Historisch Archief 1877-1940
5 Juli '14. - No. 1932
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BOUWT n MDNSPEET.
Mooie boachnjketerreinen.Spoor,Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
M.ij DE VELUWE", Nunspeet.
op RIJWIEL., RIJTUIG»en AUTOBANDEN
waarborgt soliditeii. , .>
Fabriek Hevea, Hoogezand (Oroninjen.)
N.V.KERSTKNED.FiBRISKTtH iSBESTCEfflTPLATKS
n art i n i t". _
MASTTNITPLATEN zfln:
brand-, trek- en
krimp vrjj.
Vraag^t prjjasen en monwtert*.
ADRES'.
C'rnqiusweg 113, Amsterdam.
Verkrijgbaar bij:
N.V. Manufacturen Mag-azijn
K HET ANKER",
uitsluitend gevestigd:
49 V e enestra at en Heulstraat 27,
DEN HAAG.
SPECIALITEIT IN UITZETTEN EN UITRUSTINGEN.
r.nnnNTic IEDER STUK DATKRIMPI
UHHH111 IC W
vALTOn ZOhEflRMSTEH!>flM
Monsters, geïllustreerde prijscou
ranten en attesten zenden gaarne
N. V. Ned. Tricotfabriek VALTON
ZONEN, Amsterdam.
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent TOOT Nederland:
J. LEONARD LANG,
Htatilioutlei-slfacle,
AMSTERDAM.
militair gedoe, zonder de noodzakelijkheid
van een goed leger te onderschatten.
Natuurlijk geldt pok bij de uiting van deze
waardeering, dat iedere vogel zingt zooals
hij gebekt is, en laten de gewezen ministers
van oorlog en anderen, wier enthousiasme
mér is gewekt door eigenschappen van
Thomson, die tot U minder sterk spreken,
een ander geluid hooren dan dat waarin
U Uwe bewondering uit voor zijne beschei
denheid en zijne oprechte en warm voelende
persoonlijkheid. Maar in eerbied en bewon
dering doen het Haagsche Comitéen Uwe
Redactie niet voor elkaar onder, en in plaats
dat dit gemeenschappelijk gevoel voert naar
samenwerking tot de meest voor de hand
liggende uiting en den best bereikbaren
zij het juist hierdoor ook uiteraard nog
weinig verheven vorm, komt thans Uw
kritiek op bijzaken als de woordenkeus van
het Comitéeen douche toedienend aan de
toch al zoo moeilijk bij ons Hollanders te
wekken geestdrift, die de hoofdzaak slechts
kan schaden.
Zeker! Mooier dan een Thomsonplein en
een Thomsonmonument zou zijn de nimmer
verflauwende posthume aandacht aan zijn
ideeën en illusies. Maar wil die aandacht
kunnen leiden tot verwezenlijking van
meester, dat ik aan niets anders meer dacht
in die uren van ontzaggelijke kwelling.
Men trok mij de kapiteinsuniform uit en
gaf mij een oude soldatenjas en een muts.
Zoo ging ik den dood tegemoet met m'n
tien lotgenooten. Slechts n had gratie ge
kregen... omdat hij muzikant was! De
Karlisten hadden toen de gewoonte muzikanten
te sparerv, omdat ze er erg behoefte aan
hadden.
En was u muzikant, Don Basilio?
Heeft dat u gered? vroegen de jongelui
tegelijkertijd.
Nee, kinderen... antwoordde de veteraan.
Ik was geen muzikant.
Het carréwerd gevormd en wij kwamen
in het midden te staan.
Ik was nummer elf in de rij van de sol
daten die zouden worden gefusilleerd.
Toen dacht' ik aan mijn vrouw en aan
mijn dochter: aan jou en aan je moeder,
kindlief.
Het vuren begon...
Die schoten maakten me krankzinnig!
Daar mijn oogen geblinddoekt waren, kon
ik mijn kameraden niet zien vallen.
Ik wilde de schoten tellen om, een oogen
blik voor mijn dood, te weten, dat het met
mij hier op aarde gedaan zou zijn...
Maar voor het derde schot viel, was ik
de kluts al kwijt.
O! Die schoten zullen eeuwig in mijn
hart en hersenen dreunen, zooals dien dag!
Nu eens meende ik ze al op duizend mijlen
afstand te hooren en dan weer voelde ik
ze in m'fl hoofd bonzen.
En de schoten volgden elkaar maar
steeds op.
Nu is 't mijn beurt dacht ik.
Het schot knetterde en ik leefde nog.
Nu zal 't toch gebeuren... zeide ik.
Plotseling voelde ik dat iemand me bij de
schouders pakte, heen en weer schudde en
iets in de ooren schreeuwde...
Ik viel...
Ik dacht niet meer...
Ik gevoelde zoo iets als een diepe slaap...
Ik droomde dat ik gefusilleerd was... dood.
VI
Toen droomde ik dat ik op 'n brits lag,
in de gevangenis.
Ik zag niets.
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f l.65 per kwartaal
Voor
eerste
klas
PIANO:
10 JAAR
GARJNTIE
KUNSTSPEL en ELECTR: PIAMO'S. VlEUGELSisHH HDRES
aP^KESSELS'KON.FABRIEK. TILBURG
VRAAGT CATALOGUS OOK TCFIM'JHBETUING
A JK Tk WF M> "Mjf A fHirBl Zomer Kuuroord aan de Gotthard
Groot Hotel Danloth
(Zwitserland.) 1450 M. b/d Z. 2 uur
v. Luzern. Appartem. en Kamers m.
stroomend warm en koud water.
Ongevallen
Aansprakelijkheid
Ziekten
ROKIN 151
Automobiel
Brand
Diefstal
- AMSTERDAM
Thomson's ideeën en illusies dan zal het
toch de aandacht van een zoo groot mogelijk
deel van ons volk moeten wezen, dat daarop
gevestigd moet worden en gevestigd moet
blijven, en dan moet voorkomen worden,
dat volgende geslachten niets tastbaars om
zich henen zien, dat zelfs maar aan den
naam Thomson herinnert. Weet uwe redactie
hiervoor een beter (en met de te verwachten
medewerking van landgenooten bereikbaar)
middel dan het vastleggen van dien naam
in pleinen of straten en het vereeuwigen
van Thomson's beeltenis in een monu
ment dat zij het noeme en het
Haagsche Comitézal er stellig dankbaar
gebruik van maken. Zoo niet, waarom dan
die smalende zinsnede: Men stichte dan
maar een Thomsonplein en zette er een
Thomsonmonument op"? En waarom dan
niet met dankbare erkenning van de ver
eering, die Thomson heeft gewekt k bij
degenen die in militaria anders voelen en
denken dan U en ik, medegewerkt om met
andere woorden dan zij in hun
gedachtengang hebben gevonden, zooveel mogelijk
Nederlanders uit alle kringen opgewekt tot
eene grootsche stichting door landgenooten
van de meest uiteenloopende inzichten? Of
moet het ook met de Thomson-huldiging
Ik bracht mijn hand naar mijn oogen als
om een windsel weg te nemen en ik voelde
dat mijn oogen open, wijd open waren.
Was ik soms blind geworden.
Neen... Het kwam omdat de gevangenis
in diepe duisternis gehuld was.
Ik hoorde een klok luiden... en ik leefde.
Het was de doodsklok.
Het is negen uur... dacht ik. Maar
van welken dag?
Een schaduw, duisterder dan het vale ge
vangenis-licht, boog zich over mij heen.
Het scheen een man.
En de anderen? En de overige achttien?
Alle waren gefusilleerd!
En ik?
Ik leefde of ijlde in het graf.
Mijn lippen herhaalden machinaal een naam,
denzelfden als altijd; mijn nachtmerrie...
Ramón!
Wat is er? antwoordde de schaduw
naast mij.
Ik sidderde.
Groote God! riep ik uit. Ik ben in de
andere wereld.
Nee! zei dezelfde stem.
Ramón leef je ?
-Ja!
En ik?
Jij k.
Waar ben ik? Is dit hier de her
mitage van San Nicolas ? Ben ik niet gevan
gen? Of heb ik alles misschien maar ge
droomd?
Nee Basilio; je hebt niets gedroomd.
Luister.
VII
Zooals je waarschijnlijk weet, heb ik gis
teren den luitenant-kolonel in een eerlijk
gevecht doodgeschoten. Daarna ging ik, in
dolle woede, voort met schieten. Ik schoot
maar steeds door tot na het vallen van den
avond.
Toen de maan opkwam, dacht ik opeens
aan jou. Ik begaf me toen onmiddellijk
naar de hermitage van San Nicolas met de
bedoeling daar op je te wachten.
Het zal zoo wat tien uur 's avonds ge
weest zijn. We hadden afgesproken om n
uur, maar ik had den vorigen avond geen
oog toegedaan en ik viel in een diepen slaap.
Op slag van nen werd ik wakker en
gaf ik een gil.
weer gaan als met onze 1813?1913 feesten
en hun dozijnen tentoonstellinkjes? Mogen
wij Nederlanders dan nooit eens komen tot
eene eensgezinde uiting van verheven ge
voelens met ?terzijdestelling van afwijkende
opvattingen in détails? Moet hetgeen de
ne Nederlander goed vindt dan altijd ge
smoord worden onder hetgeen een andere
Nederlander beter zou vinden maar niet
verwezenlijkt? .
Waarlijk, indien Uwe veronderstelling waar
mocht zijn, dat het Thomson, indien men
hem had gezegd, hoe (en door wie!) zijne
nagedachtenis zou worden geëerd, niet aan
genaam te moede zou zijn geworden, dan
zou zijn vaderlandsch gemoed zeker zijn
vervuld geworden met nog grooter deernis
met zijn verdeeld en versnipperend volk,
indien daarbij gezegd had moeten worden,
dat reeds de eerste oproep aan zijne land
genooten weer zou voeren tot gekibbel!
's G ra v.
H. C. HOFMAN
Herhaaldelijk stemde het ons in de laatste
jaren gelukkig als voor een zaak van
Nederlandsche cultuur het publiek wat
warm liep. Wij waren dan volgaarne een
van zin met zoovelen als mogelijk, en
voelIk droomde dat ik dood was...
Ik keek rondom me heen en merkte dat
ik alleen was.
Wat was 'r met je gebeurd?
Het sloeg twee ... drie ... vier uur...
Een angstige nacht!
Je kwam maar niet.
Je was zeker dood!
'Het werd morgen.
Toen verliet ik de hermitage en begaf me
naar dit stadje om me weer bij de opstan
delingen te voegen.
Ik kwam aan bij zonsopgang.
Allen dachten, (dat ik den vorigen avond
gesneuveld was. Toen ze me zagen om
helsden ze me dan ook allemaal en de
generaal overlaadde mij met onderschei
dingen.
Daarna vernam ik dat een-en-twintig krijgs
gevangenen gefusilleerd zouden worden.
Plotseling had ik een voorgevoel.
Zou Basilio er bij zijn ? zei ik tegen
mezelf.
Toen snelde ik naar het exekutie-terrein.
Het carréwas al gevormd.
Ik keek en keek... maar ik zag niets.
Ik was verblind door smart en buiten
mezelf van angst.
Eindelijk merk ik je op!
Het zou direkt jou beurt zijn om gefu
silleerd te worden.
Wat te doen ?
Ik was krankzinnig van angst; ik pakte
je tusschen mijn armen en ik riep met een
rauwe, bevende, hartverscheurende stem :
Diéniet! Diéniet, generaal...!
De generaal, die het carrékommandeerde
en die mij kende door mijn gedrag van den'
vorigen dag, vroeg mij:
Is hij dan muzikant ?
Dat woord was voor mij wat het voor
een blind-geborene zou zijn plotseling de
zon in al haar pracht te aanschouwen.
De hoop flikkerde zóplotseling voor
mijn oogen op, dat een duizeling mij beving.
Muzikant, riep ik uit... ja... ja... gene
raal. Hij is muzikant. En hij speelt uitstekend.
Ondertusschen lag jij bewusteloos op den
grond.
Wat voor 'n instrument bespeelt hij!
vroeg de generaal.
De... de... ja, wacht es... o ja!...
de schuiftrompet.
Hebben we een cornet-a-piston noodig ?
LIBERTYs
GEÏLLUSTREERDE OPRUIMIHG5CATALOGUS FRANCO
BIZOHDERE AANBIEDING
BLOUSE VAN
UYDIyft CRAPE MET BE
DRUKTE COTTOM VOILE
BLOUSE VAN WIT
BATIST MET BOR
DUURSEL A EMTREOEUX
Fl4.50
Fi.2.95
IN MATEN 42 44-46
OPRUIMING
METZ&CO AMSTERDAM s GRAVEN H AC E
IIIIIIIMIIIIIMIIIIIMMtllllMltllMIIIIMIIII I
imlIMUIIMIMIMlfl
den zoo goed wij konden zulk een helaas
zeldzame geestdrift
Maar wij hebben in ons stuk over den
door ons zeer gewaardeerden eerlijken po
liticus overste Thomson duidelijk aangewe
zen waar de zenuwachtige drukte uit voort
kwam, die thans doet roepen: niet om een
zeer gepaste Thomson-hulde, maar om een
Thomson-plein en een Thomson-monument
(een eer, waar Johan van Oldebarnevaldt
300 jaar op heeft moeten wachten). Wij
zeiden: Niet Thomsons verdiensten wekken
dit onwaarachtige geschrei, immers onder
precies dezelfde omstandigheden in Aljeh
gevallen, zou de nu groot-genoemde Thom
son zijn begraven met stille trom: neen, de
gedachte, dat Europa op ons 't oog geves
tigd heeft en ons echte militaire mannetjes
putters acht, is de reden van de overdreven
drukte.
Wij hebben Thomson geëerd en gesteund
veel langer dan die duizenden nieuwelingen
van hoogen en lagen invloed, die het doen
sedert eenige dagen, en wij deden het tij
dens zijn leven.
Wij hebben hem in plaat en artikel warme
hulde gebracht bij zijn dood.
En wij willen met geestdrift
samenstemmen als hij echt is das vruchtbaar. Niet
vroeg de generaal, zich naar de muziek
wendend.
Het antwoord liet zich vijf sekonden,
voor mij vijf eeuwen wachten.
Ja, generaal, we hebben er een noodig
antwoordde de maitre."
Haal die man dan uit de rij en laat
de executie onmiddellijk doorgaan !... riep
de Karlisten-aanvoerder uit.
Toen nam ik je in m'n armen en bracht
je naar dit cachot.
VIII
Ramón had nauwelijks opgehouden te
spreken of ik stond op en zeide, half lachend,
half weenend, terwijl ik hem levend omhelsde:
Ik heb je het leven te danken!
Ho ! Ho ! Wacht even ! zei de Ramón.
Hoe dat zoo, riep ik uit!
Kan je op de schuiftrompet spelen ?
Nee.
Dan dank je mij het leven niet, maar
dan heb ik het mijne op het spel gezet
om het jouwe te redden.
Ik werd zoo koud als een steen.
En muziek? vroeg Ramón. Weet je
daar wat van af?
Een beetje, een klein beetje ... Je weet
wat we 'r op school van geleerd hebben.
Ja, dat was een schijntje, of liever
niets... Er valt niets aan te doen. Je moét
sterven... en ik ook, als verrader... als
bedrieger!... Verbeeld je, het muziekkorps,
waarbij je wordt ingedeeld, moet over veer
tien dagen gevormd zijn.
Op den kop af! En, daar je niet op
de schuiftrompet kan spelen want God
doet geen wonderen meer zullen we
allebei onherroepelijk gefusilleerd worden.
Jou fusilleeren! schreeuwde ik. Jou!
jou! voor mij, die je het leven dank. Nee,
nee, dat kan de hemel niet willen. Over
veertien dagen ken ik muziek en speel ik
op de schuiftrompet.
Ramón begon te lachen.
Wat zal ik jullie nog verder verder hin
deren ?
In veertien dagen... o! macht van den
wil! veertien dagen met hun veertien nachten
want een halve maand lang gunde ik
mij rust noch duur in veertien dagen ...
ja ! het is een Godswonder geweest!...
leerde ik de schuiftrompet bespelen.
met larmoyante geestdrift die let eens op
onze voorspelling na drie maanden
ineenzakt als een leeggeloopen ballon.
RED.
* * *
Tentoonstellingen en Veilingen
DE KUNSTHANDEL SCHÜLLER &
EISENLOEFFEL, AMSTERDAM, Rokin 56, zal gedu
rende Juli en Augustus eene tentoonstelling
houden van etsen door Félicien Rops
en van gekleurde litho's door Jean Veber.
IN HET MUSEUM VAN KUNSTNIJVERHEID,
HAARLEM, is van af 5 Juli geopend een
tentoonstelling van kantwerken, vervaardigd
op de Koninkl. Neder 1.
Kantwerkschool.
Dat was me 'n tijd!
Ramón en ik gingen het land op en brachten
daar uren en uren door met een
muziekmeester, die eiken dag uit 'n plaatsje in den
omtrek kwam, om mij les te geven.
Ontvluchten.' Ik lees het woord in jullie
oogen! Nee, daar viel in de verste verte
niet aan te denken. Ik was gevangen en
ik werd bewaakt... En Ramón wilde niet
zonder mij vluchten.
Ik sprak niet, ik dacht niet, ik at niet.
Ik was waanzinnig en mijn manomanie
was de trompet, die vervloekte schuiftrompet.
Ik wilde leeren... en ik leerde.
Als ik stom was geweest, zou ik hebben
leeren spreken.
Was ik lam geweest, ik had leeren loopen.
En was ik blind geweest, dan had ik
leeren zien.
Want ik wilde.'
O! De wil is alles! Willen is kunnen.
Ik wilde. Dat was het geheim.
Ik wilde... en bereikte wat ik wou.
Ik redde mijn leven ...
Maar ik werd waanzinnig.
Mijn waanzin was: de muziek.
Do-re-mi-fa-sol-la-si; in die wereld leefde
ik al dien tijd. Ramón week geen oogenblik
van mijn zijde.
Ik ging naar Frankrijk en daar bleef ik
voortgaan met op de schuiftrompet te spelen.
Mijn leven bestond in blazen.
Ik was n met de trompet. Ik zong
met de trompet in m'n mond! De menschen,
heele dorpen, de specialiteiten in 't vak
kwamen allemaal naar me luisteren.
Het was een mirakel!
De trompet gehoorzaamde gedwee aan
mijn vingers; ze werd als elastisch, kreunde,
schreeuwde, brulde, bootste het geluid van
den vogel, het verscheurend dier zoo goed
als het snikken van 'n mensen na... M'n
longen waren als van ijzer.
Zoo bracht ik nog twee jaar door!
Toen kwam mijn vriend te sterven.
Bij het zien van zijn lijk kwam ik tot
bezinning...
En toen ik, weer bij m'n verstand, op 'n
goeien dag de trompet oppakte, toen...
toen ontdekte ik tot m'n schrik dat ik er
niet meer op spelen kon...
Vraag jullie nu nog of ik jelui bij het
dansen begeleiden wil?