Historisch Archief 1877-1940
14 JürrïT4. No. 1929
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Allereersten rang. Te midden van eigen groot oud park, HET AUGCSTA VICTORIA BAD, Geneesheer-Directeur Dr. Med. G. HüLSEMANN,
meest moderne comfort, 40 privébadkamers met directe is met het Hotel verbonden ten dienste der gasten, die niet verplicht zijn een kuur te ondergaan.
toeroer ran het warme bronwater uit de hoofdbron. Een uit 18 afdeelingen bestaande, volledig ingerichte pshysicalisch-orthopaedische kuurinrichting,
Warm en koud water in alle kamers. Auto Garage. ter speciale behandeling van spier- en gewrichtsziekten, zenuwziekten, verlammingen, enz.
In het hotel afzonderlijke eetzaal voor JICHT-DIEET. Prospect, gratis. Int. Verkeersbur. Raadhuisstraat 16, Amsterdam, den Haag Papestraat 5.
De orde en regel, die in onze werkplaatsen heersenen,
komen ten goede aan den bouw en de afwerking van
ons fabrikaat.
Het gebruik van de beste materialen en ons systeem
van werken, waarborgen de deugdelijkheid van het
FONGERS rijwiel.
DE GRONINGER RIJWIELENFABRIEK A. FONGERS.
DE GEÏLLUSTREERDE PRIJSCOURANT VOOR 1914 WORDT OP AANVRAGE FRANCO TOEGEZONDEN.
Eigen filialen: Amsterdam, Nassaukade 500; Arnhem, Bakkerstraat 5; Den Haag, Spui 45 en
Reinkenstraat 121; Groningen, Heereweg 85; Leiden, Breestraat 86; Middelburg, Lange Delft 19; Rotterdam,
WestNieuwland 16; Utrecht, Neude 12.
Zie Advertentie op pag. 8
«CLIEFSTEMPEL -ATELIER
JtovffaUelraarfei
l MENU'S. BALBOEKJËS. «nz.
iteiiBrB.van~Mantgem|
SINGEL 562 hoek Vijzelstr.
D.LAMEGISJr,
UTRECHT.
?
IHARGARSTHA BOAS,
Oosterpark 29.
Telefoon Z. 5007.
Ppüinnpp ot MÜTH'PUPP
rbuMücl JJlalUblUu.
Dagelijks te consulteeren
A WWfcK'MBIW A F|V|1 Zomer Kuuroord aan de Gotthard
A.l^lMrMl<Ml/lTM2m M. M. (Zwitserland.) 1450 M. b/d Z.2uur
«root Hotel Danioth
.
v. Luzern. Appartem. en Kamers m.
stroomend warm en koud water.
Wij doen een beroep op de Ouders!
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent voor Nederland:
J. LEONARD LANG,
114 Stadhouderskade,
AMSTERDAM.
^^?^^m^^mmmf^m^mmm^mm
Perzische Tapijten.!
IflFGHANiSTAN:;;'
Zeldzame keuze. Vootdeelige prijzen.
I/Art Décoratif
lAdr.GebouwHIRSCH&Cie.l
De geestelijke straf die weegt op zulke
genegenheden, Gezelle en Verriest hebben
ze in hun hart ondervonden: ik hoop wel,
dat Karel Lebo ze nooit al te zeer onder
gaat. Al is Karel Lebo een hart, dat gemaakt
is om diep te beminnen. Want anders
hadde hij de tragiek niet gekend van den
strijd, die ons in zijn bundel beleden wordt,
en die zijn boek met echte poëzie heeft
vervuld.
Ik herhaal het: onmondige poëzie, en die
moet ontgonnen door hem, die het vermag
in den bolster den diamant te raden, en ver
der den bolster te doorboren ... om weieens
niets meer dan aarde te vinden in plaats van
den stralenden licht-steen. Maar poëzie die,
in haar kern, mij verpoozing is geweest voor
vele verbluffende knapheid, die helaas zoo
weinig inhield ...
KAREL VAN DE WOESTIJNE
* * *
Het Nieuwe Tweede Kamer-gebouw
Heden is het volgende adres verzonden:
Aan de Tweede Kamer der
StatenGeneraal
Geven de ondergeteekenden met
verschuldigden eerbied het volgende te kennen:
Niet zonder bevreemding en ongerustheid
hebben zij vernomen, dat voor het nieuwe
gebouw voor Uwe Vergadering reeds ont
werpen zijn gemaakt door het bureau van
den Rijksbouwmeester.
Immers zij zijn van meening, dat waar het
hier betreft wellicht het meest
belangrijkemonumentale bouwwerk 't welk in dezen
tijd kan worden gezet, het ambtelijke bureau,
naar de ondervinding overtuigend heeft aan
getoond, voor deze ontwerpen in geen geval i'
zonder eenige mededinging aangewezen kan |
en mag worden, en dat er, zoo ooit, nu aan
leiding is om aan de Nederlandsche bouw
kunstenaars de gelegenheid te geven een
Nederlandsch monument te scheppen.
Redenen waarom zij Uwe Vergadering
met den meest sterken aandrang verzoeken
het daarheen te leiden, dat de bouw van
het nieuwe Parlement aan een der beste
Nederlandsche bouwmeesters worde opge
dragen .
(geteekend door):
R. N. ROLAND HOLST
HiMiilinMiiiiliiiiiiliiinmiriiiiiiiiii(((f(ii(ti(iuitfifiuitiiiifiitiM(ti(ifiiii
koozen, de ontbrekende kalabassen te tellen
of misschien ook om een soort van staat
van grieven op te maken voor het een of
andere proces dat hij zou beginnen, en
begaf zich, om acht uur, naar de haven.
Het uurbootje, een klein vaartuigje,
dat alle morgen precies om negen uur naar
Cadix vertrekt en uitsluitend passagiers ver
voert, zooals het vrachtbootje, dat alle nach
ten om twaalf uur vertrekt en fruit en
groenten meeneemt lag al klaar.
Het eerste heet uurbootje omdat het in
dit tijdsbestek en zelfs in veertig minuten,
als het den wind van achteren heeft, de
drie mijlen aflegt die de oude stad van den
hertog van Arcos en de oude stad van
Herkules scheiden.
III
Dien dag, om half elf 's morgens stond
oom Buscabeatas stil voor een
groentenstalletje op de markt te Cadix en zeide
tegen een politie-agent, die zich stond te
vervelen:
Dat zijn mijn kalebassen! Arresteer
die vent daar!
En meteen wees hij den wederverkooper aan.
Mij arresteeren! riep deze,
hoogstverwonderd, op driftigen toon. Die kalebassen be
hooren mij toe. Ik heb ze gekocht
Dat kan je den alcalde zeggen ant
woordde oom Buscabeatas.
Niet noodig hoor!
En ik zeg van wel!
Ouwe dief!
Ouwe leeperd!
Gebruik jelui toch een beetje fatsoen
lijker taal. 't Is een schande! De menschen
moeten mekaar zoo niet behandelen! merkte,
GRANDS ,VÏNS DE «iAMPAONE
Berrier-Jouetl
'
.
Sautef&Poirs;MaastrïGht.|
J. A. J. SCHOKKING,
INSTRUMENTMAKER.
SPüI 32, Telefoon 6876. Aisteriai.
Mailo- en Vacuummeters,
Pyrometers, Trebmeters,
Indlcatfiirs. Slagentellcrs en alle an
dere Stoom- Appendages. Heete
Lnchtmotoren enz.
ELECTRISCHE DRAAIERIJ
E!ïSLIJPERIJ.
Het mag U niet onverschillig zijn of er voldoende wordt zorg ge
dragen voor de geregelde dagelijksche mondreiniging uwer kinderen l
Nog veel minder moogt ge er U mee tevreden stellen wanneer er
maar een of ander tandmiddel wordt genomen dat men U hier of
"aar aanbiedt.
Het is noodzakelijk ervoor zorg te dragen dat uwe kinderen hun
ond en tanden minstens tweemaal daags reinigen met werkelijk
o e d e tandmiddelen.
Daarom bevelen wij U dringend aan daarvoor alleen de aan
e eischen der moderne hygiëne beantwoordende
Frïedericn's Tandmiddelen
te gebruiken.
BOUWT TE NUNSPEE1
_
Mooie boschrijke terreinen. Spoor.Tram, j op RIJWIEL.. RIJTUIG, en AUTOBANDEN
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
M.ij DE VELUWE», Nunspeet.
Dr. A. PIT
Dr. H. E. VAN GELDER
WILLEM KLOOS
(EANNE KLOOS-REIJNEKE VAN STUWE
Mr. DR. J. C. OVERVOORDE
H. J. HAVERMAN
Dr. A. BREDIUS
Dr. H. T. COLENBRANDER
WOUTER NIJHOI-T
Prof. dr. J. HUIZINÜA
FRITS LAPIDOTH
C. L. VAN BALEN
J. F. M. STERCK
MARC. EMANTS
Prof. dr. Q. W. KERNKAMP
Dr. JAN KALF
CYRIEL BUYSSE
F. P. TER MEULEN
Dr. mr. S. MULLER FZN.
Dr. JAN VETH
FREDERIK VAN EEDEN
M. A. BAUER
K. ALBERDINGH THIJM
Mr. H. P. L. WIESSING
Mr. FRANS COENEN
JAC. VAN LOOY
HERMAN ROBBERS
ALBERT VERWEY
HENRIETTE ROLAND HOLST-V. D. SCHALK
J. DE MEESTER
Prof. dr. W. VOOELSANG
* ? *
Ingezonden
De Telegraaf" en C. L. Dake
In het ochtendblad van de Telegraaf"
van Dinsdag 9 Juni 1.1. (1ste blad) vind ik
het volgende schrijven, van de hand van
den kunst-verslaggever van dat blad, C.
L. Dake:
Na nu de Telegraaf-lezers over schoone
kunst te hebben gesproken, moet ik ze
nog even attent maken op iets wat wel
aan den tegenovergestelden kant der
schoonheid ligt, maar dat toch niet on
leerzaam zal zijn en zeker niet onamusant.
Daar is n.l. alweer iemand, die doet alsof
hij hevig op mij verbolgen is. Hij is in
't krijt getreden voor den heer Roland
Holst en schreef een stukje in het groene
weekblad over de bekende motie van de
Mij. Arti & Amicitiae. Maar het is niet
uiterst kalm, de agent op, terwijl hij ieder
een duw tegen de borst gaf.
Intusschen waren al een paar menschen
samengeloopen en spoedig ook daagde de
regidor op, met het politie-toezicht op de
openbare markten belast, en wiens ware
titel Juez de abastos l) luidt.
De politie-man liet het ingrijpen aan Z.Ed.
over en toen deze zich zijn waardigheid
bewuste autoriteit op de hoogte was van de
geheele kwestie, vroeg hij den
wederverkooper met plechtige stembuiging:
Van wien hebt u die kalabassen gekocht ?
Van oom Dinges, uit Rota... antwoordde
de ondervraagde.
Die moet 't geweest zijn, riep oom
Buscabeatas uit. Die is daar net toe in staat!
Als zijn tuin, die erg slecht is, weinig op
brengt, steelt-ie maar bij z'n buurman!
Maar, verondersteld dat ze u vannacht
veertig kalabassen ontstolen hadden, ging
de regidor voort, zich tot den ouden
warmoezenier wendend, wie zegt u dan dat
déze en gén andere van u zijn ?
Wel! antwoordde oom Buscabeatas, om
dat ik ze ken, zooals u uw kinderen, tenminste
als u ze hebt! Ik heb ze toch zelf groot
gebracht! Deze heet bijvoorbeeld de ronde,
die 't dikkertje, die 't buikje, deze de ge
kleurde en die Manuela... omdat-ie erg op
m'n jongste dochter leek.
En het arme oudje barste in bittere tranen uit.
Dat is alles goed en wel, antwoordde
weer de proviand-rechter, maar voor de wet
is het niet voldoende dat u uwe kalebassen
herkent. De autoriteiten dienen eerst over
tuigd te zijn van de juistheid uwer bewering,
1) lett.: proviand-rechter.
op dit stukje waarop ik de aandacht vestig,
maar wel op een stuk, dat de verbolgene,
een zekere heer Frans Vermeulen, (tot
vór een veertien dagen mij volkomen
onbekend), wil gaan schrijven!
In dat hevige stuk zal de heer V., (om
dat de redactie van de Telegraaf een
inzendsel van zijn hand weigerde te plaat
sen) al mijn domheid en onbetrouwbaarheid
aan het licht brengen. Hij zal aantoonen,
dat ik van oude schilderkunst niets, maar
ook niets begrijp (hij zelf studeert voor
kunstspecialiteit!) en zal onthullingen doen
omtrent misdadige uitingen in mijne ge
schriften, die de wereld verstomd zullen
doen staan. Hij heeft dit grootfeche voor
nemen aan de redactie van de Telegraaf
kenbaar gemaakt en ik beloof mijn lezers,
als het stuk verschenen is hun te ver
tellen waarin zij het zullen kunnen lezen."
Niet om het boosaardig-persoonlijke van
dezen uitval, noch om 'n soort gelijkhebberij
waarom het mij tegenover iemand als
dezen publicist allerminst te doen is maar
allén als merkwaardige bijdrage tot de
kennis der tegenwoordige journalistieke
zeden, wil ik bovenstaand geschrijf even
nader bespreken. Het heeft namelijk een
kleine voorgeschiedenis.
Omstreeks een maand geleden trof ik in
de Telegraaf" een artikel van denzelfden
C. L. Dake, waarin hij (als gewoonlijk om
allerlei persoonlijke rancunes), weer eens een
aanval deed op het nieuwe" Frans Hals
museum te Haarlem en op de bestuurders
dier stichting. Dit deed hij in den vorm eener
zakelijke" kritiek op genoemd museum, en
nu viel het mij op, dat bedoeld artikel in
den geheelen opbouw, in de ontwikkeling
van den gedachtengang . . . laat ik zeggen :
wonderwel en zér opvallend overeenkwam
met een verslag, dat ik ongeveer een jaar
geleden, op verzoek der Redactie van het
Weekblad de Wereld", in dat blad (sinds
Januari opgeheven) over hetzelfde museum
uitbracht. Daarbij werd dan wat ik in
het voordeel van het museum aanvoerde,
door bedoelden verslaggever in het tegen
deel gekeerd, terwijl hij mijne bezwaren
stevig aandikte. Over deze kwestie schreef
ik aan het adres der Telegraaf' -redactie
een ingezonden stukje", waarin ik op die
zonderlinge gelijkenis van 's heeren Dake's
waarvoor u het wettig en overtuigend be
wijs hebt te leveren
---Ja, lacht maar niet, heeren ---- Ik ben
advokaat !
Nu dan zult u zien dat ik, zonder hier
vandaan te gaan, spoedig voor 'n ieder
bewijzen zal, dat die kalebassen in mijn tuin
zijn gekweekt, sprak oom Buscabeatas tot
groote verbazing der omstanders.
En, terwijl hij een pakje, dat hij in de hand
droeg, op den grond wierp, boog hij zich
voorover en knielde, zoodat hij haast op z'n
voeten zat en begon langzaam de
toegeknoopte punten van de zakdoek die er om
zat, los te maken.
De bewondering van den proviand-rechter,
den wederverkooper en de omstanders steeg
merkbaar.
Tezelfdertijd kwam een nieuwe toe
schouwer naderbij om te zien wat daar
voorviel tusschen dat groepje. Zoodra de
wederverkooper hem zag, riep hij uit:
Ik ben blij dat U komt, oom Dinges! Die
man daar zegt dat de kalebassen, die U me
gisteravond verkocht hebt en die 't zelf
zouen hebben kunnen hooren als ze ooren
hadden, gestolen zijn... Nou U!
De pas aangekomene werd zoo geel als
'n kanarievogel en maakte aanstalten om weg
te wandelen, maar de omstanders, die zich
om hen verdrongen beletten hem dit voor
nemen ten uitvoer te brengen, en bovendien,
de regidor beval hem te blijven.
Wat oom Buscabeatas betreft, deze had
zich reeds tot den vermoedelijken dief ge
wend en zei, hem strak in het gelaat ziend :
Nu zal je 's wat zien!
Oom Dinges herkreeg zijn kalmte en sprak :
U moet weten wat U zegt, als U 't bewijs
niet levert voor Uw aanklacht, dan laat ik
iiuiiiiiiimiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiini
artikel met mijn vroeger verslag in De
Wereld" wees en het schrijven van dien
verslaggever in enkele bijzonderheden weer
sprak. Tevens verzocht ik daarbij den heer
hoofdredacteur van de Telegraaf" schrif
telijk om eenig bericht en een onderhoud,
teneinde hem desgewenscht inzage te geven
van mijne bewijsstukken.
Hierop ontving ik gén antwoord. Mij na
eenige dagen nogmaals aan het redactie
bureau in deSt-Nicolaasstraatvervoegend,kon
ik niemand van de redactie te spreken krij
gen, maar namens den secretaris werd
mij door... den portier (zelf!) meegedeeld,
dat mijn schrijven aan den heer Dake was
doorgezonden en waarschijnlijk in het vol
gende avond- of ochtenblad zou verschijnen.
Na wederom dagenlang te vergeefs te
hebben uitgezien, meldde ik mij nogmaals
natuurlijk vruchteloos aan bij de Redactie
van de Telegraaf"; trachtte ik, eveneens
vruchteloos, den hoofdredacteur telefonisch
te bereiken; men was niet thuis." Be
grijpend dat aldus mijn stuk den
welbekehden doofpot inging, heb ik toen der Redactie
van genoemd blad een bedankbriefje geschre
ven voor haar buitengemeen korrekt optreden
in deze zaak, waarbij ikhaartevens meedeelde,
dat ik mijn ingezonden stuk" als geweigerd
beschouwde en voornemens was het elders te
publiceeren, en vervolgens (letterlijk): dat
ik omtrent de capaciteiten van haren verslag
gever eenige aardige gegevens mocht ver
werven, die, aan slechts weinige ingewijden
bekend, een bedenkelijk licht werpen (om
in 's mans eigen stijltje te schrijven) op
zijne bevoegdheid, speciaal in zake oude
schilderkunst", gegevens, die ik aan mijn te
publiceeren schrijven zou toevoegen indien
het me de moeite waard mocht blijken."
Ook op dit schrijven hoorde ik dagenlang
niets, tot ten slotte mijn artikel over de
zotte Arti''-motie tegen Roland Holst", den
publicist Dake (die met zijne Arti"-cóterie
de beruchte motie doordreef) uit zijn hoek
haalde en tot het schrijven van het hier
boven afgedrukte staaltje van journalistieke
welgemanierdheid bracht.
In verband met het hier besprokene vestig
ik de aandacht op de volgende feiten:
dat genoemde C. L. Dake, kunst-verslag
gever van de Telegraaf", misbruik maakt
van een reeds geweigerd en dus vervallen
ingezonden stuk" en voorts ook van een
U wegens laster naar de gevangenis brengen.
Die kalabassen zijn van mij; ik heb ze,
zooals alle die ik dit jaar te Cadix ter markt
heb gebracht, in mijn tuin van Egido ge
kweekt, en en niemand kan me 't tegendeel
bewijzen.
Nou, kijk dan maar! herhaalde oom
Buscabeatas, terwijl hij voortging met de
zakdoek los te knoopen om er iets uit te halen.
Spoedig was de grond bedekt met een
groot aantal stukken van kalabasstengels,
nog groen en waaruit nog sap liep, terwijl
de oude tuinder, op z'n beenen gezeten en
stikkend van 't lachen, de volgende rede
voering hield tegen den man van de wet
en de nieuwsgierigen:
Mijne heeren! U hebt toch allemaal wel
eens belasting betaald, niet waar? Dan hebt
U zeker wel dat groote, groene boek gezien,
dat de ontvanger bij zich heeft en waaruit
hij kwitanties scheurt. Daarnaast plakt hij
dan een strookje of een stukje band om
later na te gaan of de kwitantie valsch is
of niet.
Wat u daar beschrijft is wat men
een cheque-boek noemt, merkte de regidor
ernstig op.
Dat heb ik nu juist bij me, het
chequeboek van m'n tuin of wel de stengels,
waaraan deze kalabassen vast zaten voor ze
mij ontstolen werden. En als u 't niet ge
looft, kijkt dan maar 's hier. Die steel hoort
bij die kalebas... Daar zal wel niemand aan
twijfelen... Dié... u ziet het... hoort bij
dié... Deze grootere moet bij die hier
hooren ... Prachtig! Dat klopt! En die is
van die... en die eene van die... en die
is van...
En al maar doorsprekend, plaatste hij een
steel in de holte, die in elke kalabas
ontimiiMimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiMMiiiimiiiiiiii
particulier, niet aan hem gericht schrijven,
waarvan hij bovendien de bewoordingen
leagenachtig verdraait, teneinde zijn tegenstan
der, voor een publiek, dat verder niets van
deze zaak weet, belachelijk te maken;
dat dezelfde C. L. Dake voornoemd op
zettelijk liegt en zijne lezers tracht te mis
leiden, waar hij schrijft, dat ondergeteekende
een zekere heer Frans Vermeulen", hem
tot vór een veertien dagen volkomen on
bekend" was; een leugen, die o.a. reeds
onmiddellijk hieruit blijkt, dat de opstellen
(over Kunst en Geschiedenis), die ik sinds
vier jaar in de voornaamste onzer kunst
tijdschriften en andere periodieken geregeld
publiceer, k in de Telegraaf" herhaalde
lijk uitvoerig en met vermelding van mijn
naam aangehaald en besproken werden in
de eigen rubriek van dezen heer Dake.
En ik wensch te vragen: of dergelijke
praktijken als waaraan zich voornoemde
C. L. Dake schuldig maakt behooren tot
de tegenwoordig getolereerde persmanieren;
en op welk peil een courant wordt geacht
te staan, die dergelijk bedrijf harer verslag
gevers in hare kolommen toelaat?
Ik verklaar mij bereid mijne beschuldi
gingen met tal van klemmende bewijzen
te staven, indien de Redactie van het
Dagblad de Telegraaf" den moed en
het eergevoel heeft, mij daartoe in de
gelegenheid te stellen en mij de ruimte te
verschaffen in hare kolommen, die zij tot
nog toe zoo angstvallig voor mij gesloten
houdt.
FRANS VERMEULEN
Amsterdam, 10 Juni 1914
* ? *
Tentoonstellingen en Veilingen
In den Kunsthandel Boussod Valedon & Cie.,
Den Haag, Plaats 20, heeft in de maand
Juni een tentoonstelling plaats van werken
van Fransche schilders.
* *
iimiiiiiiiliiiitiiiMiiiiiiililiililMiiiilnfjiimniimiiuimiiiiimjMiiimim
staan was bij het uitrukken en de toeschou
wers zagen tot hun verbazing, hoe inderdaad
de onregelmatige en grillige basis van deze
stengels telkens precies beantwoordde aan
de witachtige kleur en de lichte holling van
wat men de lidteekens der kalabassen zou
kunnen noemen.
De omstanders knielden toen neer, de
agenten en de regidor inkluis, en begonnen
toen oom Buscabeatas te helpen bij zijn
vreemdsoortige taak, daarbij allen tegelijker
tijd met kinderlijke vreugd uitroepend:
Beslist! Beslist! Er valt niet aan te twij
felen. Kijk maar! Die is van hier... Die is
van deze... En deze is van die... En die
is van ...
Het hoongelach der grooten vermengde
zich met het gefluit der kinderen, de
verwenschingen der vrouwen en de tranen van
blijdschap van den warmoezenier, over zijn
zegevieren. Onderwijl hadden de klabakken
den dief, wiens schuld gebleken was, al af
en toe een paar peuten gegeven, met on
geduld het oogenblik beidend dat ze hem
zouden mogen meenemen.
Het behoeft zeker niet gezegd, dat de
klabakken hun zin kregen; dat oom Dinges
genoodzaakt werd den wederverkooper de
vijftien duro's terug te geven, die hij van
hem ontvangen had; dat deze ze weer on
middellijk aan oom Buscabeatas ter hand
stelde, en ? dat deze zich, hoogst tevreden,
naar Rota begaf, ofschoon hij bij zichzelf
zeide:
Wat lagen ze daar mooi op de markt!
En toch heb ik niet aan de verleiding kun
nen weerstaan Manuela mee te nemen om
'r vanavond op te eten en de pitten, als
aandenken, te bewaren.