Historisch Archief 1877-1940
3 Md '14. No. 1923
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HET VERZET TEGEN HOME RULE IN ULSTER
De vaandels der opstandige vrijwilliger-regimenten worden ingezegend
wtimiiMinilMiiiimiiiiiniiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiHiiiiiMiiiiiiiiinHHi
iiimiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiimi iiiiiitiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiMiniiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiitMiir
IJsland en zijn bewoners
II.
De geheele bevolking van IJsland is
Luthersch. Toch is er te Reykjavik een klein
Katholiek kerkje en er zijn twee missio
narissen, waaronder een Nederlander, een
Limburger; maar proselieten maken ze niet.
Aan het hoofd van die Luthersche kerk
staat een bisschop, die zijn zetel heeft te
Reykjavik. 142 predikanten zijn onder zijne
leiding werkzaam. Zij komen jaarlijks voor
een synode, die door den bisschop
geprisi^leerd wordt, te Reykjavik te zamen.
Alle parochianen, ook de vrouwen, hebben
stemrecht bij het kiezen van een predikant.
Het onderwijs op IJsland is goed. Er zijn
verschillende lagere en middelbare scholen.
Te Akureyrie is een handelsschool en te
Reykjavik een zeevaartschool en een Gym
nasium. Den 17den Juni 1911 werd in laatst
genoemde stad een Hoogeschool geopend,
op den dag, toen voor 100 jaar Jon
Sigurdsson geboren werd, de man aan wien IJsland
hoofdzakelijk zijn nieuw verworven rechten
?dankt. Er is een leerstoel voor theologie,
rechtsgeleerdheid, medicijnen, philosophie
en een voor philologie; wat de laatste facul
teit betreft, alleen voor oud-Noorsch. De
studeerenden kunnen enkel het
candidaats?examen doen. Om te promoveeren moeten
zij naar Kopenhagen of elders gaan.
Er is geen apart Universiteits-gebouw;
maar aangezien het Althing slechts een paar
maanden in het jaar bijeenkomt, gebruikt
men, zeer practisch, het parlementsgebouw
als Universiteit.
Zooals de studie van Grieksch en Latijn
niet alleen doel is, maar ook middel om de
hersenen der studeerende jeugd lenigheid te
geven, zoo heeft de IJslandsche taal diezelfde
uitwerking. Die taal toch is op zich zelf reeds
zómoeilijk, dat elke IJslander, door het
beoefenen van eigen taal, zich een zekere
hersen-gymnastiek eigen maakt en een
mate van ontwikkeling bezit, die leeren
van vreemde talen zeer vergemakkelijkt.
Op de lagere scholen wordt Deensch en
Engelsch geleerd. Analphabeten kent men
er niet. Nu lijkt dit bij zoo'n kleine be
volking niet zoo'n* overwegend mooie eigen
schap, maar de kinderen, wier ouders op
IIMIIHIfMItHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH Illllllltll Illlllllll IIIIIIIIIMIII
Cl
De sluizen van het Panama-kanaal
Het Panama-kanaal is, zooals men weet,
niet een open verbindingsweg tusschen de
twee' oceanen, maar een op zich zelf staand
en afgesloten geheel, als 't ware een
lange bak met water, hoog boven het niveau
der Atlantische en Stille oceaan. Van beide
oceanen uit kan men alleen door middel
van sluizen de schepen opheffen van uit zee
tot het hooge kanaalpeil, zoodat het kanaal
wel vergeleken kan worden met de bekende
?oud-hollandsche bruggetjes: een paar treden
op, dan de brug, en dan weer een paar
treden af. Zoo zal een schip uit de Atlan
tische oceaan komend eerst door het
sluizenstel bij Gatun, in drie tempo's opge
heven worden tot een hoogte van acht
entwintig Meter boven zeepeil, daarna kan
het schip het kanaal doorvaren, waarbij het
de beroemde en beruchte doorgraving bij
Culebra passeert, waar de aardschuivingen
het werk geweldig hebben gehinderd; bij het
Stille-oceaan-uiteinde van het kanaal daalt
het schip, eerst door de Pedro-Miquel-slüizen
en dan door de Mra/7ores-sluizen weer tot
het peil der Pacifische oceaan.
Al deze sluizen behooren tot de merk
waardigste deelen van het geheele
Panamakanaal. De geheele massa der sluismuren
is gemaakt van beton en het reusachtige
betonblok, waarvoor anderhalf millioen
kubieke meter materiaal verwerkt moest
worden, vormt eigenlijk een voortzetting
der diepere rotsbodem, waaraan het stevig
verankerd is. De muur tusschen de sluizen
is 20 M. breed, terwijl de buitenmuren der
sluizen hun bovenbreedte van bijna 2 M.
laten aangroeien tot ruim 15 Meter aan hun
basis. De middenmuur bevat in het beton
verborgen drie lagen van tunnels en buizen;
de bovenste dienen voor de bedienaars der
sluizen, de middelste voor de electrische
geleidingen, en de onderste voor waterafvoer.
Door de basis van midden- en zijmuren
loopen geweldige tunnels, die bij het b
tonwerk uitgespaard zijn, en die overal zijtun
nels afgeven die uitmonden in den vloer der
sluisruimten. Deze tunnels dienen voor
het volloopen en leegloopen der sluizen.
Elke sluisruimte in 330 Meter lang, en zoo
eijn er drie achter elkaar; en naast deze
drie liggen er nog drie, zoodat inkomende
en uitgaande schepen tegelijkertijd geschut
kunnen worden.
Aan elk sluiseinde bevinden zich natuurlijk
afgelegen hoeven wonen, zouden toch licht
van schoolonderwijs verstoken kunnen zijn,
ware het niet dat een wandelleeraar rond
trekt, opdat ook dezen eenzaam-wonenden
de noodige kennis wordt bijgebracht. De
dominé's mogen geen lidmaat aannemen,
evenmin een paar in den echt verbinden,
zoo het analphabeten zijn.
De IJslanders zijn zeer trotsch op hun
litteratuur. Gedurende de lideen 12deeeuw,
toen in het overige Europa zoo weinig werd
voortgebracht, bloeide op IJsland een rijke
letterkunde. De IJslandsche sagas, geschied
verhalen, waarvan de oudste nog mythologi
sche elementen bevatten, zijn in een helderen,
beknopten stijl geschreven, vol verrassende
wendingen. De oudste sagas geven een
beeld van het germaansche leven uit
voorChristelijken tijd, vrij van Romeinschen
invloed, dat nergens anders zoo zuiver aan
getroffen wordt. Naast deze rijke
prozalitteratuur bloeide in de middeleeuwen ook
de dichtkunst. De verschillende mythologi
sche gedichten van de oude Edda zijn
waarschijnlijk voor het meerendeel op IJsland
geschreven. De meeste gedeelten van den
Arthurcyclus werden in het IJslandsch ver
taald; er werden variaties op die verhalen
gemaakt die in menige boerenhoeve, ge
durende de lange winternachten, door een
der inwonenden werden voorgedragen. Er
is door de IJslanders veel van de klassieken"
in hun taal overgebracht. John Thórlakson
(1744?1819) was er beroemd om zijn over
zetting van Milton's Paradise Lost". Ook
Jonas Hallgümsson (1807?1845) deelt in dien
roem door zijn overzettingen van Horatius,
Schiller, Heine e. a.
De IJslandsche taal is zógevormd, dat
de dichters zich gaarne en gemakkelijk van
alliteraties bedienen en het daarom haast
ondoenlijk is, om een goede overzetting te
geven. Toen ter gelegenheid van het feest,
door de IJslandsche studenten aan Paul
Gaimard bereid, de dichter Hallgümsson een
feestzang vervaardigde, wilde Xavier Marmier
die in het Fransch overzetten; doch de on
mogelijkheid inziende om de moeilijke rijmen,
de alliteraties en de gracie van het gedicht
goed te vertolken, moest hij er zich toe
bepalen den inhoud in proza weer te geven.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiim
de bekende stellen sluisdeuren. Elke sluisdeur
weegt 390 tot 730 ton, maar daar zij bestaan
uit waterdichte ruimten is de opwaartsche
druk van het water, waarin zij hangen, zoo
§ root dat de zware deuren eigenlijk drijven.
ij worden geopend en gesloten door middel
van een geweldige stalen arm, die door een
rad, gedreven door een motor, uitgestoken
of ingetrokken kan worden. Daar de sluis
deur eigenlijk drijft, is er betrekkelijk weinig
kracht noodig om de deuren door het kalme
sluiswater te bewegen, maar de machine is
zoo krachtig, dat, voordat het water in de
sluisruimte toegelaten werd, dus toen de
sluisdeuren nog in de lucht hingen, het
openen en sluiten der deuren zeer gemak
kelijk plaats greep in minder dan twee
minuten. Achter elk paar sluisdeuren is een
extra-stel sluisdeuren aangebracht, bij wijze
van veiligheidsmaatregel. Bovendien zijn er
in de sluisruimten zelf ook nog stellen sluis
deuren, die de sluislengte van 330 M.
verdeelen in kortere compartimenten, zoodat bij
het schutten van kleinere schepen niet de
geheele overmatig groote sluisruimte gebruikt
behoeft te worden, wat een besparing geeft
in tijd, maar vooral een besparing in water,
wat van groot belang is voor het geheele
kanaal, dat, zooals ik reeds zeidt*, boven zeepeil
ligt, zoodat zijn niveau (en dus de bevaarbaar
heid) afhangt van de wateraan voer door regen
water en rivieren. Daar bij het vernielen der
sluisdeuren door een schip dat toevallig met te
groote vaart voortdrijft, het geheele kanaal
zou leegloopen, heeft men uitvoerige voor
zorgsmaatregelen hiertegen genomen. Voor
elk stel sluisdeuren hangt in de sluisruimte
een stevige ketting, dwars over de sluis (zie
de figuur) met een gewicht van bijna elf
ton. Wanneer een schip wil schutten en van
de zeezijde nadert, moet het eerst voor de
sluis stil gaan liggen. Het is n.l. verboden
om met eigen machinekracht de sluis door
te varen; het schip wordt door de sluis
gebracht onder toezicht der kanaal-autori
teiten, die een vertegenwoordiger zetten,
een op de brug en een in de machinekamer.
Het schip wordt vastgemaakt aan de
jaag"locomotieven, waarvan er telkens vier noodig
zijn om een schip te ntanoevreeren. Zij loopen
over rails over de sluismuren, en twee er
van zijn door sleepkabels verbonden met
de voorsteven van het schip (een links en
een rechts) en twee andere locomotieven
zijn verbonden met de achtersteven om even
tueel het schip tegen te kunnen houden als
het te veel vaart heeft. Deze locomotieven,
die op de figuur zichtbaar zijn, bezig een
schip vooruit te halen, kunnen voldoende
trekkracht uitoefenen, doordat zij over een
tandraadbaan loopen; er ligt dus een derde
rail met tanden tusschen de normale rails,
vandaar dan ook dat bij den overgang
van de lagere naar de volgende hoogere
sluis weer de locomotief zelf gemakkelijk
tegen deze helling oprijdt, het schip mee
trekkend. Zijn nu de sluisdeuren nog dicht
Over al de schrijvers, waarop IJsland bogen
kan, te spreken, zou te ver voeren en een
afzonderlijk opstel vereischen. Toch wil ik
nog wijzen op een jeugdig, dramatisch
schrijver, Jóhann Sigurjónsson, wiens laatste
tooneelwerk thans te Parijs gespeeld wordt
door LugnéPoe, onder den titel Eywind
de la Montagne".
De 30-jarige auteur, oorspronkelijk voor
veearts opgeleid, had reeds enkele examens
te Kopenhagen gedaan, toen zijn eerste dra
ma Dr. Rung" de aandacht trok der
Deensche pers. Het tweede Böndinn fra Hrauni"
(de boer van Hraun) is met succes te
Kopenhogen gespeeld, maar vooral het derde,
evenals de vorige stukken in het Deensch
geschreven, Fjalla-Eyvind", heeft een
kollossalen opgang gemaakt. Georg Brandes
verklaarde in zijn kritiek (Politiken 24 De
cember) da't Fjalla-Eyvind" ongetwijfeld
het schoonste werk was, dat in 1911 in
Denemarken voor het voetlicht was gekomen.
Het onderwerp is ontleend aan een volks
sage. Het stuk is in het Duitsch en ook in
Hollandsen door Margarethe Meyboom ver
taald en door het Rotterdamsche
Tooneelgezelschap, onder directie van v. Eysden op
den eereavond van Mevrouw Tartaud-Klein
gespeeld, onder den titel: Bjerg-Eyvind en
zijn vrouw",
Het sprookje en het bijgeloof spelen geen
groote rol in de IJslandsche litteratuur, maar
in de samenleving zijn daarvan nog over
blijfselen te vinden. Zoo gelooft het een
voudige landvolk nog aan het bestaan van
fylgjur" (geleigeesten). Menig IJslandsch
geslacht heeft zoo'n fylgja", wiens taak
meest daarin bestaat, de komst van een der
leden bij vrienden of verwanten aan te
kondigen.
Dat de zwanen op IJsland zingen is geen
sprookje. En zij zingen daar niet hun
stervenslied, maar juist het levenslied. De wilde
zwanen komen alleen op IJsland in den
paartijd. Dan laat het mannetje n toon
hooren, geheel gelijk aan een klokkentoon.
Is nu zoo'n troep zwanen bijeen, en laat
elk mannetje een anderen toon klinken, dan
maakt het in de verte den indruk, alsof
men een klokkenspel hoort.
N. MANSFELDT DE W. H.
999
Charlvari
Deelwoordenjammer
Ons aanbevelend voor de toekomst,
ware het Verbond nog meer geholpen
door het aanbrengen van nieuwe leden."
(faarversl. Tooneelverb.)
Hedenmorgen omstreeks acht uur de
deur willende openen, bleek die ont
sloten." (Tel.)
De weduwe B. werd door een
speelschen hond aangeloopen en kwam daar
door te vallen; bij haar zoon ingedragen,
moest de ontboden geneesheer beenbreuk
constateeren." (Gooi- en Eeml.)
Nauwlijks bekomen van het relaas
der vreeselijkeVolturno-ramp,volgt thans
het mijnwerkersdrama bij Cardiff."
. (N. v. d. D.)
TANTE BETJE
Toen kwam het bloemtrosje te voor
schijn, waarvan nu de knoppen ontplooid
zijn, en kan men zien hoe mooi het is."
(U. D.)
Vandaag komt dit vermoedelijk af,
en zal het dus wel morgen in de Kamer
komen." (N. v. d. D.)
Hiertoe werd in de vergadering van
2"ïFebr. besloten en traden tot dusverre
200 leden tot deze vereeniging toe."
(faarversl. Tooneelverb.)
i iiiiiliiiiiiiiiniiiitiMili i iiiiiiliiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinit iiiiiiiiiniiiiiii
dan is de zware ketting ook sterk gespannen
over de sluisbreedte. Mocht nu een schip
te groote vanrt hebben en de deuren dreigen
stuk te varen, dan komt het eerst tegen deze
ketting aan. Natuurlijk zou de ketting
dan vermoedelijk kapot springen als hij
strak gespannen bleef, maar hij is zoo inge
richt dat, zoodra een schip er tegen aan
komt, de ketting geleidelijk gevierd wordt,
niet zósnel dat het schip gewoon door
vaart, maar zoo dat er voortdurend weer
stand geboden wordt. De ketting is er op
berekend op deze wijze een schip van 10,000
ton, varende met een vaart van vier mijlen,
binnen 25 meter tot stilstand te brengen,
d. w. z. voordat de sluisdeuren nog bereikt
zijn. Stel het geval dat het schip toch nog
de ketting doorbreekt en de sluisdeuren
stukrammeit, dan bevindt zich achter deze
sluisdeuren nog het tweede stel, ook gesloten.
En als ook uit vernield wordt, wat reeds
een zeer onwaarschijnlijk geval is, dan zou
het geheele kanaal beginnen leeg te loopen,
dood te bloeden". Maar ook hierop is nog
gerekend. Op elk sluiseinde bevindt zich
een eigenaardig stalen bouwwerk, dat wel
wat lijkt op een opengedraaide spoorbrug",
Zoodra de nood aan den man komt, wordt
deze spoorbrug' over het kanaal gedraaid;
van uit de brug zakken dan stalen balken
met zijgroeven, door het water omlaag en
komen met hun ondereinde terecht in stalen
groeven van den sluisbodem. Zoo ontstaat een
hekwerk, dat natuurlijk het water niet tegen
houdt ! Maar tusschen deze balken glijden
nu stalen platen omlaag, glijdend in de
sponningen der balken, die als een soort
raamko/ijnen dienst doen. En
dezeomlaagzakkende platen bouwen een voortdurend
hooger wal op, die de kanaalopening hoe
langer hoe kleiner maakt, tot dat eindelijk
de wand geheel gedicht is. Het spreekt van
zelf dat het volledig kanaalverkeer dan
ook stilstaat totdat alles weer eerepareerd
is, maar omdat er twee sluis stellen naast
elkaar zijn, kan het schutten wel voort
gang hebben, hoewel niet zoo vlug als met
het dubbelstel.
In normale omstandigheden, als alles in
orde is, blijven de kettingen gespannen
zoolang de sluisdeuren dicht zijn. Zoodra
zij geopend zijn, zoodat dus het passeeren
geoorloofd is, laat een motor de ketting
zakken totdat zij in een gleuf der sluis
bodem ligt en het schip dus voort kan gaan.
Met het oog op den geweldigen omvang
der sluizen en het belang van een goede
werking, en de groote gevolgen van een
kleine vergissing heeft men het sluiswerk
zooveel mogelijk geconcentreerd in n hand.
De geheele sluis wordt bestuurd vanuit
een centraal controlestation, dat op onze
figuur (geheel links) zichtbaar is; een deel
van het dak is verwijderd. Van hieruit
worden alle machinerieën der sluizen be
stuurd, die alle electrisch gedreven worden.
Dit zegt heel wat, daar voor alle
sluisDe STRIJD TUSSCHEN DE VER. STATEN EN MEXICO
Amerikaansche soldaten voorzien zictj van provisie in een Gouvernementsloods
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllflIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIinilllllllllll .
in kennis te moeten stellen." (O. H. C.)
Van tante Betje gesproken. Een trouw
lezer schrijft ons: In de Courant komt
een vermakelijke drukfout voor, volgens bij
gaand uitknipsel, en vindt u het misschien
wel de moeite waard dit in uw geacht blad
op te nemen."
Ja, zeker.
*
Wie het perk op het Lucasbolwerk gaat
zien," schrijft het U. D., wil het hebben."
Wij zijn benieuwd te hooren, wie het ten
slotte gekregen heeft.
En wij onze abonné's met dit.
«Volgens de Nieuwe Groninger Courant
heerschte er gisteren een groote mate
van belangstelling voor de Godsdienst
oefening in de Pepergasthuiskerk, waarbij
ds. Hulsman voorging. Meer menschen
dan de kerk kon bevatten, konden geen
plaats vinden". (N. R. C.)
Nu heeft do N. R. C. toch ook eens een
grapje bedacht. Of zou t van de Nieuwe
Groninger Courant zijn?
Wij meenen onze abonné's met dat
IIIIIIIIIHMIIMimillllllllllllllltlllllllllllllllltllllltlllll IIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIMIIIIIIHIIIItllllltMI"VIIIIIMIIllllllllUIIIIHIIIIIIflllllllllllllllllllllllllll1IIIM
Charivarius en de Spes Patriae
DIALOOG
Mijn jonge, slanke, blonde knaap, vol jeugdige idealen,
Ga nu in 't heerlijk lenteweer langs veld en wegen dwalen,
En droom, gij dichter, die gij zijt, en schrijf uw poëzie,
Laat zich ontplooien uw talent, uw zin voor harmonie,
Bezing der nachtegalen slag, 't gezang der leeuwerikken!
NEI, IK MOT NA DE RUIZEMETS, NA DE RUIZEKORNERKIKKEN !
Mijn jonge, slanke, blonde knaap, gij, die u kunt verheffen
Op vleugelen van de muziek, gij, die ons weet te treffen,
Te roeren door uw zachte kunst, aangrijpend door de macht
Van uw gezang, uw snarenspel, met onweerstraanb're kracht,
Zoolang het tijd is, speel of zing om 't harte te verkwikken!
NEI, IK MOT NA DE RUIZEMETS, NA DE RUIZEKORNERKIKKEN !
Mijn jonge, slanke, blonde knaap, gij, die tooneel kunt spelen,
Ontwikkel deze gave Gods, begunstigd boven velen,
Gij voelt de vreugde van het spel, van 't spel en van het woord,
Wanneer de zaal u gade slaat, en naar uw klanken hoort,
Wanneer ge nu eens zacht ontroert, en dan weer fel doet schrikken,
NEI, IK MOT NA DE RUIZEMETS, NA DE RUIZEKORNERKIKKEN !
Mijn jonge, slanke, blonde knaap, uw vader is verslagen
Omdat gij nimmer werken wilt, en hij van dag tot dagen
U aanspoort, vraagt, bedreigt, bezweert te werken zooals hij,
Om eens uw plaats u te verov'ren in de maatschappij,
Doe wat hij zegt, en leer u naar zijn redelijk' eischen schikken!
NEI, IK MOT NA DE RUIZEMETS, NA DE RUIZEKORNERKIKKEN !
Mijn jonge, slanke, blonde knaap, uw moeder ligt te sterven,
Moet zij de laatste dagen droef uw zonnig aanschijn derven ?
Ga, troost de kranke, koel haar 't hoofd, dat van den koortsgloed brandt,
Zit aan haar bed, en spreek haar toe, streel haar de rimp'le hand,
Vertroost de stervende, verlicht haar laatste oogenblikken
NEI, IK MOT NA DE RUIZEMETS, NA DE RUIZEKORNERKIKKEN !
CHARIVARIUS
inillltllllllllllimiHIMHIIIIIIHIIIIMHIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIMIIIIIII
lllltlMIIIIHIIIIIIIItttWflIMI
OVERZICHT DER GATUNSLUIZEN. \erklaring: zie bijgaand artikel
deuren, kettingen, water-toevoer en
afvoerkleppen, enz. vijfhonderd motoren gebruikt
worden in alle sluizen van het geheele
kanaal, met een gezamenlijk arbeidsvermogen
van ruim twaalfduizend paardekracht. Wan
neer n groot schip de Gatunsluizen
passeert moeten een honderdtal motoren
tweemaal in beweging komen voor n keer
schutten, en dit aantal kan stijgen tot 143
als de omstandigheden ongunstig zijn. De
ne man, die in het centrale controlegebouw
zit, heeft voor zich staan een model der
geheele sluizen-combinatie in't klein (zicht
baar in de fiuren) 21 M. lang en bijna 2 M.
breed. Dit model is zoo gemaakt dat de
geheele toestand van de sluizen op elk
oogenblik getrouw wordt aangegeven, dus
de stand der sluisdeuren, de stand der ket
tingen, de hoogte van het waterniveau tot
op l cM. nauwkeurig in elkesluisruimte.de
stand der toevoerkleppen, enz. enz. Elke
verandering in de werkelijke sluis wordt
onmiddellijk automatisch overgebracht op
het model. Zonder dus het schiptezien.dat
bezig is te schutten, kan de man het geheele
schutten besturen. Voor alle zekerheid ligt
dit gebouw zoo hoog dat van hier uit het
geheele sluizen-complex te overzien is.
Alleen de electrische locomotieven worden
niet van uit dit controlestation bestuurd,
maar de rest wel. Het is wel opmerkelijk
dat enkele der bestuurde machinerieën bijna
een kilometer verwijderd zijn van dit con
trolestation ! Om alle persoonlijke fouten
uit te sluiten is het heele systeem zoo ge
maakt dat alle werkzaamheden als 't ware
in elkaar grijpen. Zoodoende kan men b.v.
een ketting niet laten zakken naar den
sluisbodem eer de sluisdeuren zelf geopend zijn;
het tweede stel deuren kan niet open, eer
het eerste stel geopend is, enz.
Daar bij elk schutten een deel van het
kanaalwater naar zee vloeit, heeft men wel
eens betwijfeld of er wel genoeg kanaal
water was om een voldoende aantal schepen
te kunnen schutten, zonder de kanaal-diepte
te zeer te verminderen. Doch de regenval
e.d. geven voldoende water om achtenvijftig
keer per dag te schutten, en dit is een grooter
aantal dan mogelijk zou zijn in een dag, daar
het schutten lang duurt. Noooig is dit aantal
allicht ook niet daar b.v. het Suez-kanaat
door gemiddeld 12 schepen per dag ge
passeerd wordt.
P. VAN OLST