De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 12 april pagina 3

12 april 1914 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

12 April '14. No. 1920 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND a/d TA UNITS. 1913, 55 Artsen ter plaatse, 35000 Kurgasten, 480.000 Baden. Seizoen: 15 April tot 15 October. Gedurende het geheele jaar drinkkuren en baden. Prospectus door Geschaftszirnmer Kurhaus. Beroemd door heilzame resultaten bij Hartziekten, Rheumatiek, Jicht, Ruggemerg, Zenuw- en Vrouwenziekten, lang zame herstelling, Scrophuloce, enz. Ongelukken O C E/\ M Aansprakelijkheid EOKIN 151 - AMSTERDAM Ziekten Automobiel LÜGANO Hotel Bristol. (ITAL1AANSCHE MEREN). Schoonste Winter- en VoQrjaarsverblijfplaats. 1ste kl. Hotel, prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamers vanaf f r. 4.?. Pension vanaf f r. 9.?. Eig.: C. CAMENZIND. Prosp. gr. en f r. Intern. Verkeersbur. Raadhuisstraat 16, Amst. SI EERST! BD. FABRIEK YAH ASBESTCEMTPLATE Martin U".MABTINITPLATEN zfln: brand-, trek- en krimpvrjj. Vraagt prjjzen en monsters. AD FLES'. 113, Amsterdam. ALLEN DRAGEN Kousen en Sokken van WICHER JANSEN UTRECHTSCHE TRICOTA6E FABRIEK TKECHT. AVIATA" Garantie Kousen en Sokken Gegarandeerd voor 6 maanden. Wij verstrekken gaarne adressen van wederverkoopers. wordt S fl. 7.50 franco en vry van invoerrechten aan huis geleverd. Zy is ongemaakt, waschecht en is voorzien van echt Zwitsersch borduursel. De japon bestaat uit: 4 : 20 M borduursel van 48 cm breedte op 4:20 M Zwit sersch batist van 116 cm breedte. Zy Is verkrygbaar In het: wit met wit borduursel, wit met nlew blauw, wit met cerise. wit met lila, wit met abrlcot en wit met zwart geborduurd. Parysche modeplaten met stalen collectie 120 van bor duursels franco op aanvraag. Specialiteit in Japonnen voor dames, kinderjurken en blouses in de allernieuwste stoffen. Onze geborduurde Japonnen en blouses zyn ongemaakt. Knippatronen worden echter by bestelling in elke gewenschte maat geleverd. L/uzem 'Zwitserland ' naar de Bollenvelden per Vraagt gewijzigd prospectus. -Auto-JPaJaee DE WIT, Hilversum BOUWT TE NUNSPEET, Mooie boschnjke terreinen. Spoor.Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet. DE OBAMPAüN AUTOMOBIELEN. Hoofd-Agent voor Nederland: J. LEONARD LANG, Stadhouderskade, AMSTERDAM. -?** « , . -v?; ? LIBERTY ! A B BLOUSES VAM WITTE VOILE . B MET OPEM ZOOM MET WIT .BORDUURSEL fi£T CHIMEE5CHE KANT Fl /^ Fl 95 6 4: .75 METZ&G AMSTERDAM sGRAVENHACE EENICE VERTEGENWOORDIGERS IN NEDERLAND Allereersten rang. Te midden van eigen groot oud park, HET AUCJUSTA VICTORIA BAD, Geneesheer-Directeur Dr. Med. G. HüLSEMANN, meest moderne comfort, 40 privébadkamers met directe is met het Hotel verbonden ten dienste der gasten, die niet verplicht zijn een kuur te ondergaan. toevoer van het warme bronwater uit de hoofdbron. Een uit 18 afdeelingen bestaande, volledig ingerichte pshysicalisch-orthopaedische kuurinrichting, Warm en koud water in alle kamers. Auto Garage. ter specjale behandeling van spier- en gewrichtsziekten, zenuwziekten, verlammingen, enz. In het hotel afzonderlijke eetzaal voor JI?HT-DIKKT. Prospect, gratis. Int. Verkeersbur. Raadhuisstraat 16, Amsterdam, den Haag Papestraat 5. lllllllllltlMlllllltllllllllllllMlllllllllllllllllMIIIHHIIMIIIIIIIIllMMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIMilllllllllllllllllllllllllll hoek zitten, zonder een woord te zeggen. En dan ging hij onverwachts weer aan het werk en deed alleen meer dan vele daglooners te saam. Als de dagtaak volbracht en het avond was, sloeg hij den weg