Historisch Archief 1877-1940
25 Oct. '14. - No. 1948
DEj^MSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE HEER Mr. J. BAART DE LA FAILLE EN ZIJN OORLOGSKUNST
Laat de schitderkens tot mij komen...
IIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI
Vredesideaal
O, schimpt niet op het vredesideaal,
Geeft het den menschen vast als vasten droom,
Niet om op voort te wieg'len, traag en loom,
Maar als een toorts, gelijk de krijger 't staal
In greep omklemt; en met haar hel gestraal
Zal zij het menschdom lichten in den stroom
Van donk're daden, dat het vrij en vroom
Zijn weg m oog vinden in ditaardsch gedwaal.
Wij willen nog gelooven in den mensch,
Wij willen hopen dat de waanzin wijkt,
Voor vrede en vriendschap strijd en roof
bezwijkt.
Maar toch, het is zoo zwaar; een ijd'le wensch
Schijnt op te stijgen uit der volken hart...
Maar toch . . . Vooruit! Het monster krijg
getart!
EDWARD B. KOSTER
? ? *
De beteekenis van het woord Mof"
Men schrijft ons:
In het algemeen wordt hier te lande de
Duitscher, vooral indien men hem niet ge
negen is, met den weinig vereerenden naam
van Mof" bestempeld en ook, in verband
hiermede, het Duitsche rijk Moffrika" ge
noemd, 't Spreekt van zelf, dat laatstgenoemde
term al is het in de verte wijst naar
het grootelijks nog onbeschaafde wereld
deel Afrika. f
Ja, zelfs vrienden van het Keizerrijk ge
bruiken het woord Mof' zonder er haast
bij te denken dat dit wel degelijk een scheld
naam is, welke moeilijk overeen gebracht
kan worden met den eerbied, dien zij zouden
NATUUR EN TECHNIEK
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii
in
Dlepzee-duikerpak
Nu in deze tijden zooveel waardevolle
schepen, zoowel van de oorlogsvloot als
van de handelsvloot (en misschien van de
laatste nog in belangrijker mate) naar den
zeebodem gaan, vraagt men zich onwille
keurig af: nu de menschenlevens zelf er
reddeloos bij verloren gegaan zijn, zijn de
schepen en hun inhoud ook even reddeloos
voor ons verloren? De vraag, die hier op
geworpen wordt, is niet van jongen datum,
want zoolang schepen met kostbare ladin
gen in zee verzonken zijn, heeft men zich
reeds afgevraagd: hoe krijgen wij dat ver
loren kapitaal weer terug? Oogenschijnlijk
is de oplossing gevonden door den uitvinder
van het duikerpak. Immers, hiermede gewa
pend, kan men onder water geruimen tijd
aan het werk blijven, zonder angst voor
verstikking, daar door luchtperspompen een
stroom van versche lucht omlaag gezonden
wordt door een toevoerslang.
Men zou zich dus voor kunnen
stellen dat de verbindingslijn
waaraan de duiker hangt, maar
uitgevierd behoeft te worden,
tegelijk met een langer stuk
ademhalingsbuis" om grooter
diepte te bereiken en daar de
gewenschte schat-redding te ver
richten. Maar zoo gemakkelijk
gaat dit niet. Er is n.I. een zeer
groot bezwaar aan dit werken
onder water verbonden. Hier
op den vasten aardbodem, in den
vrijen dampkring, hebben wij
reeds het gewicht van den heelen
dampkring boven ons, te verdu
ren. De schijnbaar zoo lichte
lucht drukt op ons zoo hard alsof
op elke vierkante cM. van ons
lichaamsoppervlak een kilogram
gewicht staat. Merken wij niets
van dezen voortdurenden druk?
Wel neen; wij weten niet beter
of 't behoort zoo; ons lichaam is
ervan onzeallerprilste jeugd (nog
vór de geboorte) aan gewend
en we zouden dezen druk zelfs
pijnlijk missen als hij er niet meer
was, evenzoo als men 's nachts
wakker wordt als de trams op
houden te rijden ! Pas wanneer
de druk echter grooter wordt be
ginnen wij hem als iets onaange
naams te ondervinden. Dit
gebeurt nu wanneer men in zee
kunnen gevoelen voor het enorme organi
satievermogen en de groote
machtsontwikkeling onzer Germaansche naburen.
Volgens den volksmond is de bijnaam
Mof" afkomstig uit den tijd van den
FranschDuitschen oorlog, toen in den harden winter
van 1870?71 de Duitsche soldaten
polsmofjes droegen.
Het woord Mof" is echter van veel oudere
dagteekening, getuige het oordeel der
taalfeleerden. Het bekende, geïllustreerde
Woorenboek derNederlandsche taal door Kuipers,
zegt het volgende:
Mof", vergelijk Engelsch muff", lafbek;
reeds in de Middeleeuwen een scheldnaam,
waarmee men te Aken een Keulenaar en in
Nederland een Duitscher placht aan te dui
den; vergelijk Verdam, Middelnederlandsch
Woordenboek; het woord staat misschien
in verband met Middelnederlandsch
Moffelaar" en Moffelen" en beteekent een
zuurmuil of iemand, die een grooten mond opzet,
een blaaskaak, scheldnaam van de Duitschers,
vooral van de boeren uit Westfalen en
OostFriesland ; opmerking verdient nog, dat men
in sommige streken hannekemaaiers en rond
trekkende Duitsche muzikanten ook aldus
scheldt.
* ? *
Soldatendood
Kein schoner Tod ist in der Welt
Als wer vora Fehid erschlagen
Dr. F. COENERT /. d. Kol. ^eitung.
Luitenant:
Mannen, opgelet!
Wat ik jullie te zeggen heb, is voor ieder
iiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimit iiiiiiiiiiiiimii
afdaalt. Elke waterhoeveelheid, die wij al
afdalende tusschen ons lichaam en de zee
oppervlakte brengen, begint met zijn volle
gewicht mee te drukken op ons arme lijf.
Elke tien meter, die wij lager dalen, ver
meerderen den druk op elke vierkante cM.
van onze huid met een kilogram. Dat wil
dus zeggen dat op 10 M. diepte, de druk
waaraan wij gewoon zijn in 't dagelijksch
leven, reeds verdubbeld is, op 20 M. diepte
verdriedübbeld, op 30 M. diepte
vervierdubbeld. En dat wordt hoe langer hoe be
denkelijker. Nu zal men wel zeggen: Jawel,
maar in een duikerpak gestoken, zijn wij
toch niet in aanraking met het water zelf,
dus dit kan ons ook niet drukken". Maar
dit is niet zoo. Het duikerpak is uit een
soepele stof gemaakt, om de bewegingen
onder water mogelijk te maken (alleen de
helm is van metaal) Door den grooten
waterdruk zou dit slappe duikerpak dus sterk
tegen ons lichaam gedrukt worden als niet
de luchtperspomp, boven het wateroppervlak,
met geweld lucht in de toevoerbuis perste,
die net zoo hard het duikerpak naar buiten
drukt als het zeewater het naar binnen drukt.
BUIS tlHDE
Fig. 1.
METALEN DUIKERPAK, VOOR WERK OP
QROOTE ZEEDIEPTEN .
soldaat van het hoogste belang. Ik zal jullie
namelijk verklaren, hoe je zooal dood kunt
pan.' Daar "kan iê"~aan bg gelegenheid je
voordeel mee doen.
; Er zijn voor den levenden soldaat ver
schillende manieren van doodgaan.
Daar heb je in de eerste plaats de dood
op het slagveld. Ieder rechtgeaard
landsverdediger moest er naar hunkeren, om dien
bevoorrechten dood te sterven. Dankbaar
en opgetogen moest jullie zijn, als je daartoe
de gelegenheid geboden wordt. Want dat
is een heerlijke dood! Een roemrijke dood!
De dood der dooden! Dat is de eigenlijke
sneu-vel-dood! Dan heb je nog de dood
in 't garnizoen Dat is 'n weinig
beteekenende, ofschoon tamelijk-fatsoenlijkë dood.
Je wordt door 'n stoet van krijgers, onder
tromgeroffel en muziek, naar de laatste
rustplaats gedragen, waar dan een
zoogehéeten eresalvo over je graf heendavert.
Zulk een dood heeft voor een soldaat wei
nig verlokkends, geldt als impopulair en
mag dan ook slechts bij hooge uitzondering
voorkomen. Dan is er nog een derde manier:
doodgaan buiten ie' garnizoen, als je niet
verlof bent, in< lijSiieigen huis. Deze roem
en eerlooze manfer" verdient. strenge afkeu
ring en moest in 't geheel niet worden toe
gestaan. Bij zoo'n gelegenheid wordt een
soldaat allergewoonst, net als ieder ander
burgerindividu, onder de kluiten gestopt.
Zop'n dood moet aan de verachting worden
prijsgegeven, wijl onzer absoluut onwaardig.
Dat is een dood, die h, hoe zal ik 't
zeggen dat is feitelijk heelemaal
geen dood!
W. W.
Damspel
IIIIIIIIIIHIIHIII
lle Jaargang 25 October 1914
Redacteur: J. DE HAAS
Graaf Florisstraat 15-, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
UIT HET DAMSPEL"
Tijdschrift van denNederlandschenDambond
Eenige combinaties van schitterende kwali
teit brengen wij gaarne onder de aandacht
onzer lezers. Zij zijn van den heer S. E. van
der Meer Jr., een veelbelovend speler uit
het V. A. D.
ZWART
l
6
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit
"Zwart 15 schijven op 3, 7/9, 12, 14/16, 18,
19, 23, 24, 26, 28, 29.
Wit 15 schijven op 25, 27, 31, 32, 34,
36/42, 45, 46, 48.
Wit Zwart
S. E. v. d. Meer G. L. Gortmans
1. 27-22 28:17
2. 32-28 23:43
3. 34:23 18:29
De beste!
31-27
27-21
43:34
16:27
Het water kan dan niet ons lichaam aan
raken, dat is waar, maar de vriend, die het
zeewater ons van het lijf houdt, n.I. de
ingeperste lucht, meent het wel opperbest
maar drukt in zijn ijver juist even hard ook
tegen ons zelf aan, zoodat het resultaat voor
ons lichaam precies hetzelfde blijft wan
neer wij wél of niet met een duikerpak
bekleed zijn, alleen met dit verschil dat wij
met dit pak ademhalingslucht krijgen en
zonder pak niet. Nu is een vervierdubbelde
druk, dus vier Kilogram op een centimeter,
wel zoowat het meeste wat ons corpus
juist nog even verdragen kan. Wordt de druk
veel grooter dan krijgen wij het al te be
nauwd en voelen ons hoe langer hoe meer
opgesloten in een goed aangedraaide
ouderwetsche linnenpers. Ons gevoel verzet zich
daar hevig tegen en als wij hier geen ge
hoor aan geven, volgt de straf in den vorm
van dood of gezondheids-verlies. Dit wil
dus zeggen dat wij met duikerspakken niet
dieper kunnen dalen dan een dertigtal meter
onder het zeeoppervlak. Gaat men nu na dat de
gemiddelde diepte der oceanen een
vierduizendtal meter is, en dat zelfs zulke be
scheiden zeeën als de Noordzee nog tot een
tweehonderd meter diep kunnen zijn, dan
voelt men wel dat het terugwinnen van alle
schatten die op deze diepten verzonken
zijn, een onmogelijkheid is, zelfs al liggen
zij open en bloot op den zeebodem, in plaats
van verzonken te zijn in bewegelijke
zandplaten, zooals de Lutine, het beroemde
goudschip, dat tegenwoordig opgegeven
schijnt te zijn nu Engeland voor andere
millioenen moét zorgen dan die zij ruim een
eeuw geleden uitzond naar haar
tegenwoordigen vijand.
L)e verzonken schepen, die hooger dan
30 meter liggen zijn zoo zeldzaam, en de
schepen die dieper liggen zoo overtalrijk en
overrijk, dat reeds herhaalde pogingen ge
daan zijn om duikerpakken te maken, die
den duiker in staat stellen veel grooter
diepten te bereiken. Deze talrijke
proeftochten hebben tot resultaat gehad dat tot
een diepte van 60 meter menschen doorge
drongen zijn, en daar zelfs werk verricht
hebben, al was dat slechts van zeer korten
duur, maar gewoonlijk ten koste van leven
en stellig van gezondheid. Dat de duikers
het toch steeds probeerden, en hun leven
waagden, is begrijpelijk als men de gewel
dige waarden nagaat, die het doel van hun
werk waren, en de zeer aanzienlijke beloonin
gen, die voor dit werk uitgeloofd werden
en worden.
De Engelsche admiraliteit heeft een paar
jaar geleden proeven genomen met verdub
belde luchtperspompen en verschillende
buitengewone voorzorgsmaatregelen,
waar6; 37^31
7. 42:4
Een moois slag.
26:37
De volgende damslag behoort tot de
schitterendsten dien wij in den laatsten
tijd zagen.
ZWART
l
6J
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
WIT
Zwart 10- schijven op l, 7/10, 17, 19, 23,
26, 35.
Wit 10 schijven op 20, 27, 28, 32/34,
37/39, 41.
Wit Zwart
S. v. d. M. H. W. D.
1. 20-14 9:20
2. 34-30 35:24
3. 37-31 26:46
4. 33-29 24:31
5. 38-33 46:28
6. 33:4
OPLOSSING VAN HET VRAAGSTUKJE
D. v. Nieuwkerk te Rotterdam
Zwart 9 schijven op 6/8, 11, 19, 23, 24,
26, 40.
Wit 9 schijven op 17, 22, 32, 35, 37, 39,
43, 44, 49.
Wit Zwart
1. 39-34 40:29
2. 35-30 24:35
3. 37-31 26:28
4. 22:2 11:22
5. 2:5
Met weinig schijven toch een aardige
verwikkeling. Jammer dat de schijf op 17
uit positieoogpunt moeilijk te verklaren valt.
Goede oplossing ingezonden door Lucas
Smid te Amsterdam.
Het volgende vraagstukje is aan een partij
ontleend en eveneens toegepast door den
heer S. E. v. d. Meer. Wij vinden de slag
aardig genoeg om hem ter oplossing aan
te bieden.
ZWART
l
6
11
16
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
WIT
Zwart 11 schijven op 2, 4, 6, 8, 9, 13/15,
18, 19, 29.
Wit 11 schijven op 21, 25, 27, 28, 33, 35,
37, 38, 40, 41, 43.
Wit is achter schijf 29 geloopen, zwart
kan nu een schijf winnen. Hoe ?
CORRESPONDENTIE
L. S. te A. Dank u voor uw aardig briefje.
door twee duikers, die physiek toevallig zeer
geschikt waren voor dit soort werk, tot een
diepte van 70 Meter konden afdalen, zoo
doende een totale druk ondervindend van
acht kilogram op elke vierkante Cm.
Maar practisch beteekenen deze proeven
niet veel, wanneer men de volgende tijd
opgaven in 't oog houdt: in twee minuten
tijd hadden de duikers den bodem bereikt,
zij bleven daar slechts 5% minuut, waarna
zij langzaam opgeheschen werden, in 50
minuten tijds. Dit laatste tijdroovende procéd
is noodig om het lichaam in staat te stellen
zich geleidelijk meer te wennen aan den
voortdurend verminderenden druk bij het
ophijschen; te spoedige stijging zou de scha
delijkste gevolgen hebben voor het lichaams
gestel. Langer kan men de duikers niet op
den bodem laten omdat het verblijf onder
dergelijke buitengewone omstandigheden zeer
uitputtend is. Maar als elke paar minuten
werk zooveel voor- en nabereiding eischen,
dan is de practische beteekenis te klein. Er zijn
nu onlangs zeer goed gelukte proeven genomen
met een nieuw sport duikerpak, dat op
eenigszins andere wijze is ingericht en waar de
arbeidstijden heel anders eruit zien.Een duiker,
met dit nieuw model pak, bereikte, bij een
der proeven, een diepte van 70 meter in
ruim drie minuten (eigenlijk minder, daar
onderweg gestopt werd voor het controlee
ren der telefoon); na ruim 60 minuten op
den zeebodem gebleven te zijn, werd dit
verblijf afgebroken, echter zonder dat
dit absoluut noodzakelijk was, waarna
de zeeoppervlakte weer bereikt werd in
slechts anderhalve minuut! Dit mooie
resultaat is bereikt doordat het pak zoo is
ingericht dat de duiker, zelfs op groote
diepte, niet onder hooger druk werkt, maar
bij de gewone dampkringsdruk, waar hij
op 't land aan gewend is; zoodoende is de
lange overgangstijd bij het opstijgen geheel
overbodig, maar bovendien kan daardoor
het werk op den zeebodem veel langer vol
gehouden worden. Het pak bestaat niet uit
een soepele stof, maar is geheel uit metaal
vervaardigd; er is een aluminium-alliage voor
gebruikt, van zeer groote druk-stevigheid,
dat compleet reeds 225 Kg. weegt! De ge
weldige druk van het zeewater wordt door
dit pak weerstaan, zonder dat van binnen
een even groote druk behoeft te helpen.
Maar de moeilijkheid was vooral de bewe
gelijkheid van den duiker; deze is verkregen
doordat het pak uit afzonderlijke deelen
bestaat, die bij de voornaamste gewrichten
(heup, knie, enkel, elleboog, schouder) aan
elkaar verbonden zijn door geweldige schar
nieren, die zoo glad afgewerkt, en tegelij
kertijd van afsluitende pakkingen voorzien
zijn, dat geen water erdoorheen kan
drinEnkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
20.000 Artsen
erkennen dit schriftelijk.
In Apotheken en Drogisterijen verkrijgbaar. Brochures
bij het Gen. Agentschap, Sarphatistr. 34, Amsterdam.
llllllimillllimmilllillllllHMIIIIllMIIIIMMMIIimilMimlimillrillllMIIIII
Nieuwe Uitgaven
F. VAN RIJSSENS, Geschiedenis des Vader
lands, 13e druk, bewerkt door A. J. ,VAN
DER MEULEN, 280 pag. Prijs ing. f 1.75,
geb. f2. Groningen, J. B. Wolters.
Mr. W. H. DE BEAUFORT, De oorlogeen
het volkenrecht, 30 pag. Amsterdam, P. N.
v. Kampen & Zn.
De Oorlog. De quaestie voor Groot-Brit
tannië van ARTHUR CONAN DOYLE. Uit het
Engelsch bewerkt door I. P. WESSELINK
VAN ROSSUM. Prijs f 0.05. Amsterdam, L. J.
Veen.
Dr. G. HEIJMANS, De Oorlog en de Vredes
beweging, 26 pag., f 0.50. Groningen, J. B.
Wolters.
C. C. A. CROIN, De Belgische Nationali
teit, 23 pag., f 0.30. Dordrecht, C. Morks Cz.
Mr. S. VAN HOUTEN, Onze internationale
stelling, 16 pag., 20 et. Haarlem, H. D. Tjeenk
Willink & Zn.
Oorlog. Theosofische beschouwingen naar
aanleiding van den huidigen wereldoorlog
door H. J. VAN GINKEL, 76 pag., f 0.50.
Amsterdam, Theosofische Uitgevers Mij.
Brief van Zijner Majesteits ambassadeur
te Weenen aangaande het afbreken der
diplomatieke betrekkingen met de
Oostenrijksch-Hongaarsche regeering. Getrouwe
vertaling van het Engelsche origineel, 14
pag. 's Gravenhage, Mart. Nijhoff.
De houding van Groot-Brittannië tegenover
kleine landen. Sir EDWARD GREY'S antwoord
op de mededeeling van den Duitschen
RijksKanselier aan de pers. 's Gravenhage, Mart,
Nijhoff.
De Waarheid over den Oorlog. Gedrukt
bij E. S. Mittler u. Sohn, Koninkl.
Hofboekhandel, Berlijn.
De oorsprong van den Oorlog. Verzame
ling van diplomatieke stukken, Getrouwe
en onverkorte vertaling van het Russisch
branjeboek.
België betrokken in den Oorlog. Verzame
ling van diplomatieke stukken. Getrouwe
en onverkorte vertaling van het Belgisch
grijsboek.
Géneraal Botha en generaal Smits ver
zekeren aan Groot-Brittannië den loyalen
steun van de Zuid-Afrikaansche Unie. Rede
voeringen gehouden door de generaals BOTHA
en SMITS in het Parlement der Zuid-Afri
kaansche Unie.
Uit Zenuw- en Zieleleven", serie III, No.9:
Dr. C. H. SISSINOH, Over beroepskeus, 35
pag., f 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij.
Een Nederlander in geteisterd België. Met
voorwoord van L. SIMONS, 51 pag., f 0.12Vs.
Amsterdam, Mij. voor Goede en Goedkoope
Lectuur.
Voor 't kleine Volkje", deel XI: JACQUELINE
ELES,De bruilof t van RozemarijntjeMet platen
van RIE CRAMER, 130 pag. Prijs ing. f 0.90,
geb. f 1.25. Gouda, G. B. van Goor Zonen.
Voor 't kleine Volkje", deel XII: MARIE
LEOPOLD, Manneke. Met platen van B.
MIDDERIOH-BOKHORST, 125 pag. Prijs ing. f 0.90,
geb. f 1.25. Gouda, G. B. van Goor Zonen.
* ? ?
Fig. 2. TWAALF-VINGERIGE STALEN HAND,
die door den duiker kan bewogen worden,
en zelfs fijn werk kan doen verrichten
gen. Om echter de bewegingen niet al te
zwaar te maken, draaien deze scharnieren
op kogeltjes, evenals fietsassen, e. d., waar
door de duiker ruim voldoende bewegings
vrijheid behoudt. In de hierbij gevoegde
figuren vallen deze scharnieren onmiddelijk
op als groote geribbelde cylinders. Met het
oog op het voldoende zwellen der afslui
tende pakkingen in de scharnieren is eenige
lekkage van buiten naar binnen zelfs wel
gewenscht, en dit binnengedrongen water
wordt door een kleine pomp (waarvan de
zuigbuis in de voeten van het pak begint)
naar buiten gedreven. Deze pomp werkt
met samengeperste lucht, die na deze dienst
verricht te hebben, nog als gewone
ademhalingslucht gebruikt wordt. De luchttoevoer
geschiedt door een dunne buis, die tegelijk
met electrische draadgeleidingen (voor de
lamp in een der handen") en een
telephoondraad omlaag loopt door een dikke buis van
staaldraad en rubber. Terwijl de eene hand
een lamp draagt, eindigt de andere arm
in twaalf mechanieke vingers, die van binnen
uit bewogen worden (zie fig. 2), zoo ge
makkelijk dat een platliggend vel papier er
mee opgeraapt kan worden, even goed als
een speld! De proeven doen verwachten dat
zelfs op diepten van 100 en meer meters
werk kan verricht worden.
P. VAN OLST