Historisch Archief 1877-1940
26 April '14. No. 1922
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
u. mm m. FABRIEK VAK ASB&STC?T,JLATEH
/lartinit".
KARTINITPLATEN zfln: /,
brand-, trek- en
krimpTrjj.
Vraaart pry»en en monsters.
A. LUI E S:
raqlusweg 113, AmHterdam.
LUGANO
HötelBristol.
(ITAL1AANSCHE MEREN). Schoonste
Winter- en Voorjaarsverblijfplaats. 1ste kl.
Hotel, prachtig gelegen, met gr. Panorama.
Kamers vanaf fr. 4.?. Pension vanaf fr. 9.?.
Eig.: C. CAMENZIND. Prosp. gr. en f r.
Intern. Verkeersbur. Raadhuisstraat 16, Amst.
ALLEN DRAGEN
Kousen en Sokken van
WICHER JANSEN
UTRECHTSCHE TRICOTAGE FABRIEK
UTRECHT.
AVIATA" Garantie Kousen en Sokken
Gegarandeerd voor 6 maanden..
Wij verstrekken gaarne adressen van wederverkoopers.
op RIJWIEL,, RIJTUIG, en AUTOBANDEN
waarborgt soliditett.
Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)
a/d TACtfUS,
1913, 55 Artsen ter plaatse, 35000
Kurgasten,.480.000 Baden. Seizoen:
15 April tot 15 Oct. Gedurende het
geh. jaar drinkkurenen baden.Prosp.
GeschaftszimmerKurhaus en Intern.
Verk.bur. Amst., Raadh.str. 16, Den
Haag, Papestr.S.Beroemd door heilz.
result. bij hartziekten, r i.eunmtiek,
jicht, rusrgemergr, zenuw- en
yrouwenz.,langz.herst.,scrophiiloce,enz.
worden, direct uit
Zwitserland, franco en
vry van invoe rechten
aan huis geleverd.
Japonnen Blouses
vanaf vanaf
fl. 5.75 fl. 1.95
Kinderjurken
vanaf fl. 2.90
Beste kwaliteit
Zwitsersch borduursel op
batist, voile, crêpon,
linnen en op de
a/lernieuwsfce soorten zyde.
Parysche modep aten
met stalen collectie 120
van borduursels franco
o(> aanvraag.
On/e geborduurde j
>poanen en blouses zyn
ongema ikt.
Knippatroneu wordr-n echter by
bestelling: in elke
gewenschte maat "-eleverd.
BOUWT TE NUNSPEET.
Mooie boschrijketerreinen.Spoor/Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
M.ij DE VELUWE", Nunspeet.
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent voor Nederland:
J. LEONARB LAN6,
114 Stadhouderskade,
AMSTERDAM.
VMS DE AMpAüNE
Ongelukken O C E fl M
Aansprakelijkheid
ROKIff 151 AMSTERDAM
Ziekten
Automobiel
LIBERTY
0;0 TAFELKLEEDEH
«..«DBS KU55EHKLEEDEH
60x60
115x115
130x130
rr
1.50
2.io
MET DE OORSPRONKELIJKE DRUKBLOKKEN IN
IN Dl E GEDRUKT
IN FRAAIE KUÉUREN EM PATROME.N
C/M F i
180*225 3.95
ZICHTZEMDIHC
OPAANVRAAG
5PREIEM
GORDIJNEN
C/M Fl
180X270 4.95
ZICHTZENDINC
OPAAHVRAAC
METZ&G
AMSTERDAM
sGRAVENHACE
Vraagt offerte
MAANDHUUR
Speciaal Adres:
Auto-PalaceDe Wit-Hilversum
?????*? + ????+??
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts H.65 per kwartaal.
