De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 19 april pagina 11

19 april 1914 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

19 April '14. No. 1921 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 De Fransche kroonpretendenten (Simplicissimus) Zedelijkheidsmanie in Duitschland (Lustige Blaffer) De Brltsche leeuw (Simplicissimus) De verzoeking van den Heiligen Zedelijkheidsrechter Beleefde Chineezen (Le Rire) Wat stinkt het weer uit Frankrijk. Ze schijnen onze akker goed gemest te hebben! De smart der herinnering (Simplicissimus) Als ik 's middags koffie drink, moet ik altijd aan mijn man zaliger denken. Hoezoo ? Nou, die dronk ook wel 's middags koffie. IIMIIIIMIIIIIIIIHIIIIIIlnlIllllnlIllllllllllllllllllllllnlIIIIIIIIIIMIMIIIIIIIIIIIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIltlllllllllllllllMIlll Of de beheerscher van de wereld thuis Het belangrijkste (Simplicissimus) DE TOLK : Hij wenscht u als begroeting toe, dat u tienduizend jaar moogt leven en dat uw vrouw u tienduizend maal tienduizend kinderen moge schenken. Zeg, weten ze nu eindelijk wat mevrouw Caillaux aanhad bij den aanslag? Schaakspel 24e Jaargang 19 April 1914 Redacteur: RUD. J. LOMAN 36 Heathstreet, Hampstead, London N. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. DE MATCH HOLLAND-ENGELAND Gespeeld in Pulchri-Studio te 's-Hage, U en 13 April j.l. De Britten zijn hun woord gestand ge bleven en hebben hun nederlaag in 1912 bloedig gewroken! Toen wij Donderdag avond 9 April 't Engelsche team te Londen uitgeleide deden, hadden wij reeds een voorgevoel dat de onzen 't ditmaal hard te verantwoorden zouden hebben. Alles wat den Engelschen de overwinning kon be zorgen was aanwezig: vastberadenheid en zelfvertrouwen en deze beide gewichtige factoren als uitvloeisel, niet van overmoed, maar van harde en aanhoudende training. Wij hebben niet alleen een heilzaam lesje in 't schaken gehad, maar deze match heeft tevens aan het licht gebracht dat onze overzeesche buren ook in andere opzichten onze meerderen zijn. 't Is velen, die deze match van nabij hebben gadegeslagen, opgevallen welk een zeldzaam contrast de beide teams te zien gaven. Terwijl de Hollanders zenuwachtig zaten te rooken en onophoudelijk hun borden verlieten om met de toeschouwers of met hun medestrijders de posities en kansen hunner partijen te bespreken of nerveus in 't lokaal heen en weer stapten, bleven de Engelschen, onbewegelijk als standbeelden, aanhoudend in hun spel verdiept. Zelfs in de meest kritieke posities liet hun zelfbeheersching hen geen oogenblik in den steek; of de tijd al spande, dat de toeschouwers de angst om 't hart sloeg, de stukken wer den met een kalmte verzet en 't kloklatje verschoven alsof men volop den tijd had. De stemming als men bij deze menschen nog van stemming kan spreken! bleef onder voor- en tegenspoed steeds de zelfde; noch van uitbundige vroolijkheid of overmoed na een meevaller, noch van misnoegdheid na tegenspoed was ooit iets te bespeuren, zij bleven tot vervelens toe steeds zich zelf gelijk. Een der omstanders merkte zeer terecht op dat de Hollanders hun ge voelens en hun zenuwen te weinig in bedwang hebben, de Engelschen daarentegen wel wat te veel! 