-Tentoonstelling Gent 1913. MOTOR-en ZEIUACHTEN ROEIVAARTUI6EN, SCHEEPSMOTOREN. 1T.V. Werf De Amstel", Dir. THIEBOUT, Ouder-Amstel. M". GENIUS tfm AMSTEL 210 (erkend door de Oogartsen alhier) Voor lederen neusvorm flenius glaspincenez een passende lergnet, staal vera.95 et. goud-doubl f2.90 Levensverzekering- n ' L _ * MaatschaMii «IÏ111 IJ C Hl Kapitaal : EEIf ILLIOEtf GULDEN (volteekend). Bütantoor : L KI. EEÜKMM, O.Z. AcMmrpal 95. Alt. 33 R/ :K: DS IM: :m icr -r/h. i»A.Tjr, MIOHK, fouritttteuf ?!? ta Cour* Voorburgwal «68. Tel. latere. 75». HORLOGES uitsluitend ia prima Qualiteiten, WR IffiEUDI. HUI «WUTOItt lOUKHl «ASHimB B IHIBI. Roomsche onderwijzers in den druk Sedert enkele jaren openbaart zich in de Roomsche onderwijzerswereld een verschijn sel, dat wel eenige nadere aandacht verdient n om het feit zelf n om de oorzaak, waar van het een noodwendig gevolg is. Mér dan ooit nl. dreigt voor den Roomschen onder wijzers een groot gevaar, hierin bestaande, dat langzamerhand de Roomsche leekenonderwijzer verdrongen wordt door de eerw. broeders- en zusters-onderwijzers(essen). Wanneer er bijzondere Roomsche scholen worden gesticht, wordt in de meeste geval len het onderwijs opgedragen aan broeders en zusters, met uitsluiting van leekenpersoneel. Alleen wanneer dit laatste niet geheel en al gemist kan worden de broeders en zusters lijden veeltijds gebrek aan onderwijzers met hoofdakte komt de leeken-onëerwijzer als aanvulling in aanmer king. Sterker nog. Het is reeds voorgekomen, dat eene R. K. jongensschool, waar uitslui tend Roomsch leekenpersoneel arbeidde, een voudig werd omgezet in eene broederschool, waardoor aan die school het hoofdschap voor leeken onbereikbaar werd en in de tweede plaats elke promotie voor hen tot de on mogelijkheden behoorde. Dit laatste ge schiedde het vorige jaar te Alkmaar en de Roomsche onderwijzers, bevreesd voor het gevaar, dat hun dreigde, gaven in den vorm eener motie uiting aan hun gevoelen, daarbij o.a. den wensch uitsprekende, dat het hoofd bestuur van de Algemeene R. K. Onderwijzers-vereeniging sectie B. in het bisdom Haarlem, er alsnog ernstig naar (zou) streven, dat het geval te Alkmaar niet door nieuwe in het bisdom gevolgd worde." 't Is voor de Roomsche onderwijzers van het Haarlemsche diocees te hopen, dat de Alkmaarsche wensch in vervulling zal gaan, doch de vrees is gewettigd, dat men aan doovemansdeur kloppen zal. Zie slechts naar het bisdom Den Bosch. Ook daar vindt men hetzelfde. Enkele weken geleden werd daar met groote meerderheid van stemmen, door de afd. Helmond van den R. K. Ondeix wijzersbond eene motie aangenomen, waarbij aan het hoofdbestuur werd opgedragen, bij de stichting van een R. K. bijzondere school pogingen aan te wenden om van haar be stuur voor de leekenonderwijzers een voor keur te verwerven en aan den bisschop van Den Bosch te verzoeken, aan die pogingen zijn goedkeuring en steun te willen verleenen." Duidelijker nog dan uit de Alkmaarsche motie, sprak uit de motie van de Helmondsche Roomsche onderwijzers de vrees voor het gevaar, dat hun van den kant der religieuse congregaties dreigt. Niet het minst ook in Noordbrabant en Limburg zien de Roomsche onderwijzers broeder- en zusterscholen verrijzen, zonder dat de hulp der leeken gevraagd wordt. Merkwaardig in dit opzicht is daarom ook de volgende motie, welke Zondag 28 dezer te Venlo in behandeling komt bij den R. K. Onderwijzersbond in het bisdom Roermond: De afd. Venlo van den R. K. O. B. in het bisdom Roermond, overwegende: dat 't personeel der R. K. Bijz. Scholen meestal bestaat uit Religieuzen en Leeken; dat aan het Hoofd dier scholen echter bijna altijd een Religieus (Religieuze) staat; dat alzoo voor de leeken de beste betrekkingen, vooral in de steden, on bereikbaar blijven; dat deze verdeeling der functiën niet billijk is en bij de voortdurende uit breiding van het Bijz. Onderwijs on houdbaar wordt; besluit: aan het Hoofdbestuur, ter bespreking in de afd., het voorstel te doen: de R. K. O. B. dringe er bij de be sturen der Bijz. Scholen op aan, dat de betrekkingen van Hoofd en Onderw. v. Bijstand meer billijk geregeld worden in dien geest, dat aan de leekenonderwijzers(essen) niet steeds de on dergeschikte betrekkingen worden aan geboden." Blijkens het door den R. K. schoolraad samengestelde Jaarboek van het R. K. onder wijs in Nederland en de Koloniën over 1913", waren er in dat jaar in ons land in totaal 5670 Roomsche onderwijskrachten aan Room sche scholen verbonden, van welke 5670 er slechts 2431 tot het leekenpersoneel behooren. Op het oogenblik geven er dus 3239 broeders en zusters in Nederland onderwijs. Het leekenpersoneel wordt door het religieuse overvleugeld. Dit verschijnsel is trouwens niet moeilijk te verklaren, daar het slechts het noodwendig gevolg is van het algemeen drijven naar verroomsching van Nederland. Nu moge de Helmondsche motie beweren, dat niet het kleed het onderwijs katholiek maakt en der halve de R. K. school met uitsluitend leeken personeel in geen enkel opzicht behoeft onder te doen voor de R. K. school met uitsluitend religieus personeel", de mannen, die aan het hoofd staan van het Roomsche reveil, denken er anders over. Zij gevoelen zich bij hun werk veel zekerder van de broeders en zusters dan van de leeken-onderwijzers, vooral wat betreft de godsdienstige opvoeding van het kind. Een leek bidt over het algemeen lang niet zooveel en lang niet zoo veelvuldig als een frater of een non. Het gewone onderwijs moge -van een Roomschen leek dus al even goed zijn als van een frater of zuster, het godsdienstige deel is bij deze laatsten in veiliger handen. Moest het hoofdbestuur van den R. K. Onderwijzersbond in het bisdom Roermond, met den geestelijken adviseur incluis, onlangs niet openlijk door eene motie protesteeren tegen deze bewering in een Roomsch propaganda-geschrift: 100 open bare schoolmeesters, 99 openbare socialisten? Over het algemeen vertrouwt men het leeken personeel, ook dat der Roomsche school niet te best. Er komt echter nog iets bij. Uit den aard der zaak zijn de broeders en zusters goedkooper dan de leeken. Deze laatsten hebben niet zelden een huishouden te be kostigen en hun salaris dient daarmede in evenredigheid te zijn. Hoe goedkooper leer krachten de Roomsche school dus krijgen kan, hoe beter en ook om deze reden nemen de broeder- en zusterscholen toe. Bovendien is men met broeders en zusters zekerder van zijn personeel, want van solliciteeren naar elders is bij hen geen sprake. Zij gaan eenvoudig heen, waar hun overste ze naar toezendt. Ook zijn broeders en zusters veel tammer, men heeft bij hen geen geschrijf en gewrijf over lotsverbetering enz., want ze krijgen er tóch geen cent van in hun zak. Hoofdzaak blijft evenwel de bevordering van het Roomsch-Katholicisme en daartoe moet de Roomsche school kunnen beschikken over een in alle opzichten, op de eerste plaats in godsdienstig opzicht, vertrouwd personeel. Welnu, waar is voor de Kerk vertrouwder personeel dan dat uit de Kerk zelve betrok ken wordt? Ziedaar het groote gevaar, dat den Roomschen leeken-onderwijzers dreigt en in meerdere gevallen reeds getroffen heeft. De belangen van het Roomsch onderwijs zijn voor de Roomsche schoolbesturen hei liger dan de belangen van het leeken-personeel, dat in dit onderwijs, bij voorloopig gebrek aan beter, tijdelijk mag arbeiden. Ik critiseer hier niet, maar vind wel, dat deze waarheid openlijk dient gezegd. CREDO Nadat bovenstaand artikel geschreven was, is nog het volgende voorstel bekend ge worden, dat de afd. Waalwijk?Heusden van den R. K. Onderwijzersbond gedaan heeft voor de 19de alg. vergadering van R. K. O. B.: Onze Bond dringe er bij de betrokken autoriteiten op aan, 1. dat bij de oprichting van katholieke bijzondere scholen zooveel mogelijk scholen worden opgericht met uitsluitend leeken-personeel, 2. dat het leeken-personeel verkrijge een goed gewaarborgde en gesalarieerde positie. Toelichting: Voor den katholieken onderwijzer, lid van den R. K. O. B., is het anders op den duur onmogelijk zijn bestaande positie te handhaven of een voor hem gewenschte betrekking te verkrijgen, die strookt met zijne geestesrichting en finantieele belangen. Religieuze scholen bieden hem geen gelegenheid die plaats te verkrijgen, of verdringen hem van de plaats, waar hij zich bij voorkeur geroepen acht en vele neutrale scholen houden hare deuren voor hem gesloten. Het hoofdbestuur geeft hierbij het volgende advies: Het hoofdbestuur heeft tegen aanne ming van dit voorstel geen bezwaar. Steeds mér dus zien de Roomsche onderwijzers het hachelijke hunner positie in. De tentoonstelling van woestijnen Ik ontmoette hem in den trein. Ik had te Rotterdam de onafhankelijkheidsfeesten bij gewoond, en daarvór die te Haarlem, te Gouda, te Leiden. Ik was ook nog ergens anders geweest, doch daar herinnerde ik mij niets meer van. Ik had te Haarlem ge bruld, te Leiden gekweeld, te Gouda gesjilpt, te Rotterdam was mijne opgetogenheid spra keloos geweest, en waar ik daarnékwam had ik niets meer gesproken en ook niets meer gedaan. Ik zeide alleen tot mijzelf: wees wijs, en ga naar huis, en dat deed ik, en toen ik er was, zag ik dat mijn hospita het huis had gekanteld, zoodat het nu in zijn volle lengte op den grond lag. Ik vond dat practisch, wegens het beklimmen der trappen dat nu niet hoefde, telde de derde verdieping af, te beginnen van onderen, en daar werkte ik mij binnen. Ik verbaasde mij er wat over, dat men mij om geld aan mijn ooren maalde, en zei, dat ik geen hospita kon gebruiken, die vlak na de feesten geen kwitantie wist af te schepen, ging liggen en sliep in, en toen ik wakker werd zat ik in den trein, en vond dat dat vreemd was. Recht over me zat hij, en hij trok dadelijk mijn aandacht door zijn uiterlijk. Hij zag er niet goed uit. Hij deed zoo sip als een prijshengelaar zonder klare, en keek even ver dwaasd als een geest, die van schrik zijn eigen lichaam ontloopen is, en zag ook even wit. Hij zat maar stil voor zich uit te staren, en zag er zoo bedrukt uit, dat ik medelijden met hem kreeg en hem wat op wilde monteren. Wat is er aan de hand ?", zei ik. Op De Vrouw" een huwelijksaanzoek gedaan ?" De man zag mij aan en schudde het hoofd. Je dochter de Entos" bezocht ?" De man ontkende weer. Hoofdpersoon geweest in een her denkingsoptocht ?" Weer een ontkenning. Mijn God, waar haalde die man dan dat pietluttige uiterlijk vandaan, als geen dezer drie slagen, welke een braaf man in dezen tijd kunnen treffen, op hem was neergekomen ! Ik haalde nu een sigaar tevoorschijn, en bood hem er ook een aan. Hebt u misschien een lucifer?" vroeg ik. De man zocht al zijne zakken na, doch vond er geen. Ze staan niet in den catalogus", zei hij. Wat zegt u ?" vroeg ik. Ik heb er geen", zeide hij. Wij reden nu een oogenblik zwijgend verder, en plotseling, terwijl wij een mooi buitengoed voorbijreden, zag ik zijn gelaat opklaren. Van wie is die inzending, ik bedoel, wien behoort die buitenplaats toe ?" vroeg hij. Nooit van gehoord", antwoordde ik. O, zeker buiten mededinging", zei hij weer. Ik keek den zonderlingen man oplettend aan; hij zag er vermoeid en versuft uit. Kijk, dat is mooi!" zei hij plotseling, en wees naar buiten. Wat ?" vroeg ik. Ik zie niets dan een zandhoop". Ja", zeide hij, maar wat een mooie, nietwaar! Zie eens wat rijkdom van tinten ! En welk een heerlijke glooiingen ! O, wat een prachtige zandhoop is dat!" U is zeker iemand, die veel van de stilte en het buitenleven houdt", zeide ik. O neen!" zeide hij, ik houd er heelemaal niet van. Ik kan er niet tegen. Neen, ik moet in de drukte wezen, en als er iets in mijn woonplaats te doen is, ben ik er ook altijd bij. Ik ben ook lid van alle plaat selijke vereenigingen. van Lutjebroek Voor uit !" van Lutjebroek's Serafijnen, kortom, van alles. Ik woon op mijn plaats ook alle begrafe nissen bij, omdat ik het plezierig vind, al die gezichten bij elkaar te zien. Neen, ik moet drukte om mij heen hebben." Men ziet het u aan," zeide ik. Nietwaar?" zeide hij. Ja, dat kan ook niet anders. De grootsteedsche leefwijze verraadt zich van zelf." Hé, kijk eens wat liefelijk!'1 zoo viel hij zichzelf plotseling in de rede. Ik zag uit het raam; wij gleden juist langs een drooggemalen plas, uit welks slib een verdronken, scheefstaande boom opstak. Een rijk gezicht!" zeide hij. Ik hervatte het gesprek. Ge hebt u dan zeker over dit jaar niet te beklagen," zeide ik. Ge bedoelt met de onafhankelijkheids feesten?" antwoordde hij. Neen, ik ben zeer tevreden. Ik heb werkelijk genoten. Ik ben overal geweest, waar maar iets te doen was. Ik heb niets overgeslagen." Ik begon hem met zekeren eerbied aan te zien; die man was i een oprecht vader lander, of gek. Ja," ging hij voort, het was een bovenaardsch jaar. Het was een droom, die door geesten vervuld werd. Ik zal nimmer weer zooiets aanschouwen. Kleederkunst, volks kunst, tuinkunst. Nijverheid en kunst te Tilburg, kunst te Groningen en Haarlem, nijverheid te Gouda en Zwolle, kunstnijver heid te Leeuwarden. Het was alles al even leerzaam. Historische optochten, historische prenten, historische kunst. Ik heb nooit ge weten dat zooveel dingen historisch waren. En dan de Entos! Zeer leerzaam en ook zeer aangenaam. Zooiets ziet men in Lutje broek niet, en is dus ook daarom weer leerzaam. Ja, ik heb waarlijk genoten!" En nu is u voldaan?" Aan den eenen kant ja, maar aan den anderen kant weer niet," zeide hij, en nu zag hij mij weer aan met denzelfden be drukten, ziekelijken blik als eerst. Want weet gij wat er nog aan ontbrak?" Neen," zeide ik. Wel," zeide hij, en pakte mij bij een knoop van mijn jas beet, allén nog een tentoonstelling van woestijnen." Van wat . . . ?" vroeg ik. Ja zeker," ging hij voort, een tentoon stelling van woestijnen. Want weet ge, dat alles is heel vermoeiend. Werkelijk heel vermoeiend. Het is alles hél mooi, dat is zoo, doch men wordt er zoo'n ander mensch door, hoe zal ik zeggen, men raakt er zoo iets door kwijt, en dan hunkert men naar woestijnen." Natuurlijk! Natuurlijk!" zeide ik, want ik begon het benauwd te krijgen. Maar zou zulk een tentoonstelling niet een beetje eentonig worden ?" Eentonig! Welk een idee! Wat is er immers meer vol afwisseling en leven dan een woestijn!" Ja, ja, natuurlijk, dat is zoo! Maar men zou er toch eerst een weinig mee moeten bekend raken." Mee bekend raken ! Weineen, waarde heer! Een woestijn steelt dadelijk uw hart. Zaagt ge ergens elders ooit zulk een een voud? Zand, zand, niets dan zand! Welk een pretentieloos schoon ! Ge dweept met woestijnen, als gij ze ziet zooals ik. En zoudt ge dat eentonig willen noemen? Denk u eens die hemelsche glooiingen, die malsche golvingen! Er zijn er, zoo fier als een vrouwen-buste van tien gulden. Dat zijn de vleezige woestijnen. Er zijn andere zoo teer als het wiegelied van Brahms. Dat zijn de muzikalische, de etherische, ik zou haast zeggen de vegetarische woestijnen. En dan die rijkdom van tinten ! Groene, gele, roode woestijnen! De woestijn kent alle verwen, welke de menschelijke ziel op het menschelijke gelaat doet verschijnen, vanaf dat van den president eener tentoonstellings-jury, tot aan dat van den niet-bekroonden inzender toe, en als ik schilder was, zou ik ze alle op doek brengen. Het zou een symbolisch meesterstuk zijn, dat ik eenvoudig De ziel der woestijn" zou noemen. En ik geef mijn idee ook niet prijs! Ik zal zelf die tentoon stelling organiseeren. Ik ben er zeker van, ze trekt duizenden! Wie de andere bezocht heeft zal ook deze beslist willen zien. Welk een genot voor de oogen, die eindelooze verten ! Welk een geluk voor den geest, die ademlooze stilten! Het zal een nationaal werk worden ! Ik geniet reeds als ik er aan denk." Toen stopte de trein bij de gemeente Natvijver. De man kwam plotseling tot zichzelf terug. Hier moet ik wezen," zeide hij: tentoon stelling van schoenzolen en gummihakken. Dan nog te Bleekneuzerwaard : stoven en tullen mutsen." Hij drukte mij krampachtig de hand. Bij de woestijnen zien wij elkander weder," zeide hij. En toen ging hij. PEET BOETSER Puzzle 1000 IN N NACHT-PUZZLE Een meteoor van 1000 kilo valt op een eiland in de Stille Zuidzee in een aantal stukken uiteen van verschillend (altijd heele kilo's) gewicht. De inboorlingen, die slecht voorzien zijn van maten en gewichten, kun nen met de stukken meteoor nu in heele kilo's alles wegen, dat 1000 kilo weegt of minder zwaar is. Opgave van de hoegrootheid der meteoor stukken en opgave van den benoodigden tijd voor de oplossing aan M. J. p' a Red. Weekblad De Amsterdammer, Keizersgracht 333 Damspel l Ie Jaargang 12 April 1914 Redacteur: J. DE HAAS Graaf Florisstraat 15", Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. ONZE CURSUS De Hekstand De volgende typeslag is niet moeilijk, doch is van bijzondere beteekenis, daar deze eerstens vaak kan voorkomen en bovendien een verrassend karakter draagt daar wit oogenschijnlijk op tweeërlei wijzen slaan kan. Op dit eenvoudig thema zijn heel wat mooie slagen ontworpen. De schijven maar allen weer in slagorde en gespeeld als volgt: Wit Zwart 1. 31-27 18-23 19-23 is sterker om wit zoo lang mogelijk het bezetten van ruit 28 te beletten. 2. 34-29 Zwak! zwart kan nu voordeelig uitruilen. Sterker is 33-28. 2. 23:34 3. 40:29 20-25 17-22 en 12:34 was aangewezen, om 20-25 te laten volgen hetgeen wit's korten vleugel aanmerkelijk verzwakt. 4. 44-40 14-20 5. 40-34 19-24 6. 50-44 10-14 7. 32-28 5-10 Sterker is 17-22, 12:32 om wit het sterk postvatten op het midden door 37-32 of 27-22 te beletten. 8. 27-22 14-19? Door dezen zet gaat wit naar dam. 16-21 was het juiste antwoord. (Stand na den Ssten zet van zwart) ZWART l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 WlT 9. 28-23 19:28 Op 22-28 gaat wit onmiddellijk naar dam door 23:10. 10. 29-23 28:19 11. 38-32 17:28 12. 32:5 Aardig is hoe de zwarte schijf 19 op 28 wordt gebracht, daarna weer terugkomt op 19, waardoor wit het tempo krijgt noodig om op dam te komen. EEN GEESTIGE SPELGANG In een onzer laatste rubrieken verzochten wij onzen jeugdigen lezers te beproeven een vraagstukje samen te stellen met weinig stukken in natuurlijken stand, waarbij de winst verkregen wordt door een geestigen spelgang. Een uitmuntend voorbeeld hiervan is onderstaande stand, die wij eens in een partij zagen toegepast. Door wie kunnen wij ons niet herinneren. Het bleef ons echter bij als een geestig stukje dat wij gaarne publiceeren. ZWART l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 WIT Zwart 7 schijven op 12, 16,19, 21, 29. Wit 7 schijven op 27, 28, 31, 32, 38, 42, 50. Aan den stand ziet men al dadelijk, dat deze uit de partij is. Zwart aan den zet, meent door 21-26 twee vliegen in een klap te vangen. 21-26 wil wit eenerzijds beletten op vak 26 te komen en anderzijds door het volgende spel winst te behalen. Doch zwart had buiten den waard gerekend. Wit Zwart 1. 21-26 2. 42-37 16-21 Zwart voert de voorgenomen beweging uit. 3. 27:16 18-22 Denkt wit te noodzaken tot 18-23. Zwart 19:28 met uitstekend spel voor dezen. 4. 16-11!! Inleiding tot den geestigen spelgang. 4. 22:42 Moet 2 schijven slaan. 5. 37:48 26:28 Moet wederom 2 schijven slaan. 6. 11-13 gewonnen. Men ziet dat met weinig schijven toch verrassende resultaten te bereiken zijn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl