Historisch Archief 1877-1940
10 Mei '14. No. 1924
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Sketch
De Oostersche sluier naar het
Westen overgebracht
MlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllNIIIIMIIIIIIIIJIIMIII
VRO UWENRUBRIEK
IIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllUlllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllIIIIMII
Tutti Frutti
Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan
van den Wereldbond voor Vrouwenkies
recht", verschijnt het Meinummer van Jus
Süffragii, het maandblad van dien Bond, in
feestgewaad. Het zal in Rome, waar van
5?14 Mei de Internationale Vrouwenraad
bijeenkomt, in groote getale verspreid wor
den, in een daarvoor uitsluitend vertaalde
Italiaansche uitgave; k op een groote
V. K.-meeting, die daar op 16 Mei georga
niseerd wordt, alwaar gelegenheid zal zijn vele
voor-vrouwen uit allerlei werelddeelen van
hare bevindingen te hooren spreken.
De taal waarin Jus Süffragii altijd ver
schijnt is Engelsch, zijnde de officieele taal
van den Bond. Sinds kort bestaat er echter
ook een Fransche uitgave, ten behoeve der
Latijnsche landen.
In dit feestnummer zijn allerlei belangrijke
photo's opgenomen, te beginnen natuurlijk
met dat der Presidente, Mrs. Chapman Catt,
die al deze jaren het Wereldleger (thans
12 millioen) heeft geleid.
Voor ons Hollanders is het vooral van
beteekenis, omdat daarin ook het portret
onzer Souvereine is opgenomen, als de eerste
Koningin die Vrouwenkiesrecht in haar
Troonrede heeft genoemd.
Verder de bekende plaat van Braakensiek
uit dit Weekblad van 22 Febr., waarop
Minister Cort van der Linden als Faust
wordt voorgesteld, in het licht der op
gaande zon de woorden Jus Süffragii lezende,
met het onderschrift: zal hij het teeken
verstaan ?"
De Nederlandsche Vereeniging van Huis
vrouwen" gaat staag haar gang. Zij wint
leden, richt afdeelingen op, geeft
mededeeUIT DE NA TUUR
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI
DLXXIX. Otader langs den St. Retersberg
Nu moet ik u toch ook van den berg in
het dal brengen. Maar eerst nog even rond
kijken. Ge hebt naar Zuid en Noord en Oost
uren ver het volle gezicht op de zwak gol
vende vlakte, waarin zich de Maas een diep
effen dal heeft uitgeslepen. Eerst aan den
neveligen horizon rijzen weer de bergen. Gij
zelf staat op den Zuid-Oostrand van den berg,
die steil als een muur het kleine smalle
tafelvlakke Maasdal onder uw voeten afsluit.
Let ge niet op den torenhoogen steilrand
vór en onder u, ziet ge achter u naar den
berg, dan is ook deze een vlakte, een hoog
vlakte met weinig verheffingen; een plateau
met een paar lage heuveltjes en rugjes, meer
niet. Alleen de spitsen van torentjes, die
even over de jonge wintertarwe heen kijken,
zeggen u, dat daar weer een diepte, een dal
ligt; en dat die hooge velden de breede top
van een berg moeten zijn; een berg van een
goede honderd meter hoog, die lager wordt
naar het Noorden, een paar kilometer breed
is en verscheidene lang. Want de kerkspitsen
van Maastricht ziet ge zoo flauw, dat de
afstand stellig een paar uur gaans moet zijn.
Zoo is de St. Pietersberg; en hoe is hij zoo
geworden ?
Ge kunt dit vragen aan de geleerden, aan
geografen en geologen die al sedert vele
lingen omtrent keuring van levensmiddelen,
zorgt voor kookcursussen enz.
De Afdeeling Hilversum geeft een bewijs
van wat samenwerking vermag.
Daar wordt op 11, 12, 13 en 14 Mei een
Tentoonstelling gehouden van vervalschte
levensmiddelen en handelswaren en van
kwakzalversartikelen. Het Rijksbureau tot
onderzoek van handelswaren te Leiden en
de Ver. tot bestrijding der kwakzalverij te
Amsterdam stonden hier voor belangeloos
hunne collecties af.
Gedurende die Tentoonstellings-dagen
zullen er lezingen gehouden worden door
dr. E. J. Abrahams, over de middelen tot
bestrijding der kwakzalverij, dr. Swaab, over
de bereiding van Yoghurt en het steriliseeren
van groenten en door dr. Polak over de
vervalsching van levensmiddelen en handels
waren.
Te Lisse werd eenigen tijd geleden door
dr. J. J. van Eek, directeur-scheikundige bij
den keuringsdienst van eet- en drinkwaren
te Leiden, een belangwekkende en leerrijke
lezing gehouden voor de leden der Nederl.
Huisvrouwen Ver. en die van het Groene
Kruis, over vervalsching van eet- en drink
waren, waarbij verschillende monsters van
levens- en genotmiddelen vertoond werden.
Deze spreker vestigde er vooral de aan
dacht op, van hoe groot belang het is, dat
kleine gemeenten zich aansluiten bij de
steden, waar reeds een keuringsdienst bestaat.
Als voorbeeld noemde hij een plaatsje in
de nabijheid van Leiden, waar, zoodra de
Gemeenteraad tot zulk een aansluiting was
overgegaan, vele winkeliers hun inventaris
eens duchtig ventileerden n zelfs den
geheelen inhoud van zijn winkel verwij
derde om rustig het bezoek van de keur
meesters te kunnen afwachten.
Ook de kwestie van contante betaling wordt
door de Huisvrouwenver, onder de oogen
gezien. Ten eerste in het belang 4er win
keliers, maar ook in dat der huisvrouwen
zelf, die niet geneigd zijn, de opcenten"
te betalen, die de winkeliers innen van alle
klanten, omdat de wanbetalers hen daartoe
verplichten en waardoor de goede betalers
voor de kwaden moeten lijden.
N. MANSFELDT DE W. H.
* * *
Werkende vrouwen
Wij zijn altijd zoo geneigd om, wanneer
het woord Parisienne" maar weer even ge
noemd wordt, ons direct voor oogen te
roepen een wuft, coquet wezentje, dat niet
anders te doen weet dan zich met geraffi
neerde elegantie te kleeden en dat uren zoek
brengt met het?bestudeeren"van de nieuwste
modes en het naloopen van concerten of
conferenties die voor het oogenblik en
vogue zijn.
Zoo zijn er niet alleen, maar zoo zijn er
velen zelfs, duizenden, tienduizenden mis
schien. Doch daarnaast staat het groote leger
ernstige werksters, denkende, intellectueele
vrouwen en meisjes, voor wie vierentwintig
uren in een etmaal nauwelijks voldoende
schijnen, om de taak, die zij zich gesteld
hebben te volbrengen.
In haar uiterlijk, in haar wijze van op
treden onderscheidt de werkende vrouw zich
niet zooveel van haar leeghoofdige zusters.
Zij afficheert zich niet, zij draagt geen on
ooglijke, hobbezakachtige kleeren, zonder
vorm, tint of kleur, geen malgracieuse, iedere
mode tartende hoeden, geen knoedeltje haar
in den hals hangend, geen lompe schoenen
zonder hakken! Integendeel, hoe lang haar
dagtaak moge wezen, hoe ingespannen de
jaren boeken over den oorsprong van den
St. Pietersberg hebben geschreven. Maar ge
kunt het ook vragen aan den berg zelf en
aan het dal.
Loop maar eens een kwartiertje rond om
die mooiste belvédère van Limburg, waar
gelukkig nog geen hotel, zelfs geen
orienteertafel of ook maar een handwijzer staat.
Let eens op den bodem.
Misschien verwondert ge u, dat ge hier pp
het hoogste punt van den berg geen
krijtgrond met vuursteen ziet, zooals onderaan;
maar een dunne laag grof grint, keisteenen,
precies als aan de vlakke oevers van een
groote rivier.
Indien ge eenige kennis hebt van ge
steenten of alleen maar zooveel belangstel
ling er voor, dat ge verschil en overeenkomst
wilt opmerken, dan zult ge dadelijk zien,
dat de keien en keitjes hierboven op den
berg stukjes zijn van de Ardennen, brokjes
uit de rotsen van Hoog-België. 'Alle even
wel zijn plat of rond geslepen door bewegend
water, door den golfslag, en het schuiven
op en over elkaar op den bodem en aan
den oever van een rivier met sterk verval;
van een rivier, die pas van de bergen komt
en nog kracht heeft om vuistgroote keien
voort te rollen.
Ge raapt hier van die bruine en grijze
ijzerharde kwartskeien pp, kwartsiet uit
Luxemburg; ook blauwgrijze platte steenen
met vierkante en driehoekige
scherpgeteekende deukjes er in, die ontwijfelbaar
verOnder langs den St. Pietersberg. Begroeide krijtwanden met vuursteenbanden
geestesarbeid, altijd heeft zij tijd, altijd vindt
zij het de moeite waard gesoigneerd voor
den dag te komen, goed gekapt, correct
gekleed, met onberispelijke schoenen en
handschoenen en een corsagebouquetje op
den mantel of in het ceintuur.
Niet schreeuwend en met ellebopgstooten,
maar charmant, met een vriendelijken glim
lach, een geestig woord, een zacht drukje
hier en een duwtje daar, heeft de vrouw
zich een plaats weten te verzekeren naast
den man, als zijn gelijke, als zijn helpster,
zijn associé, niet als een concurrent, die
hem het brood op zijn tafel en het licht in
de oogen niet gunt. 't Is waar, zij zijn nog
niet waar zij wezen moeten; het vrouwen
kiesrecht is tot dusver een onvervulde wensch
gebleven, maar de verwezenlijking er van
ligt in den loop der dingen en de Fransche
vrouw is gelukkig beschaafd genoeg, om te
begrijpen, dat men een revolutie kan tot
stand brengen, geleidelijk en zonder zijn
toevlucht te nemen tot revolutionaire mid
delen. Om het stembiljet te veroveren zal
zij het niet noodig achten de Joconde met
bijlslagen te bewerken of het Louvre in
brand te steken.
Intusschen, het zijn niet zoozeer politieke
drijfveeren, niet de wensch om zich a tort
et & travers als gelijke en gelijkgerechtigde
van den man op te werpen, die het jonge
meisje zoowel als de gehuwde vrouw er toe
drijven een werkkring buitenshuis te zoeken.
Veel meer zijn het economische redenen, de
wensch om den welstand van het gezin te
verhoogen door den arbeid te verrichten
waartoe zij zich door aanleg en opvoeding
geschikt acht. De gehuwde vrouw, die door
.haar arbeid de inkomsten van het gezin ver
meerdert is hier geen phenomeen, maar
een heel gewoon verschijnsel. Vrijheid voor
ieder, vrijheid ook voor haar om over haar
tijd en haar leven te beschikken naar eigen
goedvinden. In het algemeen is het
getrouwdzijn bij een sollicitatie geen beletsel. Slechts
n geval is mij bekend, waar voor een
jonge vrouw, die dong naar de plaats van
correspondente op een finantieel kantoor,
de huwelijksacte een onoverkomelijk be
zwaar bleek. Maar de directeur van dat
kantoor was een Hollander.
Ook de autoriteiten eerbiedigen dit be
ginsel der vrijheid en weten voor een on
derwijzeres die gaat trouwen wel een beter
en mooier huwelijdscadeau dan een
ontslagbriefje. Verreweg het meerendeel der onder
wijzeressen aan de meisjesscholen en de
coles enfantines et maternelles (misschien
nog het beste te vergelijken met fr
belscholen in Holland) zijn getrouwde vrouwen
evenals aan de scholen voor achterlijke
kinderen. Mais c'est stupide, c'est tout
simplement stupide, riep een lid van den
Parijschen gemeenteraad half ongeloovig,
toen ik hem vertelde dat in ons vrije Neder
land in verscheidene plaatsen een onder
wijzeres bij huwelijk eenvoudig ontslagen
wordt. Enfin, bij het bezoek van den ge
meenteraad aan Amsterdam, Den Haag en
Rotterdam, heeft hij zich kunnen overtuigen
dat ik niet getracht heb hem iets op den
mouw te spelden.
Men tracht hier niet de vrouw te beletten
een werkzaam aandeel te nemen in het
sociale leven, men erkent eerlijk en onbe
vooroordeeld dat er zelfs gevallen zijn waarin
de vrouw beter op haar plaats is dan de man.
Zoo komt het dan ook dat enkele maanden
geleden van hoogerhand een wenk is ge
geven om, speciaal op het gebied der publieke
liefdadigheid, het arbeidsveld! der vrouw aan
merkelijk te verruimen en in verschillende
commissies bij voorkeur door vrouwen zit
tellen, dat ze meegevoerd zijn uit de buurt
Laroche of nog zuidelijker uit de Cambrische
gesteenten van Zuid-Oost België. Andere
brokjes bewijzen u hun herkomst uit het
westen uit de steenkoolbergen en uit de
kalkrotsen van Hoei, een enkele fossiele
koraal toont nog zuidelijker herkomst; die is
ergens uit de buurt tuschen Namen en Dinant
van daan; een mooie roodepuddingsteen, rond
als een bikkel, heeft langzaam, heel langzaam
den weg afgelegd van Dave of Profondéville
naar de Nederlandsche grens. Kortom, ge
staat op den bergtop aan de Maas, en toch
in een vlakte aan den oever van dezelfde
Maas, maar van de Maas uit vroeger eeuwen
toen het rivierwater honderd meter hooger
stroomde; sedert heeft het zich het diepe
dal daar onder u uitgeslepen. Toen was dus
de bergtop vlak land, doordat hij zich nog
niet boven het dal verhief, hij was er nog
niet uitgemodelleerd, nog niet schijnbaar
opgeheven door het verdwijnen, het weg
voeren en wegvloeien van zijn omgeving.
Het grint onder uw voeten is het hooge,
oude Maas-terras, het breede dal, dat de
bergstroom eens tot den rand vulde met de
keien-massa's, die hij meerolde uit de rotsen,
welk hij tevoren had doorbroken. Later
heeft hij er zich al dieper en dieper inge
graven, en nu ligt zijn bed meer dan hon
derd meter onder uw voeten.
Vlak aan den steil-rand, in de klei gedrukt,
haalt ge nog een gladden, ronden steen voor
den dag, lichtblauw met witte vlekken. Dat
is de beroemde blauwe vuursteen, ook een
getuige, maar n uit nog veel oudere tijden.
Die spreekt nog van meer dan duizend
eeuwen her, toen de zee hier boven tegen
de krijtrotsen klotste en de ruwe vuursteenen
met hun witte korsten, zooals ze nog onder
aan in den berg zitten, loswoelde en ze bij
duizenden tot ballen en bikkels rolde in de
heftige branding.
Al verder en verder trok ze zich terug
die oude zee, de bodem rees en toen kwam
weer een stukje bloot van wat, nog veel
vroeger, ook al eens zeebodem was geweest
de bodem van de krijtzee, waar eens de
Maas zijn diepe bed zou graven,
Op dit hooge punt van de oude
krijtzeebodem staat ge nu. Als ge u moe hebt
gekeken aan het schoone ver gezicht, zullen
we afdalen in dien zelfden bodem, meer dan
honderd meter diep, langs n wand van de
kloof, die de rivier er in heeft gesneden. De
andere wand is sedert lang afgebrokkeld en
weggevoerd, als klei, naar ons Limburg; tot
op eenige resten na. Daarginds in de diepte
bij Gronsveld bespeurt ge er nog enkele sporen
van, als witte stippen in de licht-groene
boschjes.
Het pad dus maar af, dat hier vlak onder
ons begint. Een bergstok is heusch niet over
bodig bij deze snelle daling; anders zult ge
u meer dan eens moeten vast grijpen aan de
struiken, om niet hals over kop het Maasdal
in te duikelen. Tusschen de bloeiende wilde
kerseboomen, sleedoorns, pruimen en
korroeljes gaat het door, ge ziet ze op uw
holting te doen nemen. Voor het bezoeken van
kraamvrouwen, van gezinnen die onderstand
behoeven van kinderen die op kosten der
gemeenschap moeten worden opgevoed is
immers de vrouw de aangewezen persoon.
Zelfs gaan er in den laatsten tijd stemmen
op om ook bij het onderwijs aan de vrouw
een grootere plaats in te ruimen. Zeer velen,
en daaronder personen van invloed, zouden
aan de jongensscholen de laagste klassen
aan een onderwijzeres willen zien toever
trouwd, die zeker meer geschikt en beter
in staat is om met kleine jongens van zes,
zeven jaar om te springen dan een aan
komend jongmensch.
Maar dat is een teere kwestie. Hoe zon
derling het klinken mag, men is op dit ge
bied wat preutsch uitgevallen, men heeft
zedelijkheidsbezwaren! Hoeveel deuren voor
de vrouw welwillend zijn opengesteld, van
deze moet de gouden sleutel nog gevonden
worden.
W. P.
Allerlei
Concert
Zijn de wonderen, waarvan in oude dagen
de schrijvers van Utopiaansche verhalen
droomden, wonderlijker dan de werkelijk
heid van heden?
Bij het inwijdingsfeest van het nieuwe
stoomschip der Cunard-lijn, de reusachtige
Aquitania, organiseert men thans een feest,
als waarvan geen dier oude profeten ge
droomd heeft.
In het schip bevindt zich namelijk een
prachtige schouwburg- en concert-zaal waar
duizend toeschouwers plaats kunnen vinden,
en op den inwijdingsdag geeft men in deze
praalvol gedecoreerde zaal een voordrachts
avond, waar uitsluitend de allergrootste
sterren van de wereld optreden. Men zal
daar vermoedelijk op n avond kunnen ge
nieten van Padereswki, Jan Kubelik, Caruso,
Eleonore Duse en Felia Litvinne.
Als het waar is, zal dit scheeps-concert
alleen aan honoraria een ton kosten.
En ondanks al die weelde ... n ferme
orkaan, n dikke ijsschots, en al die glorie
zinkt gillend en worstelend naar den bodem
van de Oceaan...
Denn die Elemente hassen
Das Gebild von Menschenhand.
***
Automaat
Een grappig en lang niet onpraktisch
nieuwtje voor parken en tuinen is de uitvin
ding van een Braziliaan, die tuinbanken in
den handel brengt a la automaat. De zitting
dezer banken staat, wanneer ze niet in ge
bruik zijn, rechtop; maar werpt ge a penny
in the slot", dan kunt ge de zitting omlaag
slaan, en hebt een prettige rustplaats. Zoodra
ge evenwel de bank verlaat, sluit ze zich
weder automatisch. Aardig en praktisch
voor de wandelwegen !... Maar er kunnen
zich bij deze automatische banken won
derlijke romans afspelen. Stel u voor... in
een park te Rio-Janeiro heeft een vurige,
jonge Braziliaan zich een zitplaats verze
kerd, aan den weg, waar zijn aangebedene
moet voorbij komen. Daar nadert zij... hij
werpt zich aan haar voeten, smeekt haar
hem aan te hooren, maar de coquette wijst
hem af en zegt, dat zij een ander bemint...
Hij snelt terug naar zijn bank, wil er met
de handen voor de pogen op neervallen, om
zijn leed uit te snikken, maar... de bank
is weg, hij valt op den grond met de beenen
in de lucht, terwijl de snoode jonkvrouw het
uitproest van 't lachen, om zijn mal figuur.
letje in een waas voorbij schieten; en ge moet
nog heel jong zijn, of aan bergtochtjes
gewoon, indien ge niet hijgend en doodop
beneden zult komen.
Langer dan vijf minuten duurt de daling
niet. Maar in het Maasdal zelf zijt ge dan
nog niet. De breede weg naar Viséligt
vór u, ook die naar Lanaken, om vandaar
over te varen naar Eijsden. Sla dien weg
niet in, hij is banaal, in vergelijking met het
paadje dat ik u wijzen wil, onder langs den
rotswand.
Vór ge weer in de spiegelvlakte, de
alluviale Maasvlakte zijt, met zijn moeras
sige weiden, vol gele sleutelbloemen, de
Primula veris in twee soorten, stijgt de
grond weer een weinig. Een smalle over
loop, iets als een vlakke trap ligt onder
tegen den bergwand. Dit is waarschijnlijk
weer een terras, uit een ander, jonger stadium
van de wordingshistorie van het Maasdal,
een lager terras, met grint bestrooid, toen,
in een periode van veel regen, de rivier weer
eens veel grof grint meevoerde.
Al staat er op een vervallen paal te lezen:
Circulaüon interdite, niemand belet u het
paadje in te slaan, dat langs den witten
bergwand voert, tusschen bouwland en een
woestenij van vuursteenen en krijtbrokken
door.
Dit is een ideaal wegje voor een
natuurvriend, om het even, of de natuur globaal
of specifiek zijn liefde heeft, of hij meer let
op het grootsche geheel met zijn
algemeene merkwaardige schoonheid, dan op de
merkwaardige planten, dieren, delfstoffen
die hij passeert. Ik zal ze u niet opnoemen
al de vlinders, kevers en vogels, die daar
op den mooien Paaschmorgen zich blijkbaar
verlustigden in den zomerschen zonneschijn.
Ga, al is het wat later in het jaar, dien weg
eens langs. Misschien is er nog meer leven
in de boschjes, misschien zijn de kleuren
van den berg en zijn begroeide wanden
dan ook nog even mooi. Verder in den
zomer is de niet geriefelijke weg, mogelijk
wat te open en te warm, om hem met vol
genot ten einde teloopen. En ook te stoffig.
Halverwege komt ge langs een afstorting,
waar in dit voorjaar al het bouwland meters
dik bedolven werd onder net bergpuin. En
dan, dicht bij Petit Lanaye rijzen weer lood
recht de krijtwanden op. Even voorbij dit
plekje is de kiek genomen door wijlen
J. Sturing, leeraar aan de kweekschool te
Maastricht, die hierbij is afgedrukt. Twee
jaar geleden wandelden wij samen met Pink
steren nog dezen weg, hij schonk mij zijn
mooiste foto als herinnering aan den tocht
langs den berg waarvan wij de flora onder
zochten. Nu ligt hij er al in begraven
De wanden, op de foto duidelijk zichtbaar,
zijn hier begroeid met koraalvlier,
kornoelje, klimop, muurbloem, sleedoorn en
wilde kersen; zwarte vuursteenbanden
loopen evenwijdig aan elkaar door den
lichten steen; zwarte kauwtjes zitten er
tegen den witten wand gedrukt, gelijk de witte
meeuwen tegen den zwarten Bass-rock op
Firma Gebrs. NEFKENS
kob OMtsiraai 26, kHm.
ADLER AUTO'S
in diverse modellen voorradig.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIHIIimill
O, waarom kan men aan de automaten
geen hersens en geen gevoel schenken ?
. * *
Record
De Zuid-Duitschers hebben de treurige
reputatie dat ze meer bier kunnen verdragen
dan eenig ander volk ter wereld. In München
en andere Beijersche steden worden niet
zelden wedstrijden gehouden in deze
vochtige sport.
Bij zulk een bier-race, die kort geleden
de stamgasten van het Hofbrauhaus ver
maakte werd de eerste prijs gewonnen door
Leopold Federmann, die het wereldrecord
op zijn naam bracht door in drie uur tijds.
drie en vijftig liters zwaar Miinchener bier
naar binnen te spoelen. Hij liet zijn mede
dingers in een ver verschiet, want No. 2
bracht het niet verder dan tot 39 liter en
No. 3 legde het af bij liter No. 27... Is
het niet griezelig ?... Wat zouden de heeren
der schepping" er wel van zeggen, indien
wij eens een wedstrijd gingen houden in
het eten van mokka-taartjes of plombières?
En tot 27 zouden we het dan nog zeker lang
niet brengen!
* *
*
Hygiëne
Geen stad op den wijden aardbodem heeft
zulke hygiënische melkboeren als New-York.
De gezondsheidscomtnissie heeft het noodig
geoordeeld, dat alle milkmen" zich van die
schoone, mannelijke sieraden, de baard en de
snor, moeten berooven. Glad-geschoren als
domines, ministers of tooneelspelers gaan ze
langs de huizen, en spiegelen zich in de
koperen ketels der melkwagens met gepaste
ijdelheid. De New-Yorksche hygiënisten hou
den de baard voor een verzamelplaats van
microben en bacillen, van daar hun aanval
op de mannelijke schoonheid der
melkhandelaars.
* *
*
Paardenbeweging
Was de Engelsche satirist Swift zoo
geheel mis. toen hij een zijner phantastische
verhalen deed spelen in een land, waar de
paarden een maatschappij hadden gesticht,
die in moreel opzicht boven die der
menschen stond. Het paardenverstand ontwik
kelt zich! Der Kluge Hans is er getuige voor,
en zijn evenknie is dat slimme paard in een
weide nabij Ardow (Engeland), dat, ter
wijl het over het groene land dartelde een
hoefijzer verloor. Na eenigen tijd kreeg het
daar hinder van, stapte over een greppel en
wandelde kalm naar den hoefsmid van het
dorp, voor wiens werkplaats het rustig bleef
staan, terwijl het de linker voorpoot in de
hoogte hield. De man begreep de zwijgende
taal van het intelligente dier, besloeg het,
en toen wandelde het weer naar zijn groene
weide terug. Het lijkt een| sprookje, maar de
Engelsche bladen die het geval mededeelen
noemen niet alleen het paard maar ook den
man die er de bezitter van is n.l. Captain
Watson. Men zou het dus den gelukkigen
bezitter van het edele dier zelf kunnen vragen.
ALLEQRA
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIH
den Schotsche kust. En waar ge weer tegen
het kanaal stuit, doordat de Maas den berg
nadert en de vlakte tot eenige meters wordt
vernauwd, daar moet ge eens door de struiken
dringen tegen den berghelling op. Hier heeft
de woestijnwind na den ijstijd de
poedervormige klei, van het Oosten uit, tegen den
berg opgewaaid. Dit loss ligt er een meter
dik op. Doet ge aan geologie, dan kunt
ge er loss-fossielen, voornamelijk het harige
Löss-slakje, Helix hispida, bij tientallen met
uw mes uitpeuteren. Daar op de klei bloeit
met Paschen een weelde van
voorjaarsbloemen; maagdepalm, sterremuur, en vooral
van anemonen, de witte zoowel als de zeld
zame gele anemoon, bij honderden.
Twintig pas verder gaat ge over een
vonder. Nu loopt de groote weg vlak langs
den berg. Geeft er niet de voorkeur aan,
het pad tegen de wand op te klauteren en
boven over langs Castre te gaan, dan zult
ge u, na een paar uur eenzaamheid, weer
het gezelschap moeten getroosten van fietsen
en auto's.
Ge kunt ook den berg zelf induiken en
een poosje in de donkere gangen dwalen.
Daarvan heb ik u een paar jaar geleden al
eens wat verteld. Dat blijft ook altijd de
moeite waard, al is het niet voor den eersten
keer, dat ge den tocht doet.
E. HEIMANS
CORRESPONDENTIE
Een paar verbeteringen :
Steeds met belangstelling uw artikels
lezende, zag ik, dat u in uw laatste artikel
't recept aangeeft om slakken te bereiden.
Ik vrees, dat de bewuste jongelui niet erg
op de hoogte waren, want de manier van
klaar maken, zooals ik ze steeds bij parti
culieren en in de winkels gezien heb, is als
volgt: Nadat de slakken driemaal
gewasschen en schoongemaakt zijn, zooals u
aanduidt, worden ze weer in 't huisje ge
stopt, peper en zout er over gestrooid en
de opening gesloten met boter, waarop een
weinig gehakte peterselie. N. Ns.
Als belangstellend lezer van uw zeer ge
waardeerde artikelen Uit de Natuur" las
ik in de Groene", die wij hier in ons lees
gezelschap hebben, een opstel over
Gevaarlijke diertjes en gele koorts.
U schrijft o.a. dat Java eerst pas -en niet
al voor 100 jaar door de pest is bezocht.
Naar ik verneem van welingelichte zijde,
(van iemand daar woonachtig), zou, wat
thans op Java pest wórdt genoemd vroeger
onder den naam Madoereesche koorts bekend
zijn geweest. Het schijnt, dat de geneeskun
digen voorheen niet in staat waren, om de
ziekte juist vast te stellen.
Met de meeste hoogachting
G. H. H.
* * *