Historisch Archief 1877-1940
11 .Oct. '14. JNo. 1946. .
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
..7 ... " - .?.'
De rijwiel-rikshaw te Batavia ingevoerd
Het is niet waar
Aan Prof. Dr. J. J. M. de Groot,
Hoogleeraar te Berlijn
Het is niet waar, de Groot, dat in uw stem
Een vrije zoon van ons vrij volk zich uit.
Uw Pruisisch machtwoord, uw verduitscht
geluid,
Heeft op ons volk van mannen kracht noch
klem.
Het is niet waar" aanvaarden wij van hem,
Die 't in de kracht van zijn bewijs besluit.
Wijsheid wier kracht beweren is, heeft uit,
En spreekt in 't is niet waar" haar requiem.
Het is niet waar"... Vervreemde die ge zijt
Van 't hoogste en dierste dat zich Holland won:
De vrijheid die voor niemands dwang, zich
kromm',
Te meenen dat zich Holland buigen kon
Voor hooggeleerd gezag. Staaf wat ge zeit,
Of 't Is niet waar" roept Holland u weerom.
Den Haag
A. J. BARNOUW
* * *
Ingezonden
Een van onze lezers zendt ons bijgaanden
brief van een der bekendste hoogleeraren in
de Philospphie van Duitschland. Het is op
uitdrukkelij k verlangen van den geadresseerde,
dat wij den naam van dezen briefschrijver
aan tijdgenoot en nageslacht onthouden.
29. IX '14.
Verehrter Hen und Freund!
Seit Monaten habe ich keinem Auslander
geschrieben. Auslander heisst Feind, dum
probetur contrarium. Man kann zum
deutschen Staat und Volk sich nicht neutral
verhalten. Entweder man halt es für das
vpllendetste Gebilde, das die Geschichte
bisher erzeugt hat, oder man billigt seine
Zertrümmerung, ja seine Ausrottung. Wer
kein Deutscher ist, weiss vom deutschen
Wesen nichts. 2 Millionen Freiwillige haben
sich zum Könige angemeldet, darunter 2
Enkel von mir, einer 21 j. Stud. theol.,' der
andere eben 18 j., Primaner, 8 Neffen und
Grossneffen, mehr als 20 Vettern. Wir sind
sittlich u. intellektuell berlegen, ohne allen
Vergleich, ebenso unsere Organisationen,
unsere Institutionen. Wilh. II, deliciae generis
humani, hat im Besitze seiner Macht mit der
er alles zu zerschmettern im Stande war,
immer den Frieden, das Recht und die Ehre
geschützt. Je grösser seine Erfolge, desto
andachtiger und demütiger ist er.geworden.
Sein Kanzier B. H., der weit hervorragendste
unter den lebenden Menschen, kennt keine
andere Motive als Wahrhaftigkeit, Treue,
Recht. Unser Heer ist der Inbegriff deutscher
Inteüigenz und sittlicher Tüchtigkeit; die
vollkomene Disziplin ist bekannt. Jetzt ist
kein deutsches Haus vom Kaiser bis zum
Taglöhnerfrei von Trauer. Wir mussen unsere
Liebsten, Besten, Edelsten hingeben zum
Kampf mit russischen Bestien, englischen
Söldlingen, belgischen Fanatikern ! Die
FranHerinneringen van een Siebziger"
door P. E. W. K.
Uit het Zuiden kwam nog voortdurend
de grommende dreuning van de artillerie uit
het geplaagde Belgenland, toen ik in het
Limburgsche grensdorp op zoek ging naar
een paar oud-gedienden uit den oorlog van
'70. Men had hen mij met naam en toenaam
genoemd, zoodat er geen twijfel aan was,
of ik zou hen wel vinden.
Omtrent de aanwezigheid van den een
was men echter altijd wat onzeker. Als pen
sioentrekker mocht hij eigenlijk niet in het
buitenland wonen, wilde hij z'n pensioen
aanspraak niet verliezen. Maar den meesten
tijd stoorde hij zich niet veel aan deze
dwangbepaling; 't scheen hem gelukt te
zijn een van de wel altijd aanwezige
wetsmazen te ontdekken.
Zijn huisje was het eerste, waar ik me
aanmeldde. Een oude vrouw, waarschijnlijk
zijn echtgenoote, deed me open.
Is K. ook thuis?" was m'n vraag.
Neen, die was er niet. Tenminste als ik
den jongen bedoelde Ah, Sie meinen
den alten Kriegsinvalide?!"
Toen kon ze me toch helpen en langs
een pad tusschen allerlei gebouwen door,
wees ze mij de richting aan, waar ik hem
wel zoo ongeveer zou aantreffen. En ik trof
hem ook aan, druk harkend in een pas kort
geleden aangelegden kloostertuin.
Of hij den oorlog van 70 had
medegegemaakt, vroeg ik hem. Een oogenblik keek
hij me onderzoekend aan, of hij zeggen
wilde : wat zal dat te beteekenen hebben...
Toen woelde hij eens door zijn grijzen
baard, liet zijn nog gave, blinkend witte
tanden zien en antwoordde lachend: Leider
nicht... In die dagen was ik al invaliede..."
Den oorlog van '66 had hij meegemaakt.
Naar Bohemen was hij gemarcheerd... En
langzaam putte hij uit z'n herinnering het
relaas samen van die vermoeiende tochten.
Want vooral was het vermoeiend geweest.
Die geforceerde marschen, uren en uren
aaneen, hadden wel den sterksten indruk
achtergelaten.
zosen sind noch am ehesten ebenbürtig. Kein
Friede, solange nicht die drei Rankeschmiede
u. Schadenstifter, die Europa nicht nur Ruhe
komen Hessen, völlig niedergeworfen sind.
Wir wollen Ruhe und Sicherkeit für uns, um
sie auch den andern verbürgen zu können. Wir
wollen unermüdlich in Frieden unsere
Kulturarbeit tun. Es muss auch idyllische Staaten
geben wie Holland oder Schweiz, urn als
Folie zu dienen für die heroischen Völker.
Seit 2 Jahrhunderten sind wir duren
allgemeine Schulpflicht und Wehrpflicht erzogen
und stellen, wenn es not wird, 9 Millionen
ausgebildete Krieger. Es ware nützlicher,
uns nicht herauszufordern. Die Lügen, die
man von uns verbreitet, sind lacherlich.
Belgien natte sich mit Frankreich und
England gegen uns verbündet: da sind wir
zuvorgekomen. Von Holland erwarten wir
keine Freundschaft. Wir haben nichts zu
entschuldigen. Wir sind kein Gewaltstaat."
Wir bedrohen niemand, so lange man nicht
uns angreift. Wir erweisen allen Wohltaten.
Löwen ist nicht verwüstet worden, nur die
Hauser der Meuchelmörder. Die Fabel von
den deutschen Spionen in Belgien ist boshafte
Verleumdung. Wir Deutschen geben unser
Urteil erst ab nach stattgefundener
Untersuchung. Die Kathedrale m Rheims ist nicht
zerstört; die Franzosen haben die
Beschadigung herbeigeführt. England treibt Politik, als
waren wir im 18. Jahrhundert. Deutschland
aber hat gelehrt, wie man gewissenhaft und
redlich Politik treibt und Krieg führt. England
geht daran zu grunde, Frankreich kann
hoffentlich noch gerettet werden. Aber
Russland darf nicht mehr unser Grenznachbar
bleiben. Wir werden diesmal reinen Tisch
machen. Die eigentliche Feind ist England.
Wehe dir, England! Gott ist mit uns und
der gerechten Sache. Viele herzliche Grüsse
von Ihren getreuen...
30. IX' 14.
Verehrter Herr und Freund, Gestatten Sie
mir noch einige Erganzungen, damit Sie
sehen, wie ein einigermassen gebildeter
Deutscher denkt. Wenn man deutschen
Geschichtschreibern glauben darf, haben die
Hollander Gelegenheit gehabt, die belgische
Bevölkerung in ihren unangenehmen Eigen
schaften 1815-30 zu studieren. Hollands
Brauch u. Sitte, Wissenschaft, Kunst,
Religion ist wie die Sprache deutsch. Daher
doppelt interessant, dass die Hollander den
Belgiern, Englandern und Franzosen ebenso
gut sind wie den Deutschen, u. jetzt auch
wohl für Serbier, Russen, Japaner ihr Herz
entdeckt haben. Deutsche Geschichtschreiber
erzahlen, dass England das machtige Holland
von seiner Höhe gestürzt und zur
Unbedeutendheit heruntergebracht hat, dass Napoleon
III 1868 Belgien zu Frankreich schlagen
wollte und Bismarck es verhindert hat.
Wir Deutschen tragen unsere schwere R
stung auch zum schutze von Holland. Waren
wir nicht stark, so ware auch Holland lan
gst annektiert; sich selbst zu schützen ist
es völlig unfahig.
Das Königreich führt ein bequemes Dasein
auf unsere Kosten. Es zehrt vom alten Ruhm
und alten. Geld in volkkommener
geschichtlichenNichtigkeit, u. Amsterdam hat ungefahr
in der Welt die Bedeutung von Kyritz a. d.
Neen, veel liever dan tegen Oostenrijk
zou hij mede opgetrokken zijn naar Sedan
en Parijs. Daar in Böhmen was 't maar een
ermelijke Gegend geweest, waar voor een
gewoon soldaat niet veel te bikken viel...
Ook een veldslag medegemaakt? vroeg ik.
Ja, gewis z... Maar het duurde niet lang.
Om vijf uur kwamen wij in het vuur en
om half zes had ik al een schusz in het
been... Dat was een beroerde gewaarwor
ding, want ik wist dat de artillerie achter
ons opdrong. Op handen en voeten ben ik
toen voortgekropen, totdat ik achter wat
struikgewas kwam. Ik had geen lust om
nog in aanraking te komen met paarden
hoeven en wielen."
Meteen stroopte hij z'n broek op en toonde
mij z'n omzwachtelde kuit.
Als 't wat kouwelijk weer is, moet er
nog altijd een verband om. Dat is indertijd
niet schnell genoeg genezen, 't Transport
duurde zoo lang, met een slechte boerenkar.
Heel naar Schweidnitz moesten we, in 't
Lazarett. Naast me lag er een met net zoo'n
schot door den arm. Maar die moest er af,
tot den elleboog .... Ik heb m'n been
kunnen houden, al begon 't ook al blauw
te zien . . . ."
Of hij 't niet erg vond, dat ook nu
weer zooveel duizenden jonge mannen op
geofferd werden?
Joa, och .... Dat musz al zoo zien. Mir
hat der Krieg 's Glück gebracht!"
Dat leek vreemd. Maar 't werd me dui
delijk, toen hij van z'n pensioen vertelde.
En zooals hij voorstelde, had 't er veel van,
of hij en z'n kornuiten er in die dagen op uit
waren getrokken in de hoop tot de gelukkigen
te zullen behooren, die er een pensioentje
aan verdienden.
Zoo was ik met nog een uit m'n dorp
bij 't zelfde bataljon. Maar toen we in 't
vuur moesten... da hatt er sich gedriickt.. .1)
Ik dacht eigenlijk niet meer aan den Kerl,
tot ik hem een paar jaar later terugzag.
Toen was ie ganz krüppel... Uit een appel
boom was ie gevallen, de knoken kapot
en ... geen pensioen."
En nu eens harkend in den lossen
zandKnattor oder der Kreishauptstadt Teltow.
Holland ist ein blosses Anhangsel vpn
Deutschland; eine sehr bequeme Existenz in
Schlafrock und Pantoffeln die wenig kostet,
mit wenig Mühe und wenig Nachdenken.
Wenn das Spass macht dann ist 's zu gunnen;
der Deutsche hat höherePflichtenu.höheres
Streben als dies klagliche Philistertum. Hol
land hat seine Gesinnung völlig f rei; aber eine
Handlung die den deutschen Reiche feindlich
ware, würde die ernstesten Folgen haben.
Wir Deutschen haben für das gegenwartige
Holland sehr wenig Wertschatzung, geringe
Achtung u. Sympathie. Holland in seiner
Isoliertheit versinkt mehr und mehr in die
dumpfe Beschranktheit, die das Kennzeichen
kleiner Sekten ist. Ohne den Halt, den es an
Deutschland hat, würde es schon gestorben
sein. Gott sei Dank, dass die Hollander nicht
unsere Freunde sind! Wir leben im freien
Hauch der Weltgeschichte, mit dem d
rftigen Spiessbürgersinn haben wir keine
Gemeinschaft. Wir Deutschen haben ber
haupt nirgends Freunde. Weil wir tüchtig
und sittlich berlegen sind, sind wir allen
furchtbar, allen gefahrlich, die nicht die
gleiche sittliche Kraft auftreiben können.
Wir sind das freieste Volk auf der Erde;
denn wir gehorchen, und unser Gesetz ist
die Vernanft. Unsere Erfolge in Frieden und
Krieg sind wohl verdient, der Preis
unendlicher Mühen. Unser Kaiser, unser Kanzier,
unsere führenden Manner haben nirgends
ihres gleichen, wie unser ganzes Volk. Unsere
Macht ist Geistesmacht, unser Sieg der Sieg
des Gedankens. So nehmen wir es auf mit
der ganzen Welt, wie einst unser alter Fritz.
Die europ^ische Verschwörung hat uns
eingesponnen in ein Netz der Lüge und Ver
leumdung; wir sind wahrhaftig.
Menschlichkeit, Milde, Gewissenhaftigkeit, Christentum
ist unser Kennzeichen. In einer Welt der
Bosheit vertreten wir die Liebe, die vom
Himmel ist, un Gott ist mit uns. Sie
dürfen von meinem schreiben jedem
beliebigen Gebrauch machen. Ich griisse Sie
herzlich und gönnte Ihnen wohl in den Franken
dieses Gewaltstaats zu leben wie ich.
Ihr....
Wij geven de plechtige verzekering, dat
deze en andere brieven, die wij afdrukken
volkomen echt zijn. Zulke brieven verzint
men trouwens niet. De reeds beroemde
brief van A. Mairich, welke wij afdrukten,
was als document zelfs machtig mooi: ge
leek het meest op een Russische pas. Wij
stellen dat geschrift van Mairich te koop
voor den meestbiedende. De opbrengst zen
den wij aan het Comitévoor de Belgische
uitgewekenen. RED.
< < >&
Leiden, 7 Oct. 1214
Zeer geachte Redactie,
In het nummer van Het Leven" van
Dinsdag 6 October 1914 op blz. 1224 komt
een foto voor getiteld: De eerste foto van
het allerwege zooveel besproken zware
Duitsche belegeringsgeschut." Deze foto
kwam ook voor op blz. 268 van The Graphic
van 15 Aug. 1914.
Kan iemand me dit ook verklaren ?
Met dank voor de opname,
W. F. BOTERHOVEN DE HAAN
In Het Leven zal oorspronkelijk achter de
eerste foto'1 van de Graphic" gestaan
hebben. RED.
* 8 *
Steun voor de uitgewekenen uit
België
Sinds het laatste beroep, dat het Comit
tot Steun van Belgische en andere slacht
offers deed op het medegevoel van ons
Nederlanders, is, tengevolge van de
krijgsoperaties in het noorden van België, het
aantal uitgewekenen naar ons land wederom
schrikbarend toegenomen. Geheel Nederland
wordt door deze deerniswaardigen gevuld.
De uitgaven, welke van de kas van het
Comitéworden geeischt, zullen met dien
aanwas van behoeftigen gelijkeh tred moeten
houden. Het Comitéhoopt, zooals ze ons
schrijft, die te kunnen bestrijden, doch daar
toe kan het alleen in staat worden gesteld
indien elke Nederlander, die medelijden
koestert met zoo vele ongelukkigen en die
van het zijne iets kan en mag afstaan om
zoo diepe smart te verzachten, het naar
vermogen in deze pogingen steunt. Het
grond, dan weer leunend op z'n riek, ver
telde hij al levendiger voort van al de kleine
voorvallen uit z'n soldatenjaren.
Maar al hoorden we duidelijk de voort
durende rommeling van het geschutvuur daar
in het Zuiden, toch was er in z'n spreken
zelden iets, dat eenig medegevoel verraadde
met het lot van al die jongeren, die nu, een
halve eeuw later, er reeds weder voor
stonden om opgeofferd te worden voor
's lands eer.
Oorlog is het onafwendbare Noodlot. Es
musz all so sein, zegt de een. 't Moest toch
ns komen, er zijn teveel menschen op
de wereld, zegt de ander.
Toen ik den tweeden Siebziger" had ge
vonden en hem persoonlijk te spreken vroeg,
werd ik eerst afgewezen met de mededee
ling, dat hij met rheumatiek te bed lag. Maar
als de boodschap erg dringend was.. .
Dringend? Neen, dat was 't niet. Alleen
maar eens wat praten over den Krieg.
Vom Krieg? ... Kom toch binnen". Neen,
den wilden ze hem gauw roepen.
In een binnenvertrek werden de luiken
opengestooten, de tafel werd iets
teruggeschoven van de canapéen terwijl op een
bovenkamer druk gestommel en
heen-enweer geloop was, kwam de vrouw des
huizes al aandragen met een flesch wijn en
een blaadje met glazen.
En onderwijl ontsnapte een niet te stelpen
woordenvloed aan haar mond, zoodat 't me
wat bang om 't hart werd, dat ik niet met
den ouden krijgsman het gesprek zou kun
nen voeren, doch slechts te luisteren zou
hebben naar bittere klachten over het op
treden van die Belgiër" tegen de Duitschers,
die ze zoo ruw hadden uitgewezen en over
de geheime mobilisatie in Rusland. ... Der
Kaiser war ein Friedenskaiser... 44 jaar
had Duitschland niet anders dan den vrede
gewild... Maar die Belgiër waren nicht
neutral geblieben, Fransche vliegers
hadden ze laten passeeren ... En nu kostte de
boter alweer n Mark het pond en toen
de grenzen gesloten waren 46 cent... en
de eieren waren van 2 cent opgeloopen tot
5 cent... En al die landbouwproducten
Comitérekent dus op een flinke versterking
zijner middelen.
Door de hierboven genoemde oorzaak staat
ook de Commissie voor de afdeeling Huis
vesting" voor een zeer zware taak. Met ver
langen ziet zij uit naar aanbiedingen van
families die geneigd zijn aan een of meer
uitgewekenen gratis huisvesting te verleenen.
Formulieren ter invulling worden gaarne
op aanvrage toegezonden.
Men make het 't Comiténiet te moeilijk
door allerlei wenschen en beperkende be
palingen maar schrijve eenvoudig: Wij
hebben plaats voor zooveel personen; gaarne
willen wij hen huisvesten."
De commissie voor de afdeeling Huis
vesting" houdt overigens op eiken werkdag
?te Amsterdam zitting van 10?ll]/2 uurv.m.
Rokin 73, (Telefoon Noord 5386).
Aan hetzelfde adres worden zendingen
kleederen, dekens, wollen ondergoed, enz.
gaarne ingewacht.
Voor de goede afdoening der correspon
dentie verdient het aanbeveling deze te
adresseeren aan het secretariaat van het
Comité, Kalverstraat 64, Amsterdam, be
houdens die brieven waaromtrent van de
zijde der betreffende onderafdeeling om
directe doorzending is verzocht.
Het Bestuur bestaat uit de Heeren: G. van
der Aa, Consul-Generaal van België,
EereVoorzitter; Mr. Th. Stuart, Voorzitter; J.Th.
Boelen, Léon Delhez en Bern. J. Veldhuis,
Secretarissen; Mr. G. J. Fabius
(Kasvereeniging), Penningmeester.
Er kwam tot heden in 60.000 gulden, wat
natuurlijk veel te weinig is.
* * *
Nieuwe Uitgaven
VINCENT .VAN GOGH, Brieven aan zijn
Broeder, II, 460 pag. Amsterdam, Mij. voor
Goede en Goedkoope Lectuur.
W. VAN NES, Jochem Theunissen en zijn
tijdgenooten, 268 pag. Pi ijs ing. ?1.90, geb.
f 2.40. Deventer, Johs. J. C. v. d. Burgh.
JAN LIGTHART, Over Opvoeding.
Paedagogische opstellen, Ie bundel, 3e druk, 290
pag. Groningen, J. B. Wolters.
H. H. VAN KOL, Driemaal dwars door
Sumatra en zwerftochten door Balt, met vele
illustraties naar fotografieën en twee kaartjes,
436 pag. Rotterdam, W. L. en J. Brusse's
Uitg. Mij.
Pro en Contra", serie IX, No. 4: Ge
neeskundig onderzoek vór het huwelijk.
Pro: J. J. BERDENIS VAN BERLEKOM.
Contra: Dr. CH BLES, f 0.40. Baarn,
Hollandia-drukkerij.
Prof. J. DE LOUTER, Hoofdpunten van
het oorlogsrecht. Losse aanteekeningen van
actueel belang, 50 pag. Den Haag, Mart.
Nijhoff.
Prof. dr. P. J. MULLER, De Europeesche
oorlogsbrand, afl. I. (Compleet in 12 afleve
ringen ad 20 et.) Rotterdam, J. M. Bredee's
boekhandel.
Damspel
II IMMUUN 111 HUM 11III
lle Jaargang 11 October 1914
Redacteur: J. DE HAAS
Graaf Florisstraat 152, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
De volgende leuke combinatie is uit een
partij gespeeld tusschen den redakteur en
den heer W. Vijn uit Hoogwoud, een der
sterkste Noord-Hollandsche spelers.
ZWART
l
6
11
16
21
26
3!
36
41
46
5
10
15
20,
25
30
35
40,
45
50
U l T
Zwart 13 schijven op l, 3, 4, 6, 7, 9, 12,
15/16, 18, 19, 24, 25.
mochten zollfrei Duitschland ingevoerd
worden ... Dat was toch een groot voor
deel voor die Hollander... Vlissingen zou
zich wel weten te verdedigen tegen de
Engelschen ? ... Schrecklich, zoo enthousiast
als het volk in Duitschland was. Oneindig
veel meer dan in '70...
Ha, daar was mijn Siebziger
En wat denkt ge wel vaji den Krieg?"
was een van m'n eerste vragen.
En bedachtzaam, alsof hij zelf aan dit
groote militaire schaakspel mededeed, be
redeneerde hij de kansen, die de Duitschers
met hun Belgischen doorbraak hadden. Tot
hij zijn conclusie een paar maal herhaalde:
Wir kommen noch mal wieder vor Paris."
Maar ook hem wilde ik 't liefst terug
hebben naar de dagen van '70. En 't ge
lukte me, hem weer als cavalerist te laten
chargeeren en z'n claireursdiensten te doen.
Terwijl hij nu en dan een greep deed
naar z'n rheumatischen arm, vertelde hij
voort:
In '70 trokken we g'rade op denzelfden
tijd van het jaar uit. Het Getreide stond
op het veld om geoogst te worden. Maar
het duurde tot den 28 Aug. eer het tot den
slag kwam bij Blamont tegen de Fraoschen,
onder Mac Mahon... Op Sedan trokken die
zich terug. Daar werd den len September
de groote veldslag geleverd buiten de
vesting. Maar dienzelfden avond nog moesten
de Franschen bescherming zoeken in de
vesting... Alleen Mac Mahon ging met
10.000 man op Belgisch gebied, om niet in
handen van de Pruisen te vallen... Den 2en
Sept., om 9 uur 's morgens, capitulierte
Sedan: Napoleon mit 80.000 gesunden Sol
daten und 10.000 gesunden Pferden..."
En wat was uw werk in dien oorlog?"
Immer zu Pferde ... De cavalerie moet
vooruit .... Das geht so: twee man voor
op, aan iederen kant van den weg n Dan
volgt op een afstand, dat hij z'n voorrijders
nog goed kan zien, de derde man. En ach
ter dezen komt de troep van 30, 40 man
met 'n officier . . . Dat is de
verkenningsdienst.
Als de groote legers optrekken, dan volgen
Enkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
20.000 Artsen
erkennen dit schriftelijk.
In Apotheken en Drogisterijen verkrijgbaar. Brochures
bij het Gen. Agentschap, Sarphatistr. 34, Amsterdam.
Wit 13 schijven op 10, 26, 31, 32, 35, 36,
38, 40, 41/43, 45, 48.
Door een aardigen slag is wit op 10 ge
komen. Daarna hadden eenige zetten plaats
en bovenstaande stand ontstond. De laatste
zet van wit is 37-31, waardoor zwart een
damslag forceert.
Wit Zwart
W. Vijn
1.
2. 10-5
3. 35-22
4. 5:11
J. de Haas
9-14
24-30
3-8
6:46
Een aardige slag, die onzen tegenstander
nog al verrastte.
EEN AARDIG EINDSPELLETJE
In een partij tusschen de heeren H. A. J. de
Grebber uit Amsterdam en A. Noome te
Beemster, kwam onderstaande stand voor.
ZWART
l
e
11
lc
21
2C
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
WIT
Wit 4 schijven op 7, 34, 35, 38.
Zwart 2 schijven op 13,25 en een dam op 41.
Wit Zwart
A. Noome H. A. J. de Grebber
1. 7-2
Een fout waarbij de partij verloren gaat.
1. ? 41-47
2. 2:30 47:40!
3. 35:44 25:34
Gewonnen.
Beide spelers, bekende veteranen, amu
seerden zich bij dit aardige slot.
VRAAGSTUKJE VAN D. V. NIEUWKERK
TE ROTTERDAM
ZWART
l
6
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
WIT
Zwart 9 schijven op 6/8, 11, 19, 23, 24,
26, 40.
Wit 9 schijven op 17, 22, 32, 35, 37, 39,
43, 44, 49.
CORRESPONDENTIE
P. v. R. te A. Uw inzending in dank
ontvangen.
ze de breede chaussees. Hier een korps, ginds,
'n paar uur verder, een ander korps en tus
schen de twee chaussees wordt het veld
abgeritten door de cavalerie."
Of hij zich nog persoonlijke ontmoetingen
met de Franschen herinnerde?
Ja, ze waren weieens gestooten op vijan
delijke cavalerie. Maar als vleugelman had
hij zelf nooit de botsing behoevfen te weer
staan, al had hij wel mee er op ingestormd
en een mêlée met de blanke sabel medege
maakt .... Dat ging met geweld er op
los .... rappattatta .... rappattatta . . .
rrang .... 't speelde zich meestal zoo
vliegensvlug af.
Voor Parijs was het een lange rusttijd
geweest. De eerste zes weken had hij er
overal de Duitsche infanterie bezig gezien
met het aanleggen van versterkingen. Ieder,
die probeerde uit de stad te komen werd
onverbiddelijk teruggewezen. Zoo herinnerde
hij zich, dat zich eens een dame had aan
gemeld om genade af te smeeken voor haar
zoon, die den vorigen dag gegrepen was,
terwijl hij als burger pp de Pruisen had
geschoten. En hoe moeilijk dit geval voor den
Hauptmann was geweest, toen een adjudant
de mededeeling deed: er bammeltsclion. ..2)
Ja, wir kommen wieder vor Paris... Ver
liest Frankrijk," zoo besloot m'n verteller
wijsgeerig, laat 't dan verstandig zijn en
leering putten uit '70. Na de capitulatie van
Sedan eischte Duitschland 2 milliard, na de
overgave van Parijs wetd 't 5 miliard...
Wat geeft het om den strijd te rekken, als
de groote veldslagen verloren zijn?"
En zelf reeds nu verlangend naar een
spoedige beëindiging van deze moedwillige
ellende, kon ik niet anders dan mijn
Siebziger" gelijk geven.
We hebben op den goeden afloop geklon
ken ... t Was Italiaansche Rotwein; de neu
traliteit bleef gehandhaafd.
1) Is in het veld gaan liggen.
2) Hij is reeds opgehangen.
? ? *