Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
12 April '14. No. 1920
Een doorbraak van den rechtsbuitenspeler van het Nederlandsche elftal; links de gepasseerde Duitscher
Het enthousiasme der menigte in het Stadion na het maken van Holland's eerste doelpunt
In het Amsterdamsche Stadion
HOLLAND?DUITSCHLAND
Wat is de reden geweest, dat de be
langstellenden rond de kalklijnen van het
voetbalveld in luttel jaren zijn aange
groeid van tien- en honderdtallen tot
duizenden, dat de tegenzin van een deel
der wat herablassend kijkende
studieNederlanders vermindert, en dat de eerste
landenwedstrijd in het nieuwe Stadion
meer dan 22,000 toeschouwers trok?
In de allereerste plaats het spel zelf,
zoowel om zijn inhoud, als om zijn uiter
lijke schoonheid.
Wat, zult gij zeggen: de schoonheid
van ons, aestheten, ware te vinden bij
die dwazen, die, omringd door een tie
rende bende, zinneloos achter een bal
draven ?....
De sierlijke houdingen, hét zwierige
gebaar van lawn-tennis, dat luchtig
flirten met lichte ballen, hetwelk meer
lenigheid dan kracht demonstreert, de
voorname stijl van het rustige, minder
actieve cricketspel, vinden we op het
voetbalveld niet. Voetbal is een spel,
waarbij kracht en forsche stevigheid be
langrijke factoren zijn, doch in de actie
van het spel, in het in suizenden ren
aanstormen eener voorhoede, in het door
nijdig en resoluut vasthouden afslaan van
een vinnigen aanval, in dat rennen en
draven, dat de stoere of slanke body's
dwingt tot houdingen van fiere kracht
of ingehouden afwachten, in die onstui
migheid en dat zelf-vergeten, leeft, be
halve de emotie en de opwinding, de
schoonheid van een hartstochtelijk leven
machtig.
Het is een genot te zien hoe de dik
wijls weigebouwde, moderner en vreed
zamer gladiatoren elkander in de arena
bekampen, met aanwending van al hun
krachten en uiterste behendigheid, dik
wijls met respectabele durf en
kleinachten van lichaamspijn. Meer dan gymnas
tiek en" meer dan andere spelen, schijnt
u, zelf in den roes der bewondering, het
voetbalspel de triomf der lichamelijke
opvoeding, ook uit aesthetisch oogpunt.
Voetbal is hét spel van combinatie en
taktiek in gelederen en ontwikkelt
daarom ook nog anders dan lichamelijk
alleen. Een voetbalspeler is lid eener
gemeenschap van elf man; hij weet zijn
persoonlijke taak, welke betrekkelijk be
grensd is, en welke hij slechts uit kan
voeren in samenwerking met anderen,
die op hun beurt zijn medewerking be
hoeven. Dat in een dergelijk spel, afge
zien van andere voordeelen, een
paedagogisch beginsel van goeden huize schuilt,
heeft men in Engeland begrepen, waar
voetbal de schoolsport bij uitnemendheid
is geworden.
* *
*
Het is zeker, dat een deel van het
publiek noch voor de schoonheid noch
voor de opvoedende waarde van het spel
iets voelt of er ooit over denkt. Zijn
belangstelling is voornamelijk primitief,
en het heeft hier in verzachten en onbloe-'
digen vorm zijn klein stierengevecht, dat
het mint om de emotie van den
aangrijpenden kamp en niets meer. Het zou
een wilde zwijnenjacht zien met denzelf
den hartstocht. Het gaat naar een variété,
naar een prikker-bioscoop, met onge
veer dezelfde verwachtingen en denzelf
den bijna beestelijken honger naar ver
zadiging, als naar het voetbalterrein. En
het keert, wanneer de strijd spannend
was, het verloop emotioneel, met een
zelfde bevrediging huiswaarts.
