De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 4 oktober pagina 5

4 oktober 1914 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

4.0ct. '14. .Na; 1945 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND De vesting Antwerpen Wij hebben deze schets van Antwerpen gegeven in verband met een mogelijke aan val der Duitschers. Deze hebben zich, waarschijnlijk onder invloed d.er gebeurte nissen op de slagvelden in Noord-Frankrijk, tot nu toe beperkt tot eene gedeeltelijke insluiting. Van den gang van zaken in Frankrijk zal 't afhangen of Antwerpen al of niet met kracht zal worden aangegrepen. De stelling is het reduit van de vetdediging van België, tevens zetel der Belgische regeering en eerste handelshaven van dit land. Reeds op deze gronden is het ge wicht er van duidelijk, wat, zooals wij vroeger opmerkten, in niet geringe mate vermeerderd wordt door haar dreigende ligging op de Duitsche verbindingslijnen naar N. Frankrijk. Had Antwerpen niet op zoo korten afstand N. W. van Leuven ge legen, waarschijnlijk zou het met die stad minder rampzalig zijn afgeloopen. Er moge toch in Leuven door de burgers op Duit sche troepen geschoten zijn, zeker is, dat iiiiiiniiiiuitiiiniiimiiiiii Generaal JOFFRE, opperbevelhebber van het Fransche leger Generaal VON KLUCK, bevelhebber van de zoo belangrijke Duitsche rechtervleugel in Frankrijk . die troepen op den noodlottigen avond in Leuven blijk hebben gegeven van overprikkelde zenuwen en dit waarschijnlijk als gevolg van krachtige gevaarlijke stooten in die dagen van uit Antwerpen in Zuid Oostelijke richting op de Duitsche verbin dingslijn. In verband met de ligging der stelling van Antwerpen heeft haar lot ook voor ons bijzonder belang. Reeds vroeger wezen wij op het buitengewoon gewicht van een mili tair gebruik van de Schelde onder de gegeven omstandigheden voor de verbondenen, zoo lang zij meester ter zee zijn. Bovendien ligt de stelling van Antwerpen pal op onze grenzen van Noord-Brabant en Staats-Vlaanderen. De forten Stalbroek en Ertbrand, Blaugaren en Doel bijvoorbeeld liggen er ongeveer 1.5 K.M. van verwijderd. Deze geringe af stand zou de Duitschers bij een insluiting aan deze zijde tot schending van onze grens noodzaken. Het is dus duidelijk, dat al wat de stelling van Antwerpen aangaat, in ver band met onze neutraliteit dientengevolge vpor ons van buitengewoon gewicht is. .^0*, allen gevalle is de stelling van Ant werpen op sommige fronten van een groote sterkte die zij voor een niet gering deel dankt aan het bijna Nederlandsen karakter van het terrein aldaar, zoodat men zelfs over Inundaties beschikt. In zulke terreinen kunnen, tengevolge van den slappen bodem, de ge duchte 42 cM.-mortieren zelfs weinig effect hebben. * A * Oorlog, Godsdienst, Kunst Twee prentjes in de Groene van voorverleden week, voorstellende: de zegening der Duitsche legers door de roomsche geeste lijkheid" en het trekken der vijandelijke troepen door Brussel," gaven aanleiding tot eenige opmerkingen, vooral het laatste. Bij het eerste een enkel woord om het hinder lijke der vertooning. De roomsche priester in vol ornaat, staat daar op een verhevenheid onder een baldakijn en heft zegenend het Allerheiligste hoog over de regimenten, die naar België trekken. Als we nu bedenken, dat volgens de roomsche leer het Aller heiligste wezenlijk en waarachtig is het lichaam van Jesus de Jesus, die zeide : die met het zwaard omgaat zal door het zwaard vergaan", die ook de beschutter was van de kleinen en verdrukten, dan behoeft het weerzinwekkende der voorstelling geen nadere toelichting. Zou er dan in de gedachten van den priester, die nu zoo pompeus in zijn kasuifel staat met de stralende monstrans in zijn zegenende handen, niets omgaan als hij straks op catechismusles zijn leerlingen vraagt hem op te noemen de vier wraakroepende zonden ? Ach, de twee grootste georganiseerde machten in de tegenwoordige samenleving: Socialisme en Katholicisme, bieden thans wel *en bedroevend schouw spel van verblindheid en ontaarding! Het andere prentje: de Duitsche troepen trekken langs de St. Gudule" is niet zoo onverkwikkelijk ' om aan te zien en in artistiek opzicht belangwekkender. Daar zijn er, wilhet me voorkomen, die uit dezen oorlog een herleving van de Roman tiek mogelijk achten meenen, dat door een geheel nieuw (of hernieuwd) onderwerp een hoog noodig geestdrift wekkende invloed zal uitgeoefend worden op de kunstontwik keling. Een zielige verwachting, die, naar het schijnt, in Duitschland vooral gekoesterd wordt. We vernamen immers dat er nog al wat schilders naar het oorlogsveld trek ken met verfdoos en schetsboek" om de natuur te bestudeeren", en ook dat er op verschillende plaatsen tentoonstellingen van veldslagenstukken worden gehouden. De Keizer althans ging hier voor, want, naar de bladen meldden, heeft hij een specialiteit in het genre" opgedragen naar het Wes telijk front te gaan om studie's te maken en de noodige inspiratie's op te doen voor later uit te voeren grootsche tafereelen. Ik herinner me uit mijn jeugd, tijdens een verblijf in een dorp, waar de bevolking nu juist niet in florissante levensomstandig heden verkeerde, dat de vrouw van een der notabelen vriendelijk aanbood mij te ge leiden naar enkele stulpen waar zoo schil derachtig armoede en gebrek werd geleden, dat ieder artiest van binnenhuizen er van watertanden moest. Hoezeer ik ook de goede bedoelingen der dames op prijs stelde, en haar daarom gaarne de voldoening had ge gund van mijn opgetogenheid over die intro ductie", stuitte het me toch te zeer die stumperds zich met hun armoe voor een vreemden meneer te kijk te laten stellen op het voor hun moeielijk afwijsbaar ver zoek van die voorname dorpsgenoote. Zou die specialiteit en beschermeling van den keizer niet een soortgelijke gewaarwording hebben gehad, toen hij met zijn schildergerei op de terreinen van gruwel en ellende in het zoo deerlijk gehavende België aankwam ? Ik wil me voorstellen, dat de Duitsche keizer even welmeenend is en te goeder trouw in zijn Prinzipienreiterei over het hoog houden der kunst in alle omstandig heden des levens, als de bedoelde dame, die wou laten zien hoe mooi dat armoelijden was, en zoo uitnemend geschikt om bekunst" te worden. Er is hier misschien tusschen de kunstvereerende dame en den idealislischen monarch, meer een gradueel dan een essentieel verschil in aspiraties. Ik wil nu niet beweren, dat de oorlog thans geen aanleiding meer kan geven tot het ontstaan van kunstwerken, of dat uit moreele overwegingen de vatbaarheid en de verbeeldingszin van den kunstenaar moed willig gesloten moeten blijven voor wat nu de gansche wereld vervult met ontzetting en spannende verwachting van den eenen dag in den andere. Maar het wezen van den oorlog heeft een zoo groote gedaante verandering ondergaan, is zózeer in over eenstemming met de vernuftsontwikkeli»g in de tegenwoordige beschaving, dat de traditionneele romantische opvatting hier zeker minder op zijn plaats is dan de ultra moderne aanschouwings- en gevoelswijze der Futuristen. Het is geen oorlog meer met de opzienbarende getuigenissen van per soonlijken moed en krachtsinspanning, maar met de verborgen dreiging der algemeene verschrikkingen. Ze staat in het teeken der mathematiek, der geordendheid en der be zinning. Op militair gebied zijn de Duit schers dan ook de meest geavanceerden tegenover de Franschen.die minder bezonnen, nog te zeer de richting der... impressionnistische krijgskunst aanhangen. Hoedanig zal nu de conceptie zijn van den tegenwoordigen veldslagenschilder? Hoe zal hij het oorlogs-tafereel aanzien en over zien ? Wat is het treffende, het markante in de karakteriseering daarvan ? De tijden, dat een slag beslist werd ten gunste van een der partijen, als plotseling een held op zijn paard juist nog bijtijds komt aanstormen, of dat de oorlog eigenlijk bestond uit een reeks van uitgestreden krijgspartijen, waarbij de heldhaftige lan van enkelingen den doorslag kon geven tot de overwinning, beleven we niet meer. De slag die nu in Frankrijk geleverd wordt over een front van 'n paar honderd kilo meter, met haar ontzaggelijke verhoudingen van n mathematisch verdelgend gevaarte, met haar door vernuft en beleid geregelde combinaties van massa-bewegingen, dat is de oorlog, de monsterachtige, de verfoeielijke maar ook grandiose oorlog van dezen tijd Vormen te vinden, die daarvan een uitbeelding geven, zal in overeenstemming met de verbijsterende onmetelijkheid en den omvang van dit tafereel van vuur en bloed, noodzakelijk moeten leiden tot een meer visionnaire of zinnebeeldige, dan naturalis tische expressie. En ook, zoo partieel uit deze oorlog een voorval aanschouwd wordt, zal het voor de opvatting toch in betrek king worden gevoeld tot de geweldige ontEen Oostenrijksch 30^ centimeter kanon, waarmede de forten van Namen en Maubeuge beschoten zijn. Dit speelgoed geeft een idee van wat een 42 centimeter kanon zijn kan # IIIIIIII1IIIII1IIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIHI spanning van infernale machten daaromheen. Nu trof me bedoelde willekeurige mo mentopname van de Duitschers, die langs de Ste Gudulétrokken, omdat ik daarin vond een (toevallig) afschijnsel van de visie, zooals ongeveer de tegenwoordige kunstenaar van de tegen woordige oorlogsvoering hebben zal. Geen opvallend vertoon van krijgshaftige krijgsverrichtingen domineeren daarin, geen con centratie der algemeene samenwerking op enkele dramatische momenten geen effec ten van licht en donker. In een slingerende beweging marcheert de troep soldaten door de bezette stad, ordelijk en regelmatig, als een in werking gestelde automatische beweegkracht; van bovenaf gezien lijken die soldaten nietige enkelingen willooze werk tuigen, maar vervaarlijk in hun gezamenlijk heid. In deze straat is voor de ontzette Brusselaars, tegen hun huizenmuren opge drongen, nu verneembaar een weerklank van het gedreun der eindelooze heirscharen over de groote verkeerswegen, blaast er een tochtje tusschen de engte hunner straten van den orkaan, die over hun vaderlandsche velden heenstrijkt. De werkelijkheid wordt vervormd voor de visueele aanschouwing, lijnen nemen ongekende wendingen aan, vormen krijgen andere beteekenis, onder den zinsverbijsterenden indruk, dien deze ervaring zelf der vreeselijke werkelijkheid maakt. Ik wilde maar doen uitkomen, dat, wie naar den ouden trant veldslagen-schilderijen wil maken, of op het slagveld naar schilder achtige gevallen gaat zoeken, mogelijk cu rieuze en verdienstelijk uitgevoerde gelegen heidsstukken zal vervaardigen, maar geen kunst. W. STEENHOFF Nog steeds zwijgen de stemmen over de regeling der beurskwestie niet. Thans is er eene brochure van Mr. D. van Houten te 's Gravenhage over dit zoo uiterst belangwekkend onderwerp versche nen, waarin eene oplossing in een eenigszins andere richting wordt bepleit. Men begrijpt, dat waar deze zaak zoo van alle kanten is bekeken geworden, er niet gansch nieuwe gezichtspunten ten op zichte dezer materie meer opdoemen en dat niet alle beweringen in de brochure steek houdend blijken of althans slechts ten deele juist zijn. De schrijver meent n.l. dat nagenoeg de eenige aanleiding tot het sluiten der beurs in ons prolongatie-stelsel te zoeken was, terwijl toch ook het verkeer met de inter nationale beurzen, dat aanstonds volkomen ontwricht was, mede een groote factor in dezen was. Men kon b.v. al dadelijk geen normale wisseltransacties meer met NewYork doen en hoe zal men zich den handel in Amerikaansche fondsen hier mogelijk den ken zonder contact met Londen enNew-York? En ook, waarom werden bijna tegelijkertijd de andere fondsenbeurzen gesloten, terwijl daar toch geen dergelijk prolongatie-systeem heerscht ? In het prolongatie-stelsel als zoodanig imifiMiiiiiimiiti lUMIIIIIIMIIIIIIIlIIllltllllllllllllllll J. H. DE BOIS, - HAARLEM. PRENTKUNST Cat.7. RRESI)Iv,BtïHOT.IUri5I(mr, DAlJMIER. «ANET,M.HARIS,JIA\'OL, RfclJOX. stEI.MiES wordt franco gra tis toegezonden. Expositie: A. RASSENFOSSE, Haarlem Kruisweg 68. MOUKLIÜAMERüri. MFFSCo. AMSTERDAM. MAGAZIJN VAN [c!,te Bronzen Pendulje-Garniluren in alle stijlen. Yi rlich*rngs-artike'en v. gas en elec Hrht hoofdvertegenwoordigers van het O.FEVHERE CHRISTOFLE VEERHOFF & Co. 42 Kalverstraat. Directeuren: G. PELT J.Jzn., H. F. MERTËNS B I. CHEMIGRAFISCHE KUNSTINRICHTING % DIRK SCHNABEL AMSTERDAM. CLICHÉ'S VOOR ZWART- EN KLEURENDRUK ONS NIEUW PROCÉDÉIS KOPERDIEPDRUK GESCHIKT VOOR ELK PAPIER T BINNENHUIS INRICHTINGTOT MEUBELEERING EN VERSIERING DER WONING DIRECTEUREN JAC VAN DEN BOSC^ EN W GIEBE.N GED COMMISSr H P BERLAGE EN L.SIMONS RAADHUISSTRAAT 48- 50 AMSTERDAM L. VA* ZANTEN, Oostxeedifih M34 Holterdau». MODERNE SCHILDERIJEN EN AQUARFILEN AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 1.65 per kwartaal

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl