Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERL.AN.D
22 Nov. '14. No. 1952
V
f
'? --?"" -U,*--- " ~ .^>8fSfc>' ?
. -"".-. :&'£'' - ? ' 'J<-%'^lfe'
WAAROM DE OORLOG zoo LANGDURIGE ONBESLISTE PERIODEN HEEFT
Bovenstaande afbeelding ontleenen wij aan een schets van den oorlogsteekenaar Villiers, die voor de London News in Noord-Frankrijk vertoeft
liiniiiliiilillllMiiiiiililiiiiiiiimiHiiiiiiiiliiitimiiiiiiiiiiiiiitiMiiiHif minimum iinimiiiiimmiiiiiiiiiiitiiiiiHiiiliiJiiiiiiitmiMiiMiiiiiimiiimumii
Brieven van Vincent van Gogh
Het tweede en derde deel der brieven van
Vincent van Gogh aan zijn broeder Theo
zijn thans snel achtereenvolgend versche
nen. Te samen met het eerste deel maakt
die correspondentie nu een respectabel boek
werk uit. De opmerking hoorde ik maken,
dat veel in deze brieven van te
onbeduidenden aard is voor een'zoojbreed opgezette
publicatie, en dat het raadzaam ware geweest
uit den overvloedigen voorraad van parti
culiere mededeelingen en ontboezemingen
een matigen keus te doen voor de drukpers.
Die bewering echter lijkt me een wat
goedkoope algemeene opmerking, die voor de
hand ligt, maar hier volkomen misplaatst is.
, Deze boekdeelen moeten, gelijk ik reeds
deed uitkomen, niet met den gebruikelijken
literairen maatstaf beoordeeld worden.
Want, we hebben hier allerminst
belletristische producten en de buitenstaander die
met een speurneus voor kostelijkheden van
schrijfkunst deze bladen doorsnuffelt, zal
mogelijk in zijn verwachtingen teleurgesteld
worden. Het is absurd een zoogenaamde
bloemlezing van die brieven te wenschen,
omdat daarmee verstaan wordt een oor
deelkundige keus van de best geslaagde
uit een meerderheid van artistieke pogin
gen. En juist het onopzettelijke, het
nvoorbedachte, is hier de hoofdwaarde; alle
nietige mededeelingen, alle
argeloos-onbeholpen zinnen, zijn belangwekkend voor
hem, die deze boeken beschouwt voor wat
ze beteekenen: de volledige en openhartige
zelfbelijdenis van een menschelijkheid, die
groot was, en schoon, door zijn eenvoud
van harte, zijn vurigheid van geest. Met
dezen aanleg blijkt het intusschen, dat hem
ook de genade was toebedeeld van het licht,
ontstoken in de zinnen." Kinderlijk vinden
we hem menigmaal in zijir beoordeelingen
en zijn meeningen, sentimenteel soms in zijn
vereeringen, maar tegelijk ook verrast hij
zoo vaak door scherpzinnigheid en helder
ziendheid. Mochten dus deze brieven niet
zoozeer welgevallig zijn om hun stijl of
onverdeeld om hun inhoud, ze zijn ons
dierbaar omdat we er in aanwezig voelen
wat het levensmerg van alle
groot-menschelijke verlangens, van alle kunst ook, uitmaakt.
Eene overgegevene en niet critische hou
ding past hier, neemt men ook van zelf
aan, als de weldadige uitstraling van de
levensintensiteit, die in eiken brief blakende
is, ondervonden wordt. ,
Bij het eerste openslaan der bladen trof
mij, wijl het op Vincent zelf zoo juist toe
passelijk is, het volgende: Zoo'n man die
zindelijk iets. navrants produceert als bloesem
van een hard en moeielijk leven, is een
verschijnsel als de zwarte doornstruik, of
kromme, oude appeltronk nog liever, die op
een moment bloesems draagt die onder de
teerste en meest vièrge" dingen behooren
onder de zon. Als een ruw man bloeit, ja
dat is mooi om te zien ...
In verschillende opzichten zijn deze brieven
ook belangwekkend zoowel voor den psy
chiater, die hier tot op de ingewandenjhet ge
compliceerde wezen van een buitengewoon
mensch-exemplaar ziet blootliggen als voor
hem, die den aard van Vincents kunstuiting
doorgronden wil. Psychisch is het volgende
bijv. zeer lezenswaardig voor hen, die
meenen, dat Vincent niet voor zijn pleizier op
de wereld was. Vertwijfelingen heeft hij, tot
doodsbenauwdheid toe, gekend, maar
daartusschen zijn de staten van sereniteit, waarin
de kunstenaar boven den tnensch uitstijgt.
Hij verkeerde toen in oogenblikken van
grooten kommer, om zich zelf en om de vrouw
met de twee kinderen, wier lot hij zich had
aangetrokken..." En als ik mijn boeltje aan
zie, het is te armzalig, te ontoereikend, te
zeer uitgeput. We hebben hier mistroostige
regendagen,en als ik op het hoekje zolderkom
waar ik mij geïnstalleerd heb, zooishetdaaral
merkwaardig melankoliek; met het licht van
een enkelen glazen dakpan dat valt op een
leegen schilderkist, op een bos penseelen,
waar 't haar weinig meer van deugt, enfin
't is zócurieus melankoliek, dat het gelukkig
ook een genoegzaam komiek aspect heeft om
er niet over te schreien, maar het vroolijk
op te vatten (Cursief van mij S.). Met dat
al is het in hoogst zonderlinge verhouding
tot mijn plannen in hoogst zonderlinge
verhouding tot den ernst van het werk,
en hier houdt het lachen dan ook op."
In aansluiting met deze aanwijzing over
zijn geestelijke gesteldheid - en in verband
daarmee is de volgende beschrijving ken
schetsend voor de psyche van zijn kunst.
't Was na een zielsbeklemmend onderhoud
met die vrouw", dat hij naar buiten was
gegaan om eens met de natuur te praten",
te Voorburg: Ge kent de natuur daar,
superbe boomen vol majesteit en sereniteit
naast groene, afschuwelijke
speelgoeddooskoepeltjes en al wat de logge verbeeldings
kracht der rentenierende Hollanders voor
absurditeit weet te verzinnen in zake van
bloemperkjes, prieeltjes, veranda's. De huizen
meest heel leelijk, sommigen echter oud en
deftig. Nu, op dat moment kwam hoog
over de weilanden oneindig als de woestijn,
't eene volkgevaarte na 't andere aangestuwd,
en de wind stuitte 't allereerst tegen de rij
buitens met hun geboomte aan den overkant
van de vaart, waar de zwarte kolenweg langs
loopt. De boomen, ze waren superbe, er was
een drama in elk figuur zou ik zeggen, maar
ik bedoel in eiken boom. (Deze zin laat
doordringen tot den kern van Vincents
kunst. S.). Dan het geheel was bijna nog
mooier dan die geteisterde boomen op zich
zelf beschouwd, juist omdat het moment z
was, dat zelfs die absurde koepeltjes een
zonderling karakter kregen, nat geregend en
verwaaid. Ik zag erin een beeld van hoe ook
een mensch van absurde vormen en
conventie's, of een ander vol excentriciteit en
Caprices, mits maar een waarachtige smart
hem aangrijpt een calamiteit hem doet
ontroeren, een dramatisch figuur van eigen
aardig karakter kan worden. Ik kwam er toe
een oogenblik te denken aan de maatschappij
van tegenwoordig, hoe bij het ten gronde
gaan ervan, zij ook momenteel menigmaal
tegen het licht van een vernieuwing in gezien,
als een groot, somber silhouet zich voordoet.
Ja voor mij het drama van storm in de
natuur, het drama van smart in het leven,
is wel het beste. Een Paradou" is mooi,
doch Gethsemane is toch mooier."
Hoeveel welverzorgde, kunstig gestyleerde
literatuur zou men hiervoor niet geven ?
Waar is in de moderne kunst een uiting van
zoo hooge gestemdheid vereenigd met een
in het leven zoo wijd uitzienden blik 7 Voelen
we hier niet de placiditeit van den
onvernietigbaren geest machtig overheerschen de
tijdelijke stormvlagen van vertwijfeling en
dagelijkschen kommer ? En wie zou van den
BOMMEN DUITSCHERS l N DE BOERENHOEVE
HET STAND HOUDEN DER VERBONDENEN AAN DEN LINKEROEVER VAN DE RIVIER DE YSER
Van wagons hebben de Belgen en de Franschen, door onder die wagons aarde op te hopen, borstweringen gemaakt, even sterk als de loopgraven en beter, want hooger
gelegen. Een eind verder, in de gedeeltelijk duinrijke en gedeeltelijk moerassige streek bij de Yser, zijn de eigenlijke loopgraven te zien met haar kronkelende verbindings
kanalen. De brug over de Yser, eerst vernield, heeft, voor het gebruik der verbondenen, een noodbrug gekregen, die ieder nuttig oogenblik kan worden in brand gestoken.
Teekening van Wright uit de London News
mensch,' die, geklemd tusschen velerlei
materieele beslommeringen, en ook in zich
zelf rusteloos geteisterd, toch dermate al zijn
zorgen en verdriet vergeten kan in een
praatje met de natuur", nog willen zeggen,
dat hij niet voor zijn geluk op de wereld was ?
Een anderen keer wil ik uit de lezing van
deze brieven meer in 't bijzonder de ver
richtingen van den schilder Vincent en zijn
ontwikkeling uit den Hollandschen op den
Franschen tijd in beschouwing nemen. De
overgang van het synthetische element uit
het verblijf in Frankrijk, op het Hollandsch
picturale of stemmingsvolle, lijkt wel abrupt
of grillig, is niettemin van een zeer aan
nemelijke consequentie in den ontwikkelings
vaart bij Vincent.
Hier echter zij nu even naar het voetlicht
gebracht de figuur, wiens aanwezigheid men
altijd bij het lezen der brieven in den ach
tergrond weet staan, een zwijgzame persoon
lijkheid, maar die niettemin zooveel relief
aan de brieven geeft. Het is Theo, die nooit
wankelt in zijn geloof aan het kunstenaar
schap van Vincent, die nog minder verflauwt
in zijn onverwelkbare teerhartigheid of ver
mindert in zijn zelfopofferende hulpvaardig
heid jegens den ouderen broeder. Hij duldt
het met werkelijk sublieme zachtmoedigheid
zelfs, als hij nog in kwaad-gezinde en on
redelijke verwijten de buitensporigheden
moet ondervinden van een zoo onstuimige
en expansieve natuur als Vincent. Hij weet
in zijn broederliefde hem te schatten. Dat
hij echter een man van karakter was, wordt
ons even duidelijk uit eene enkel kort briefje
in den eersten bundel, waar hij Vincent om
een botsing met den eerbiedwaardigen vader
vinnig terecht zet. In de tragische familie
verhouding kon hij dien niet zien lijden.
W. STEENHOFF
Ongezonde tropische Steden
W. J. VAN GORKOM, Ongezond Botavia,
vroeger en nu. Noodzakelijkheid van
een organieken stedelijken gezond
heidsdienst. Batavia, Javasche Boek
handel en Drukkerij 1913.
H. F- TILLEMA. Van Wonen en Bewonen,
van Bouwen, Huis en Erf. Tjandi
Samarang 1913.
Van Gorkom's werk is vrucht van den l
Mei 1911 als Gezondheidsdienst
gereorganiseerden Burgerlijken Geneeskundigen Dienst;
niet de geneeskundige behandeling van zieke
inlanders, maar verhooging van de volks
gezondheid in Nederlandsch-Indië werd op
het nieuwe programma bovenaan geplaatst.
Philanthropische naturen zijn door dat
nieuwe inzicht aanvankelijk ontstemd en
verontrust: verpleging en verzorging van
zieke individuen spreekt meer tot het goede
hart, dan statistiek, lijkopeningen, bacterio
logisch onderzoek, moerasaanplemping,
woningtoezicht en drinkwatervoorziening.
Thans weet echter menigeen wat zeven
jaar geleden door dr. de Vogel met nadruk
moest worden gezegd dat zij die alle
kracht en geld willen besteden tot hulp van
zieken, meer medelijden hebben met hun
eigen goede harten, dan met het allergrootste
deel der bevolking... en dat zeker soort
goedhartigheid het tegendeel van
menschlievendheid is.
De nieuwe leus hangt rechtstreeks samen
met de ontwikkeling die de epidemiologie,
de leer van de verbreiding der besmettelijke
ziekten, in de laatste 15 jaar heeft doorge
maakt. In de tropen n.l. wordt de volksge
zondheid door de besmettelijke ziekten nog
in sterker mate bedreigd dan elders: hooge
temperatuur en vochtigheid der lucht doet
de levenskansen stijgen der ziektekiemen,
die, op weg van den eenen mensch naar
den anderen, vaak eenigen tijd in de buiten
wereld zich moeten staande houden (cholera,
typhus, dysenterie) en bevordert de voort
planting van insecten die, zooals bij malaria,
de smetstoffen overbrengen. Eerste plicht
van den gezondheidsdienst is dus de bronnen
van besmetting te vinden en de omstandig
heden na te gaan, die de verbreiding en
overbrenging der ziektekiemen mogelijk
maken.
Als regel staan in tropische landen aan
het bijeenbrengen van de noodige kennis,
die het hygiënisch handelen tot kompas zal
dienen, bezwaren in den weg. Voor kleinere
groepen van menschen, zooals arbeiders, sol
daten, wier afhankelijkheid de onderwerping
aan hygiënisch onderzoek en hygiënische
maatregelen waarborgt, kan men rechtstreeks
te werk gaan: door individueel onderzoek
ontleedt men ziekte en sterfte naar haar
oorzaken, en heft deze door passende maat
regelen stuk voor stuk op. De bij de door
graving van het Panamakanaal en op
Sumatra's Oostkust voor sommige onderne
mingen volgens deze methode bereikte resul
taten zijn overbekend.
Maar bij een natuurlijke bevolking, in
het binnenland, of in de black town" van
tropische steden laat zich de rechtstreeksche
methode totnogtoe meestal niet toepassen:
bevolkingsregisters zijn onvolle lig, het
sterftecijfer is dus evenmin betrouwbaar;
ontleding van ziekte en sterfte naar oorza
ken is niet mogelijk, daar slechts een klein
deel der inlandsche zieken hulp in het zie
kenhuis of bij den vertegenwoordiger der
Europeesche geneeskunde zoekt. Men is
dan voorloopig op niet-rechtstreeksche werk
wijze aangewezen om zich een inzicht in
den staat der volksgezondheid te verschaffen.
Voor de steden en het binnenland van
Java past men sinds 1911 op Java een
statistieke methode toe; met behulp der in
landsche ambtenaren verzamelt men weke
lijks het aantal sterfgevallen der onderdis
tricten ; op de bureaux van de geneeskun
dige inspecteurs omgerekend tot sterfte
cijfers" (per jaar en per duizend inwoners)
leveren deze opgaven een betrouwbare aan
wijzing of de volksgezondheid van het
pnderdistrict op bijzondere wijze bedreigd
wordt: toont de wekelijks bijgehouden
kromme lijn onverwachte toppen en begint
zij boven den norm uit te stijgen dan wijst
dit op een beginnende epidemie; aanstonds
wordt dan een ambtenaar uitgezonden om
zich van den aard van de ziekte op de
hoogte te stellen en de noodige maatregelen
te treffen.
De methode is eenigszins ruw, doch ver- ;
betert bij ruime toepassing automatisch: zij
bevordert aanraking tusschen geneeskundige
dienst en bevolking, brengt allerhanden