Historisch Archief 1877-1940
>No. 1940
DE. AMSTERDAMMER, WEEK'BÜAÜVOOR NEDERLAND
De Oorlogspolypen van puitschland, Engeland, Frankrijk en Beïgië in hunne onderling vijandige bewegingen van dag tot dag voorgesteld
W&skricht
Ouifcche,
U/timatum aan&e/gh
wat Ou/isch/and.
DurrscHLAciD
VERKLAART DEN
OORL06AAN BELGI
EU BEZET LUXEMBURG E M VI5
E M B.
td.Aucj.Wf
DE VAL
VAM DE.STAD LUIK
DE FRANSCHEN SCHUIVEN l M
BELGIËOP.
Of. VE57ÏH6
LUIK IS GEVALLEN
DE DUITSCHERS VORMEN
EEN OPERATIEBA5I3 IM BELGI
ene
&.O.Z.= 6ER6EN OP ZOOM
E: ? f/NDHOVEN
A ' ANTWERPEN
B ? BRU5SEL
N
K
P ? PftRUS
ME' ME1S
NAN
flUHlHAUSEN
? '7/7//A
De inval in Lotharingen afgeslagen '///A
de FraracKe polypenarmen afgehakt, ///
v de gewonde pleK conlraheert zich binnen
' Muhlhausert blyf> bezeK
De muil van de cfuibche polyp
Onsiof namen in te slikken
een Kwab dn'ngl- wi> Lotfwrinc/e/i
111 Fi-anKnjk
De oorlogspolyp
dOOr A. DE WlDENRADE
Zooals de hanen in de Indische
hanengevechten worden gespoord met vlijmende
mesjes zoo is een oorlogvoerende natie,
als een polyp met duizende vangarmen,
voorzien van scherpe zwaarden en moor
dende mitrailleurs, waarmede hij zijn tegen
stander in 't hart tracht te treffen.
Het mag geen verwondering baren, dat
in de heftige worsteling tusschen de strij
dende polypenarmen, waarbij ze aan weers
kanten voortdurend worden afgesneden om
bij den overwinnenden polyp als door een
wonder duizendvoudig aan te groeien, de
aanschouwer, als ware hij een combattant
zijn hoofd verliest.
De polypenkaart geeft, met verwaarloozing
van alle topografische details, uitsluitend
het voortwoekeren der oorlogspolypen, als
simpel resultaat van de oorlogsberichten,
die, eerst op deze wijze tot grafische voor
stelling verwerkt, een juist beeld van den
toestand geven zooals die zich voortdurend
wijzigt.
Wat Duitschland op 2 Au g. beweerde te
vreezen, *) n.l. dat Frankrijk een vangarm
door België heen in de rijke
voorraadschuren van zijn land zou trachten te steken,
heeft Duitschland beantwoord met de be
zetting van Luxemburg en Visé, daarna van
de stad Luik, waarvan de vestingwerken
ten slotte verzwolgen zijn door de steeds
aangroeiende Duitsche polypenarmen, die zich
reeds op 18 Aug. na hevigen aandrang tot
voorbij Halen uitstrekte.
Hoe de Fransche polyp zich met de terug
gedrongen en af geknotte Belgische polyp
vermengde is nog slechts vaag bekend, onze
polypenkaart zal echter met zoo groot
mogelijke benadering de worsteling blijven
weergeven.
Aangezien op deze kaarten niets voor
komt, dat niet van principieel belang is, is
alles wat er op voorkomt des te meer van
beteekenis, zoodat bijv. het verschil tusschen
figuur 3 waarop alleen de stad Luik door
een polypenarm is getroffen en figuur 4,
waarop Luik met vestingen en al is ver
zwolgen, kenmerkend den loop der gebeur
tenissen weergeeft.
De polypenkaartjes vormen een dagboek.
? De vergelijking der opeenvolgende kaartjes
van week tot week of van dag tot dag,
naarmate de gebeurtenissen belangrijk zijn,
samengesteld, geven, meenen wij, een treffend
beeld van den oorlog.
De doorbraak der Franschen is dus mislukt
en de Duitschers staan nu, zooals ze dade
lijk gestaan zouden hebben als de Belgen
hen hadden doorgelaten.
De duitsche machine boort en vijlt dus
systematisch door, maar is in verhouding
tot het bereikte resultaat reeds zeer gesleten.
Behoudens het cerneeringsleger voor
Antwerpen is alles nu aan de zuidgrens van
België.
Vermoedelijk zullen de Duitschers nu een
Zeppelin-kamp voor Antwerpen opslaan en
Antwerpen dagelijks stelselmatig gaan bom
bardeeren totdat het zich overgeeft.
De koninklijke familie zal vandaag wel
vertrekken naar Engeland.
*) Beweerde te vreezen ... inderdaad. Want
indien het Duitschland met zijn vrees ernst
ware geweest, zou het strategisch en poli
tiek er het grootste voordeel van gehad
hebben brij die vrees te blijven: d.w.z. te
wachten, totdat Frankrijk zich, door in te
vallen»België op den hals haalde. RED.
Wat is een Leger ?
Om de gewetÜFêe 'massa menschen, paar
den en materieel, die een strijdmacht te
velde vormen, tot de grootste krachtsont
wikkeling te kunnen brengen, is in de eerste
plaats eisch een krachtige nhoofdige leiding.
Om de zoo geheel van elkaar afwijkende
middelen, waarmede de menschen
strijdvoeren, zoo effectvol mogelijk te kunnen
aanwenden, &?}; bovendien eene splitsing
noodig in verschillende zoogenaamde
wapenA Afwerpen
Mo Mons
fS Mameti
D Dinar^
Lo Longwy
Lu Luneville
K Muhlh
24Aua {'t.
DE FRANSCHE INVAl IN LOTHA
HINDEN TU5SDHENMS1Z IN Ot
VOGE5EN tH DE BEZETTING VAN
rlUHlHAUHN
BRUSSEL VERZWOLGE.N
soorten, die, zonder geheel onervaren te zijn
met andere strijdmiddelen, zich speciaal op
het gebruik van een bepaald wapen of hulp
middel hebben toegelegd.
In hoofdzaken zijn deze wapensoorten en
dienstvakken de volgende:
DE GENERALE STAF: het leidend orgaan
van het geheel, zooals de Engelschman het
kenmerkend uitdrukt: the brains and nerves
of the army", hiertoe behoort feitelijk:
DE INTENDANCE, zijnde het orgaan, waar
aan de zeer groote taak is opgedragen, de
zich vaak snel in onverwachte richting ver
plaatsende reusachtige troepen-massa's,
dagelijks van voeding en verder van allerlei
hulpmiddelen ter verpleging te voorzien.
De hoofdkracht, ook in getalsterkte, van
elk leger vormt
DE INFANTERIE, het voetvolk, algemeen
bewapend met snelvuurgeweer met bajonet
en aan den lijve medevoerende ongeveer 120
patronen.
Daarnaast komt
DE ARTILLERIE, wier voornaamste wapen
het snelvuur-kanon is. Hiermede worden
hoofdzakelijk granaten en granaat-kartetsen
geschoten. De granaat is een dikwandig
projectiel gevuld met een ontploffingsstof.
Deze wordt in den regel bij het treffen
van den bodem of een muur tot springen
gebracht. De met geweldige kracht rond
geslingerde scherven stellen menschen en
paarden buiten gevecht, slaan gaten in aarden
wallen, vernielen nagenoeg elk metselwerk,
en veroorzaken door de buitengewoon hooge
temperatuur der ontbrandende ontploffings
stof brand bij het treffen van huizen, op
eene wijze, vaak niet ongelijk aan het inslaan
van den bliksem.
De granaat-kartets dient uitsluitend om
op levende doelen (en luchtvaartuigen) te
schieten. Het langwerpig projectiel is hol,
voorzien van een losse kop en bevat even
eens een kleine kruit-lading, welke zich in
den bodem bevindt; de overschietende
ruimte daarboven is gevuld met kleine
kogels. In den kop van het projectiel be
vindt zich een mechanisme, dat de
kruitlading op een gewild oogenblik vór en
boven het doel tot ontploffing brengt, hier
door wordt de kop eraf geslingerd en de
kogeltjes in een kegelvormige ruimte vol
gens de richting, die het projectiel had,
over het doel uitgestort met doodende
kracht.
DE RUITERIJ (cavalerie, huzaren enz.) is als
vechtwapen eenigszins in waarde vermin
derd sedert de verbetering der vuurwapens.
Haar hoofdtaak is het verkennen in kleine
afdeetingen en zooveel mogelijk het tegen
gaan van een dergelijke handeling van de
vijandelijke ruiterij. Dit neemt niet weg, dat
groote afdeelingen ruiterij, zoo het haar op
het slagveld gelukt verrassenderwijs en in
vjiegenden.ren, gesloten, den vijand op het
lijf te vallen, een groote werking kunnen
uitoefenen door het geweldig moreel effect
van haar in woesten vaart onverschrokken
aanstormen. In critieke oogenblikken bren
gen zij aldus soms de beslissing. Haar
wapen te paard is uitsluitend de sabel of
de lans.
Het doel' van
DE MITRAILLEUR-AFDEELINGEN
is om overwachts uit een gedekte opstelling,
liefst op een critiek oogenblik, op een be
paald punt een ware regen van geweer
kogels te doen nederdalen. De mitrailleur
werkt automatisch, n.l. als het eerste schot
afgegeven is, gaat zij met eene groote snel
heid van zelf door, daar een deel van het
arbeids-vermogen van het schot gebruikt
wordt om het wapen voor het volgende te
laden en af te schieten; de bediening be
perkt zich,dus hoofdzakelijk tot richten en
het aanvoeren van patronen (de mitrailleur
gebruikt de gewone infanterie-ipatroon).
DE WIELRIJDERS
kunnen wel is waar een deel van de
taak van verkenning der ruiterij overnemen,
maar wat zrj aan grootere snelheid op
het paard winnen, verliezen 'Zij door hun
beperkt zijn aan wegen en hun minder
snelle verplaatsbaarheid bij slechte wegen
en duisternis. Hun voornaamste waarde
zetelt in de mogelijkheid voor ;den
algemeenen bevelhebber,'om onverwachts op
Auj
1914
B<\KYS
DE FRANSCHE EN DUITSCHE
LE6ER5 HEBBEN nu COnrACT iwn
MUHLHAUSEN TOT MONS
X DE KKOONPRIM5 TKEKT OP LOUtoWY AAH
LUNEVIJ.LE 15 POOR OUIISCHER5 BEZET
BIJ MON5 WORDT OÉVOtHTC"
'//////,"
O PARIJ5
VAN n-2t>lVU, 15 GIVOCHHN OP
HfT FRONT
NAMfN 15 6UAU.IN Of fRANSCK
ENGELSCHf U&ER5 Z!)N TER
CE DRONGEN.
l
een gewild punt, in den flank of den rug
des vijands, plotseling eene afdeeling van
een honderd geweren te doen verschijnen
of een belangrijk voorgelegen punt voor het
eigen leger snel te doen bezetten en zoo
lang vast te houden tegen overmacht tot de
eigen hoofdmacht er gebruik van kan maken.
DE PONTON-AFDEELINQEN
voeren op wagens alle materialen mede tot het
snel slaan van bruggen.De Pontonniers vormen
een voor ons leger te velde, speciaal in onze
doorsneden terreinen, uiterst gewichtige wa
pensoort. Een betrekkelijk smalle stroom toch
kan een noodlottige belemmering vormen
voor een legerafdeeling, temeer waar elke
tegenpartij er op uit is, alle bruggen, die
haar niet dienen kunnen, zoo spoedig en
zoo volledig mogelijk onbruikbaar te maken.
Bovendien is een enkele brug, zooals die in
onze wegen voorkomt, voor militair gebruik
in den regel onvoldoende; Een legerafdeeling
met voertuigen over n brug te laten pas
seeren houdt altijd te veel op. Daarom moet
men bij de moderne mobiele oorlogsvoering
in staat zijn er zoo noodig eenige naast
elkaar te kunnen slaan. Aan het ponton
wezen kan in het waterrijk Nederland niet
genoeg aandacht worden geschonken.
DE PIONIERS (GENIE) dienen te velde hoofd
zakelijk om verbroken gemeenschapsmidde
len te herstellen en te bouwen (dus ook
bruggen en telegraaf! ijnen), deze onbruik
baar te maken, terreinvoorwerpen als dorpen,
boschranden, dijken in staat van verdediging
te stellen of te versterken, loppgraven en
schansen aan te leggen e. d. Zij beschikken
daartoe over voertuigen, die van de noodige
hulpmiddelen voor dat alles voorzien zijn.
Wat de taak van de Telegraaf- (en Tele
foon-) Afdeeling (Genie) is, ligt reeds in het
woord opgesloten, evenals die van de Ge
neeskundige Afdeeling en het Veld-Hospitaal.
De Verplegings-Afdeeling dient tot ver
eenvoudiging van den taak der intendance.
Ik zeide, dat de hierboven beschreven
taak in hoofdzaak die der betrokken wapens
was, dit wil zeggen, dat de specialiseering
op logische gronden nagenoeg nergens
geheel wordt doorgevoerd.
Elk wapen toch kan in omstandigheden
komen, dat het, op zich zelf staande, de
hulp der zusterwapens moet kunnen ontberen.
In dit opzicht is de infanterie het minst,
de artillerie het meest afhankelijk. Zoo be
schikt de infanterie over hulpmiddelen om
pionierwerkzaamheden te doen, zelfs om
kleine bruggen te slaan. Bepaalde soldaten
van elke afdeeling dragen bijvoorbeeld een
schop (tevens kapmes en zaag) tangen om
ijzerdraad-versperringen door te knippen e.d.
De cavalerist heeft zijn karabijn, (kort
geweer), die hem in staat stelt desgewenscht
tijdelijk te voet als infanterist op te treden.
Hij beschikt over dynamiet en pionierge
reedschap. De pioniers op hun beurt hebben
een karabijn, soms ook de soldaten der
veldartillerie.
De verschillende wapensoorten worden,
op grond van de ervaring der
krijgsgeschiedenis in eene bepaalde verhouding tot
legerafdeelingen saamgevoegd. Het behoeft geen
betoog, dat deze verhouding niet constant is;
in de steppe bijvoorbeeld heeft men ge
woonlijk geen pontons noodig, polderterrei
nen beperken het gebruik van ruiterij enz.
Op zich zelf wordt elke wapensoort weer
op zoodanige wijze in afdeelingen gesplitst
als met haar eigenaardige eischen overeen
komt.
Op die gronden zijn de verschillende
wapens hoofdzakelijk als volgt gesplitst: de
infanterie in regimenten, elk regiment in 4,
3 of 2 bataljons, elk bataljon in 3 a 4 com
pagnieën. De sterkte van een compagnie
wisselt af tusschen 100 a 200 man, gecomman
deerd door een kapitein. Veelal zijn eenige
regimenten saamgevoegd tot eene brigade.
De veld-artillerie is eveneens verdeeld in
regimenten. Deze zijn gewoonlijk gesplitst
in 2 tot 4 afdeelingen, elke afdeeling telt
twee a vier batterijen*). De batterij telt
drie a vier, soms zes kanonnen, met de
noodige caissons (waarin de munitie). Elk
kanon met zijn caisson wordt getrokken
door gewoonlijk zes paarden en bediend
door een gegradueerden en een vijftal
kanonniers.
Ook de ruiterij is verdeeld in regimenten,
welke samengesteld worden uit 3 i
4escadrons. Elk escadron telt gewoonlijk 100 tot
150 ruiters.
De mitrailleur-afdeelingen worden ge
splitst in secties, elk in den regel bestaande
uit een 2-tal mitrailleurs. Voor zooverre
ingedeeld bij infanterie-afdeelingen, worden
deze verplaatst f door de
bedienings-manschappen of door trekhonden.
De bereden mitrailleur-afdeelingen, die,
wat snelheid betreft, minstens de ruiterij
moeten kunnen volgen worden vervoerd op
of met behulp van paarden, auto's, of motor
rijwielen.
De overige hulp-wapens zijn op overeen
komstige wijze, volgens de eischen hunner
eigenaardige taak georganiseerd tot afdee
lingen.
SAMENSTELLING VAN EENE LEGER-DIVISIE
toon
CM
Ie Reg. Inf. van 3
bataljons a 4 Comp.
met inf.-mitraleur-afd.
(onbereden: O. M.)
2e Reg.
3e Reg
i ft ft? ft i ft ft g 4
jjiliji O<?/y 4e Reg.
D OH
5e Reg.
6e Reg.
l Reg. Ruiterij
(Cavalerie) a 4 escadrons.
(Een overzicht om uit te knippen en te bewaren)
Tot slot een enkel woord over de zooge
naamde treinen. Deze worden gesplitst in
den zoogenaamde gevechts- en den
bagagetrein. Zooals uit het woord eenigermate
blijkt, volgt de gevechtstrein de troepen zoo
dicht mogelijk op het gevechtsveld, omdat
hij hulpmiddelen medevoert, waarover tijdens
het gevecht de beschikking in den regel
noodig is. Het belangrijkste deel van den
gevechts-trein zijn de munitie-treinen en
wel de artillerie- en de
infanteiie-munitietrein.
Voor normale omstandigheden is de
divisie, zooals onze schets aangeeft, de
organieke tactische eenheid der verbonden
wapens. Zij heeft een gemiddelde sterkte
van 600 officieren, 25,000 minderen, 3500
paarden, een 40 a 80-tal kanonnen en een
700 voertuigen.
Inde reusachtige legers der groote mogend
heden worden twee of drie van dergelijke
divisiën vereenigd onder n commandant
met zijn staf, waarbij dan zelfstandige
artillerie-,cavalerie- en genie-korpsenworden
gevoegd, benevens de noodige hulpdiensten
en treinen en vormen dan een legerkorps.
In vredestijd zijn deze legerkorpen de
hoogste tactisch'e eenheden, doch in oorlogs
tijd worden er overeenkomstig de bijzon
dere strategische eischen twee, drie, vier
tot zoogenaamde legers samen gevoegd.
Zoo rukten in 1866 bij de
Pruisisch-Oostenrijkschen oorlog drie Pruisische legers
Bohemen binnen. Bij den aanvang van den
Fransch-Duitschen oorlog werden aan Duit
sche zijde de aanvullende legerkorpsen
samengevoegd tot drie legers, onder bevel
fesp. van den kroonprins van Pruisen, Prins
Frederik Karel en Generaal Steinmetz. Deze
geheele macht stond meer onder opperbevel
van den koning van Pruisen metMoltkeals
chef van den staf.
De kleine staten vormen terecht geen leger
korpsen. Hun grootste tactische eenheid blijft
de divisie. Niets belet echter ons, mochten
bijzondere omstandigheden dit noodig maken,
twee of meer divisiën tijdelijk onder een
daarvoor aan te wijzen commandeerende
generaal tot een legerkorps samen te voegen.
Onze divisiën staan onder den commandant
van het veldleger, niet te verwarren met
den Opper-Bevelhebber van onze strijdmacht
te Land en ter Zee, den Generaal Snijders.
*) Dit woord batterij heeft niets uitstaande
met de versterkingen van dien naam.
Reg. Veld-Art. a 36
kanonnen (snelvuur),
verdeeld in batt. van3'
a 4 stukken (kanonnen)
[A] Batterij
?B AfdeelingVeldart.
O M Inf. (onber.)
MJtrailleur-afd.
B M
Ber.,MitrailLeurafdeeling.
V P l Comp.
Veldpioniers (Genie)
W l Comp.
Wielrijders
P l Pontori-aid.
T l Telegraaf-afd.
A M Art.-munitietr.
I M Inf.-munitietrein
GA Geneesk. Afd.
V H Veld-Hospitaal
V A Verplegingsaïd.