Hit III l U II
UIIMIMIMIIMIIIIMMIIIMIMIIIHII
Chineesche Schilderingen
(Lateren tijd)
Eenigen tijd geleden is in dit Weekblad
eene aanmerking gemaakt op eene door mij
in den Larenschen Kunsthandel" gehouden
expositie van chineesche schilderingen, waar
van de meeste uit een lateren chineeschen
tijd waren dan het groote bloeitijdperk der
chineesche schilderkunst, de Sung-dynastie
(960-1280 n. C.). Er is toen beweerd, dat die
latere chineesche schilderkunst zoo ongeveer
piulwerk was, levenlooze imitatie, enz. enz.,
kortom, dat de schilderkunst van de Ts'ing
of Mandsjoe-dynastie (1644?1912) decadentie
en onbeduidende naaperij zou zijn, niet
waard om na eene lezing over de zeer oude
chineesche schilderkunst (Th'ang en
Sungdynastie) te worden vertoond.
Ik ben op het debat niet verder doorge
gaan, omdat het een te persoonlijk karakter
aannam, en de kunst hiermede niet is gediend.
Het onderwerp zelf is echter te gewichtig,
om het er zoo maar bij te laten, zoodat
onder het publiek de meening zou kunnen
ontstaan, alsof werkelijk chineesche schilder
kunst uit de Mandsjoe-dynastie op een zoo
lagen trap zou staan. Persoonlijke kwesties
er geheel buiten latend, stel ik er daarom
prijs op te verklaren, dat zulk een oordeel
geheel ongegrond is. Er is onder de
Mandsjoedynastie nog zér veel schoons geproduceerd
op schilderkunst-gebied, al is daarbij niet
de verheven hoogte bereikt van de groot
meesters der Th'ang en Sung-kunst. Het
zou echter even dwaas zijn, daarom de
Mandsjoe-kunst en bloc" voor minder
waardig te verklaren, als om te zeggen, dat
b.v. de Marissen, Mauve e.a. geen reden van
bestaan hebben omdat ze geen Rembrandt,
geen Van der Weijden, of zoo, waren.
Inderdaad is door Prof. Fenollosa, in zijn
Epochs of Chinese and Japanese Art" de
latere Mandsjoe-schilderkunst vrijwel als
minderwaardig verklaard. Hier staat tegen
over dat Raphaël-Petrucci, de fijne sinoloog
en chineesche kunstkenner bij uitnemend
heid (de auteur van La philosophie de la
Nature dans l'Art d'Extrême-Orient) de
groote verzamelaar ook van chineesche
schilderkunst, met nadruk tegen deze ver
klaring opkomt. Daar het onderwerp van
zooveel 'belang is voor kunstkenners en
collectioneurs laat ik hieronder woordelijk
volgen (hier en daar door mij gecursiveerd)
wat Raphaël Petrucci in zijn werk Les
Peintres Chinois" (Paris Librairie Renouard)
over dit onderwerp zegt:
II est nécessaire néanmoins d'insister ici
sur la valeur que garde la peinture chinoise
du XVIIe au XXe siècle, car c'est une
opinion généralement admise que, s'il y a
encore quelque chose sous les Ming, il n'y
a plus rien sous les Ts'ing (Mandchou H. B.)
Sans doute des léments profpnds ded
cadence s'y manifestent, mais a cótédes oeuvres
inférieures d'autres maintiennent la vitalitc
du passéet la possibilitc d'une renaissance.
Il suffirait pour faire justice de ces opinions
hatives et mal informées de s'en rapporter
geschreeuw naar de bovenste dunne takken,
waar zij hen niet kon volgen. Vreeselijk
teleurgesteld kwam zij uit den boom, en be
gon, op een twintig pas afstand, weder naar
haar zelfzuchtigen echtgenoot te loeren, die
nu den korhaan zoo goed als verorberd had.
Gedurende misschien een half uur ge
beurde er verder niets, en het humeur van
het wijfje werd met ieder oogenblik gevaar
lijker. Het was al erg genoeg zoo'n honger
te hebben, maar om rst in een val gelokt
te worden door Qryze Lynx, en hem dan
voor haar oogen een maal te zien verorbe
ren, dat was bijna niet te dragen. Plotse
ling sprong zij met een geweldigen sprong
op zij, draaide onder het springen in de
lucht om, en kwam met uitgestrekte
voorpooten en wijd-uitgespreide klauwen juist
aan den rand van een met sneeuw bedekten
struik neer. Uit haar ooghoek had zij een
boschmuis gezien. Met haar verwonderlijke
vlugheid, alsof er een krachtige veer plot
seling bevrijd werd, had zij het kleine
slachtoffer nog juist gegrepen voor het
onder den beschermenden struik verdween.
Het was maar een mondjevol, maar was
minstens even goed als een sneeuwgors
zou geweest zijn. Zij likte haar wangen af,
wierp een zijdelingschen blik op Gryze
Lynx, en sloop voort.
Langzaam besteeg de maan den
glasachtigen hemel, en deed de schaduwen van
boom en stronk korter worden. Het woud
was hier opener, daar de houthakkers er
kort geleden door geweest waren. Dichte
struiken, alleenstaande boomen, rijen stron
ken, allées en kolonnades van hoog halfwas
hout, dat nog niet zwaar genoeg was om
onder den bijl van den houthakker te vallen,
volgden elkaar in verbijsterende verwarring
op. Een tijdje later klonk er, vanaf een pijn
boom-stronk recht voor hen, maar onzicht
baar door eenige struiken, een scherp geluid
van knagen. De beide lynxen legden zich
plat neer, terwijl hun zotte staartjes heen en
weder *gingen. En toen, van elkaar gaand,
zoodat er aan eiken kant van den boom
stronk n zou verschijnen, bekropen zij
den niets vermoedenden knager. Toen zij
hem in het oog kregen, bleven zij staan.
Het was een groot, vet stekelvarken, dat er
warmpjes in zat, en zich van vorst noch
vijand iets aantrok.
De lynxen wisten zeer goed, dat dit niet
de buit was, dien zij hebben moesten. Doch
zij konden het niet weerstaan een beetje met
de verleiding te spelen. Zij slopen water
tandend nader. Het stekelvarken bleef aan
het droge pijnhout doorknagen, doch toen
de lossen tot op een paar voet van hem
genaderd waren, stak hij zijn neus tusschen
zijn voorpooten, en zette al zijn naaldscherpe
pennen op, tot er niets meer van hem te
zien was dan deze wapenrusting. De lynxen
gingen er bij liggen en keken begeerig naar
hem. Daar haar honger haar voorzichtigheid
eindelijk de baas werd, sloop het wijfje
nader, en stak onderzoekend haar neus uit,
alsof zij hoopte een zwak punt te zullen
vinden in de verdediging van het knaagdier,
dat hen met zulk minachting behandelde.
Grijze lynx gromde nog waarschuwend,
maar op hetzelfde oogenblik zwiepte de
stevige staart van het stekelvarken die
ook bedekt was met zeer kleine stekeltjes
om, en streek juist langs den onderzoeken
den neus heen. Blazen en huilend vloog de
los achteruit, terwijl twee pennetjes, als
spelden op een kussen, in haar neus staken.
Hoe hard zij ook krabde en wreef en zich
wentelde, ze kon ze er niet uit krijgen,
want de getande randen hielden onverbid
delijk vast. Het eenige wat ze doen kon,
was, ze te breken en verder te gaan, terwijl
de punten als wespsteeken in haar gevoeligen
snuit pijnden. Van tijd tot tijd stak zij haar
snuit in de sneeuw, om de pijn te lenigen.
En dit alles was geenszins bevorderlijk voor
haar humeur.
Grijze Lynx trok er zich echter niets van
aan, doch het geval had in zooverre indruk
op hem gemaakt, dat het zijn verlangen
naar stekelvarkensvleesch had doen ver
dwijnen en bij zijn zoeken naar veiliger wild
had hervat. Maar medelijden met het lijden
van zijn wijfje kwam niet in zijn woest
hart op. Zij was voor hem alleen van belang,
als ze groot wild tegen het lijf mochten
loopen zooals een verdwaald schaap, of
een ree bijvoorbeeld die ze zekerder en
vlugger konden neerhalen als ze samen
werkten. Er bestond tusschen hen echter
niets van die innige, hechte vriendschap,
die zoo dikwijls tusschen de wolf en zijn
wijfje blijkt te bestaan.
Toen ze een laan van groote pijnstronken
a nombre de peintures, signces et datées
du XVIIIe et du XXIXe siècle et que
marchands et collectionneurs attribuent avec
sérénitéau Xle ou au Xlle.
La peinture chinoise de la fin du XVIIe
et du dcbut du X VI lic siècle est encore plein
de vitalitc. Le gout de la couleur brillante
s'est fait plus ample et plus grande chez
certains peintres dans les quels on voitrevivre
la forte race de jadis."
Petrucci heeft dan ook in zijne eigen
collectie te Brussel wel degelijk schilderin
gen uit de Mandsjoedynastie opgenomen,
en reproduceert in zijn werk zelfs eene
schildering uit de collectie-Goloubew te
Parijs uit deze periode. Onder de beroemde
schilders uit de Mandsjpe-dynastie noemt
hij dan ook Yun Tschéoup'in (terecht ge
schreven Yün Shou P'ing); die, naar hij
zegt peint avec la sobretéet la puissance
de randen style Ie paysage et les fleurs
(1633-1690).
Van dezen schilder waren twee stukken
in mijne in den Larenschen kunsthandel"'
geëxposeerde collectie (door een drukfout
was Yun abusievelijk Hui geworden).
Maar niet alleen de fijne en deskundige
Petrucci, nog een ander bekend sinoloog en
kunstkenner, prof. F. Hirth, van de Columbia
University in New-York, wijst uitdrukkelijk,
in zijn Scraps ? r om a collectors Notc-Book,
zijnde Notes on some Chinese Pointers of
the Present Dynasty (Leiden, E. J. Brul) op
de ondeskundige dwaling, de
Mandsjoedynastie als nietig voor de schilderkunst te
doorgingen, kwamen ze dicht bij elkaar,
hoewel ze voortgingen met niet de geringste
notitie :van elkaar te nemen. Een licht, dof,
pad, pad", trof hun oor, en beiden duukten
zich zoo laag mogelijk. Het volgende
oogenbliHi schoot er een wit konijn langs hen heen
en raakte bijna hun neuzen aan. Zijn groote,
onschuldige oogen puilden uit zijn kop van
angst, en hij rende zoo hard, dat er geen
tijd was om hem neer te slaan, hoewel het
wijfje, dat het verst van hem verwijderd
was, een ijdele poging waagde, door met
een klauw naar hem te slaan. Het was
duidelijk, dat het iets vreeselijks moest zijn,
dat achter het konijn aan zat, om zulk een
angst te kunnen veroorzaken. En zij wachtten
er op.
Het kwam geruischloos aanloopen, met den
neus in de lucht het versche spoor volgend,
een lang, slank, wit dier, dat laag op de
pooten was, met spitsen kop en oogen, die
waren als twee druppels gloeiend vuur. Toen
het hem voorbij schoot, sloeg Grijze Lynx
er naar, doch miste. Doch in het volgende
deel van een seconde was het wijfje
toegesprongen. Midden in haar sprong greep zij
den wezel met beide klauwen. Ontembaar,
kronkelde deze zich om en naar boven, en
sloeg zijn lange, mooie, witte tanden in haar
neus. Toen sloten haar tanden zich om zijn
weeke lendenen, en het woeste leven werd
er uitgeknauwd. Terwijl het bloed uit haar
neus stroomde wat, echter, voor een
oogenblik de tergende pijn van de stekels
van het stekelvarken lenigde viel zij op
haar buit aan, en gromde luid onder het eten.
Grijze Lynx, die zichzelven misschien wijs
maakte, dat hij meegeholpen had dezen buit
te bemachtigen, vroeg zijn deel, en greep
den wezel bij een van zijn achterpooten.
Doch luid grommend sloeg het wijfje
naar hem, en klauwde hem giftig zijn kop
open aan de zijde. Hij verlangde geenszins
de zaken tot het uiterste te drijven met zulk
een geduchte tegenstandster, en trok zich
dus luid blazend maar terug, en ging het
festijn zitten aankijken.
Het duurde niet lang. Want, hoewel het
een tamelijk groote wezel was, was hij toch
geenszins zoo groot als de honger van de
Lynx. Maar toch, toen zij klaar was, en
haar grooten poot langs haar gezicht had
gehaald, en het bloed van haar borst had
verklaren. Ik haal hieronder eenige frag
menten aan die ter zake van dit onderwerp
door mij uit prof. Hirths werk gelicht worden:
Chinese Painters of the Ming and present
dynasties have been stigmatized as
representing a period of decadence, because it
seems a matter of course that their works
should be measured in proportion to the
undisputed merits of their own ancestors...
All this has tended to cause modern Chinese
art to be neglccted in a inanner quite out of
proportion with its real merit. The better
masters of the Ming and present dynasties
may not come up to those of the preceding
periods, yet they have created excellent works,
and considering the lack of authentic
monuments of the older schools, Ming and Tsing
pictures help us to acquaint us with their
stiles, if we know from their endorsements
which of them they represent either as copies
or as imitations" (deze worden in China
volstrekt niet onder, en soms boven
origineelen geschat, zooals ook prof. Fenollosa
erkent).
Prof. Hirth schrijft het minachtend oordeel
over Chineesche Mandsjoe-kunst toe aan
gebrek aan studie en aan vooroordeel. Hij
zegt daarover: By this somewhat sweeping
criticism, which I am afraid is the outcome
of an old prejudice accepted by many art
s'udents who have not seen as much as a dozen
scrolls drawn since 1644, it seems to me poor
justice is done to a class of artists who
have striven just as hard as their Japanese
contemporaries to grasp the spirit of the old
milliimiMiiMimiiiiMii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiii
gelikt, had ze tamelijk tevreden kunnen zijn,
als ze maar niet die pijn in haar neus had
gehad.
Niet lang daarna sprong er een ander
konijn uit een struik recht voor hen, en
schoot juist tusschen hen in. Beiden spron
gen er gelijktijdig op toe, doch juist daar
door hinderden zij elkaar, en het konijn, n
witte streep vluchtend bont, vloog onge
deerd van onder hun klauwen uit. Toevallig
was Grijze Lynx het dichtst bij den prooi
geweest. Het in zijn kop halend, dat hij het
konijn gedood zou hebben als zijn wijtje
hem hierbij niet gehinderd had, gaf hij uiting
aan zijn toorn met een slag, die haar flank
trof en haar over de sneeuw deed tuimelen.
Zich herstellend, stond zij eenige
oogenblikken tegenover hem, met oogen, die
groene vlammen schoten, en scheen ze half
van zins hem naarden keel te vliegen. Doch
eindelijk, zich bedenkend, wendde zij zich
af, en begon een versch muizenspoor te
besnuffelen.
Het spoor was niet erg versch meer, maar
het was ook nog niet hopeloos oud. Zij
besloot het te volgen. En Grijze Lynx, ho
pend op iets, dat de moeite waard was,
sloop naderbij om te zien wat ze bezig was
te sporen. Nu wilde het toeval, dat juist in
deze buurt een vallenzetter aan het werk
was geweest. Er lag een stukje bevroren
visch op de sneeuw. Beide roovers zagen
het tegelijkertijd, en sprongen er op toe.
Doch Grijze Lynx bereikte het 't eerst en
slokte het ineens door, terwijl zijn wijfje
luid gromde van woede. In het rond snuffe
lend naar zoo mogelijk nog meer dergelijke
stukjes, deed hij een stap zijwaarts. Er klonk
klik", onder de sneeuw. Onmiddellijk sprong
Grijze Lynx, zich omdraaiend, en een lui
den angstkreet slakend, de lucht in, met
een stalen val aan zijn linkervoorpoot
hangend.
De val zat aan een ketting, en deze was
weder stevig bevestigd aan een blok hout,
dat te zwaar was voor Gryze Lynx om weg
te sleepen. Verwoed bijtend naar deze
vreemde verschrikking, die hem omkneld
hield, grommend en blazend en hals over
kop rondrollend, verloor hij al zijn bedaard
heid in zijn pogingen om te ontsnappen.