Doch talrijk zijn de minnaars van het
spel om zijns zelfs wille, de lieden die
de fijnheid eener combinatie zeer wel
doorzien, die k intellectueel" genieten
IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIllllliHII' ItlHHIIIIIIIIItnillllllllllMMIIIIIIIIIlilllllllllllMltmill
De onttakeling van het Vrijheidsbeeld op den Dam: De Ned. Maagd,
bijgenaamd Naatje, zwevend tusschen het eindige en het oneindige
De toss" d.w.z. het met kruis of munt
werpen beslissen: wie begint. Links
de Duitsche captain: Jaeger, in 't midden
Howcroft, de Engelsche scheidsrechter,
rechts de Hollandsche aanvoerder: Lotsy
van de technische details van een wed
strijd.
Doch beide categorieën, de pri
mitieven en de kenners", groeien samen
tot een menigte, die in zijn voorkomen
en uitingen tal van Hollandsche eige
naardigheden heeft verloren. De Hollan
der, zoo flegmatiek en gereserveerd, zoo
bangelijk als 't op zijn reputatie van
fatsoenlijkheid aankomt, slaat op het
voetbalterrein uit zijn veilige haven van
kalme ingetogenheid en vaart met alle
zeilen brutaal geheschen het onstuimige
sop der geestdrift op! Hij let niet meer
met pijnlijke nauwgezetheid op, of soms
kennis of verwant konden aanstoot ne
men aan zijn spontaan enthousiasme.
Hij moedigt.aan, treurt luidruchtig, gilt,
schreeuwt, juicht, zwaait met hoed of
zakdoek, in 't kort: is onbeteugeld in
zijn opgewonden uitingen. Op het voet
balveld, zoowel op de staanplaatsen als
op de deftiger tribunes, heeft hij zich
einnelijk een vrijheid van handelen veroverd,
die hij zich anders nergens gunt.
Hier staat hij niet alleen voor zijn
persoonlijke opinie, maar durft haar ook
frank, en desnoods demonstratief, te uiten.
De voorzichtigste baas heeft hier een
krachtige eigen meening, welke zelfs
tegenover die van zijn lijfblad geen kamp
geeft!
Het is dus duidelijk welk een opvoe
dend werk deze voetbalwedstrijden, vooral
internationale ontmoetingen als die van
den gepasseerden Zondag, behalve voor
de spelers zelf, voor de groote massa bezig
zijn te verrichten. Er waren meer dan
22.000 toeschouwers in het Stadion, van
wie zeker een 15.000 ruim twee uren
geduldig in den regen hebben staan
wachten, zonder te mopperen of te vit
ten, toegerust met een goedmoedigheid
en inschikkelijkheid, welke nu pas blijken
ook hier inheemsch te kunnen zijn.
En toen het spel een keer begonnen
was, had het de geheele massa onmid
dellijk in zijn forschen, onstuimigen greep.
Onder een deftigen hoogen hoed en on
der een fietspet, onder een stijf dopje
en onder den neergebogen rand van een
coquette toque brandden de oogen even
fel het hel-groene veld in, waar de spe
lers zich gaven met de uiterste inspan
ning van fiziek en intellect, zich niet
sparend en in niets ontziend hun lenige,
jonge body's. Wanneer een vleugelspeler
met stoere doorzetting, nooit versagend,
de tanden op elkaar, was doorgebroken
(zie de linksche foto) en als een golf
van koene wil en duivelsche durf de
geheele Hollandsche voorhoede aanstoof
op het Duitsche doel, waar de
verdedigers weerbaar gekromd tot sprong of
trap den stormaanval afwachten of hun
robuste lichamen onvervaard tusschen
de aanvallers smeten, dan relden de kre
ten en gillen als een storm van aanmoe
digingen over het veld. Drommen trap
pelden van emotie als de Duitsche
voorlinie, met een zeldzaam fijn begrip van
combinatie er van doorging, ieder speler
met zekere intuïtie de plaats van zijn
nevenman wetend, de lijn van spelers
als een vlug voortglijdende slang vol
onverwachtsche kronkels en plotse wen
dingen ____ tot de Hollandsche
doelverdediger met een koenen, zuiver
afgemikten roofdiersprong ingreep
---
Het Amsterdamsche Stadion, dat straks
30.000 toeschouwers kan bergen binnen
zijn zware muren, zal, door de
voetbalsport ingewijd, in de toekomst een be
langrijk centrum zijn van lichamelijke
opvoeding in t algemeen.
HESSEL JONGSMA
Muziek in de Hoofdstad
Matthaus-Passion
Het globale temperament der Hollanders
schijnt de twee manieren te bepalen, volgens
welke zij muziek in zich willen opnemen.
Terwijl hunne dirigenten Gluck, Mozart,
Beethoven, Berlioz en Wagner mummificeren
tot dien graad, waar de beving van 't leven
verstart, waar de verrukking terugwijkt, waar
de teederste ontroering zou beginnen en de
passie, welke men 't langst zou herdenken,
dien graad, waar het al-menschelijke, dat
zij beleden, geschonden wordt en men den
componist, gelijk hij in zijn leven was, niet
terugkent, terwijl men zoo de vurigheid van
melodie en rythme of de tragiek dooft van
meesters, wier wezen deze sprak, daar
trachten zij anderszijds eenige componisten
boven hunne menschelijke kracht te heffen
en de marionnetten, tot welke ze 't liefst
een toevlucht nemen, te dompelen in den
gloeienden schijn eener opstanding. Tot
zekere hoogte natuurlijk!
De compositie, die men 't meest cultiveert
op de tweede manier, het werk, welks
donkerte ik instinctief vrees en welks toch
onontkomelijke emanaties ik afschud als een
boozen droom, dit is de Matthaus-Passion
van Bach (1685-1750). Zij keert ieder jaar
terug als viering van den Palm-zondag, en
altijd met denzelfden toeleg, met dezelfde
bedachtzaamheid, met dezelfde aan gespannen
stemming, die eischt dat de zangeressen
zich in 't zwart kleeden^en dat er niet
geapplaudisseerd wordt, wat het Concert
gebouw *) hervormt tot eene vierkante
neocatacombe, de muziek tot een immens
grafgezang, eene ontstellende neerslachtig
heid. En alles gaat rustig zijn gang gedurende
de lange uren, alsof daarbuiten geene zon
scheen, alsof er geen nieuwe luwte in de
lucht kwam, alsof de lente niet herboren
werd in nieuwe lokkingen van mildheid en
vreugde, in den dauw der jonge knoppen.
Wanneer de parabel van Antonius' Preek
voor de Visschen ooit pijn mocht doen, dan
in dezen tijd, welke de ruïne lijkt van het
vorig geslacht. Men moet zijne voorgangers
vèreeren en oude, belangrijke tijdschriften
doorlezen, van 1885 tot 1895 b.v., om de
bitterheid van deze observatie en hare juist
heid te beseffen. Wat is er gegroeid uit den
bloesem hunner aanbiddingen van
onverwelkbare zon en licht ? Men behoeft slechts
een klein inzicht te hebben in de bestemming
van een Nietzsche of Wagner om het
gebrokene van hun invloed te omvatten en te
betreuren, men behoeft slechts de absolute
nutteloosheid te zien van kunstenaars als
Bruckner en Mahler, de ondergang en de
omduiding der waarde van eiken schoonen
stijl, welke machtig had kunnen worden, de
hypocrisie, waarmee elke nieuwe schoonheid
gedurende de laatste decenniën
geacademlseerd, uit het leven gerukt is en vervaald
om de ergernis te beseffen, welke soms de
enkelen overvalt, die niet alle helderziend
heid missen. Want of men b.v. hier in 't
land de roeping neemt van den ouden
Cuypers of van Berlage, de twee
door
*) Men heeft Zondag zelfs de lichten uit
gedraaid, om ons te heiligen!
IIUtllllllllttllllllllMlllllllllMIIMIIIItlllllllllllllMlIlllllllllllllltlllllllllHIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIII
De onttakeling van het Vrijheidsbeeld op den Dam: De Ned. Maagd,
bijgenaamd Naatje, geboeid en tot bij het gemeene plaveisel vernederd