De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 28 juni pagina 3

28 juni 1914 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

28 Jtrni '14. -- No. 1931 D E A M S T E RD A M M E R, W E E K B LA D" V X) R" N EÜETCC A N D den naam Shakespeare voor. Zoo is het o.a. mogelijk uit een overeenkomst van het jaar 1599 het ont&taan van het Globe-theater tot op enkele maanden vast te stellen. Ook op de plaats welke de groote dichter innam te midden van zijn vrienden en kennissen, werpen deze documenten een nieuw licht, en doen zien dat hij reeds tijdens zijn leven hoog stond aangeschreven. Herhaaldelijk wordt ook zijn naam genoemd als pachter van het Globe-theater, zelfs nog in Maart 1624, toen Shakespeare reeds gestorven was, komt zijn naam nog voor in een ambtelijk stuk als huurder van een stuk grond. BOEKEN OVER BOEKEN. Een twintig jaren geleden ongeveer verschenen in Engeland een tweetal series bibliographische werken onder de titels The English bookmqris library en Books about books. Beide series zijn sinds lang uitverkocht, maar worden nog dikwijls gevraagd, zoodat de uitgevers be sloten een aantal der daarin verschenen deelen opnieuw uit te geven, geheel bijge werkt tot op onzen tijd en tegen een niet te hoogen, voor alle deelen dezelfde, prijs. De eerste deelen, welke dezer dagen zullen verschijnen, zijn: Early iliustrated books, door A. W. Pollard; Books in manuscript door Falconer Madan en Short history of English printing door H. R. Plomer. HET BOEK IN DE KUNST. Het engelsche tijdschrift The Studio zal eerstdaags een afzonderlijk nummer uitgeven onder den titel The art of the book, waarin een over zicht wordt gegeven van de hedendaagsche moderne boekkunst in Groot-Brittanje en 'daarbuiten. Onder de talrijke illustraties zullen er zijn met betrekking op de typographie, titel-pagina's, blad-versiering, orna menten, initialen, bandversiering in leer en in linnen, boekomslagen enz. Het werk bevat verder opstellen over de opkomst van de drukkunst in Engeland, over hedendaagsche Engelsche bindkunst, de boekkunst in andere landen, alles rijk geïllustreerd. Bij DE FIRMA BURQERSDIJK & NlÈRMANS, TEMPLUM SALOMONIS'', LEIDEN, zal van 8 tot 11 Juli eene auctie gehouden worden, welke zich beweegt op het gebied der ge neeskunde en aanverwante vakken, natuur kunde, wiskunde, sterrekunde, zoölogie, botanie, geologie, mineralogie enz., waarbij werken over geschiedenis, aardrijkskunde, rechts* en staatswetenschap, staathuishoud kunde, theologie, philosophie, letteren, kunst geschiedenis enz. De catalogus is verkrijg baar. Te zien 6 en 7 Juli. ? * * Tentoonstellingen en Veilingen IN DE KUNSTZALEN UNGEREN VAN MENS, ROTTERDAM, Eendrachtsweg 27, zijn van 21 Juni tot en met 18 Juli, tentoongesteld schilderijen door H. A. van Oosterzee. DE EERETENTOONSTELLING VAN ALBERT NEUHUYS, in Arti, wordt l Juli gesloten. ? ? * llltlMIIIIIIIIIIJIIIIItllllllllllllllllllll Henning moest op het rookend geweer steunen, hij hield den adem in om beter te hooren neen, goddank! het was slechts het spartelen van de krullende golven en het verre gekrijsch der meeuwen. Toch! in het inwendige van den nevel kreunde iets. Hij wierp zich op den grond neer, drukte het gezicht in de heidestruiken en stopte beide ooren dicht. Duidelijk zag hij het verwrongen gezicht, de stuipachtige spiertrekkingen van het lichaam en het roode bloed, dat zonder ophouden uit de borst gutste, golf na golf, als met iederen polsslag van het hart het stroomde neer op het bruine heidekruid, vloeide van blad en stengel en sijpelde tusschen de wortels in den grond. Hij hief het hoofd op en luisterde; nog