Historisch Archief 1877-1940
i-J- -15 No¥. '14. w- No. 1951
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR N£D£RLAJSD
De zachte drang
Wij hebben nu genoeg gedaan,
Hij moest nu eindlijk toch eens gaan,
De Zuidelijke broeder.
'k Wou dat hij nu maar eens vertrok,
Het hemd is nader dan de rok,
Ben ik mijns broeders hoeder?"
Zoo schreef al spoedig menig blad,
En zonder heet veel gratie.
En' burgemeesters hier en daar
Verkondden 't zelfd' in 't openbaar,
Dór pers en proclamatie.
Kom, blijf nog wat! maar niet te lang...
Dat heette dan de zachte drang"
(Een koe zou er voor zwichten!)
Hm!... is 't u 't zelfde," zeid' we toen,
De deur van buiten dicht te doen,
Dan zult u ons verplichten!"
De Belg kon Duitschland niet weerstaan,
Het is door België gegaan.
Maar als 't eens niet gelukt was...
Dan snapt toch ieder zeker wel,
?Dat Duitschland daadlij k bliksemsnel
Door Nederland gerukt was!
En war' we beter dan zij daar
Op'alles voorbereid, en klaar?
De forten ?... De soldaten... ?
Of had het dan wel kunnen zijn,
Dat thans Fest steht die Wacht am Rhein"
Weerklonk door Holland's straten?
Wij zijn gelukkiger dan zij:
En bleven, God zij dank, nog vrij
Van alle bloedtafreelen;
'Maar laat ons nu niet krentrig zijn,
En alle ellende en alle pijn
Zooveel we kunnen, deelenl
CHARIVARIUS
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimii
kondigen, dat algemeene menschen-liefde"
onbestaanbaar is: een verbijsterend
schijnaxioma!. Men herkent ze op 't eerste gezicht,
zij, die deze liefde als een heilig Moeten in
zich dragen, voor wie zij de zon is van 't
leven. Ze is in niemand ooit volkomen, maar
toch: ze is l
,, Zij gaan verder, de oorlogs-predikers, en
.zeggen dat een sociaal vraagstuk, dat dus
'ook het vraagstuk van den oorlog, nooit
een gevoels-kwestie kan zijn, dat alle gevoel
hier vrouwelijke weekhartigheid is; en ik
meen, dat juist een verklaard, vergeestelijkt
gevoel hier allereerst te spreken heeft en dat
ons arme verstand dan maar zien moet hoe
met dit gevoel in 't reine te komen.
Dit hoogere gevoel, is het niet tot leven
gewekte gedachte? Is het niet de bezielde
synthese van onze vroegere bedenksels,
weifelingen, redenaties en aandoeningen ?
Ook hier mogen wij met zoo iets subjectief s,
als gevoelens en wenschen zijn, te rade gaan,
daar ten slotte dit innerlijk wenschen het
zijn of niet-zijn van den oorlog bepaalt.
Zeg nooit, dat we den oorlog niet willen,
doch dat hij nu eenmaal noodzakelijk is;
zoolang hij mogelijk is, hebben wij den
oorlog ook gewild. Dagen lang hooren wij
het dof gedonder echoën in de wolken, de
.dreigende stem van den oorlog, die honder
den mijlen ver over de aarde dreunt. Wij
weten al, wat dit beteekent, dit sombere
geluid. Het is als zien wij den officier die
het sein geeft, de soldaten die gehoorzamen,
het monsterlijk werktuig, dat den dood uit
braakt over menschen als wij. Wij konden
daar staan en worden getroffen! Zullen wij
dan met een gerust geweten naar dien verren
doods-donder luisteren? Deze schandelijke
domheid, ze is ons werk!
En de verdedigers van dezen waanzin
verwarren ons met hun redenaties: zij
wegen nauwkeurig af het vór en het tégen;
zij berekenen welk klein deeltje van een
volk ten. slotte aan den oorlog wordt ge
offerd: zij spreken van de ziekte der over
bevolking, die door den oorlog weer genezen
wordt; zij overpeinzen of 't wel zoo veel
erger is, op 't veld van eer" te blijven, of
thuis in bed, na lange ziekte, zijn laatste
zuchtje te slaken ; zij zeggen : wel kost het
leger veel, maar hoeveel mér kost de drank
.'?: en hoeveel erger is zijn kwaad... Zij ge
tuigen van de vreugden des oorlogs en ver
geten dat ook een ploertige wellusteling
wezenlijke vreugden kent, terwijl toch nie
mand hem daarom zal prijzen!
Handhaven wij het recht van ons gevoel
tegenover het onrecht van hun redeneering:
want al de praatjes der verstandigheid ver
minderen niet den gruwel van n soldaat,
die dood' in de loopgraven ligt. Die soldaat
ben ik en zijt gij! En de ander, die hem
neerschoot of met de bajonet hem doorstak,
die zijn we even zeer. Redenatie raakt nooit
den kern eener zaak. Zwaai ze met macht
van u af en blijf de waarheid, die ge
voelt, recht in het barsche gelaat zien. Poli
tici zijn geen hervormers, rekenmeesters geen
waarheidszeggers, sophisten geen wijzen.
Doch dan treden ze heroïscher op; en zij
iiiiniiiiiiiniiiii
laden 'met kisten vol blikjes, 't zijn
doperwtjes, snijboontjes, enz., wat de omwoners
weg mogen halen, 't Zal echter vandaag de
laatste dag zijn. De rest komt aan het
Duitsche leger. Ik sla den weg naar Waelhem
in. Bij een welbekend tentje van Siemens &
Halske zijn kabelwerkers bezig in den grond.
Het waterstation van Antwerpen alhier, dat
erg kapotgeschoten is, werkt weder.
Bij Waelhem ligt een houten noodbrug
over de Nethe. Met een paar soldaten die
hier gestreden hebben, bezoek ik de duitsche
loopgraven. De chaco's van de Seesoldaten
liggen hier nog verspreid. Enkele erg be
bloed, een nog met van bloed doortrokken
sigaren gevuld. Hier was het dat een machine
geweer der Belgen aan de overzijde het hun
onmogelijk gemaakt heeft een brug over de
Nethe te schuiven. In den hoek van een
tuin is een graf waar 22 Seesoldaten rusten.
Ob die Leuten hier dieses graf schonen
werden?" vraagt me de een. Hij vertelt
ook dat de Belgen kolossaal het overstroomde
land bestookt hebben met kartetsen, doch
dat ze in het donker langs een klein slin
gerdijkje tot aan de Nethe waren
doorge, drongen.
Waelhem is reusachtig geteisterd 90 pCt.
De kerk en de toren zijn ook bij de zwaar
gewonden. Ik ga verder en kom aan het
fort Waelhem. Het ziet uit zooals het fort
Kathelijne. Hier valt me iets merkwaardigs
op. Het is hier op den weg naar Mechelen
gelijk 's Zondags bij het Kalfje. Wandelaars
in de goede plunje met een meisje aan den
arm wandelen, kijken rond en zoeken naar
heiligen de kracht. Geen grootheid, geen
deugd, geen heerlijkheid in 't leven zonder
kracht. En ze hebben duizendmaal gelijk!
Echter niet de kracht is heilig, maar de
Geest. De kracht is nooit heilig om haar
zelf, maar om het ding dat ze dient. Ja
zelfs het dwingende geweld kan noodig
en goed zijn, maar alleen als werktuig eener
zelf-bewuste gemeenschap, die waarlijk wil
wat ze doet.
Dit is een vreeselijke tijd. Wij lijden. Laat
dat ons uitgangs-punt blijven. Dit is een
gruwelijke, afzichtelijke tijd. En de
oorlpgsapostels juichen Indien zij de oorlogen
beperken wilden, zoo waren ze inconsequent.
Het is mogelijk, dat oorlogen noodig zijn
om groote hervormingen teweeg te brengen.
Het is mogelijk, dat alles wat geweest is te
diep wortelt, te veel beteekende ook, dan
dat het door middel van vreedzame over
wegingen kan worden weggenomen. Het is
mogelijk, dat deze oorlog noodig is om een
Midden-Europeeschen Bondsstaat te kunnen
stichten en dat dan, na vele jaren, weer
opnieuw een oorlog gevoerd zal worden,
om ook Engeland en Frankrijk en ook Rus
land bij dien bondsstaat in te lijven en de
Vereenigde Staten van Europa" te
formeeren, waarvan thans zoo velen droomen. Het
is mogelijk, dat ook dan Europa slagvaardig
moet blijven om zich tegenover een ont
waakt, ontwikkeld, doch in
anti-Europeeschen geest ontwikkeld China te verweren.
Maar men vergete niet, dat deze noodzake
lijkheid dan regelrecht voortkomtnit 't
bitterellendige en armzalige onzer menschelijke
natuur.
Ik lijd; en honderden, duizenden lijden
met mij. Is dat weekhartig of zwakzinnig?
Wij lijden, hoewel we niet onmiddellijk door
den oorlog getroffen worden en hoewel we
niet bang zijn. Ondragelijk is ons deze tijd
en wij .lijden door al hetgeen we lezen en
denken en ondervinden, door de brute
gruwel-berichten, door het groot geschreeuw
der domheid, door de averechtsche en
leelijke meeningen die uitgesproken worden,
door den laster en den haat die opvlammen,
door het giftig enthousiasme der
redelooshatenden, door de kleinheid en zelfzucht der
hangen, door den voozen emotie-lust der
verveelden en der leegen. Wij lijden omdat
ons geloof in de menschen wordt aangerand,
eiken dag, telkens dieper. Deze oorlog is
niet tragisch, maar dom.
Slechts n ding, dat ons overeind kan
houden: de innige wil om te helpen. Laat
er iets goeds komen uit deze slechtheid:
het hangt van ons zelf immers af.
(Slot volgt) JUST HAVELAAR
* * *
Een brief van Wolfskehl
Men maakt er ons een verwijt van, dat
wij een brief van den Duitschen dichter
Wolfskehl niet hebben opgenomen.
Wij hadden, toen wij dien brief weigerden,
het aanbod aanvaard van een artikel van
een anderen Duitschen letterkundige; en
eindelijk moet er dan toch aan de schoonste
zaken een eind komen.
De brief die een antwoord inhield op onzen
open brief" aan Duitsche vrienden, ontvin
gen wij namelijk te zamen met zestig of
zeventig andere brieven, waarbij begelei
dende" brieven en eindelooze pakken cou
ranten, zoodat zelfs in minder drukke tijden
dan deze een redactie zich vergissen kan.
Of wij ons vergist hebben beoordeele de
lezer zelf. Wij zullen in ons volgend nr. een
overzicht geven van 't geen de heer Wolfskehl,
thans in de Beweging", te berde gebracht
heeft.
* * ?
Ingezonden
U - Gij?
Het is 'n wel zér interessante les, die
Mr. Reelfs ons naar aanleiding van
Braakensieks plaat over de vervoeging der werk
woorden in 't hedendaagsche Hollandsch
geeft.
Maar, lieve Hemel, spaar ons voor
taalzuiveraars van 't slag als Mr. Reelfs (toch
niet school Mr. Reelfs?)
Het gebruik van U is door invloed der
spraakmakende gemeente langzamerhand z
algemeen geworden, dat het uit de spreek
taal en de redenaarstaai bijna gansch het
woordje gij verdrongen heeft.
Niets tegen, zou men zeggen, de spraak
makende gemeente moet in dezen de hoogste
wetgevende autoriteit zijn, maar... er is
wel eens een enkele onverlaat, die heel over
bodig en dus foutief zegt: Ontvangt U
mijne hartelijke gelukwenschen" en dat lijkt
nu toch zóverschrikkelijk op het Duitsche.
Empfarigen Sie", dat het in staat is ja,
sommige menschen zijn gauw van streek !
iemands feesfdag te bederven", dus
Mr. Reelfs.
Ik heb me wel eens laten wijsmaken, dat
ons wederkeerende zich indertijd door het
een kogel of granaatscherfje. Automobielen
en Jan Pleziers rijden voorbij vol menschen.
Hoe ist toch mogelijk, waar ik voor een uur
toch gansch eenzaam liep. Men merkt wel,
dat dit de groote weg Antwerpen?Brussel is.
Ik ga links af. Hier tusschen Waelhem en
Duffel ligt een buitengoed, waarvan slechts
vier muren nog staan. Alles is stil. En toch
leeft alles hier nog van den verschrikkelijken
strijd. Doorschoten muren, gaten in den
grond, afgebroken takken, vernielde boomen
en eindelijk graven van gevallenen. Ook hier
hebben de Duitschers geprobeerd over de
Nethe te komen. Hier liggen nog de bussen en
tonnen met houtverbinding, die ze op het
water vooruit schuiven kunnen. Voorbij een
opgeblazen spoorwegbrug kom ik dan bij
een reeks loopgraven door de Duitschers ge
graven. Hoewel deze in een paar dagen
klaar gemaakt zijn, valt me op, hoeveel com
fort ze hebben. Bij de Belgen alles rommel,
modder en drek. Bij de Duitschers alles
netjes, praktisch. Hoe goed heb ik hier
geschuild voor den regen en mijn brood
gegeten.
Ik ga verder in de richting van Duffel.
De strijd is hier overal hevig geweest. Doode
koeien, doode ezels, doode varkens.
Dinsdag 20 Oct. Te Duffel vind ik slechts
n cafébewoond. Op mijn bidden, mag
ik er slapten. Voor avondbrood, goed logies
en morgenkaffee met brood, vraagt madam
slechts ne franc. Ze hebben mij hun
beste slaapkamer gegeven. En let wel ze
hadden geen concurrentie. Goede Vlamin
gen, gastvrij en gul. Gij kent het
commerhuis Wittelsbach is hier gebracht Vort
er mee?
Kom laten we niet flauw zijn. De Duiti
schers hebben veel misdreven, de anderen
hebben nog geen gelegenheid daartoe ge
had; lijkt de Jameson-raid van 1896 naar
rechtsgrond niet heel veel op de Duitsche
invasie in België? we hopen hartelijk
dat onze Zuiderbroeders, wie er ook winne,
hun onafhankelijkheid mogen behouden, ook
omdat we zelf voorshands nog niet in
Germaansche kaken wenschen te worden
fijngenepen, we wenscheit 'onze taal zuiver te
bewaren...
maar... Petersburg Petrograd
eau de Cologne eau de Pologne
u gij!
Nee! Flauw is flauw, ook in 2014.
Wachten we ons dus alleen voor dat over
tollig gebruik van U.
K.. C. MlNDERHOUD
PS. De geachte Redactie wil me mis
schien, hierbij aansluitend, wel veroorloven
te trachten van dienst te zijn, wie lust heeft
den oorsprong op te delven van 't scheld
woord : Mof. Germanophil zegt: het was reeds
bekend in de 17e eeuw, ik benader: het was
al bekend toen, tijdens de twisten tusschen
Arminianen en Gomaristen blijkens 't rijmpje:
God salder ons saeck
Met strenge wraek
Noch voeren uyt
Eer de Moff zijn ooghen sluit."
Die Moff was Prince Mouringh. Ik
denk, dat we moeten zoeken bij Dirk III,
die heeft immers tegen de keizerlijken ge
vochten? Of hield die niet van schelden..."
* * *
Inhoud van Tijdschriften
Op de Hoogte, Nov. '14: De oorlog in
Europa. Personen onder de publieke aan
dacht. Roeland van Ruyven, Het
decadentje. De Amsterdamsche huishoud
school. Uit de legende van Rubezahl.
J. H. Rössing, Herinnering aan Denemarken
en het XVI internationale perscongres te
Kopenhagen, in Juni 1914.
De Hollandsche revue, No. 10: Wereld
geschiedenis. Erfelijkheid en
geestesrichten. Kan onze infanterie marcheeren ?
Draadlooze telegrafie. Fotografeeren van
levende dieren. Karakterschets: Generaal
Majoor A. A. J. Quanjer. Revue der Tijd
schriften.
Vragen van den Dag, Nov. '14: Jhr. Mr.
Dr. B. de Jong van Beek en Donk, Hebben
de vredesconferenties nog toekomst ?
Constant van Wessem, Jeanne d'Arc's eerste
vorming. . H. Tiesing, Hoe een nederzet
ting in Drente tot stand kwam. Dr. H.
Blink, Oorlogskiemen in het Europeesche
volkenleven. Spectator, Waar Japan zijn
gele hand op leggen wil: Kiantsjou.
C. v. d. Pol, Het verradelijk element.
De Natuur, afl. 10: J. H. E. Rückert, De
beteekenis der inundatiën bij Neerlands ver
dediging. Dr. W. P. J., Zeemijnen.
H. E. Kuylman, Het blauwborstje. A. B. F.
Feickens, Een en ander over de uitwerking
van kleinkaliber-handvuurwapéris. D. S, S.,
Een uitvinding en... 300.000 dollar. Jan
Gaillard, De machine. K. Scheringa,
Eenige opmerkingen over draadlooze tele
grafie voor den amateur. F. E, Alsberg,
Herinneringen aan Amerika. D. Stavorinus,
De industrie van de luchtstikstof, Dr.
A. J. C. Snijders, Eenvoudige proeven.
IIIIIIHIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllMlltllllllllllllllllllllHllllllltlllllllllllllMIII
r.QDflNTIF IEDER STUK DAT KRIMP!
UHKHI1 MC WORDT TtRUGOENOMEh
MBRUWItTtnVALTOH ZONEN RM5TER3RM
Monsters, geïllustreerde prijscou
ranten en attesten zenden gaarne
N. V. Ned. Tricotfabriek VALTON
ZONEN, Amsterdam.
cialisme niet. Gij zijt waard te blijven leven.
Ik ga weer op stap en kom in Linth.
Hier is een burgemeester Van sta vast. Met
krijt vind ik op een paar plaatsen een
proklamatie aan de bevolking, dat niemand iets
uit een onbewoond huis wegnemen mag en
dat ieder zijns buurmans goed mee bewaken
moet, zoolang die niet terug is.
Een centraal depot bezit alle voedings
middelen.
Over Bouchout kom ik in Lier en ik kan
hier weer zien hoe er gestolen wordt. Boe
renhuizen zijn hier afgebrand en hoopen
aardappelen, de bovensten gebakken, liggen
verspreid. De vluchtelingen die hier langs
trekken nemen niet alleen hiervan wat te
vergeven is, doch stelen alle voorwerpen
die voor de hand komen: leege flesschen,
stoelen, ketels klompen.
Ik treed een leeg huis binnen, om een
interieur te teekenen. De kapotte, vervuilde
en verwarde boel spreekt hier een stomme
aanklacht uit tegen den oorlog. En in deze
verwarring, waarvan de aanblik n
oogenblik doet rillen, lees ik op een plaatje aan
den wand: God ziet en hoort alles hier
vloekt men niet."
Ik kom nu over het kleine Nethe kanaal
in Lies en wel over de Duitsche voetbrug
pp tonnen, die hier nog ligt. De loopplank
is juist breed genoeg om een mitrailleuse
over te dragen. Hier op de Nethe-wal heb
ben Duitsche kanonnen gestaan. Volgens
de ongedeerde huizen aan den anderen kant
moeten ze onder een hoek van minstens
30 gr. geschoten hebben. Kapotte stukken
LIBERTY
PRIJS ALLEEN GEHANDHAAFD CCDUREHDE DE CRISIS
DEZE MODELLCn KUN
NEN THANS TERSTOND
GELEVERD WORDEN
HOED VAtl SOEPEL FLUWEEL
MET ZIJDEN UUT IN GROEN LILA
BRUin t DOMHER BLAUW
2f9S
MUT SJE. VAM
ZWART OF DOMKCR
BR.UIM PUOCME
2FI
.2.5
HOED WM1 SOEPELE FLUWEELCN
BOL. IH TERRA. GOUDBRUIM EN
ULA MET ZWART ZUDCK RA«D>L«T
DEZE MODELLEN KUN
NEN THANS TERSTOND
GELEVERD WORDEM
BLOUSE VAM EFFEM
WOLLEM LLAMA CLOTM
3.F 0 s
IM VELE KLEUREM
BLOUSE VAH BEDRUKTE
LIBERTY FLAMNEU
ZICHTZEriDIMC OP AANVRAAG
M?mmm m?. f* f\ AMSTERDAM
t l m & l* W s G RAVEN H A GE
EENICE VERTEGENWOORDIGERS IM NEDERLAND
Mondwater,PepermnntTandpasta, Victoria Tandpoeder,
Steunt de nationale industrie Arom- Holl« Tandpoeder,
NEDERLANDERS!
en koopt allén
'8
(DENTIFRICES FRIEDERICH)
Kamfer Tandpoeder, Bozen
Tandpoeder, JStella
Tandpoeder,lnternationaal Tandpoe
der, Dolo Tandpasta en Fama
Tandcrème met en zonder
chlor. kalle, (in tuben).
Vraagt ook: FBlEDEBICH's Eau de Cologne en Eau de
Cologne ftrma JOBLAN N MARIA FBITZ FABIHA. Qedep.
Merken: ,,1648" en Znm S t. Joseph" en
HoofdpijnEau de Cologne Merk N EIIB A I/'.
Ille ecbi Hollaodsche arleleo,
N. V.Mannfactnrenmagazijn Het Anker'
uitsluitend gevestigd:
49 Yeenestraat en Henlstraat 27, den Haag.
SPECIALITEIT. IN
WITTE: GORDEREnr,
UITZETTEST EBT UITRUSTINGEN.
Wollen en Katoenen Tricotgoederen van de bekende merken.
BOUWT TE NUNSPEET.
Mooie boschrfjke terreinen. Spoor.Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
M.ij DE VELUWE", Nunspeet.
IIMMMIIIMIIIimilllMMHMMMMUI
paardentuig bewijzen, dat het niet alles glad
gegaan is met het vervoer.
Aan het station vraag ik of er ook treinen
loopen naar Antwerpen. Jawel, net gaat een
leege goederentrein er heen; ik stap in en
rijd weg. De reis duurt zeer lang. Eindelijk
komen we Antwerpen binnen. Voor de
tweede maal ben ik hier thans. Maar nu
staan de kanonnen op de wallen andersom.
De affuit wijst naar de stad. Commentaar
is hier overbodig. In het logement waar
ik overnacht verkeeren veel militairen.
Fransch sprekende Elzassers zitten hier,
Doodskophuzaren, Oostenrijksche
artilleristen. Een verklaart me dat zijn batterij
gedurig bij Heyst op den Berg gestaan
staan heeft en dat vandaar de 30.5 cM.
kanonnen achtereenvolgens alle forten aan
dien kant en vervolgens de stad beschoten
hebben. Het laatste is moeilijk te gelooven.
Er wordt zooveel verteld. Vooral de sprookjes,
die men hoort opdisschen over het 42 cM.
geschut zijn vermakelijk. De een zegt 't schiet
20 K.M., een ander 30 en ander 40 K.M.
Von Ostende schiessen wir London kaput"
hoorde ik zelf s. Die nglander werden
kriegen, die haben Belgien betrogen" hoort men
ook immer weer. En ze moeten hun haat
jegens de Engelschen luchten. Een vertelt,
dat ze zooveel manschappen verloren heb
ben voor de Engelsche loppgraven, omdat
ze zonder bedekking vooruit gesneld waren,
het geweer weg werpende. Die de loopgra
ven bereikten, hadden de Engelschen bij
den strot gepakt. Mein kamrad had einer
den Kopf umgedreht mit seine Handel zei
RA S' DS V! N S E C-!i AM PA G N E
?Rerrièr-Jpuet
.. .'? V.y pernay.
ronTc<sion'naires;
Satiter&Polfs/MaastrtGht.
een. Doch niet allen zijn van zoo een
rauwen natuur. Een administrateur van de
haven-voorraden, ook in militair costuum,
met de kat op schoot, vertelt me wat ze
niet alles vinden. Veel kruit, kogels en,..
russische patronen, tch weiss nicht "was
soll es bedeuten", zegt hij. De sluitstukken
van de kanonnen van de wallen zijn ook
teruggevonden, volgens denzelfden zegsman.
En dan is er een, die voorleest uit een
krant: Germania herrsche, beherrsche das
Meer!" Het is de Düsseldorfer Zeitung.
In de stad is ook een en ander veranderd.
Kennisgevingen prijken overal, ze zijn in
drie talen: Duitsch, Fransch en Vlaamsch
(België is in dat opzicht dus niet armer ge
worden). Vele huizen zijn geweldadig open
gebroken en dragen het opschrfit:
durchsucht", met een datum erbij. De stad is ook
volkrijker geworden.
De stemming is vrijwel dezelfde: een
mengsel van berusting in het onvermijdelijke
en bewondering voor de Duitsche organisatie.
Ze doen alles kort en goed" hoor ik een
natie-kerel" getuigen. Ons militair heeft
niks gedaan als jagen en rijden in automo
bielen en motor's door de stad veul
mouvement zulle, maar geen werk."
? Woensdag 21 Oct. Ik ben al vroeg aan
het wachthuisje van Merxem vanwaar de
treinen naar Holland rijden met het opschrift
neutraal", en weldra ben ik terug in Am
sterdam.