't Valt echter niet te ontkennen dat een temperament als dat der Engelschen, hoe weinig amusant ook in den meer intiemen omgang, voor 't schaakspel en voor de sport in 't algemeen groote voordeelen met zich brengt. Een karakteriseerend verschijnsel is dat nagenoeg alle Engelsche voorvechters nietrookers en geheel-onthouders zijn; alleen de meer levendigen en spraakzamen van 't ge zelschap maken hierop een uitzondering. En nu over 't spel zelf: in dezelfde mate als wij in 1912 door de fortuin begunstigd werden, was zij thans tegen ons gekeerd. Yates en Thomas stonden in de eerste ronde beide op verlies en dankten hun winstpunten uitsluitend aan 't slechte en nonchalante spel hunner tegenstanders. Over 't algemeen ver ried 't spel der onzen een betreurenswaardig §ebrek aan routine en de afwezigheid van peijer, te Kolstéen Baudet maakte de deba cle onafwendbaar. Een nederlaag als deze heeft echter ook haar goede zijde; doordien zij ons de opgen opent voor velerlei tekort komingen, die voor verbetering vatbaar zijn. 't Treurige resultaat van 4 tegen 12 geeft geenszins de ware krachtsverhouding der beide teams weer. Wij zijn overtuigd dat de uitslag voor ons belangrijk gunstiger zou zijn geweest als onze matadors dezelfde gelegenheid tot onderlinge oefening hadden gehad als 't meerendeel der Engelschen. Om hierin verandering te brengen zal 't noodig zijn, dat vooral aan de veelbelovende jongere spelers want op hen is voornamelijk onze hoop gevestigd gelegenheid wordt ge schonken zich met de ouderen en meer geroutineerden te oefenen en hun krachten te stalen. Wedstrijden zooals indertijd de wel geslaagde vierkamp te Utrecht moeten en dan op meer uitgebreide schaal een vaste instelling worden. De bond en onze eerste spelers zullen goed doen met vereende krachten aan 't werk te gaan teneinde 't volgend jaar te Londen deze nederlaag te wreken. Hier-volgt de uitslag van den strijd: o~ o-sj . . OJ ? ? CU ? E ' ' o w b ? J3 c « ?= o W UQfc'<:_ t H d ^cé> ai. l l l l l l l ! OOOOOO?O-5JO ?o B « ? ? s ? ? ? s : ?aöo : c «b . ca « . "? m B 5-2g CO Cl O) o u. > a <! «j rt w .JOO E '3 'S o u. , o o A CMco^m<o rWij laten hier de partij volgen die door velen als de mooiste van deze match wordt beschouwd: d4 OPENING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Wit L. Gans d4 Pf6 c4 c5 d5 g6 Pc3 Rg7 e4 d6 Rd3 0-0 Rd2 Pe8 h4 h5 Pge2 Pd7 Pg3 Pe5 Zwart J. H. Blackburne 11. Re2 Pf6 12. Dc2 Rd7 13. 0?0-0 Tb8 14. Tdfl a6 15. f4 Peg4 16. e5 de5: 17. f5 b5 18. b3 bc4: 19. Rc4: Rb5 20. fg6: Rc4: 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. gf7:f Tf7: 43. Tc3 Ta4 bc4: e4 44. Ke5 Ta6 Pge4 Pe4: 45. h5 Th6 De4: Pf2 46. Th3 Kg7 De2 Db6 47. Ta3: Th5:f Tf2: Db2f 48. Ke6 Th4 Kdl Tf2: 49. Tc3 Kf8 Df2: Rc3: 50. Kd7 Te4 Dg3f Rg7 51. a4 Tel Ke2 Tb6 52. Ta3 e5 Tfl Dd4 't Komt zeker niet Tf4 De5f vaak voor dat deze De3 De3:f zetzoolaatgeschiedt! Re3: Tb2f 53. de6:e.p.Tdlf Kf3 Rd4 54. Kc6 Ke7 Te4 Re3: 55. a5 Td6f Te3: Kf7 56. Kc5: Ta6 Te2 Tb4 57. Kb5 Ta8 Tc2 a5 58. Kb6 Tc8 g4 hg4:f 59. a6 Kd6 Kg4: a4 60. c5f Kf5 a3 Zw. geeft op. Damspel MIUMIIININIIIIHIUIIIUIIIII lle Jaargang 19 April 1914 Redacteur: J. DE HAAS Graaf Florisstraat 152, Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. ONZE CURSUS De H e k s t a n d" Een typeslag van merkwaardige constructie en niet gemakkelijk voor het voorstellings vermogen. Het merkwaardigst is wel de stand, die o.i. geen zuivere hekstand" is. Bij den spelgang hierover nader. Wit Zwart 1. 31-26 20-25 2. 36-31 15-20 3. 41-36 18-23 Vroeger werd meermalen op deze wijze geopend, maar dan speelde men voor wit 41-36 en zwart 10-15. 4. 31-27 12-18 5. 37-31 7-12 Op zwart 20-24 volgt Wit 34-30 40:20 33-29 39:30 27-21 32^14 Zwart 25:34 14:25 23:34 25:34 16:27 6. 33-29 19-24 Sterker is 1-7, om op 39-33 van wit met 19-24 te antwoorden. 7. 39-33 De voorkeur verdient 46-31, 39:19 en 42-37. Volgens Leclercq hebben wij hier een hekstand. O.i. is dit niet het geval. Het sluiten met 39-33 maakt den hekstand eenigszins onzuiver. 7. 10-15 Op 13-19 volgt Wit 35-30 27-21 31:15 Zwart 24:35 16:27 13-19 8. 44-39 9. 50-44 Wit dreigt 35-30, 27-21, 31:24. 9. 8-13? Fout! 9-13 was hier aangewezen. (Stand na den 9den zet van zwart) ZWART i C 11 Ib 21 2C 31 36 41 46 f J 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 WIT 10. 32-28 23:21 11. 29-23 18:29 12. 34:23 19:28 13. 33:22 17:28 14. 26:30 25:34 15. 40:29 Een fraaie verwikkeling, die wit een schijf winst brengt en een kansje op een tweede. De vooruitgeschoven voorpost op 28 dreigt gevaar veroverd te zullen worden. EEN VRAAGSTUKJE AAN DE PARTIJ ONTLEEND ZWART l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 WIT Zwart 11 schijven op 6, 8, 9, 11, 13, 14, 16, 19, 20, 21, 33. Wit 11 schijven op 22, 25, 28, 30, 32, 34, 36/38, 43, 45. Bovenstaande stand is uit een partij, ge speeld tusschen de heeren E. Leclercq met wit en Jobert met zwart. Wit is aan den zet en wint. Een hoogst eenvoudige stand, zooals ze vaak in de partij voorkomen. Hoogstwaar schijnlijk is zwart's laatsten zet 15-20 geweest. Hoe wint wit nu? OPLOSSING VAN HET VRAAGSTUKJE Zwart 10 schijven op 6, 11, 13/16, 18, 20, 23 29. Wit'10 schijven op 22, 26, 27, 31, 35, 36, 39, 40, 43, 45. Wit Zwart 1. 22-17 11:22 2. 39-33 29:49 3. 40-34 49:21 4. 26:8 imiimmillllMMIIimMlIIMIHIIIIIMIHIIIHMIIM Goede oplossingen ingezonden door O. Bos te Arnhem; Jb. v. d. Berg te OudBeierland: J. Oskam te Utrecht; H. R. O. Schlüter te Den Haag; G. de Weert te Valthermond. Onze trouwe oplosser D. v. N. te R. geeft het volgende spel aan, dat wel mogelijk, doch niet noodzakelijk is. j?J8-2 35-30? 2:20 20-25 6-11 16-21 15:35 D. N. zegt dan terecht, dat het spel remise is. Qoch 35-30 is in dit geval een zwakke zet, doch uit een en ander blijkt dat D. N. onderzocht of het eindspel gewonnen is. J. O. te U. Ik wist wel, dat u het zoudt vinden. Nogmaals 3-9 Is gespeeld. Het staat vlak boven het bewuste gedeelte. Speel het nog eens na en let maar goed op. Verder een prettige vacantie UIT DE PARTIJ ZWART l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 WIT Zwart 11 schijven op 2, 3, 6, 8, 14, 16/19, 23 29 Wit' 11 schijven op 27, 32, 34/40, 41, 43. Bovenstaande stand is uit een partij, ge speeld door den heer F. Carlebur uit Utrecht met zwart. Een bijzonder leerzaam stukje, want de stand is zeer actueel. Het is tegen woordig aan de orde, voor zwart een schijf te plaatsen op 29. Dergelijke standen zijn gevaarlijk voor beide spelers, met betrekking tot de vooruitgedrongen schijf. Zwart zou deze kunnen verliezen; geschiedt dit niet en blijft deze integendeel op 29 gehandhaafd, dan wordt zij een gevaar voor wit, daar zwart dan in het eindspel beter staat. In den diagramstand is wit aan den zet. Deze heeft geen anderen zet dan 35-30. Dat wit 39-33 of 34-30 niet spelen kon, zag deze wel. Ook dat op 37-31, zwart door 18-22, 23:12, wit 34:23, zwart 19:46 winst behaalt. Wit meende, dat het volgende wel ging en speelde: 1. 36-31 Gij zult zien, dat ook deze zet niet opging. 1. 18-22 2. 27:18 23:12 3. 34:23 19:28 4. 32:23 12-18 5. 23:21 16:47 De heer Carlebur toonde ons den stand en slag. Wij staan er echter niet voor in, dat de stand geheel juist is. Wel de slag wending en daar komt het op aan. * * * .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl