Historisch Archief 1877-1940
30 Aug. '14. No. 1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
5
Gepantserde Automobielen met machinegeweren: Belgische soldaten
De geduchte kogelsproeier, het machinegeweer: Engelsche soldaten
iltMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiitnii
liiiiliiiiiiiiiijMi
SlV
In het Rijksmuseum
Als binnen een veiligett haven in deze
tijden van beroering en onzekerheids-geyoel
over de naaste toekomst, zijn in het Rijks
museum tijdelijk ondergebracht drie aller
belangrijkste . kunstwerken van kapitale
afmeting en hooge waarde. Het zijn nu
eens geen schilderijen maar meesterwerken
der gobelin-kunst. Menigeen zal zich die
enorme lappen wellicht herinneren uit een
ongeveer tienjarig verleden, toen ze, als
bruikleen aan het Rijksmuseum, waren opge
hangen in de voorhal, daar waar nu de
schilderingen van Prof. Sturm prijken.
Deze, zij het dan ook maar tijdelijke, aan
winst voor ons museum, is van te groot
belang om er niet even in 't algemeen de
aandacht op te vestigen, overtuigd als ik
ben, dat velen daarmee een weldadige
geestelijke recreatie zullen vinden in deze
dagen van overspanning en een alom ge
teisterd zenuwleven.
De meterslange gobelins zijn producten
van Vlaamsche weefkunst, wellicht in Brus
sel vervaardigd, en zullen om en nabij 1500
gedateerd moeten worden; voor Barent van
Orley, met zijn decoratief aangelegd talent,
die zoovele ontwerpen maakte voor tapijten
en glasramen, lijken ze wel wat te vroeg.
We wenschen de werken echter nu niet van
een kunstwetenschappelijken kant te bekijken.
De onderwerpen zijn de Schepping",
de Heiligmaking" en een zinnebeeldige
voorstelling van Christus' zegeviering over
het kwaad. De laatste lijkt me de meest
indrukwekkende. Om eenig denkbeeld te
geven der hoedanigheden van het werk, zou
men kwalijk kunnen uitgaan van een om
schrijving der voorstelling- Het werk grijpt
u voor ge nog recht weet wat met dit
samenspel van lijnen en kleuren is voor
gesteld. We hebben er hier een schitterend
voorbeeld van, dat het ondergaan van
schoonheidsindrukken niet afhankelijk is van
een meerdere of mindere herkenbaarheid
van werkelijkheden uit lijnenstel en
kleurvoeging op een schilderwerk. Zoo slaat ook
een geschilderd glasraam aan voor ge nog
recht onderscheiden kunt, of wilt, wat al
dat geflonker en geschater van kleuren op
een grond van puur licht te beduiden geeft.
Zelfs komt het me voor, dat in het omge
keerde geval, als onmiddellijk hetifeitelijke
zich aan de opmerkzaamheid opdringt
het kleurwezen er in dood ligt.
De hier bedoelde gobelin treft dan ook
allereerst om de massale werking der lijnen,
die in totaal een tumultueuzen indruk geven,
maar toch naar een stellige geordendheid
gericht zijn. De gewaarwording van een
stoute en triomfantelijke beweging wordt
onmiddellijk gewekt, en daarbij de zekerheid
dat dit op 't eerste gezicht schijnbaar on
doorgrondelijk visioen in lijnen en kleuren
in zich zelf vol en rijk en logisch is als
een organisme uit de werkelijkheid. Dan ziet
men nader toe en allengs laat in dit uitva
ren en zwenken van lijnen de voorstelling
zich ontwarren: Christus aan het kruis in
het midden, als kroonstuk, geflankeerd door
zwevende engelen met de slagpennen hun
ner vleugelen strak gestrekt, daaronder in
die wemeling van lijnen en kleuren nemen
vorm aan tal van onderscheidene figuren,
vrouwen in statieuse kleederdracht, op ver
schillende dieren gezeten, veelal met attri
buten in de handen, en ridders strijdend
op draken, tuimelend of zich richtend hoog
op hun ros, alle, beelden, die in hun
gecompliceerden samenhang symboliseeren den
strijd van de deugden tegen de zonden.
En al meer deint de schoonheid van het
werk voor uw oog, waar ge ook onder be
koring komt, na het grootsch uitwapperen van
lijnen, der bloemrijke weelde van het kleur
wezen. Het is eindelijk of een onuitputtelijke
overvloed van precieuse details te genieten
is, als ge van nabij ziet de fijnheid der
accentuatie en de sierlijkheid der teekening
van bloemen en grassprieten op den voor
grond.
Overoude producten van weefkunst hebben
ontegenzeggelijk door den ouderdom veel
gewonnen aan hun uiterlijk; de stof slijt,
verweert, en daarmee wint de kleur aan
verstorvenheid en diepte; er groeit door
het natuurlijk wisselingsproces altijd nog,
staag en langzaam, een schoonheid aan de
materie, die menschenhanden niet kunnen
voortbrengen maar toch hebben voor
bereid. Aan oude schilderijen is die bekende
galerie-toon als schoonheid echter nog wel
1 zoo schijnbedriegelijk. Hier echter, als men
het werk van zijn meer technischen kant
beschouwt, merkt men hoe de toover van
de kleurwerking niet een toevallige uit
komst is, maar door een bezonnen geest
en vaardige handen tot den tegenwoordigen
staat is geraakt. De arbeidsmacht en de
geestvolle inspanning bewondert men dan
ten slotte met eerbied in deze omvangrijke
gewrochten. Het inzicht en de waardeering
van deze eigenschappen moge nog vrucht
dragen voor onze tegenwoordige
kunstcultuur!
W. STEENHOFF
iMMiiiiiiiiiMMiiiiMHiiMHimiiiMi nmiiminimmiiHiiiii
Malthesers en Johanniters
Ontstemming wekt het pas gevallen be
sluit, genomen onder uitgeoefenden drang,
dat aanzienlijke rangen in het leger en de
uiterlijke kenteekenen daarvan zijn toege
kend aan de Maltheser ridders en de Johan
niters. Ondergeteekende heeft eerbied voor
militaire rangen, omdat hij weet, dat die
slechts door langdurige inspanning en toe
wijding kunnen worden verkregen. Vroeger,
onder onzen laatsten koning, konden onze
hofofficieren nog opklimmen zonder dienst
in het leger; maar sinds lang is dat afge
schaft en elk lid van het militaire huis moet
eenigen tijd in zijn rang gediend hebben bij
den troep alvorens te kunnen worden be
vorderd. Strooit men nu met militaire titels,
dan doet men ze dalen in waarde en neemt
daarmede een der weinige belooningen weg
voor den Nederlandschen officier, die immers
niet in penningen, maar slechts in aanspraak
op den moeitevol verkregen militairen rang
eenigermate kan worden beloond voor de
toewijding van zijn geheele leven. Doch
voor den adel worden die beginselen thans
opeens over boord geworpen, voor men
schen die noch geweer, noch zwaard ooit
zelfs hebben behoeven aan te raken, noch
zich in het minst behoeven te hebben toe
gelegd op de verpleging van gewonden,
die vele eeuwen geleden de aanleiding is
geweest tot het ontstaan der beide ge
noemde orden.
De Johanniters, een vereeniging van rid
ders voor ziekenzorg te velde tijdens de
kruistochten, toen er nog geen Roode Kruis
bestond, hadden hun hoofdzetel in Pruisen
en dientengevolge is de koning van dat
land thans nog hun hoofd. In Nederland
hadden zij een afdeeling, de zg. Balije van
Utrecht, die zeer rijk was, en is, aan
wereldsche goederen. De inkomsten dier goederen
worden geenszins besteed aan de verpleging
van zieken of verwonden, te velde of elders,
maar vloeien volledig in de zakken der leden.
Het zijn groote sommen, voor sommigen
? 8000.?jaarlijks per hoofd en meer. Om
lid te zijn van die Balije en dus aanspraak
te hebben niet alleen op hun ridderkruisen
en fraaie statiekleedij maar ook op de ge
noemde aanzienlijke inkomsten, moet men
beschikken over een zeker aantal kwartieren,
d. w. z. zoowel van moeders zijde als van
vaders kant in een aantal geslachten op
niets dan adellijk bloed kunnen wijzen. Ne
derland nu telt van deze menschen te weinig
.om het voorgeschreven aantal deelhebbers
in het gezamenlijke inkomen vol te maken.
En nu voorziet de Balije sedert jaar en dag
in die ontstentenis door de benoeming van
Duitsche adellijken, die wél in het bezit
zijn van het vereischte aantal kwartieren.
Pruisen nu beantwoordt die beleefdheid aan
Nederland door wederkeerig Nederlanders
te benoemen tot Johanniters, nl. tot zg. eere
ridders. Doch de Pruisen verbinden aan die
benoeming niet, als onze Balije, een inko
men, want daarover beschikken zij niet.
Integendeel! Om tot eereridder te worden
benoemd moet men duizend mark toebetalen
aan den Koning van Pruisen. Daarentegen
wordt niet naar kwartieren gevraagd en is men
benoembaar, ook al dagteekent iemands adel
van gisteren (of eergisteren).
Sedert eenige jaren is er aandrang goefend
op leden van den Nederlandschen adel, om
door de betaling van bovengenoemde dui
zend mark en een jaarlijksche bijdrage van
? 50.?toe te treden tot een nieuw gevormd
zg. kapittel, dat feestzalen bezit op de
Doornwerth. Die pogingen hebben bij velen
schipbreuk geleden, maar bij anderen een
gewillig oor gevonden, hetgeen hun in het
minst niet euvel kan worden geduid: daar
ieder mensch de vrijheid moet hebben zijn
eigen genoegens en idealen vrijelijk te kiezen.
Aangezien krachtens oude overleveringen
alleen Protestanten tot de Johanniter-orde
kunnen toetreden, heeft de Roomsche adel
hier te lande voor enkele jaren naar een
tegenhangster gezocht en die gevonden in
de Maltheser-orde, welke alleen uit hun
geloofsgenooten bestaat. Het is bekend, hoe
deze vereeniging van ridders, evenzeer ont
staan met het doel van verpleging te velde,
in het bezit gekomen is van het eiland Malta
en hoe het oorspronkelijk doel bij haar
hoogstens in naam is blijven bestaan. Deze
Roomsche adellijken hier te lande hebben
nu den grootmeester der orde, geen souverein,
uitgenoodigd om een afdeeling in Holland
te stichten, en sedert ziet men op den 2en
Januari ten paleize naast de sierlijke wapen
rokken van de Johanniter-?ridders" ook die
derNederlandsche Maltheser-?ridders". Beide
dragen een fraai kruis aan een zwart lint
om den hals. Voor de Maltheser-ridderschap
wordt, naar ik meen, een adeldom van een
eeuw vereischt.
Blijkens het jongste jaarverslag der
Nederlandsche Malthesers leggen zij zich in zoover
op de ziekenverpleging toe, dat zij thans
beschikken over... drie vrije bedden !"
De Johanniters hebben enkele jaren geleden
gecollecteerd voor hetzelfde doel, maar niet
blootelijk in eigen kring, doch op groote
IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIUHIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllUIIHIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII
schaal juist daarbuiten, onder de menschen
die niet van adel- zijn en dus geen Johanniter
kunnen worden. Zich toeleggen op zieken
verpleging is voor geen van beide orden
verplichting noch gewoonte. Wel is er in
het vorige jaar een velduniform voor hen
vastgesteld.
Niemand duidt het anderen euvel, dat die
gebruik maken van de gelegenheid om zich
met een fraai kruis en pak te sieren. Dit is
menschelijk en doet geen kwaad, al is het
aan eenige bedenking onderhevig dat de
adel, tot welken bij ons verdiensten, hoe
hoog ook, geen toegang geven, zich zelfs
in het uiterlijk tracht af te scheiden van de
andere burgers van den Staat. Maar wel mag
gevraagd worden of het in overeenstemming
is met den ernst der tijden, dat waardevolle
militaire titels worden opgehangen aan een
schijn, waardoor zij niet na kunnen laten
te vallen, en of het aanbeveling verdient,
dat zij niet alleen worden verleend aan
bepaalde personen, met naam en toenaam
genoemd en na verworven verdienste, maar
in eens aan een geheele vereeniging van
menschen, waartoe geen andere vereischten
toegang gaven dan een adelsbrief en de
betaling van een geldsom aan een vreemden
souverein. Strijdt het al niet tegen den letter
der grondwet, zeker tegen den geest harer
bepaling, die ons belooft, dat alle Neder
landers gelijk zijn voor de wet.
Enkele dagen geleden zag ik aan het hoofd
van een uitrukkende batterij een echten
Javaanschen vorstentelg, die het als vrijwilliger
tot vaandrig heeft gebracht en trotsch is als
zoodanig zijn staat te dienen; Nederlanden
Java n! Dan volgde een ridder van de
Militaire Willemsorde, gewond in Atjeh en
twee malen op Celebes, en luitenant. Beiden
zullen voortaan in het leger als meerderen
moeten erkennen den ? eersten den besten
adellijken landbouwer, notaris of nietsdoener,
die zelfs de rangen van ons leeer niet heeft
leeren onderscheiden. De eere?ridders" toch
zijn thans kapiteins, en de rechts?ridders"
evenals alle Malthesers zelfs majoor! (Waar
uit dit onderscheid voortspruit is niet duidelijk,
tenzij de ouderdom van den adel voortaan
den rang bepaalt in het leger.) Majoor is
zelfs Christoffel, aan wiens speurtochten wij
het breken van het verzet in de
Buitenbezittingen voor een goed deel danken, nooit
mogen worden. En de vakmenschen komen
niet boven, maar onder de nieuwbenoemden.
De geneesheeren worden slechts luitenant,
de gediplomeerde hoofdverplegers en ver
plegers onderofficieren. Die menschen toch
zijn gemeenlijk niet van adel, maar zij kennen
het vak, waarvoor men ze uitzendt.
Leven wij nog onder het ancien régime,
bewonen wij den achterhoek van Europa of
het land'der grande Duchesse de Qérolstein ?
Indien nu eens de Maltheser-ridders en de
Johanniters hun nieuwe sterren en hun pakjes
versmaadden en als gewone menschen hun
best deden ten algemeene nutte, elk op het
gebied waarop hij thuis is. Dan zouden zij
het best en het spoedigst zich een plaats
veroveren in de achting van het volk.
X. Y. Z.
? « *
De gevolgen van scheiding van
Kerk en Staat in Frankrijk
De hoofdredacteur van Le Refuge, het
welbekende orgaan der Waalsche Hervormde
gemeenten in Nederland, de pasteur A.
Chauillet in den Haag, deelt in het No. van
21 dezer de volgende bijzonderheid over de
scheiding van Kerk en Staat in Frankrijk mee:
Op mijn reis van Parijs naar Holland zat
ik den 7en Augustus j.l. in een spoorwagon
met een jongen, dertigjarigen priester, die
onder de wapenen moest komen bij den ambu
lance- of velddienst en vol vuur den
vaderlandschen oproep gehoorzaamde. Zeker zou men
zijn vaderlandsliefde van wat ruimer opvat
ting hebben gewenscht, maar zoowel de leer
stellingen als de opvoeding zijner Kerk
werken wellicht dergelijke opvattingen niet
in de hand, hetgeen niet wegneemt dat zijn
gevoelens niet gehuicheld, maar oprecht waren
en dus aangenaam aandeden. Ik heb mij
bij hem als pasteur bekend gemaakt en wij
Copyright
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
hebben in denzelfden geest en met dezelfde
hoopvolle verwachtingen van gedachten ge
wisseld.
Laat ons hierbij voegen dat de toestand
van den priester in Frankrijk sedert de
scheiding van Kerk en Staat ten eenenmale
is gewijzigd. Stond hij vroeger bloot aan
onwellevende spotternijen, plagerijen en, het
woord moet er uit, aan een soort vervolging
door het volk, thans, na de separatie, staat
hij in de algemeene achting. Zijn invloed
is ongelooflijk toegenomen. En wat den
godsdienst betreft, men weet dat men in
allerlei kringen te dien opziclrte een geluk
kige verandering waarneemt. In de kazerne
staat de priester in aanzien, dat zal hij zijn
in de ambulances en op de slagvelden,
evenals de witte huif der pleegzusters."
Dat onvervalschte getuigenis van den heer
Chauillet, verdient vooral onder de aandacht
van die staatsburgers te komen, die zelfs
nu nog moord en brand schreeuwen bij het
denkbeeld van volledige scheiding van Kerk
en Staat.
F. SMIT KLEINE
*
Onze Soldaten"
Amsterdamsche horloge-handelaars, de
heeren H. Kiek en Zn., zonden ons een
conte féerique moderne" : een keurig boekje,
indertijd ter reclame van een reeds bekende
horloge-soort door een paar waarschijnlijk
in geldgebrek verkeerende artisten vervaar
digd : door een Fransch académicien en een
knappen teekenaar.
Bij dit boekje, dat een redactie, die zooveel
ontvangt, niet direct als reclame-boekje
voor een bepaald soort horloges herkent,
schreven de heeren ons:
Van bijgaand boekje zonden wij heden
3000 exemplaren naar onze soldaten en de
geïnterneerden. Zoudt u daarvan met 'n enkel
woordje, bijv. als onderstaand, melding willen
maken. Misschien strekt dit tot navolging."
En daaronder vonden wij, voor den
argeUIIIIIIIMtlUlllMIIIIIIUMIIMIIIIIIlnillllllllllUnlIIMMIlnlIIIIIIIIHMIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIHIHIIIIIIIUIIIIIIinnMIM^
TBINNENHUI5
INRICHTINGTOT
MEUBELEERING
EN VERSIERING
DER WONING
DIRECTEUREN
JAC VAN DEN BOSCH
EN W. GIEBEN
GE.D:COMMISS~
H P BERLAGE EN L SIMONS
RAADHUISSTRAAT 48-50 AMSTERDAM
5OKUn5T
KEIZERSGRACHT
HM.5PIEGEL5TRAAT
AMTIQUITEJTErl
MJMSTVOORWERPÉn
MEUBELEN
AARDEWERK
R.ELIOM&Ci
VOOR ncT UiTvacRE.? VAM
Tê.1. 0151
TÜIC.CDI!.
N. V, TECHNISCH BUREAU v/h MOENS & BECK,
AMSTERDAM, R O KI N 122.
Importeurs van
Haringgraatstaal.
Brandvrij materiaal voor plafonds, vrijstaande wan
den, trapbeschietingen, enz. in Kerken, Scholen,
Kantoorgebouwen, Fabrieken, Schouwburgen, Woon
huizen, Boerderijen, Stallen, enz.
Monsters en nieuwe prospectus-prijscourant wor
den op aanvraag gratis toegezonden.
LJ.KRUGER
47?49 Noordeinde
:- 'sGRAVENHAGE -.
tl
;o) W G H LANTMAN W $
KUNSTPRUVER i EMAILLEUR J
Ï ATELIER JACOB ... LtNWEFKAOt J64. l
j AMSTERDAM , j
UITVOERING,-EDELE c. NIET EDELE METALEN i
CLICHÉS
R
XLAMETEEKENINGEN
JANoEWIT
UTRECHT
TEL. 2351.