Historisch Archief 1877-1940
25 Oct. '14. No. 1948
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
De Mortier tegen Beton en Pantser
Wij hebben bemerkt, dat een verkeerde
voorstelling wordt gemaakt van de werking
en de wijze van treffen der zware Duitsctye
en Oostenrijksche mortieren (niet kanonnen)
van 42 en 40 centimeter.
In de eerste plaats zij herinnerd aan de
beteekenis van die maten in centimeters. Een
kanon, houwitser of mortier van 40 centimeter
beteekent, dat de middellijn van het binnenste
der loop en dus ongeveer de middellijn van
het projectiel 40 ctm. bedraagt. Aangezien de
projectielen (granaten, granaat-kartetsen) de
gepunte cylindervorm hebben, zegt dit
kali' ber op zich zelf nog weinig, daar het juiste
volume van zulk een cylindervormig
projectiel bovendien bepaald wordt door
zijn lengte of hoogte. Duidelijk is: hoe
langer het projectiel bij gelijk kaliber, hoe
grooter gewicht, (hoe meer kracht), hoe
grooter volume (hoe meer springlading).
De techniek nu slaagt er in die projectiel
lengte bij een zelfde kaliber steeds verder
op te voeren. Hierdoor neemt de uitwerking
aanzienlijk toe, zoodat bijvoorbeeld, om de
gedachte te bepalen, een modern
Kruppkanon van 15 centimeter ongeveer evenveel
mans is als een 24 centimeter Krupp-kanon
van eenige jaren terug.
In de tweede plaats moet men bij de ge
duchte 40- en 42-centimeters welke de
Duitschers tegen Luik en Antwerpen ge
bruikt hebben, niet van kanonnen spreken.
Een kanon is in het algemeen lang, een
houwitser korter, een mortier zókort, dat
het projectiel na het laden soms aan de
voorzijde zichtbaar is. *)
Tengevolge der groote lengte geeft het
kanon aan het projectiel met behulp ook
van een sterke kruitlading een zeer groote
snelheid, waardoor de baan, die het volgt,
min of meer de rechte lijn nadert en de
dracht zeer groot wordt. Wij weiden hier
over niet verder uit, stippen het slechts aan
om het onderscheid uit te doen komen met
de mortier en de houwitser, die dus aan
zienlijk korter zijn dan het kanon van gelijk
kaliber en door middel van kleine
buskruitladingen de projectielen onder zeer gekromde
bogen op het doel werpen. Hierdoor kan
men den vijand achter dekkingen opgesteld
Ipa boven treffen, hoewel dit effect in de
practijk bij den veld-oorlog niet meevalt.
Maar in den vesting-oorlog vooral en dit
is op nieuw te Luik, Namen en Antwerpen
van beteekenis gebleken leent deze wijze
van vuren, nu de techniek zekere tot nu
toe bestaande bezwaren heeft weggeno
men zich in het bijzonder tot het ver
nielen van horizontale versterkingen als
pantserkoepels en gemetselde of
gebetonneerde gewelven. Het projectiel toch dat,
naar generaal Lemans o.a. mededeelt 1000
K.G. weegt, wordt van groote hoogte als
't ware op de dekkende laag geworpen.
Door die valhoogte, zijn gewicht, zijn
gunstige vorm en de wijze van treffen
met de punt benedenwaarts, doorboort
het eerst de dekking, bijvoorbeeld bij de
pantserkoepel a en het metselwerk bij a'.
Daarbij is het zoodanig geconstrueerd, dat
eerst bij a" de groote en hevig werkende
springlading ontploft. Deze is dan in staat
zooals de foto's van Luik duidelijk
aantoonen alles wat boven het springpunt ligt
ten onderste boven te werpen, te ontwrichten,
te vernielen en bovendien reeds door de
ontstane gassen, het verblijf in de onder de
koepels der forten gelegen ruimten, maga
zijnen en gangen onhoudbaar te maken,
daargelaten de ongekend doodende kracht
der in het rond vliegende ijzeren of stalen
scherven en splinters en de verlammend
moreele werking.
Een tweede voordeel dier mortieren is
het blijkt op nieuw uit berichten uit Ant
werpen dat ze door haar wijze van vuren
onder sterk gekromde banen en door haar
betrekkelijk beperkte afmetingen gemakkelijk
hier of daar in het terrein achter een groep
boomen, huizen of heuvels zijn op te stel
len, waardoor ze door de aangevallen forten
moeilijk te vinden en dus niet te beschieten
zijn.
Een en ander is in bijgaande schets sche
matisch en op verschillende schalen aange
geven.
*) Zoowel kanon als houwitser en mortier
zijn vuurmonden, geen projectielen. Als dus
een correspondent, zooals hij dezer dagen
in een onzer bladen geschreven moet heb
ben, bij zeker bombardement de houwitsers
door de lucht zag vliegen, dan is diens
fantaisie toch wel wat al te vaardig geweest.
* * *
In de Larensche Kunsthandel
Een tentoonstelling van teekeningen en
enkele-schilderijen, betrekking hebbende op
den oorlog, is er een van zeer actueelen
aard. Het scheppings' of verbeeldingsver
mogen kan bij dit onderwerp zich nu eens
volop uitspelen, sinds onheugelijke tijden
gebeurden er geen dingen in de wereld, die
de gemoederen zoo hevig in beweging
brachten.
De verbeeldingen, hier geëxposeerd, zijn
echter, behoudens enkele uitzonderingen, van
de illustratieve en ook wel zinnebeeldige
soort. Het zijn gedachten of toespelingen
over dezen oorlog, met zijn verschrikkingen
en zijn ongerechtigdheden, in spottenden,
hatenden of vervloekenden zin, geuit. Het
De baan die een kogel van 42 cM. maakt.
hoofddeel der verzameling wordt uitgemaakt
door de origineelen van de bekende platen
in Notenkraker en Telegraaf, van Hahn en
Raemaekers. HUM werk is genoegzaam be
kend, maar laat zich bij deze origineele
teekeningen toch zuiverder op de hand
wegen.
Het verschil in hoedanigheid bij deze twee
populaire hollandsche teekenaars laat zich
in algemeene trekken aanduiden door te
zeggen, dat Hahn's platen meereen geheel op
zich zelf uitmaken dan die van zijn collega.
Hahn heeft meer de neiging om van iederen
prent een schilderij te maken, terwijl Rae
maekers zich eerder voegt naar het kader van
de gedrukte krantpagina, waarmee zijn werk
een illustratieven, en goed begrepen
karakter draagt. Hahn is ook zwaarder van
verbeelding, barscher in zijn conceptie, mis
schien ook dieper en feller in zijn haat tegen
den oorlog en heel de vloekwaardigeaankleve
daarvan,daar zijn politieke overtuiging
erallereerst het pestilente product in vindt van de
wanverhoudingen in de tegenwoordige maat
schappelijke regeling. Nog al 'eens ongelijk;
soms wat te log van fantasie of te verstard
in zijn stellig getrokken contours, kan hij
platen maken, die in wat zwaren doch kloe
ken opzet en vaste geslotenheid, werkelijk
een visioen geven van verschrikking. Zoo
vertolkte hij den oorlog zelf in een ontzag
wekkende mensch-figuratie, en de verbeel
ding van de systematische schikking van
gesloten gelederen vór de Beffroi is van
groot begrepen vlakvulling. Zijn Bram
Kuiper" is weer snijdend.
Raemaekers moest misschien alleen met
de pen teekenen, of met groot gehouden
vlakken binnen vereenvoudigde vormduiding.
Met zijn krijtteekeningen laat hij zich te
gauw verlokken tot picturale effecten,
teekenachtige accidentie's, die bij zijn illustratief
talent minder pas vinden. De vrouw aan het
mortierrad gebonden, is zeker een stevige
en ook pakkende teekening, maar ik waardeer
hem toch meer nog in die venijn-groene duivel
en ook, misschien nog meer in zijn vlijmende
satyre op het Zoete Winstje".
Melodramatische neigingen vertoonen
intusschen zoowel Hahn als Raemaekers, maar
beiden bezitten op zeer onderscheidene wijs
zeer achtbare eigenschappen voor de illu
stratieve kunst, die bij ons zoo schraaltjes
bloeit.
Er zijn ook 'n paar teekeningen van Cornelis
Veth, bekend door zijn Prikkellectuur". De
zin voor het kluchtige, voor het
oolijk-spottende, voor goedlachsche satyre, is bij hem
wellicht fijner bewerktuigd dan bij de twee
anderen, maar de vaardigheid van uitdrukking
toont nog te hinderlijk een tekort aan, om
zijn invallen volkomen genietbaar te maken.
Daarbij is het echter in hem te waardeeren,
dat hij zijn heil niet zoekt in het zich eigen
maken van zekere teekenmanieren; zijn
wijze van uitdrukking althans is geheel van
hem zelf.
Eindelijk merkte ik onder verscheidene
mindere dingen van Grauss, enkele ge
kleurde teekeningen, 'n soort van
doodendansen, brutaal maar schrijnend van werking
in de kleur vooral beelden als van
een satanischen gloed overtogen. Niet zeer
bezonken nog_, maar tóch met een ver
beelding er achter.
W. STEENHOFF
Muziek in de Hoofdstad
Derde sytnphonie van Mahler
Mengelberg, als nieuwe Prometheus, bracht
den stervelingen het vuur in den
feroelstengel. Het was de moeite waard hem
enthousiasten eenstemmig vaarwel te zeggen,
want hij droeg den schoonsten gloed en de
schoonste rythmen. Ik stond verbaasd, dezelfde
symphonie van 't vorig jaar niet terugkennend.
Veel bleek veranderd, vele accenten gekozen
van een geheel verschillend gezichtspunt, de
muziek overstroomd van een grooteren geest,
de interieure golving der compositie volkomen
gewijzigd, onafgebroken levend, boeiend,
bevredigend en meesleepend tot onuitspreke
lijke ontroeringen, twee gelukkige uren lang.
Er was geene vermoeidheid, ook niet bij het
orchest, er was geene teleurstelling, geene
enkele, noch voor het orchest, noch voor het
werk, voor den dirigent of voor de hoorders.
Ik herinner me ook sinds Mahler's sterfjaar
geene uitvoering, die zoo bezield was van
muziek, welke allerwegen toegenegen klonk
en vol liefde. Ik merkte geen maat, die niet
geladen was met de mysterieuse bekoringen
der muziek, alsof de schoonste ontboe
zemingen ons werden ingefluisterd door
demonen. Ook niet een enkele maal is het
geheimzinnige fluïdum verstoord; alles leefde:
de bazuin-soli even oprecht en natuurlijk als
de viool-soli; de posthoorn-solo *), geblazen
uit een hemelsche verte en betooverend
ontwolkt van zomeratmosfeer, verliep als een
prachtige episode, goed ingeleid en goed
volgehouden in eene stemming, welke geheel
voortvloeide uit de innerlijke cadans der
compositie. Het middernachtslied is met een
raadselachtige expressie, en zeer indrukwek
kend gezongen door Mela Reidel, wezenloos
en onmenschelijk als een gezang der Farcen
uit den eeuwigen schoot der aarde. Het
vrouwenkoor klonk ongerept, evenals het
jongenskoor onder leiding van den Hertog.
Het slagwerk deed zijn taak met groote
bekwa_amheid en zeer harmonisch, terwijl aan
ieder instrument van het orchest denzelfden
lof toekomt. Zoo phantastisch de scènes zijn
van dit werk, zoo eenvoudig klonken ze,
door de regelmatige ontwikkeling, waarvan
de dirigent den onzichtbaren leiddraad kende
en volgde, alsof een god 't hem wees. Heil
Mengelberg, die onze herinneringen in een
nieuwen weg voerde. Ik ben gaan luisteren
met pessimisme en de dorheid, welke deze
onontkomelijke tijd meebrengt en de onver
wachte muziek klonk me als eene apocalyps.
De muziek was als het spectrum eener
onbeschreven wereld, zij wisselde, bewolkt
aanvangend en hare hoogste ontluiking vin
dend in de vlammen der vuurroos. Zij
gaat vele smart voorbij en begoochelingen
als vele tinten, voordat zij haar diepste
wezen kan ontplooien, als een stijging van
licht en leven, naar de bron van licht en
leven, een geleidelijke opgang van dood
naar onsterfelijkheid, waarin wij het smar
telijkste en verhevenste raakten. Ik heb me
deze keer onwillekeurig gehouden aan het
korte commentaar van Diepenbrock, die naar
aanleiding van Mahlers Vierde schreef, dat
de Derde begint bij de onbezielde natuur.
Dit commentaar neemt alle bezwaren weg
en ook Mengelberg scheen dezen uitleg den
waarschijnlijksten te achten. Ik heb geen
menschelijk geluid gehoord in het eerste
deel. Het was eene muziek van onbekende
gestalten, die slechts een verre weerspiege
ling volgen van 't menschelijke rythme en
de menschelijke verlangens, als eene
MichelAngeleske schepping van titanische figuren,
hyperbolische gedaanten; hunne onstuimig
heid en warreling zijn slechts denkbaar als
gebaren ei kreten der aarde zelf. Het werd
eene mythe, waarin Prometheus met de
Okeaniden samenspreekt, en ieder accent
bleef episch en buitengewoon eenvoudig,
waardoor de zeer populaire stukken, de zeer
tragische doodsklachten, de gigantische op
vlammingen een zeldzaam en buitenaardsch
relief verkregen.
En, gevangen in een morgendroom der
ontroerendste muziek, die tegen alle konink
rijken der aarde opwoog, heb ik er mij niet
't minst om bekommerd of dit Latijnsche
of Germaansche kunst was.
Alles ontvlood in de harmonie, de schoon
heid en vreedzame klaarheid, gelijk in het
gedicht van Baudelaire; maar zonder ironie. ..
MATTHIJS VERMEULEN
*) Het instrument, dat Speets hier zeer
voortreffelijk bespeelde, gaf me den indruk
van een bugle en bleef geheel in de kleur.
? * ?
Autres temps autres moeurs"
Bij het opruimen van mijn boekenkast
komt mij toevallig iu handen de Vaan van
het Noorden, Z.-Afrika-album uitgegeven ten
bate der Boeren-vrouwen en kinderen in de
concentratie-kampen". Januari 1902.
Ik lees daarin o.a.
In de velden van Transvaal zijn thans
christenen aan 't werk! Zij doen er hun"
werk, niet het werk van den Meester;
wat wij er van hooren is om te sidderen.
Wij denken aan 't bloed der verslagenen,
aan 't lijden der onschuldigen. Wie zijn
zij, die zulk werk kunnen doen? kent
gij ze niet ? Zij noemen" zich christenen,
maar zij volgen" 't voorbeeld van hem,
die zich soms wel weet te veranderen
in een engel des lichts maar toch Satan
blijft.
(get.) J. LAMMERTS v. BUEREN
een andere bijdrage luidt
Slechts n voorbeeld van de oprich
ting van zulke doodkampen als militaire
maatregel" gelijk lord Milner die noemt,
is ons bekend. De Spaansche generaal
Weyler gaf het voorbeeld in Cuba. En
toen men dit in Engeland hoorde, riepen
alle partijen om wraak over zógroote
ongerechtigheid. De dood der onnoozelen
is het rechtstreeksche gevolg van
Engeland's barbaarsche wijze van oorlog
voeren.
(get.) CHARLES BOISSEVAIN
ittetpunkt
vorn *
Deutsche"
Deze steen, hoewel met eenige moeite,
is verplaatsbaar
ifiiHiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiimiiiiiuiitiiiiiiiiiiiiiiuii
nog een ander
En om nu zijn gedrag te verontschul
digen ('t gebruiken van vrouwen en
kinderen als middel om oorlog te voeren
en .te beëindigen) heeft het Engelsche
gouvernement bij monde van zijn minister
j. Chamberlain getracht precedenten"
te vinden ; daarop moest zijn barbarisme
gebaseerd worden. En hij heeft die ver
geefs gezocht o. a. in den
FranschDuitschen oorlog: het feit allén, dat
hij vergeefs' gezocht heeft, zal in de
toekomst het onomstootelijk bewijs zijn,
dat er thans in elk geval een precedent
geschapen" wordt... in Afrika. Wee
de non-combattante bevolking van een
land, dat later in oorlog gewikkeld
mocht raken
(get.) SANDBERQ
Secr. van generaal Louis Botha.
Thans zullen we diezelfde Botha zien
optreden als aanvoerder van de hulptroepen
waaronder wellicht ook kaffers voor... En
geland !
Autres temps autres moeurs.
G. A. HASSELMAN
Den Haag, Oct. '14
iiiniHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
mi i iitiiiiiiiiiniiMi m n iiiiimiiiiniiiiiiiiM minimi ui
NIEUW!
PHILIPS
NIEUW!
LAMPEN
1 1 0 Volt 1 00 Kaarsen.
220 .. 200
"n
KRUGER
47?49 Noordeinde
:- 'sGRAVENHAGE -:
Moderne Schilderijen
:- en Iparelleo -:
Verschenen:
HetGoetaffirvoerperSporwei.
Inlichtingen ten dienste van het publiek.
Met tal van Bijlagen
DOOR
R. J. BOTMAN
Commies H. IJ. S. M.
PRIJS 60 CENTS
Uitgave van
VAN HOLKEMA & WARENDORF, A'DAM.
N.V. TECHNISCH BUREAU v/h MOENS & BECK,
AMSTERDAM, ROKIN 122.
Importeurs van
Haringgraatstaal.
Brandvrjj materiaal voor plafonds, vrijstaande wan
den, trapbeschietingen, enz. in Kerken, Scholen,
Kantoorgebouwen, Fabrieken, Schouwburgen, Woon
huizen, Boerdergen, Stallen, enz.
Monsters en nieuwe prospectus-prijscourant wor
den op aanvraag gratis toegezonden.
CLICHÉS
RECLAMETEEKENINGEN
JANöEWIT
UTRECHT
TEL. 2351.
iO
KORTING OP ALLE IN VOORRAAD
ZIJNDE MEUBELEN EN ANDERE
KUNSTNIJVERHEIDS-VOORWERPEN
UIT
'T BINNENHUIS
RAADHUISSTRAAT 48-50
AMSTERDAM