Een oogenblik deinsde het wijfje terug, met
platgelegde ooren en half toegenepen oogen,
Chinese models imitated on either side of
the yellow sea. How far they have succeeded
in this effort, we should not attempt to
decide without having seen at least some
of the works of their best masters."
Hij voegt er aan toe: But even the most
recent Chinese writers on pictorial art under
Mandchu rule, far from betraytng
discouragement of any kind, are full of enthusiasm
about the great pointers of the KVaug Hi pe
riod such as the four Wangs aud Yun Shou
Ping and some of the better masters of the
18th century."
Onder die beste schilders noemt prof. Hirth,
behalve den ook door Petrucci genoemden
Yun Shou P ing den beroemden Tsiang T'ing
Si (1669?1732), van wien ook een paar wer
ken in mijne collectie in den Larenschen
kunsthandel" geëxposeerd waren en welke
werken, zooals prof. Hirth zegt, great
favourites among amateurs" zijn.
Dat ik werken van Yun Shou P'ing (1633
1690) en Tsiang T'ing Si (1669-1732) oud"
noemde deed ik met evenveel recht als dat,
waarmede men b.v. Kh'ang Hi en Kien Lung
porselein oud" noemt, al is het geen Ming.
Raphaël Petrucci besluit zijn hoofdstuk over
de Mandsjoe-schilderkunst met de volgende
verklaring: En resumé, la peinture chinoise,
durant ces deux derniers sièclcs, compte encore
des maitres de premier ordre. Cela seul
suffit a indiquer qu'elle n'est point morte.
Daar juist Petrucci de man is, die over
de zér oude Th'ang en Sung-schilderkunst
zulke schitterende hoofdstukken heeft
geverschrikt en verbijsterd.
En toen, vermoedelijk denkend, dat er het
een of ander verraad jegens haarzelve stak
in deze vreeselijke, onbegrijpelijke vertooning,
kwam zij weder naderbij, met dreigend ge
grom. Het volgend oogenblik, als geheel
buiten zichzelve bij het zien van dat kramp
achtige zich-omwringen, uitte zij een scher
pen gil, wierp zich op Grijze Lynx en vatte
hem bij den keel.
In een oogwenk was het paar als het ware
n kluwen van elkaar otnknellende, scheu
rende, gillende klauwen en haar. Zij buitelden
om en om in de sneeuw, terwijl de zware
val hen onpartijdig meppen toediende, waarbij
de ketting zich nu eens om hen heen wik
kelde, en dan weder met luid gerammel los
vloog. Temidden van een warreling van
sneeuw en vlokken haar, spatte het bloed
naar alle kanten heen. Doch Grijze Lynx,
gehinderd door den val, en verzwakt zoo
wel door vrees voor dit onbekende, als
door ontzetting bij het zien van deze onbe
grijpelijke woede van zijn wijfje, was van
het begin af aan den verliezenden kant. Na
eenige minuten leek het alsof het strak ge
wonden kluwen zich ontwond. Het krank
zinnige rumoer hield op den nacht te ver
storen, en zonk weg tot een hijgend gegrom.
Het lichaam van Gryze Lynx rekte zich uit.
Het wijfje bleef er nog eenige oogenblikken
aan schudden, en toen, alsof zij plotseling
tot bezinning kwam, hield ze op, trad terug,
bekeek het verminkte en stuiptrekkende
lichaam, en sloop de dichtstbijzijnde struiken
in. Hier kroop ze ineen, alsof ze bevreesd
was, en keek, alsof zij de oogen er niet
vanaf kon wenden, tusschen de takken
door naar het lichaam van haar mannetje.
Eindelijk lag de gestalte van wat eens
haar mannetje geweest was, geheel stil.
Toen sloop zij na eenigen tijd heen, en
verborg zich in een boschje een eind daar
vandaan, en begon haar wonden te likken
en haar bont schoon te maken. Het lichaam
van Grijze Lynx, die met wreede, half-open
oogen naar boven staarde en niets meer
kon zien, begon langzamerhand te verstijven
door den vorst.
* * *