naar Arles in en liep door tot hij in de schemering de torens der stad zag. Dan keerde hij terug. Nooit ging hij verder. De lieden van de hoeve wisten niet meer wat te doen hem zoo te zien, altijd somber en alleen. Zij vreesden een ongeluk... Eens aan tafel zag zijne moeder hem aan met oogen, zwaar van tranen, en zei: Hoor eens Jan, als je toch dat meisje hebben wil, in Gods naam, neem haar..." De vader, rood van schaamte, liet zijn hoofd op zijn borst zinken. Jan gaf een teeken van neen" en stond op van tafel. Van dien dag af kwam er verandering in Jan's leven; hij deed, om zijne ouders ge rust te stellen, alsof hij vroolijk was. Men zag hem weer waar gedanst werd, in de herberg, op feesten, zelfs leidde hij eens de Farandole. Zijn vader zei: Mijn zoon is weer ge nezen." Zijn moeder had echter altijd vrees en waakte meer dan ooit over haar kind. Jan sliep met zijn jongeren broer vlak bij de zijwormenschuur; de arme vrouw liet naast hun kamer een bed zetten. Voor de verzorging der zij wormen kon ze misschien 's nachts noodig zijn, gaf ze voor. Het feest van Elisius naderde. Groote drukten en plezier op de hoeve ... Er was Chateau neuf voor een ieder, er werd wijn gedronken als water; muziek, dans en vuurwerk, de boomen vol gekleurde lantaarns... "Leve Sint Elisius!" ... Men danste de Farandole om er bij neer te val len. De jongere broer van Jan, een niet al te slim ventje, liep overal rond om zijn nieuwe blouse te laten zien... Jan zelf zag er opge wekt uit; hij wilde zelfs met zijn moeder dansen. De oude vrouw schreide van geluk. Om twaalf uur gingen allen naa"r bed. leder FEUILLETON HELDEN! DOOR LILI Opmerking: Deze gebeurtenis is geschied,, zooals ik ze vertellen ga. Zij speelde zich af te Reichenberg (Bohemen) in 1896. Ik hoorde ze herhaalde malen door een oogge tuige vertellen, en telkens greep zij mij aan door den prachtigen heldenmoed, dien zij openbaart. Vandaar dat ik ze navertel. Herfstweer, koud, guur en grauw. Op de straten loopen slechts weinig menschen en om de groote katoenfabriek is alles rus tig. Dat wil zeggen rondom, daarbinnen is alles aan het werk, de machines draaien en razen, en de honderden katoen spinsters zijn druk bezig. De uren gaan voorbij, eentoonig als al tijd, en pas tegen vier uur wordt het druk ker op de straten. Daar plotseling doortrilt het de menschen als een electrische schok: Brand!! Het brandt in de katoenfabriek!" De angstwekkende woorden springen van mensen tot mensch en overal, waar men ze verneemt en herhaalt, vervullen medelijden en onbedwingbare niewsgierigheid de harten. En alles snelt naar de fabriek. Dikke rook-wolken dwarrelen op van het dak, hier en daar berst een vensterruit met had rust noodig;. .. alleen Jan sliep niet. Later heeft zijn jongere broer verteld, dat hij den heelen nacht had liggen snikken. * * Den volgenden morgen tegen dat het dag werd, hoorde Jan's moeder iemand in haar kamer loopen. Het was alsof zij een voor gevoel had, dat er iets gebeuren zou. Jan ben jij het? Jan geeft geen antwoord. Reeds is hij op de trap. Haastig staat zijn moeder op. Hij gaat naar den zolder, zij hem achterna. Jan, in Godsnaam! Hij sluit de deur en doet den grendel er op. Jan, mijn jongen, kind,antwoord! Wat ga je beginnen ? Al tastend zoekt ze met haar oude, bevende handen, de klink. Een venster hoort ze open gaan, dan ... de plof van een zwaar lichaam op de steenen van den hof, meer niet... Hij had het gezegd, de arme jongen: Ik heb haar te lief Ik zal er aan sterven!.." Dien morgen vroegen de dorpelingen elkaar wie er op de hoeve van baas Estève zóte keer mocht gaan. Op de hoeve voor de steenen tafel, bedekt met dauw en bloed, stond Jan's moeder, bijna geheel naakt, te jammeren, met haar zoon dood op haar armen. * * * Dit verhaal schoot Daudet te binnen, toen Blanche Fargueil hem vroeg een stuk voor haar te schrijven met een mooie moederrol. In zijn drama heeft hij deze geschiedenis gela ten zooals hij die gehoord had en het zwaarte punt gezocht in de psychologische ontleding, in het van oogenblik tot oogenblik volgen van den strijd tusschen liefde en eer. Van Jan's broer heeft hij een simpeltje gemaakt, en de personen met een ouden herder vermeerderd. In Prov.ence gelooft men namentlijk, dat een simpele geluk aanbrengt. Zoo lang Sim peltje dan ook onnoozel blijft, heerscht er geluk op de hoeve, maar zoodra herkrijgt het niet zijn verstand of het schrikkelijke een droog, knappend geluid en ook daar puilt de rook uit, als watten zoo dik. Doch van vlammen geen spoor. De Brandweer is gewaarschuwd, maar aangezien er geen mensch meer in de fabriek is, wordt er niet veel haast gemaakt, de boel is toch verloren en daar zij afgezonderd staat zijn er geen andere woningen in gevaar. De menigte trekt langzaam af, een paar honderd hoog stens blijven nog toezien. Plotseling gaat er een kreet van ontzet ting op, schril en luid ... daar, uit het hoog ste dakraam, klimmen n voor n, bleek van angst enkele vrouwen; vier- achtelf!... Elf vrouwen, jonge arbeidsters en een oud moedertje schuiven daar voort in de nauwe dakgoot, onder zich de duizeling wekkende diepte (vier verdiepingen hoog waren zij,) naast zich de gulzig-lekkende vuurtongen... EEN LADDER! Een paar toeschouwers rukken zich los uit de verlammende hypnose, door dezen aanblik veroorzaakt, en zoeken driftig naar ladders. Men brengt wat men vindt, doch alles is veel te kort om het dak te kunnen bereiken, en ondertusschen die elf daar, ster ven van ontzetting, en slechts nu en dan uit de saamgeknepen keel de noodkreet. Een ladder! Het vuur nadert!" Het zoeken wordt steeds hartstochtelijker en de duizenden toe schouwers mee-lijdend en mee-voelend als een enkel hart, hijgen en steunen van wanhoop. onheil heeft plaats. Nauw hangt hiermede saam het profetische van den herder, die deze omkeering had voorspeld. Simpeltje houdt met het verhaal van een arm geitje, dat door den wolf opgegeten wordt, nog eene Provencasche overlevering in eere en symboliseert in den strijd van den wolf met het geitje, die een dag duurde, om aan den avond te worden beslist, de worsteling tusschen liefde en eer van zijn broer lan. *** Alph. Daudet heeft zijn stuk genoemd: L'Arlésienne''. Bizet heeft het met muziek geïllustreerd. Daarom noemde men het wel eens: Opera parlé". De auteur heeft den hoofdpersoon den naam van Frederi" gegeven, zooals zij, die la langue d'Oc" spreken, Frederic"' noemen, en van het gehoorde het volgende drama gemaakt. Frederi, een jongen uit Crau, is verliefd op een meisje uit Arles. Als men bezig is met de toebereidselen voor een bruiloft, komt een paardenkooper uit Camargue birfhen, die besloten heeft het huwelijk te voorkomen. Door het toonen van brieven bereikt hij gemakkelijk zijn doel, zoodat ieder overtuigd is dat het meisje uit Arles zijne minnares is. Frederi vervalt in wanhoop. Te vergeefs toont zijne moeder de grootste liefde en teerheid; te vergeefs vertelt zijn jongste en eenigste broer, die niet recht bij het hoofd is, hem een aandoenlijk verhaal van een geitje, dat opgegeten wordt door een wolf; te vergeefs laat de lieve en mooie Vivetteblijken hoe teer en innig zij hem lief heeft. Frederi is baloorig geworden en weet niet wat hij wil; hij blijft het meisje van Arles lief heb ben, ook zelfs als hij haar minachten moet. Hij wil nog met haar trouwen, maar hij trouwt haar niet; hij wil Métifis, zijn medeminnaar dooden, maar hij doodt hem niet, terwijl het slot van alles is, dat hij met Vivette trouwt. De bruiloft wordt met muziek en dans gevierd; de ouderen zin gen oude liederen, de jongeren dan?en de Farandole. De vlammen breken nu in lichte laaie uit, en de ladder is nog niet gevonden.. . De menigte is weer aangegroeid tot een onoverzienbare menschenmassa ! Arm en rijk, jong en oud staan daar zijde aan zijde en staren naar de ramp, die zich voor hen af speelt. En toen er nu geen enkele ladder lang genoeg bleek te zijn, toen gingen er kreten op van smart en sterke mannen schreiden als kinderen... (wel wie zou zich durven schamen over zulke tranen ?) Daar ... getortst door vier mannen, hoog uitstekend boven de hoofden der menigte, nadert een ladder, hoog, sterk en lang ! Uit volle borst juicht de menigte, een luide, jubelende kreet bereikt die elf daar boven en naar-omlaag ziende zien zij de redding naderen!! Snel wordt de ladder op een laag ge bouwtje geheschen dat tegen de fabriek aan was gebouwd en men richt ze zoo steil mogelijk tegen den muur. Onder ademloos wachten hadden den menschen toegezien, en toen er, ach twee volle meters, een menschenlengte dus, nog te kort kwam, waren er mannen, die in machtelooze wanhoop de handen tesaam knepen, en de elf daarboven schreiden luid En nu gebeurt het heldhaftige. Een kerel, sterk en groot, een blonde germaan, grijpt de ladder van onder vast, en met hulp van twee kameraden zet hij met groote inspanning het uiteinde op zijn borst. Wijdbeens staat hij daar, d? armen gestrekt, de handen vastgeklemd om IIIIIIIIIIIIIMIIIIIMMIMIIIMIIIllMllllllltllllllllnl De avond is reeds lang gevallen; Vivette wacht in het bruidsvertrek tot Frederi zal komen. Zij wacht en wacht... en vermoedt niet wat er gebeurt. Frederi klimt op het dak van de Zijwormschuur en stort zich naar beneden. Dit bewijst zooals de oude herder Balthazar voorspeld had, dat men kan sterven aan liefde. Toen in Parijs L'Arlésienne", het meisje van Arles gespeeld werd, behoorde het tot een kinderlijk genot van Alphonse Daudet, kort vór het begin der bedrijven over het tooneel te loopen. Het wonderschoone decor gaf zoo volmaakt de streek zijner geboorte, Provence, weer, dat hij zich wer kelijk verplaatst gevoelde in het zonnige Zuiden, in Provence, waar men Jiederen aan de zon zingt: Grand soleil de la Provence, Gai compère du Mistral. Toi qui siffles la Durance Comme un coup de vin de Crau. J. H. R. Tentoonstellingen en Veilingen IN HET STEDELIJK MUSEUM TE AMSTER DAM, wordt van 4?19 April een tentoon stelling gehouden van ceramische kunst door C. J. L a n n o o y. IN HET STEDELIJK MUSEUM TE AMSTER DAM, wordt van 4?26 April gehouden een tentoonstelling van eenige werken door Abraham Hesselink en Hobbe S m i t h. Nieuwe Uitgaven E. D'OLIVEIRA, De Jongere Generatie (ver volg op De mannen van '80"), get'll., 267 pag., No. 276-78 v. d. Ned. Bibl. Uitg. Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. PH. C. VISSER, De Nederlandsche Alpende sporten, de tanden op elkaar geperst dat de wangspieren zich bollen. Twee makkers ondersteunen hem en: Naar beneden!" klinkt het kort en bevelend. En daarboven, terwijl de vlammen zeker en vlug naderen, daarboven schuift men behoedzaam en liefdevol eerst het oude moedertje naar den ladder! Doch het arme oudje, duizelig van angst, doet een verkeerden stap en, achteroverval lend, telkens neerketsend op de sporten, valt zij zich te pletter op den grond. De drager werd wit, vaster nog spanden zich de spieren, en hij liet niet los Nu dalen ook de anderen af, eerst n voor een, doch nu de wilde angst haar aan grijpt, staan er twee, drie tegelijk op den ladder dan wrikt het lichaam van den drager, in dikke druppels parelt het zweet op zijn voorhoofd; doch hij laat niet los. En in wilde vaart dalen zij af, al sneller en sneller, de ladder zwiept onder den last en weer ziet de menigte ademloos toe. De elfde, de laatste, zij, die alle anderen geholpen heeft eer zij aan eigen redding wilde denken, de elfde zet den voet op de bovenste sport. Snel, snel, want nu breekt het vuur met alle geweld uit. Krakende balken, ver-wegspringende, gloeiende stuk ken hout, ineenstortende muren, zwarte rookgulpen en rood-laaiende vlammen, de gansche ontzetting van een brand. Snel, snel dan toch, de drager raakt uitgeput, alles beeft aan hem, in stralen gutst het zweet vereeniging, 30 pag. Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar's Uitg. Mij. Mededeelingen derNederl.Alpenvereeniging No. l, 1913, f 0.75. Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar's Uitg. Mij. Lodewijk Schelfhout en zijn kunst. Met een inleiding van JOANNES REDDINQIUS, 35 pag., f 0.50. Amsterdam, De Moderne Boekhandel. Jhr. dr. C. G. S. SANDBERG, Indië verloren, rampspoed geboren, 24 pag. 's Gravenhage, D. A. Daamen. J. R. SNOECK HENKEMANS, Het OntwerpOuderdomswet van 6 Februari 1914, 38 pag. 's Gravenhage, D. A. Daamen. G. J. A. WESSELINGH, Ons Antwoord op het Zaandamsche voorbeeld. Overzicht en beschouwingen over de Zaandamsche regle mentsherziening, 48 pag. Uitg. v. d. Ned. Federat. Bond v. Gemeentewerklieden, Gov. Flinckstraat 388, Amsterdam. De Vrouw, de Vrouwenbeweging en het Vrouwenvraagstuk, afl. X. Amsterdam, Mij. Elsevier." W. J. ESSER, De hond geen trekdicr, No. l der uitgaven van het Comitéin zake het trekhondenvraagstuk", 8 pag. Den Haag, drukkerij Trio." J. PEDERSEN BJERQAARD'S Practische hoenderteelt, uit het Deensch vertaald door M. v. EEDEN-V. VLOTEN, 2e geheel herziene druk, bewerkt door C. J. G. REPELIUS. Met 112 af b. in den tekst en 3 afz. platen in kleuren, 250 pag., f 1.70. Amsterdam, Scheltema & Holkema's Boekhandel. langs zijn gezicht, de borst hijgt, krijtwit het gelaat. Snel! De laatste schreden doet zij, en op dat zelfde oogenblik zakt hij in elkaar... de reus van zooeven is niets meer dan een slap-neerhangend lichaam dat men voor zichtig wegdraagt. Eerbiedig en stil wijkt de menigte uiteen, een held gaat daar voorbij. De brandweer werkt voort en in enkele uren heeft het vuur uitgewoed. De volgende morgen breekt aan, en de nieuwe dag weet niets van zijn voorganger. In de roerige stad eischt het leven weer zijn rechten en al het andere is schier ver geten. Een toeschouwer echter is nog vol van het gebeurde en hij doet navraag naar den held van gister. Velen weten naam noch woonplaats, doch eindelijk verneemt hij, dat de man zwaar ziek lag door de overmatige inspanning en daarbij arm is en eenzaam. De vrager is niet alleen arm, doch ook nog schuchter, hij doet dus verder niets voor den lijder, doch iets van haat komt in hem op als hij later hoort hoe de held in armoede en krankheid is gestorven, en dat er niet n van de fabrieksbezitters zich om hem heeft bekommerd.... Dat was toen, vór achttien jaren, nu zou het misschien anders gaan, doch juist daarom, omdat die held in vergetelheid is gestorven, is het goed dat wij hem herdenken met iiefde en eerbied.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl