Historisch Archief 1877-1940
.
11 Oct. '14. No. 1946*
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
^ .._ ;fcjfcfe^^^^8ii.
..,. 7^«T/:. '?"".'
.v-V. v ?>-*' ..T^.V-;^. '
'?? : ? ,: (»-;.\ .,,l-\ i - ? .1
Het Paleis van Justitie te Brussel met zakken zand versterkt
De Belgische troepen door een vriendelijke vrouw van cakes voorzien
lllHIIMMIIIMIMMir Hllllllllllimmlllll
Miiimmimiiii
IIIMMIIIIIIIII iiiiiiHiimiiiiiiiumiiiHii
EEN PANDAEMONIUM
Wanneer wij, in de korte pogenblikken
die het daadwerkelijk leven ons laat, ons
terugtrekken in de binnenkamer onzer over
peinzingen, worden wij niet alleen gekweld
door de gruwzaamheid, maar ook door het
spookachtige van dezen tijd. Want de gewone
verhoudingen der dingen bestaan niet meer.
Het eens kostbare leven van het individu
is thans waardeloos; de drang tot zelfbe
houd is tot een minimum beperkt; de be
wuste mensen, die zich kende als een op
zich zelf afgesloten heelal, kent zich thans
slechts als sociaal wezen, een stofdeeltje in
een zonnebundel; onrecht wordt als recht
bejubeld; de wet beschermt despotisme;
zachtmoedigen worden bloeddorstig; demo
craten buigen voor koningen; geestelijke
leiders stellen zich als vechtmachines gelijk
aan polderjongens; kunstenaars verdedigen
vandalisme. Het is de tijd van de bolvor
migheid van den kubus, van de kwadra
tuur des cirkels.
De beoefenaar der collectieve psychiatrie
kan niet anders dan vaststellen dat de geest
der menschheid ernstig ziek is, en slechts
peinzen of er herstel is na langen tijd. Al
deze genoemde verschijnselen van ontwrich
ting van de psyche der menschheid, welke
met ontelbare zijn te vermeerderen, zijn echter
terug te brengen tot n grondoorzaak, n.l.
het verlies van de gewone evenwichtige
verhouding tusschen gevoel en verstand. In
normale tijden zijn deze twee dingen de
gewichten aan den balanceerstok, welke den
mensch in staat stelt het strak gespannen
koord van geboorte tot graf ten einde te
loopen. Er zijn perioden en oogenblikken
waarin het een, er zijn er waarin het andere
overheerscht. Doch steeds zal er bij den
normalen mensch een wederzijdsche inwer
king bestaan van deze twee eigenschappen;
het gevoel zal het verstand verzachten,
het verstand het gevoel beteugelen. Zoo
is het ook met de aan den mensch over
eenkomstige maatschappij, waar de indivi
duen die voornamelijk het intellect en die
voornamelijk het sentiment vertegenwoor
digen elkander beïnvloeden, en waar hunne
itiiiiiuiiiiiiittiimiiitiiiititittiiititliiiiiittyiiiititiitinnimtiiiitiitiiiititit
NATUUR EN TECHNIEK
Barnsteen
I
Als ons Noorderstrand weer eenigen tijd
is blootgesteld aan stormen uit het Noorden
of Noordwesten, ontwaakt bij vele kust
bewoners voor korten tijd de oude strand
jutters-geest, die gewoonlijk ingeslapen blijft
bij gebrek aan bezigheden, welk gebrek het
gelukkige gevolg is geweest van een goede
betonning der gevaarlijke vaarwaters en de
schitterende lichttorens langs onze kustlijn.
Na zoo'n storm is het strand aan de
hoogwaterlijn bezaaid met allerlei wonderlijke
voorwerpen, die langen tijd hebben
rondgedobberd met de tijstroomen, maar die nu
door den heftigen winddruk naar de kust
gedreven zijn. Als tijdelijk strandbewoner
wordt zelfs een stadsmensch aangetast door
de begeerigheid, al was 't alleen maar om
met eenigen trots te kunnen gewagen van
gelukkige vondsten. Elke flesch wordt
beuitingen, de wetenschap eenerzijds, kunst
en godsdienst anderzijds in eendrachtige
en noodzakelijke samenwerking voortbe
staan. Maar in dezen wanstaltigen tijd is
het intellect verschrompeld, doch het sen
timent reusachtig gegroeid. Het gevoel,
vroeger als een lief diertje bij voorkeur door
dichters behagelijk gestreeld en gekoesterd,
blijkt een verscheurend monster te zijn,
ontsnapt uit de kooi van het intellect.
De wijsheid schijnt nog slechts bij re
geerders, enkele stafofficieren en hoogst
enkele nog niet op hol geslagen diplomaten
voorhanden te zijn. Doch de overige mensch
heid is redeloos als blatend vee. Aanvan
kelijk was het de paniek, de angst vór den
oorlog, die niet enkel de domsten aantastte
(een bij uitstek belangwekkend terrein voor
de collectieve psychologie). Daarna was het
de oorlog zelf, met de boven aangeduide
gevolgen. Het armzalige menschdom dob
bert hulpeloos op geestdrift, wanhoop,
vreugde, angst, haat, afschuw, medelijden,
vaderlandsliefde, verontwaardiging, vrees en
andere uitingen van het gemoed, waarbij
het intellect hoogstens alleen nog maar ver
voermiddel is. Als een niets ontziende na
tuurkracht, als een blinde orkaan door een
verlaten najaarswoud, waar de stammen
breken en dreunend ploffen op den grond,
giert het sentiment door de ontbladerde
menschheid. En wij, Nederlanders, nog in
toom gehouden door de wijsheid onzer on
volprezen regeering, zijn nog in staat ons
te bezinnen op deze verschrikkingen, maar
huiveren wanneer wij schouwen in ons zelf.
Want de luttele kracht, waarmede wij onze
woede en verontwaardiging, de zwakke blij
moedigheid, waarmede wij onze vrees trach
ten te overmeesteren, toonen dat er slechts
weinig behoeft te geschieden of ook wij
worden, meer dan we het in de paniekpe
riode reeds waren, uit ons geestelijk even
wicht gestooten.
Wij hebben het treurig voorrecht te leven
in een tijdperk zooals de wereld geen tweede
zag, nu onze cultuur zich schijnt te
suicideeren op de plaats harer geboorte. Onge
twijfeld zullen de eeuwige natuurwetten
weder een periode van rust en vreugde
keken of er geen briefje !in zit, elk kistje
wordt omgekeerd of er nog wat anders in
zit dan nat zand, elke pluk zeegras wordt
uit elkaar geplozen, en het is waar dat de
genomen moeite zeker zóvoldoende be
loond wordt dat het best te begrijpen is dat
de geregelde strandbewoners na eiken storm
hun inspectietocht houden. Mijn eigen vond
sten zijn te rangschikken in een bonte rij
van af een vrijwel doode zeehond tot een
blik met slappe was. Maar nooit heb
ik gevonden waarnaar ik met de meeste
volharding heo gezocht en wat toch op ons
strand geen zeldzaamheid schijnt te zijn, n.l.
barnsteen. Dat barnsteen hier gevonden wordt,
staat vast doordat een bevriende
lichttorenwachter mij een heele verzameling barn
steenstukken kon toonen, die hij in den loop
der jaren aan het strand verzameld had.
Wanneer men zijn leven lang, vanuit de
hooge lichttoren de Noordzee en hare
branding overziet, is het te begrijpen dat
op vrije dagen op een wandeling langs het
strand de branding niet meer het aantrek
kelijke heeft, wat er in te vinden is voor
brengen. Maar de zekerheid hiervan brengt
geen steun in de diepe rampzaligheid van
dit oogenblik. Het is als een orkaan van
waanzin in een afgrond van smart.
J. REITSMA
? ? *
Het Duitse Onderwijs en de Oorlog
Wij vragen ons zelf en anderen in deze
dagen herhaaldelik af, hoe het toch mogelik
is, dat heel het beschaafde Duitse volk,
waarbij wij op allerlei gebied zo gaarne in
de leer gingen, zich in de oorlogsroes
heeft laten meeslepen. Dat dit niet alleen
in de krant, maar in werkelikheid het geval
is, weten wij met zekerheid uit alle, ons uit
Duitsland bereikende partikuliere brieven en
mondelinge berichten. En vanwaar bovenal
die algemene en hevige haat tegen de Engel
sen, waardoor zelfs die tegen de Russen in
de schaduw gesteld wordt?
Terwijl ik hierover nadacht, herinnerde ik
mij iets wat ik zes jaar geleden in Duitsland
hoorde, en wat nu, in een heel ander licht
bezien dan toen, misschien mede ter ver
klaring kan dienen van het feit, dat die haat
tegen de "Engelsen in alle lagen van de
bevolking zo spontaan is losgebarsten.
Ik volgde aan de universiteit te Jena een
vakantiekursus en hoorde daar verschillende
kolleges op pedagogies gebied. Zo'n vakan
tiekursus is het meest kosmopolitiese wat
men zich denken kan: er waren behalve
veel Duitsers, deelnemers uit Zweden, Noor
wegen, Denemarken, Engeland, Frankrijk,
België, Nederland, Zwitserland, Italië, Grie
kenland, Oostenrijk-Hongarije, Roemenië,
Bulgarije, Rusland, N. Amerika en zelfs uit
Nieuw-Zeeland; er heerste een biezonder
vriendschappelike toon onder al die vogels
van diverse pluimage, en de hier in ons
land ook wel bekende miss Eckstein, Ame
rikaanse van Duitse afkomst, verzamelde
er en met sukses handtekeningen voor
haar wereldpetitionnement voor de vrede.
Ik maakte daar in praktijk en theorie
kennis met de heuristiese methode, waarbij
men een onderwerp zo met de kinderen
BROCHES, GESLEPEN UIT VLIELANDSCH BARNSTEEN
Het grootste stuk is grootendeels transparant en warmgeel van kleur; hel kleinere
langwerpige stuk is troebel-wit tot lichtgeel. De afbeelding is iets vergroot '
iemand gewend aan straatsteenen en vuile
grachten. Dat het oog op zoo'n wandeling
dan meer voor de voeten kijkt naar het
zand en wat er in ligt, dan op zij naar de
zee, is licht te begrijpen. Op al deze tochten
had de lichtwachter nu reeds zooveel barn
steen gevonden dat hij een sigarenkistje er
half vol van had. De onregelmatige,
harsbruine, verweerde klompjes had hij onder
allerlei verschillende omstandigheden ge
vonden, pas aangespoeld met het laatste
zeegras, of weer vrij gekomen door het
wegstuiven der bovenliggende en gedroogde
zandlagen. Op het strand liggen dwars op
de kust een aantal dammen, die zorgen
moeten dat de tijstroomen, die daar even
wijdig met de kust loopen, niet het zand
meevoeren dat door de branding losgewerkt
is. Naast deze dammen kolkt het zeewater
op een eigenaardige manier, gevaarlijk voor
den zwemmer, maar gunstig voor den
barnsteenzoeker, die later op die plaatsen, als
het water gezakt is naar den
laagwaterstand, veel kans heeft op succes. Elk voor
werp dat tusschen de schelpen ligt wordt
dan aangeraakt of opgenomen en, wat mij
betrof in alle gevallen, wat den lichtwachter
betreft, in vele gevallen, kon dit voorwerp
dadelijk weggegooid worden als zijnde een
waardeloos stuk vuursteen of zoo iets. Was
het echter licht op de hand, en sneed het
zakmes er gemakkelijk stukjes af dan was
het barnsteen. Niet altijd waren de vond
sten groot en niet het heele strand gaf
overal dezelfde vindkansen. De zoogenaamde
Noordoosthoek van Vlieland was rijker dan
de rest van het strand. De gevonden stuk
ken barnsteen zijn gewoonlijk klein en niet
veel waard maar een enkele maal zijn er
waardevoller fragmenten bij zoodat het de
moeite waard is hen te bewerken. Veel kust
wachters, vooral de ouderen, houden er lief
hebberijen op na, allerlei knutselarijen
enhandigheidjes.Mijn licht wachter speciaal was sterk
op velerlei gebied en bewerkte met eindeloos
geduld, zeer eenvoudige instrumenten en een
onuitputtelijke vindingrijkheid allerlei grond
stoffen en daaronder ook het gevonden barn
steen. In de hierbijgaande figuur is een photo
geproduceerd, die ik gemaakt heb naar twee
broches die hij uit Vlielandsch barnsteen heeft
geslepen. De photo is iets vergroot, maar de
er bij liggende centimetermaat kan voor cor
rectie dienst doen. Het grootste stuk is mooi
geel, zuiver barnsteen, met een enkel troebel
wolkje er in; het andere, kleinere stuk is
melkwit tot lichtgeel van kleur. Dit laatste
stuk vertoont veel t.roebelingen, die misschien
behandelt, dat zij zelf aldoor vragen stellen
en de antwoorden daarop met de onderwij
zer samen zoeken. Prof. Just uit Altenburg,
van wie ik didaktiek hoorde, beval deze
methode niet onvoorwaardelik aan, maar
bepleitte een kombinatie, waarbij eerst aan
't slot de vragen kwamen. Als voorbeeld
van behandeling voor de hoogste klassen
van de volkschool gaf hij?was het toeval
of opzet? een aardrijkskundeles over
Engeland als het land dat de grootste vloot
heeft". Laat ik op de voorgrond stellen, dat
prof. Just een uiterst humaan man is, bezield
met een grote liefde voor het schoolkind en
wiens bespreking van verschillende leer
methodes van een buitengewoon ruime
opvatting getuigde.
Men moest dan natuurlik eerst de topo
grafie van Engeland behandelen en daarna
vragen: Hoe komt het nu, dat Engeland
de grootste vloot heeft? Antwoord: het
ligt rondom in de zee, heeft goede havens,
een vruchtbaar achterland met veel rivieren,
kanalen en spoorwegen; voor zijn industrie
heeft het gebergten met ijzer en steenkool;
het is dicht bevolkt. Maar aan die ligging
en gesteldheid zijn ook nadelen verbonden:
aan de kusten heeft men veel te lijden van
stormen en mist; men heeft gebrek aan
mannen voor de marine; en men heeft last
van de konkurrentie van Duitsland.
Door zijn geografiese ligging heeft het
dus veel vór, maar ook heeft het Engelse
volk allerlei moeilikheden overwonnen b.v.
door het bouwen van grote dokken, het
graven van het kanaal naar Manchester, het
beletten van de bouw van een kanaaltunnel,
en verder onderscheidt het zich door zijn
ondernemingsgeest, zijn opgewekt politiek
leven, zijn uitvindingen en plukt het de
vruchten van zijn vrijhandel.
De konklusie moet dus zijn: zowel
Engelands geografiese gesteldheid als het
karakter van het Engelse volk maken het
geschikt om een grote vloot te bezitten.
Tot slot worden dan de volgende vragen
behandeld: Waarom heeft men in Engeland
geen algemene dienstplicht? Waarom leren
we Engels op school? Waarom is Engeland
jaloers op Duitsland? Waarom ligt
Duitsvpor een kenner de waarde verminderen, maar
die juist een bijzonder aardig effect geven.
Beide zijn bestemd om in een zilveren randje
gevat te worden. Deze voorbeelden zijn lang
nog niet de mooiste stukken, die zoo door
hem vervaardigd zijn.
Barnsteen is fossiele hars. Evenals nu
nog in dennebosschen hars vloeit uit
boomwonden, is dat ook geschied in de
dennebosschen die in vorige aardkundige
tijdperken het land bedekten. Zonken
deze bosschen door bodemdalingen e.d. on
der het zeeniveau, of bedekte de zee hen
na duindoorbraken dan werden de omge
slagen boomen door slib en water afgeslo
ten van de lucht en gingen geleidelijk over
in fossielen toestand, tegelijk met de hars
die op en in die boomen zat. Op verschil
lende wijzen komt deze fossiele hars nu
weder aan den dag. De bekendste wijze is
de volgende; bij de Pruisische Oostzee
kusten liggen de barnsteenstukken als groo
tere of kleinere knoedels in een blauwgroenig
zand. Door de branding worden zij uit dit
zand losgespoeld en weder op het strand
geworpen, op dezelfde wijze maar in veel
grooter hoeveelheden dan op onze kust waar
alleen toevallige zwervers aankomen, die met
de zeestroomen meegevoerd zijn. Ook door
baggeren wordt barnsteen verzameld, o.a. in
het Kurische Haff, terwijl bij Palmicken
gewone mijnbouw dienst moet doen.
De hoeveelheden barnsteen die op deze
wijze verzameld worden, zijn onvergelijkelijk
grooter dan het half-sigarenkistje-vol van
mijn Vlielandschen lichtwachter. Een enkel
voorbeeld: de heftige stormen van 9/10Jan.
1914 op Samland, dat de beroemdste vind
plaats voor barnsteen is, werd de kust weer
eens grondig veranderd door landafbrokkeling
en landaanwinst. Ruim twee millipen kubieke
meter grond waarbij een klein millioen
kubieke meter zand gingen bij deze gelegen
heid verloren. Tegenover deze vernieling
staat echter dat deze storm een hoeveelheid
barnsteen aanbracht, ter waarde van een
dertigduizend gulden.
Terwijl ons Vlielandsch barnsteen echt
is, is niet alles wat barnsteen gedoopt wordt
werkelijk dien naam waardig. In het ergste
geval is het pseudo-barnsteen niets anders
dan celluloid, gekleurd glas, kolophonium of
kopal. Maar deze vervalschingen zijn nog
gemakkelijk te herkennen; celluloid door
zijn groote brandbaarheid, en oplosbaarheid
in ijsazijn ; glas door zijn totale onbrand
baarheid, enz. Kopal lijkt er nog het meeste
op, maar dat is ook niet te verbazen, daar
lands toekomst op het water? Waarom zou
een oorlog tusschen Duitsland erf Engeland
niet te wensen zijn? De aard van de vragen
en de antwoorden waren zo, dat maar n
eindkonklusie mogelik was: daarom is En
geland Duitslands grootste vijand.
Ik las dezer dagen ergens, dat waar gezegd
wordt, dat de Duitse schoolmeester de oorlog
van '70 gewonnen heeft, de Duitse soldaten
van nu meer de discipelen van de Feldwebel
lijken. Het lijkt mij niet geheel juist: ook
de schoolmeester zit er nog achter.
Dr. CHR. KROES-LIGTENBERQ
Het Oorlogscarrillon
OUERRE SOCIALE VAN 16 SEPT.
(Sur Fair du Vieux Carillon de Clcry)
Or - lé- ans! Beau - gen - cy
No - tre Da - me de Clé- ry
Ven - do - me!
Ven - do - me!
Sonnez! Sonnez!
Cloches fondues pour mon pays,
Par mes ancêtres Cavillier,
Venus des Vosges en Picardie
het ook al een fossiele harssoort is, echter
niet van dennenboomen zooals barnsteen,
maar van boomen, die familie zijn van onze
erwten en boonen. Toch zijn er ook schei
kundige middelen om beide hars-soorten
goed van elkaar te onderscheiden.
Veel moeilijker echter is 't als men de mooie
groote stukken barnsteen gaat nabootsen
door iets wat maar half een vervalsching
kan genoemd worden. Er zijn vele stukjes,
zooals de overmaat der Vlielandsche vondsten,
die zeer minderwaardig zijn en moeilijk te
bewerken. Deze stukjes worden verwarmd
en tegelijkertijd onderworpen aan een zeer
hevige druk. Een hydraulische pers dwingt
met een druk van 3000 kilogram per vier
kante cM. deze stukjes aaneen. Men krijgt
zoodoende zoowel transparante als troebele
blokken. De eersten, de helderen, kan men
herkennen door hen, als zij gepolijst zijn,
tegen het licht te houden. Het geperste
barnsteen vertoont dan geen gelijkmatige
bouw, maar zit vol golfvormige strepen en
slieren, die vooral opvallen als men het
stukje een beetje heen en weer draait. Dit
zijn de oorspronkelijke grenzen der samen
stellende deeltjes.
Dit middel faalt echter bij de iets troe
bele stukken, maar hier helpt het microscoop.
Elk troebel stuk barnsteen dat echt is, zooals
het kleinste uit onze figuur, vertoont, onder
het microscoop, kleine ronde of ovale, uit
gerekte holten. Door de geweldige druk, die
de barnsteenstukjes samenperste, zijn deze
microscopische holten in elkaar gedrukt bij
de geperste barnsteen en vertoonen zich nu
onder een heel anderen vorm n.l.
platgedrukt of zelfs eigenaardig vertakt. Te be
dotten is men dus niet, al heeft niet ieder
een dadelijk alle apparaten bij elkaar die
voor het herkennen der vervalschingen
noodig zijn. Maar tegenwoordig kan men
gemakkelijk genoeg de hulp van kennissen
inroepen, tenzij men liever met zalige on
wetendheid aan het echte" barnsteen blijft
gelooven. Wil men den veiligsten weg weten,
die naar onverdachte echtheid voert? Volg
dan het voorbeeld van den Vlielandschen
wachter: zoek zelf aan het strand, en bewerk
zelf het gevonden stuk. Er is nog een ge
makkelijker weg: zie het ook van hem
cadeau te krijgen.
P. VAN OLST
* &