kreunde er iets, maar hij had niet den moed daar heen te gaan, neen, neen! hij rukte de heide-planten met de tanden uit, wroette met de handen in de mulle aarde, als om een schuilplaats te zoeken, hij wrong het lichaam in marteling van lichamelijke pijn, maar nog duurde het, nog hoorde hij het zelfde gekreun. Eindelijk was het stil. Hij lag langen tijd op de aarde neer en luisterde, dan kroop hij langzaam op handen en voeten in den nevel voort. Het duurde lang voor hij iets zien kon, dan vond hij hem eindelijk tegen een kleine aardhoogte liggend. Hij was dood. Het schot had hem in de hartkuil getroffen. Henning nam het lijk op en droeg het dwars over het eiland naar de boot, waar mee zij gekomen waren; dan nam hij de riemen ter hand en roeide naar het land. Van het oogenblik af, dat hij het lijk gezien had was zijn gejaagdheid bedaard en een stille, doffe weemoed daarvoor in de plaats gekomen. Hij dacht aan de vergankelijkheid van het leven en hoe voorzichtigst hij de huisgenooten voorbereiden zou. Toen hij aan land gekomen was, ging hij naar een boerenhoeve om een wagen. De man vroeg hoe het ongeluk was toegegaan. Het verhaal van de bijzonder heden fantaseerde hij als zonder nadenken onder het spreken: Bryde was daarbuiten westwaarts met het geweer in de hand over een heuveltje gekropen; zeker was de haan niet op rust gesteld, het een of ander moest er aan vast zijn gehaakt, en het schot dus afgegaan. Henning had aan de knal kunnen hooren, dat zij heel dicht bij elkaar geweest waren en hij had Bryde toegeroepen; toen hij geen antwoord kreeg was hij ongerust geworden, de richting van het geluid van het schot gevolgd, en had hij hem aan den voet van een hoogte gevonden; maar het leven was reeds geweken. Hij verhaalde dit alles op gedempten, rustigen toon en had, zoo lang hij sprak, in het geheel geen bewustzijn van schuld; toen zij echter het lijk op den wagen gelegd hadden en het in het stroo neerzonk, viel het hoofd op zij en sloeg met een bons tegen het schot; op dat oogenblik was hij bijna flauw gevallen; toen zij met het lijk over Borup naar Hagestedgaard reden, werd hij opnieuw gejaagd. Zijn eerste gedachte na het lijk bij de familie in huis gebracht te hebben, was weg te loopen en alleen met de allergrootste zelfbeheersching kon hij zich dwingen te blijven totdat de begrafenis zou hebben plaats ge had. In dien tusschentijd kwam er in zijn uiterlijk iets van een verstooten dier, en een vreemde vreesachtigheid beving zijn geNiéuwe Uitgaven P. C. BOUTENS, Verzen. Met een voorrede van L. v. DEIJSSEL, 136 pag. Amsterdam, P. N. v. Kampen & Zn. JAC. l SR. DE HAAN, Libertijnsche liederen, 96 pag. Prijs ing. f 1.25, geb. f 1.75. Amster dam, P. N. v. Kampen & Zn. G. F. HASPELS, Wisselend uitzicht, 228 pag. Amsterdam, P. N. v. Kampen & Zn. STIJN STREUVELS, Het Kerstekind. Ver lucht met teekeningen van JULES FONTIJNE, 2e druk, 93 pag. Amsterdam, L. J. Veen. HELEN KELLER, Uit het duister. Vertaald door LOUISE STUART, 196 pag. Amsterdam, P. N. v. Kampen & Zn. Tondalus' Visioen en St. Patricius' Vage vuur. Uitgegeven door dr. R. VERHEIJEN en dr. J. ENDEPOLS, Ie deel, 316 pag. Uitge geven voor de Kon. Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde bij W. Siffer te Gent en bij Mart. Nijhoff te 's Gravenhage. GEOROES DREYFOUS, Giorgione, 170 pages. Prix frs. 3.50. Paris, Librie Félix Alcan. HENRI FOCILLON, Hokousaï, 150 pages. Prlx frs. 3.50. Paris, Librie Felix Alcan. Drie portefeuilles, elk inhoudende 12 repro ducties naar etsen van Rembrandt, uit de collectie van het Rijksprentenkabinet te Amsterdam. Reclame uitgave van de Koninkl. Stearinekaarsenfabriek te Gouda. Amsterdam, Gebrs. Binger. Groote Mystieken", serie II, No.2: Santa Teresa, 48 pag., f 0.40. Baarn, Hollandiadrukkerij. Oud-Hollandsch levenswijsheid. Verzameld en toegelicht door P. L. v. ECK JR., 86 pag. Deventer, Johs. J. C. v. d. Burgh. CONSTANT VAN WESSEM, Hoe moeten wij Paul's ontwaken van Fred. van Eeden lezen? 30 pag., f030. Amsterdam, W. Versluys. Van Rechts en Links/' serie II, No.6: EVERT TEMME, De Oplossing van de Schoolkwestie of beginselverzaking in de school strijd, 43 pag., f 0.40. Baarn, Hollandiadrukkerij. Uit Zenuw- en Zieleleven", serie III, No. 6: J. M. REITSEMA, Over misdadige krankzinnigen en hunne verpleging, 50 pag., f 0.40. Baarn, Hollandia-drkkerij. F. v. D. GOES, De Prostitutie, 31 pag., f 0.10. Amsterdam, J. J. Bos & Co. S. P. L'HONORÉNABER, Een goed woord voor het mindere Marine-personeel, 35 pag. 's Gravenhage, Mart. Nijhoff. Morks' beroepsbibliotheek", No. 22: J. P. v. LONKHUIJZEN, De Boschboüw, 40 pag., f 0.50. Dordrecht, C. Morks Cz. Heemsteê's kookboek." Wenken voor het dagelijksch middagmaal, van Vrouwe H. DÓLLEMAN-THIERRY DE BIJE, 60 pag., f 1.25. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zn. . Catalogus van de Boekerij van Ons Huis", Rozenstraat 12?16, Amsterdam, 344 pag. Prijs f 0.25. Tweede Supplement (1914) pp den 4en om en bijgewerkten druk van leiddraad bij be roepskeuze voor jongens en meisjes naar de nieuwste officieele en naar particuliere bron nen, bewerkt door J. W. v. MAMEREN Kz. te Amsterdam, 16 pag., f a25. D. Mijs in Tiel. F., Une visite au Palais de la Paix (Avec et deux plans) 22 pages. La Haye, N. V. drukkerij Luctor et Emergo." iHimiimiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiHitifMiiiiiiiiimiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii dachten, die maakte, dat zij zich niet op een ding vestigen konden, maar van het eene naar het andere dwaalden. Dit rustlooze draaien en tollen, dat hij met geen inspanning kon verhinderen voort te gaan, deed hem bijna krankzinnig worden, en wanneer hij alleen was begon hij te tellen of te neuriën en de maat te slaan met de voet, om op deze wijze de gedachten te beteugelen en niet in de verschrikkelijke, afmattende rondedans meegesleurd te worden. Eindelijk kwam de dag der begrafenis. Den dag daarna was Henning op weg naar zijn oom, den houthandelaar, om hem te verzoeken dat hij hem een plaats op zijn onderneming aanwijzen zou. Hij vond zijn oom in een stemming van verslagenheid. Zijn oude huishoudster was voor een maand gestorven en in de laatste dagen had hij zijn procuratie-houder om onbetrouwbaarheid in geldzaken moeten ontslaan. Henning was hierdoor zeer welkom. Hij werkte zich met grooten vlijt in de zaken in en na verloop van een jaar was hem de leiding toevertrouwd. * * * In een tijdsverloop van vier jaren hebben groote veranderingen plaats gegepen. De houthandelaar is dood, en Henning is tot zijn voornaamste erfgenaam benoemd ge worden. Ook de oude Lind van Stevnede is tot zijn vaderen verzameld, maar heeft het landgoed met zooveel schulden belast achtergelaten, dat het verkocht is moeten worden, en er bij den verkoop weinig of niets voor Agatha is overgebleven. Stavnede's nieuwe eigenaar is Henning, die den houthandel heeft vaarwel gezegd en tot den landbouw is weergekeerd. Op Hagestedsgaard is een zekere Klausen Niels Bryde's op volger geworden; hij zal binnenkort de bruiloft met Agatha vieren, die thans in het huis van den Domine inwoont. Zij is nog schooner dan vroeger. Met Henning is het anders gesteld. Het is hem niet aan te zien dat hij voorspoed heeft gehad. Hij is bijna een oud man; de gelaatstrekken zijn scherp, de gang loom, hij loopt gebogen, spreekt weinig en fluisterend: zijn oog is met een vreemd-matten glans overtogen, en zïjn blik is onrustig en wild. Als hij gelooft alleen te zijn, spreekt hij in zichzelf en maakt redetwistende gebaren. De menschen uit den omtrek denken daarom, dat hij drinkt. Maar dit is het niet. Dag en nacht, waar hij ook is, nergens is hij veilig voor de gedachten aan den moord op Niels Bryde. Zijn geest en zijn vermogens zijn in deze altijd voortdurende angst verschrompeld, want, als die gedachten komen, zijn zij niet als berouw of duistere smart, maar levende, laaiende vervaring, een schrikkelijk delirium waarin de blik wordt verward, zoodat alles beweegt: stroomend, stralend, vreemd ruischend, en alles is van kleur veranderd, het is lijkbleek of donker bloederig rood. En in al dit stroomen is een trekken, als werd het bloed uit de vaten gezogen, en het leven geknaagd uit de vertakkingen der zenuwen, en de borst hijgt in een adem-benemende angst, maar geen reddende kreet, geen sla kende zucht kan zich een weg door de opeengeperste bleeke lippen breken. Deze angst-gezichten zijn het gevolg van die gedachten, welke hij daarom vreest en welke zijn blik onrustig en zijn gang on zeker maken. De vrees is het, die zijn kracht ontbonden heeft, en de kracht die hem is overgebleven, leeft voort in zijn haat. Want Denemarken-Nederland. De taak der kleine state i, 40 pag. Uitgave van den Alg. Ned. Bond Vrede door Recht" (1914). * * * Inhoud van Tijdschriften De Natuur, afl. 6: F. E. Alsberg, Reizen met Amerikaansche treinen. W. C. v. d. Winden, De projectie-lantaarn als polarisatieapparaat. E. K. L. A. Beijen, De toekomstakkumulator van prof. dr. H. J. Hannover. G. J. v. d. Lubbe, Een dwaling? D. S. S., Een nieuwigheid op bioscoopgebied: de Kinoplastikon." P. E. W. Kok, Aan de draaischijf. Dr. D. v. Gulik, De draadlooze weerberichten van den Eiffeltoren. J. M. Steffelaar, De Bernina-Baan. De Revue der Uitvindingen en Ontdekkin gen, No. l: Een en ander omtrent koeltechniek. Het beproeven van materialen. Dreses" Radiaal boormachine. Deljzersmeltoven werkende met ingeblazen lucht en de karakteristieke eigenschapden van de brandstoffen, die er voor gebruikt worden. Morks' Magazijn, Juni '14: Aty Brunt, Over eenige jonge etsers II (slot). C. v. Leyden, Juni. S. H., Een ontmoeting. G. B., Het Panamakanaal H (slot). Marianne Mewis, De Veelvraat. Gaasterland II (slot). O. S. v. d. Veen, Het fijne kwartiertje. P. Piccardijn, Trucs en den antiquiteitenhandel. H. W Bredée;DeLombok-oorlog op een Indisch tooneel. J. L. Waal, Over gebruik van chocolade. ? ? * Correspondentie Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uitbetaling van het honorarium e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Men gelieve bij opgave van adres veranderingen te vermelden of deze van blijvenden of van slechts tijdelijken aard zijn. Bovendien geve men niet alleen de nieuwe maar ook de oude woonplaats op. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, wende men zich uitsluitend tot de REDACTIE en uitsluitend Keizersgracht 333. Om teleurstellingen te voorkomen is het gewenscht, dat de inzender iederen keer, dat hij een bijdrage zendt zoowel op zijn brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres duidelijk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag in postzegels toevoege (los in den brief) indien bij niet-plaatsing terugzending ver langd wordt. Op anonieme zendingen of berichten wordt geen acht geslagen. * * * iilliiliiiiilllllni lllllllllllllllllllllllllllllllllllimillllllMMIIIIIIIMIIIIIII hij haat Agathe. Hij haat haar omdat zijn ziel in zijn liefde voor haar te loor is gegaan, zijn levensgeluk verwoest, en zijn zielsvrede; en wanneer hij nu met dreigende gebaren in zichzelf spreekt, is het de wraak waaraan hij denkt, wraakplannen, die hij beraamt. Maar het meeste haat hij haar omdat zij niets vermoedt van die woestenij van smart en ellende, waarin zij zijn leven herschiep. Maar hij laat daarvan niets be merken, hij is tot in het overdrevene vriende lijk tegen Agathe, betaalt haar uitzet, en deed haar later trouwen uit zijn huis, en zijn vrien delijkheid is sinds het huwelijk niet vermirw derd; hij hielp Klausen en stond hem ter zijde op menige wijs, en van meer dan eene gewaagde onderneming, die een gunstig Resul taat bracht, hebben zij de gevaren gedeeld. Dan hield Henning op een bepaald oogen blik op, maar Klausen wilde verder gaan, en Henning beloofde hem met zijn raad bij te staan. Dat deed hij dan ook. Hij leende hem zelfs groote sommen, en Klausen waagde zich van de eene speculatie in de andere. Bij enkele won hij, verloor bij meerdere, maar hoe meer hij speculeerde, hoe begeeriger hij werd. Eindelijk zon hij op eene onderneming op nog grooter schaal, die hem met n, slag rijk man moest maken. Dit vorderde groote betalingen, en Henning schoot hem voortdurend voor. Maar bij den laatsten betalingstermijn trok Henningzich terug. De vooruitzichten schenen Klausen schooner dan ooit, en wanneer hij nu plotseling de zaak opgeven moest, was hij geruineerd, maar betalen kon hij niet. Dan zette hij Henning's naam onder een paar wissels; niemand zou argwaan koes ieren en de winst zou niet lang op zich laten wachten. Maar de berekening faalde. Klausen was zoo goed als geruineerd. De vervaldag van de wissels naderde, het uiterste moest worden beproefd; nu zond hij Agathe naar Stavnede. Henning was verbaasd haar te zien want zij had nog maar zeer korten tijd geleden een kindje het leven geschon ken, en het weer was ruw en buiig. Hij bracht haar in de groene kamer en zij ver telde hem van de ongelukkige speculaties en van de wissels. Henning schudde het hoofd en zeide rustig en heusch, dat zij haar man niet goed be grepen hebben moest, dat men den naam van 'n ander niet onderaan een wissel zet, want dat dit een overtreding was, ja een misdaad waarop de wet gevangenisstraf had gesteld. Neen, neen, zij had haar man niet ver keerd begrepen, zij wist, dat heleen misdaad was en dat hij juist daarom helpen moest; wanneer hij maar de echtheid der handteekening niet betwisten wilde, zou alles nog in orde komen. Ja, maar dan moest hij de wissel toch betalen, en dat kon hij onmogelijk; hij had reeds zooveel geld in Klausen's zaken ge stoken, dat hij nu al boven zijn krachten was gegaan. Mér kon hij niet doen. Zij weende en smeekte. Zij moest toch bedenken, hoeveel hij al verloren had door Klausen. Als ze hem ge zegd had, dat de onderneming mislukt was, was het hem wezenlijk geweest, alsof iemand hem een klap in het gezicht had gegeven, zoo verwonderd en ontsteld was hij geweest. Toen hij dit woord gebruikte, moest hij, ja, in eens eraan denken, dat zij hem eenmaal gem IVMfe ?T' W> IM* ji rwvijl Zomer Kuuroord aan de Gotthard Groot Hotel Danloth (Zwitserland.) 1450 M. b/d Z.2uur v.Luzern. Appartem.enKamers m, stroomend warm en koud water. De ondervinding van vele jaren bracht er zoo menig kenner reeds toe allén Friederich's Tand middelen te blijven gebruiken. Ze geven een aangenaam gevoel van opgewektheid en frischheid dat nog langen tijd na de aanwending ervan blijft voortduren. 80UWT TE NUNSPEET. op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN waarborgt «olidlte». 0 Fabriek Hevea, Hoogezaod (Qrooincen.) Perzische Tapijten.l AFGHANISTAN-r1 Zeldzame keu». Voordetligt prijzen. 'Art Décoralif dr. Gebouw HlRSCH&Cie.l AUTOMOBIELEN. Hoofd-Agent voor Nederland : J. LEONARO LAN6, 114 AMSTERDAM. Mooie boschrfike terreinen. Spoor.Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet. DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 1.65 per'kwartaal GRANDS VÏNS DE OHAMPAGNt Rerrier-Jouet " 'V * Epernay. Con.cefsionnairesi Sauter & Pol fs, Maastricht. niiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiivtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Verschenen: Het Goederenvervoer per Spoorweg. Iiilfchingeii ten dienste van het publiek. IHet tal van Bijlagen - DOOR K. J. B O T M A N Commies H: IJ. S. M. P R U S 6 O C E N T S. Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF, A'dam. slagen had, of zij zich dit niet herinnerde. Neen ?... het was op een tiag geweest, dat hij haar er mee geplaagd had, dat Bryde of zij het zich werkelijk niet herinneren kon ? Ja zeker; zij had hem uit niet kwalijk ge meende scherts op de wang geslagen, hier op deze wang. Ja, ja. Maar of hij haar niet helpen wilde. Hier was het geweest, in deze kamer. Ach,dat was nog een andere tijd, een vreemde tijd geweest. Hij geloofde, ook, dat hij eenmaal haar heur hand had gevraagd, of hij vergiste zich. Gesteld eens, dat zij hém gekozen had ; maar dat was dwaas, daarover te spreken ; neen, Bryde was zoo'n mooie man; dat hij zoo droevig om het leven komen moest, die aardige jongen! Ja, god. Maar wist hij dan werkelijk geen middel.... Zij moest dat met de wissels maar niet gelooven; dat had Klausen haar maar wijs gemaakt, om hem over te halen en te probeeren nog meer geld van hem los te krijgen; dat was 'n streek, Klausen was glad, sluw, zeer sluw. Neen, het was werkelijk, zooals zij zeide. Indien zij terug zou komen met een weige rend antwoord, dan moest Klausen de wijk naar Amerika nemen. De wagen, waarmee hij naar het station Voer rijden zou, stond al ingespannen, toen zij hierheen op weg ging. Neen, dat had hij van Klausen nooit ge dacht. Dat was een gemeene schurken-streek! hem in ongelegenheid tébrengen, hem, die altijd en altijd weer bijgesprongen was. Hij moest door-en-door slecht zijn. Het was een schande op die wijze oneer over vrouw en kind te brengen. Zij moest maar eens kun nen hooren. hoe de menschen daarover spreken zouden. Arme Agatha, arme Agatha ! Zij wierp zich voor hem op de knieën en smeekte: Henning, Henning, heb meelijden met ons". Neen, en nog eens neen. Mijn goede naam zal vlekkeloos blijven; ik help geen misda diger beschermen!" Toen ging zij. Henning zette zich aan zijn schrijftafel en schreef aan de politie in Voer, dat Klausen zich aan wisselvervalsching had schuldig gemaakt en men hem op het station arre steeren moest. Een ijlbode werd met den brief heengezonden; Dien avond vernam hij, dat Klausen ver trokken was, den volgenden dag, dat hij te Voer door de politie was aangehouden. Agatha moest te bed liggen gaan, toen zij tehuis kwam. Zwak als zij was na. hare bevalling had zij de opwinding en de hevige gemoedsbeweging van het gesprek niet ver dragen kunnen. Het bericht dat Klausen was gearresteerd geworden brak hare laatste krachten. De ziekte nam een slechten keer en na drie dagen waaarin onafgebroken zenuwkoortsen het leven bestookten, kwam de tijding te Stavnede, dat zij dood was. Den dag vór de begrafenis ging Henning naar Hagestedgaard. Het weder was duister en nevelig, de bladeren vielen in zwermen af, in de lucht stegen geuren op van de vochtige aarde. Men bracht hem in de doode-kamer, de vensters waren met witte doeken overhangen, aan het hoofdeneinde brandden eenige kaar sen. De bloemen der gedachtenis-kransen en het vernis van het eikenhout verbreidden zwoele reuken. iiiiiiiiiniiliiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiii Hij werd bijkans plechtig gestemd, toen hij haar in het tooverachtig wit der wade ter neer liggen zag. Over haar hoofd was een witte doek gespreid. Hij roerde die'niet aan. De handen waren over de borst teza men gevouwen. Lieden hadden ze met witte katoenen handschoenen bekleed. Hij vatte eene der handen aan, schoof de handschoen af en stak die in de borstzak van zijn jas. Dan bezag hij nieuwsgierig die hand, kromde de vingers en ademde erop als om ze te verwarmen. Lang hield hij ze in de zijne vast; het werd donkerder en donkerder in de kamer; en buiten nam de nevel in on doordringbare dichtheid toe. Dan boog hij het hoofd naar het aangezicht toe en fluisterde: Vaarwel, Agatha. Ik wil je iets zeggen, voor we schejden: ik heb ook. geen berouw over wat ik" gedaan heb1', dan liet hij de hand neervallen en ging heen. Toen hij buiten kwam kon hij nauwelijks de schuur onderscheiden, zoo dicht was d_e mist. Hij ging het strand langs naar huis terug. Nu was hij gewroken, en wat dan! Wat dan morgen, en overmorgen? Het was zoo stil, slechts een flauw ge rucht van het water beneên maar zijn hartslag kon hij niet hooren; toch sloeg het hart, maar zoo mat, zoo mat. Wat! Dat klonk als een schot! en nog een. Hij schudde het hoofd, glimlachte en murmelde: neen niet twee, n maar, n maar". Hij was zoo moede, maar uitrusten hij had geen geduld tot uitrusten. Hij bleef een oogenblik stilstaan en zag om zich heen: er was niet veel te zien, de nevel bouwde een hooge muur rondom hem, nevel boven, nevel rond om, beneden zand. In rechte lijn lagen zijn voetstapsporen achter hem. Maar tot midden in den nevelcirkel reikten* zij, verder niet; hij ging weder iets verder: neen tot voorbij het midden kwamen zij niet, maar achter hem, daar waar hij geloopen was, daar waren kringen met zijn voetstappen overdekt. Hij was toch zeer moede; het was het zand, waar het moeilijk in te loopen viel iedere voetstap had iets van zijn kracht opgebruikt, ja het was een rij van graven van zijn ver zonken krachten, en naar den anderen kant toe lag het zand vlak en effen en wachtte een huivering beving hem: Iemand loopt over mijn graf, drukt mijn voetstappen, achter mij in de mist bewegen zich sluiers als vrouwengewaden, in den witten nevel beweegt iets wits. Weer liep hij verder, zoo krachtig als hij maar kon. Zijn knieën knikten, het werd donker voor zijn oogen, maar voor waarts moest hij, voorwaarts door den nevel, want wat achter hem zich verborgen hield, vervolgde hem zonder ophouden. Het kwam dichter en dichter bij en zijn krachten waren op het punt hem te begeven, hij wankelde van de eene zijde naar de andere, felle flitsen schoten aan zijn oogen voorbij, scherpe, fluitende geluiden drongen in zijnooren, het koude zweet stond hem op het voorhoofd, zijn lippen openden zich als in ontzetting; dan zakte hij slap ineen op het zand neer. En uit het duistere van den nevel kwam het op hem aan, vormloos en toch herkenbaar, zwaar en loom voer het over hem heen. Hij probeerde op te staan, maar met vochtige, witte vingers greep het hem in de keel... Toen Agathe den volgenden morgen op de baar geheven was, moest de stoet een wijle wachten; maar van Stavnede kwam niemand haar ter laatste rustplaats geleiden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl