Historisch Archief 1877-1940
27 Sept. '14. - No. 1944
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V 0,0 R N E DE R L A N D
'i' V" f i , ,* ,
3
De verwoesting der Cathedraal
te Reims
Wij moeten in deze tijden wel het
allerpijnlijkste leed verdragen en in het aller
moeilijkste leeren berusten.
Eerst Leuven, nu Reims, en wat er verder
volgen zal, Want wie mocht meenen, dat
de verwoesting der prachtige Cathedraal het
laatste geval van dien aard zal zijn, en dat
ook te dien opzichte de tegenwoordige oor
logen op humaner wijze" worden gevoerd,
zal nu toch wel ook die illusie hebben
verloren.
De Cathedraal van Reims, zoo luidde het
Duitsche legerbevel moet zooveel mogelijk"
worden gespaard; hetgeen dus zeggen wilde
dat ze zou worden platgeschoten als het
moest, hetgeen al weer zeggen wilde dat
het natuurlijk moest.
Wat dat beteekent zal waarschijnlijk het
best worden verklaard door eenige aanha
lingen uit les cathédrales de France", door
Frankrijks grooten beeldhouwer Rodin:
Daar staat ze, de cathedraal van Reims,
onbewegelijk, sprakeloos; ik zie haar niet;
zwarte macht.
Mijne ooeen wennen, ik onderscheid een
beetje; en 't groote skelet verschijnt me van
heel het Frankrijk der Middeleeuwen. En dat
is een besef. Wij kunnen er niet aan ont
snappen. Dat is de stem va'n het verleden.
De kunstenaars, die dat maakten, wierpen
in de wereld een weerschijn van de godheid;
zij voegden hunne ziel aan onze zielen om
ons te vermeerderen, en hunne ziel is ons, zij
is onze ziel in alles, wat zij voortreffelijks heeft.
En ziehier hoe men haar vermindert, wijl
men het werk dezer oude meesters laat om
komen. De kunstenaar, getuige van deze
misdaad, voelt zich zelf aangedaan door
eene wroeging. Maar wat nog ongeschonden
staat, behoudt al 't leven van het volkomen
werk, en behoudt ons onze- ziel. In deze
overblijfselen hebben wij onze laatste toe
vlucht. Zoo heeft het Parthenon Griekenland
beter verdedigd dan de geleerdste staats
lieden 't vermochten. Het blijft nog de levende
ziel van een verwelkt volk, en 't minste
zijner stukken is geheel het Parthenon.
Voor drie vierden gezien roept de cathe
draal van Reims de groote beeltenis op
Toen de Duitschers Reims nog bezet hielden
eener vrouw die knielt, in gebed. Dit is de
zin, welke de vorm der console geeft.
Van hetzelfde gezichtspunt aanschouw ik,
dat de cathedraal rijst als vlammen.
En door den rijkdom der profielen wisselt
zonder ophouden het schouwspel.
Bij de studie eener cathedraal heeft men
alle verrassingen, alle vreugden eener mooie
reis. Zij zijn onbegrensd.
En ik beweer ook niet, dat ik u alle schoon
heden zal beschrijven van de cathedraal van
Reims. Wie toch zou zich durven roemen
ze alle gezien te hebben.
Dit schoone monument toont al de over
wogen, de gemeten kracht van den stijl.
Ik keer immer terug tot dat woord dis
cipline"' om die sobere en sterke bouwkunst
te bepalen. Zij stelt me gerust, zij voldoet
me. Welk eene absolute kennis der verhou
dingen! De ruimten alleen tellen en alles
is hun opgeofferd, 't Is de wijsheid zelf.
Hier herwin ik mijn ziel aan iets sterks,
dat me toebehoort: want ik ben een kunste
naar en ik ben van het volk, en de cathedraal
werd gemaakt door de kunstenaars voor het
volk. De sensatie van den stijl!
Wat gaat zij ver! Door een donkeren weg
stijgt of daalt de gedachte weder tot de
catacomben, tot aan de bron van dien grooten
stroom, de Fransche bouwkunst.
Zeer langen tijd was men overeengeko
men dat de Middeleeuwsche kunst niet be
stond, 't Was laten wij zonder ophouden
herhalen, om hem uit te wisschen, den hoon,
dien men gedurende drie eeuwen niet opge
houden heeft te herkauwen de
barbaarschheid.
Zelfs nu maken de stoutmoedigste geesten,
zij die er zich op beroemen de gothische
kunst te begrijpen, nog voorbehoud.
Welaan, deze kunst is eene der
majestueuse aangezichten der schoonheid. Het
woord machtig" neme hier al zijn
beteekenis: deze kunst (s zeer machtig. Ik denk
aan Rome, aan Londen, ik denk aan Michel
Angelo. Deze kunst geeft Frankrijk een streng
aanschijn.Er zal maar te veel tijd verloren
zijn met 't zoeken der overeenstemming
tusschen het aardige en het schoone
het ideaal" van vandaag."
En de cathedraal bij nacht en bij dag be
schouwende komt Rodin tot de volgende
ontboezemingen:
^
De cathedraal krijgt een Assyrisch karak
ter. Egypte is overwonnen, want deze
cathedraal is beklemmender dan dePyramide,
verder van ons dan de grotten, waar de
groote schepping verscheen der schikkingen.
Het geheim is in het onbekende van dit
schouwspel. Men heeft er 't idee van het
woud, van de maar 't is niets van dit
alles: iets volstrekt nieuws,1 dat onmogelijk
dadelijk te bepalen valt. -?'
De schrikwekkende massa van den nacht,
een oogenblik teruggeworpen, herneemt aan
stonds hare heerschappij met een onweer
staanbare heftigheid. '
't Is Rembrandt, maar als schim van
smaak en regelmaat". En Rembrandt zelf
brengt ons slechts een weerklank van deze
wonderbare wereld.
Ik ben in ontsteltenis en in verrukking.
Dante, zijt gij in dezen kring van ontzetting
geweest ?
Heel zwarte kolommen rondom het choor:
dit is de steen in gebed: welke zich opricht
tot God.
O nacht! Hier zijt gij grooter dan overal
elders. Omdat ik slechts voor de helft ver
licht ben raak ik ontsteld. Onvoltooide glan
zingen breken het monument in tronken, en
deze lichten zeggen me de sidderingen van
hoogmoed der Titans, die de cathedraal
hebben gevestigd. Baden zij? of schiepen
zij ? O genie van den mensch, u roep ik aan!
Blijf met ons, god der weerspiegelingen.
Van uit mijne kamer, geheel gedoken in
de schaduw, welke de cathedraal over haar
uitstrooit, van uit mijn bed, zie ik het
weidsche bas-relief; 't is een gedeelte van
den gevel. En geheel mijne kamer duizelt
weg, met mijne gedachte, in dit werk dat
me tot zich trekt. Ik denk aan de duizende
menschen die daaraan gearbeid hebben.
Wel weinige menschen, in onze dagen,
behouden eene vereering voor deze woestijn
van goddelijke, eertijds bewonderde, steenen.
Ik achterhaal hen door liefde, welke ons
verdedigt tegen den dood, en ik voel den
wijzer bij me, die voortgaat het levende
en roemrijke uur te toonen op de plaat der
vernederde eeuwen.
*) En denk eens, hoe de toestand van de
wereld nu zou zijn, was zij een groote
werkplaats geweest, n bijenkorf in den
vorm van een wereldbol. Maar dan had zij
ook dezen plicht moeten verstaan, en die
ging boven haar bevatting.
Stel u voor wat alles wij nu om ons heen
zouden hebben, als de naties, in plaats van
te twisten en te strijden over haar werk,
elkaar geholpen hadden in den arbeid of
zelfs maar in haar veroveringen de buit
vanhaar victories bewaart hadden, en niet weg
gevaagd de gedenkteekenen der volkeren,
die zij onderwierpen of opvolgden.
Waren de verfijnd mooie beelden en
tempels der Grieken, de breede wegen en
de vele muren der Romeinen, was de ede!e
en roerende bouwkunst van de Middeleeuwen
niet vernield door menschelijke woede alleen,
wat zou Europa dan nu niet zijn!
Over dezeis van den Tijd spreekt men en den
tand des Tijds, maar ik zeg u geen zeis heeft
de Tijd en geen tand heeft hij, wij zijn het,
die knagen als de worm, maaien'als de zeis.
Wij zelven zijn het, die vernielen, wij zei ven,
die doen te niet gaan; wij zijn als de schimmel,
als de vlam, de mensch zelf is voor zijn werk
als de mot, die knaagt waar ze niet vliegen
kan, hij is ook als de verborgen vlam, ver
zengend als ze niet opstijgen kan.
Door der menschen vernielingskunst wer
den al deze verloren schatten van 's men
schen intellect vernietigd.
Het marmeren kunstwerk zou er gestaan
hebben zijn twintig eeuwen zoo goed als het
gladde beeld... maar wij menschen hebben
het tot stof doen worden, het gemengd met
onzen eigen asch. De muren en de wegen
zouden daar nog zijn ... Wij lieten geen
steen op den ander, wij hebben de wereld
weer ongebaand gemaakt als de woestijn.
De groote kathedralen van vroegeren gods
dienstzin, ze zouden er nog staan, wij heb
ben het beeldhouwwerk ter neer gesmeten
met bijlen en hamer en wij lieten het gras
groeien, waar het plaveisel was en de zee
winden blazen er in de zuilengangen."
* Dat werk van een verhevene schoonheid,
voor zoover het bereiken van het verhevene
door menschen mogelijk is, bestaat niet
meer. Want gij herstelling zal vermogen
terug te geven datgene waarvan de ziel van
heel een volk, van heel een tijdperk, waaraan
het eeuwige zelf heeft gewerkt.
Dat is verwoest door wie, en waarom?
Zeker niet door den tand des tijds."
Of zouden de bedrijvers van deze onver
geeflijke verwoesting, de verantwoordelijke
van de vernietiging dezer ontroerende schoon
heid argumenteerende, dat alles was entsteht
ist werth. das es zu grunde gent" dit proces
opzettelijk hebben willen verhaasten?
*) Ruskin: The political Economy of Art.
H. P. BERLAOE
? ? ?
Kandinsky's aesthetiek
ui
Om te beweren, dat de schilderkunst
nooit vaste regelen zou hebben, of dat die
steeds tot academisme zouden voeren, is te
overijld, maar als alles levends ondergaat
zij verandering in groote tijdvakken. Onze
schilderkunst is nu een andere faze inge
treden, haar emancipatie van de directe
afhankelijkheid van de natuur is in het
allereerste stadium. De kleur en de vorm
werden tot nu toe wel gebruikt als ver
tolkers van het innerlijk, maar in hoofdzaak
onbewust. Hét bouwen op een zuiver
geestelijke basis is een lange moeizame
arbeid, waarbij het noodzakelijk is dat
de schilder niet alleen zijn oogen, maar
ook zijn ziel gevoeliger maakt, opdat het
klinken der kleuren niet alleen op hem
inwerkt bij indrukken van buiten af, maar
ook als een bepaalde kracht bij het ontstaan
van het werk werkzaam zij. Wanneer wij
nu reeds met geweld op de bevrijding
losstormden en ons uitsluitend met combi
naties van zuivere kleuren en onafhankelijke
vormen bezighielden, zonder den band die
ons aan de natuur bindt te vernietigen, dan
zou ons werk er als een geometrisch orna
ment of als een tapijt uitzien, omdat door
onze elementaire toestand wij nog zoo weinig
in staat zijn van geheel losgemaakte
vormenen kleurencomposities een innerlijke ont
roering te ontvangen, en zoo die indruk er al
ware, dan is die nog te zwak' om onze ziel
in trilling te brengen. Maar wanneer wij
bedenken, dat de geestelijke ommekeer
direct in een storm pas op ons losgetrokken
is, dat zij ook de meest vaste basis van het
menschelijk geestesleven, de positieve weten
schap, medegesleurd heeft, dan kan men
voorspellen, dat slechts nog weinige uren"
ons van de zuivere compositie scheiden.
(Dit schreef K. in 1912, wij hebben nu reeds
op de Mod. Kunstkring en op de
Onafhankelijken" zuivere composities van hem
gezien. S.-v. d. P.)
De Kathedraal van Reims
Madonna-beeld uit de Kathedraal van Reims
De materialistische periode, heeft in de
kunst ook den toeschouwer gevormd, die
er te zeer aan gewend is een beteekenis,
d. i. een uiterlijke samenhang in de deelen
van de compositie te zoeken, zich daarom
(en in 't bijzonder een kunstkenner") niet
eenvoudig tegenover het werk stellen kan;
die in het schilderij al het mogelijke zoekt
natuurnavolging, natuur gezien door het
temperèment van een kunstenaar dus diens
temperament, directe stemming, schilder
kunst, anatomie, perspectief, uiterlijke stem
ming etc. etc. etc. slechts niet, wat de
hoofdzaak is: het innerlijke leven van de
compositie zelf. Door die uiterlijke middelen
verblindt, zoekt zijn geestelijk oog niet, wat
door die middelen leeft, hij stelt zich niet
zonder bijgedachte voor het kunstwerk, om
het abstracte deel er van op zich te laten
inwerken. Deed hij dit, dan zou langzamer
hand de mogelijkheid zich ontwikkelen door
zuivere artistieke middelen te spreken, dan
zou het overbodig worden, vormen aan de
uiterlijke wereld, tot vertolking der innerlijke
taal, te moeten ontleenen.
Hoe gemakkelijk en dikwijls geheel tegen
den wil van den kleuren-componist .dringt'
de natuur in zijn werk! Het is gemakkelijker
haar na te schilderen, dan tegen haar te
strijden, omdat de vorm, de beweging en
de kleur, zelfs niet de herinnering aan uiter
lijke of uiterlijk iets vertellende werkingen
mag oproepen. Hoe uiterlijk ongemotiveerder
de beweging is, des te zuiverder en dieper
zal haar innerlijke werking zijn. Een zeer
eenvoudige beweging, waarvan het doel
onbekend is, werkt uit zich zelf reeds ge
heimzinnig, plechtig en dramatisch, zoodat
in die eenvoudige uiterlijke ongemotiveerd
heid een onmeetbare kracht ligt.
Op dit principe is de nieuwe dans geba
seerd, die het eenige middel is om de
geheele innerlijke beteekenis van de beweging, ,
in tijd en ruimte uit te drukken.
De oorsprong van den dans is schijnbaar
van een zuiver sexueelen aard, waarvan het
Het schip van de Kathedraal
Beeldengroep aan den hoofdingang
Een der zijportalen van den hoofdingang
i,De rosace van het hoofdportaal van binnen