Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
28 Juni '14. No. 1931
De film als geschiedenisleeraar: Strijdwijze van Romeinsche soldaten
DE BIOSCOOP
Koningin Kino, wetenswaardigheden
op kinomatografisch gebied en
biografieën der voornaamste
kinoartisten, door JOH. GILDEMEYER.
N. V. Drukkerij De Nieuwe Tijd",
Amsterdam.
In een land, waar men achter
caricaturen bij voorkeur boosaardigheid en
tekort aan respect zoekt, waar de ironie
duf wordt van het wachten op uitlegging,
als een bijbeltekst op tusschenkomst van
schriftgeleerden, is het voor de repu
tatie van ernstige menschen fnuikend om
welgezind over de bioscoop te spreken.
Want in de oogen van hen, die met
gepast gevoel van eigenwaarde het Leven
ernstig zien en zwaar van gewicht, die
zelfs het Vermaak den eisen zouden willen
stellen, dat het zijn lichtvoetige dartelheid
aflegge, is Koningin Kino minstens even
frivool als de Kino-Koningin". Wij
spreken nu nog niet eens van hoogst
respectabele kunstrechters, die met be
minnelijke donquichotterie de bioscoop
bestrijden, overal waar zij dit wonder
van techniek en vernuft ontmoeten.
De bezwaren tegen de bioscoop tellen
wij evenmin als onze landgenooten licht
de woorden prikkelbioscoop" en
bioscoopkwaad" klinken ons zoo ver
trouwd, zoo nationaal! maar toch
lijkt mij in het tegenwoordig
barbaarsche" Nederland de bioscoop niet van
cultureel belang ontbloot.
Over eenigen tijd zal een door
buitenlandsche .klaagschriften verontruste mi
nister niet de illusoire bemiddeling van
de Tucht-Unie inroepen, maar die van
den film. Immers geregelde bezoekers van
bioscooptheaters zien zooveel auto's met
fauneske of clowneske bestuurders langs
hun oogen schieten, dat zij moeilijk meer
verbaasd of verontrust kunnen zijn over
het verschijnen van dezen schrik der
wegen. En geen grillig of bizar costuum
kan op zijn draagster den blaam van
belachlijkheid of erger! werpen,
want voor de lens van het
opname-toestel defileeren zoowel mannequins met
hun meest extravagante probeersels als
dames die op de rennen te Longchamps
haar nieuwe costuums exposeeren. En
zelfs de fine fleur van Amsterdamsche en
Haagsche modepopjes kan men op den
film van een concours hippique rustig
bewonderen om haar gracieuse of licht
zinnige kleedij, zonder gevaar te loopen
door een donkeren of hautainen blik be
straft te worden voor zijn Frechheit.
Er wordt over ongemanierdheid ge
klaagd, men verwijt ons een te kort aan
souplesse en distinctie, vooral in onzen
uiterlijken omgang, en hier is het alweer
de film die uitkomst brengt. Wij behoeven
slechts een bioscooptheater in te gaan
om te beseffen wat elegantie is! Er is
nooit goedkooper en doeltreffender hand
boek der wellevendheid te bedenken
voor linksche en ongemanierde menschen
dan de bioscoop. En wat zouden wij
gelukkig kunnen zijn met de lichtzinnig
heid, welke op sommige films zoo
aanbiddelijk is door haar gratie en schoonheid.
De bioscoop leert ons ook, hoe men
vorst kan zijn en toch niet ongenaak
baar; zij leert ons te vergelijken en te
keuren en onze zelfgenoegzaamheid met
land en vorst loopt kans spoedig in onte
vredenheid te verkeeren.
En wat een dierenliefde en zachtheid
des gemoeds ligt niet ten grondslag aan
den schietfilm: het wreede jachtvermaak
gereduceerd tot een vuren met
windbuksen op de herten, die op het
projectiedoek loopen te grazen. Welk een
vooruitzicht voor monarchen, die op
groote schaal wild uitmoorden! Zij zul
len het aantal stuks door hen geschoten
wild nu tot een waarlijk onbegrensde
hoogte kunnen opvoeren.
Met dergelijke vraagstukken houdt ech
ter het bovengenoemde boekje zich maar
matig bezig. Het is ook niet zoozeer
een welsprekend pleidooi voor het maat
schappelijk en artistiek bestaansrecht van
de kinematografie, als wel een onpre
tentieus geschriftje dat bedoelt den lezer
wat nader te brengen tot een populaire
afleidingskunst. Immers, evenals die andere
ongekroonde Koningin der Aarde, de Pers,
heeft de kino zijn interessante
ontwikkelingsgeschiedenis.zijn merkwaardige tech
niek en ook zijn geheimzinnige,
eenigszins alchemistische werkwijzen, zijn sma
kelijke of sensationeele misleiding.
En terwijl een kijkje achter de scher
men der journalistiek nu niet altijd even
verkwikkelijk is, kan men van de trucs
der kinematografie kennis nemen zonder
in zijn moreel evenwicht geschokt te
worden.
De meest eenvoudige
kinematografische trucs zijn langzamerhand wel be
kend geworden, maar zeer veel wachten
nog op onthulling.
f-, J.
'-..«,
?''i^&ttv-. '
«*-?
De filmfabriek van de Union-Vitascope op het Tempelhoferveld bij Berlijn
Opname in het filmatelier
Rechts: de regisseur (in witte jas) die den spelers aanwijzingen geeft
Links: de operateur staat gereed achter het opname-toestel
Opname van de machinekamers der Titanic"
Ofschoon de filmfabrieken niet tegen
het maken van onkosten opzien en voor
het verwoesten van auto's, villa's, schepen
met echte" requisieten werken, maken
zij dikwijls van kleine en betrekke
lijk goedkoope middelen gebruik om
een dramatische gebeurtenis te verfil
men, zooals bijv. een spoorwegongeluk.
In het atelier van de fabriek wordt
daarvoor uit papier-machéen met behulp
dikwijls van kinderspeelgoed een land
schap opgebouwd, liefst in een
bergstreek, waarin zich bijv. een
miniatuurtrein en een speelgoed-auto bewegen.
Deze worden eenvoudig in botsing
gebrecht, zödicht bij de lens van het
opnametoestel, dat de projectie op het
doek de illusie geeft van werkelijkheid.
Zoo werd kort na de ramp van de
Titanic" een film van de schipbreuk
vertoond, waarvan iedereen kon ver
moeden, dat, ondanks begeleiding van
een roerend Nearer my God, to thee"
de opname gefingeerd was. Doch wei
nigen waren zoo ingewijd, dat ze wisten
hoe voor de film zelfs niet eens een
schip had dienst gedaan. Verder dan
het Tempelhofer Feld te Berlijn waren
voor deze gelegenheid de mondaine
passagiers en het scheepspersoneel niet
geweest. In Koningin Kino" vinden wij
over de opname van een der interessante
gedeelten van dezen film:
Een 18 Meter lang decor, een 10-tal
ketels van een mail-stoomer voorstellende,
d. w. z. niet geschilderd als het decor
van een tooneel, doch van hout en papier
maché, gips, enz., in natuurlijke kleuren
nagemaakt, werd daarvoor opgesteld op
aan de filmfabriek grenzende terreinen;
eenige wagonladingen cokes werden er
voor neergestort en achter het decor een
stookruimte gemaakt, waardoor het moge
lijk was dat vlammen en vuurgloed zicht
baar waren zoodra de deuren der
stookplaats geopend werden. Een schare van
artisten, figuranten en echte stokers
gaven zoo getrouw mogelijk een levendig
beeld van de ware toestand in de
stookplaatsen van een schip. Het geheele
decor was omgeven door een
waterdichten bak, die het mogelijk maakte
het binnenstroomen van het water in de
z.g. machinekamer te imiteeren. Springstof
en rookverspreidend vuurwerk werden
opgesteld om op 't juiste oogenblik de
vernieling weer te geven; diverse opera
teurs stonden met hun toestellen gereed
om aanstonds opnamen te doen."
Bij het opnemen van dergelijke films
loopen de medespelenden weinig gevaar,
doch anders wordt het wanneer ver
scheurende dieren des velds als acteurs
mee optreden Natuurlijk wordt het gevaar
ingeperkt, maar toch komt het wel eens
voor, dat niet alles even goed afloopt:
Over de leeuw uit de fabel, die door
likken Androdes zijn dankbaarheid zou
betuigen, lezen wij:
In de circus aan een paal gebonden
met de bloote voeten ter hoogte van den
kop van den leeuw, wachtte hij (de acteur)
de komst van het ondier af. Een drietal
goede schutters verdekt opgesteld, met het
jachtgeweer aan den schouder, bewaak
ten 's mans leven. De leeuw naderde den
vastgebonden slaaf, wiens voeten flink
met honig waren ingesmeerd om het dier
tot likken uit te lokken. Aanvankelijk tot
likken geneigd, scheen hem de trek in
versche slavenvoeten toch wat al te
machtig te worden en vór iemand het
verhinderen kon, kraakte een der teenen
tusschen de tanden van het beest."
Bijzondere aandacht heeft getrokken
de film Atlantis," scenario van
Hauptmann, door het aanzienlijk bedrag der
onkosten, die 500.000 Mark bedroegen.
Daarvoor was een scheepsromp gekocht,
met het doel om te laten zinken, een
aantal stoomschepen gehuurd, enz.
Van het ontstaan van sommige andere
films, die onder klinkende of snorkende
titels hun reis om de wereld hebben
gemaakt, ontsluiert de schrijver nog de
geheimen, terwijl het boekje verder nog
interessant is door zijn mededeelingen
over de geschiedenis der kinomatografie
en den omvang van de filmfabricage.
Het gedeelte, dat de biografieën van
kino-artisten en -regisseurs bevat, is het
minst belangrijk, al zullen velen, die iets
meer van de bioscoop kennen dan het
spreekwoordelijk kwaad, er zich voor,
interesseeren.
Dat Koningin Kino" de fanatieke be
strijders van de bioscoop zal bekeeren,
gelooven wij niet. Daarvoor heeft het
te weinig pretentie en als uitgave ook te
weinig beteekenis, terwijl wij van de
onvermoeibare strijders tegen
kunstvervalsching en lichtzinnigheid niet mogen
verwachten, dat zij zich zouden storen
aan de hier geboden cijfers, die den omvang
van de nieuwe industrie aantoonen. Hun
strijd is er een van geestelijk belang en
daarnaast zinken natuurlijk alle
materieele belangen in 't niet, zelfs als zij
groote groepen van personen betreffen.
Wat deden trouwens ook al die menschen
zich af te geven met de kinomatografie.
De artisten hooren op het alleen-zalig-'
makend tooneel en de rest... moet maar
wachten op een andere nieuwe industrie,
welke geen gevaar op kan leveren voor
het moreel en aesthetisch evenwicht van
een ernstig land.
In afwachting, dat het spelen en
schrijven voor de bioscoop nog meer
het karakter van een afzonderlijke kunst
krijgt métier, zoo men wil die
ook als zoodanig wordt beoordeeld,
mogen wij ons troosten met het feit,
dat, naast dikwijls onbelangrijke en ge
woonlijk ongevaarlijke ontspanning, de
kinomatografie veel leerrijks heeft ge
bracht. Voor het onderwijs zal zij zeker
in beteekenis nog toenemen en de film
zal de beschrijvingen in
aardrijkskundeen geschiedenis-boeken geheel kunnen
vervangen. Aan de hand van historische
gegevens zijn met een troep goede acteurs
alle gebeurtenissen uit de geschiedenis
levend te maken.
Het turfschip van Breda, de Ruyter op
den toren van Vlissingen, deze en andere
illustere feiten zullen de schoolkinderen
van onzen tijd voor hun oogen zien
gebeuren. Natuur- en plantkunde mogen
ook genoemd worden. Wat zou men
denken van een docentlooze school, waar
dag aan dag het Leven in al zijn scha
keeringen werd afgedraaid ter voorlich
ting en vorming der jeugd?
HESSEL JONGSMA
* * *