Historisch Archief 1877-1940
29 Nov. '14. No. 1953
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
reden zou er zijn, dat zij ons niet de volle
waarheid zouden zeggen? Dit argument
mui nze geloovige grootouders, waarmede
zij de betrouwbaarheid der bijbelschrijvers
boven eiken redelijken twijfel verhieven,
doet mirablle dictu opgeld onder geleerden
van professie ten opzichte van de verzeke
ringen van kwartiermeesters- generaal en
tetegraafagentschappen. Als het geloof vast
i», &n kan heel wat kritiek als hyperkritiek
terzijde worden geschoven. Ook in
vrëdestfld staat Duitsche kritiek meer onder den
invloed van het godsdienstig geloof dan
Hollandsche in de dagen, toen wij ons nog
bewust waren er te mogen zijn. Duitsche
eenvormigheid nastrevende gaan wij er we
tenschappelijk gesproken niet op vooruit.
THEOLOGANT
Nieuwe Boeken voor Kinderen
Kleuterboekje, versjes van ANNA
SUTORHJS, teekeningen van B.
MIDDERIGHBOKHORST. G. B. van Goor Zonen,
Gouda.
In dit goed uitgevoerde, zelfs ietwat royaal
doende boekje is, na zorgvuldige schifting.'
eigenlijk maar n prentje op te sporen, dat
levend is niet alleen, maar ook, onder het
w0rton, doorleefd. Doch die kleine
brommerige Wiesepoes op blz. 15, waaraan alles
uitermate is verzorgd, tot Het moderne randje
op het moderne jurkje toe, lijkt mij direct
het levend model geteekend. De
fanvan mevr. Midderigh-Bokhorst toont
in dit werkje in werkelijk zeer schrille
nelijkheid en men vraagt zich af, of de
illustratrice voor de jeugd meent te kunnen
volstaan met een vaardige teekenmanier
allMn ? r is zoo weinig actie en echtheid
m wat zij hier maakte; alleen de jongentjes
op pag. 5 maken een gunstige uitzondering.
De versjes van ? Anna Sutorius zijn wat
mat; ze vloeien wel, doen in manier en
woordkeus wel kinderlijk, maar het is een
kinderlijkheid van geknutseld allooi. Bepaald
onpoëtisch zijn de rijmpjes niet, maar wij
hebben het al meer gezegd, schrijfsters van
lieve" kinderversjes, kunnen, in het belang
van het kind, niet matig genoeg zijn.
Kleuterboekje" wekt de voornamen
indruk van een keur"boekje. Dat Is het
niet, al mag het gerekend worden tot de
behoorlijk goede prentenboekjes voor kleine
kleuters.
* *
Bennie's prentenboek, door B.
MIDDERIHBBOKHORST en S. MAATHUIS-ILEKEN.
Dezelfde uitgevers.
Een weidsch boek met randversiering op
de tekst-papina's en veel groote en kleine
gekleurde platen, die de versjes getrouwelijk,
maar zonder veel verdienste, illustreeren.
De gedichtjes zijn echter een uitnemende
begeleiding in lijn en kleurvaardig, want
behalve door charme en levendigheid ver
rassen zij door hun echte kinderlijkheid. De
Hevige, haast zoetelijke gemaniereerdheid,
die bijna alle kinderversjes zoo afschuwelijk
maakt, ontbreekt hier geheel; de kindertoon
zélf, de kinderbeeldspraak leeft in de uiterst
pretentielooze rijmpjes. Maar juist die een
voud maakt ze zoo beminnelijk. Luister
eens naar dit:
.Maar kipje, maar kipje,
Wat heb je gedaan?
Je bent naar den stal
Van ons sikje gegaan.
Is dit geen juweeltje in zijn genre? Dub
bel jammer daarom, dat de illustratie
weinigzeggend en dikwijls stijf zijn. Ik maak graag
een .uitzondering voor de groote prent op
pag. 23, waar de kindersnuitjes eens wer
kelijk in actie zijn. Een onbeduidende titel
plaat is een omwerking van een niet minder
onbeduidende illustratie bij 't Is feest!
* . *
De Bruiloft van Rozemarijntje, door
IACQUELINE BLES, met platen van
RIE CRAMER. Dezelfde uitgevers.
Men mag, m. i. af en toe terecht, Rie
Cramer van gemanierdheid beschuldigen,
maar toch dragen bijna al haar prenten den
stempel van met toewijding en liefde te zijn
geteekend, en dat doet ze voor kinderen
«00 waardevol zijn. Want juist het tasten
FEUILLETON
uniuiiuiiiMiiiiiiiuiii
VAN DE HUIG GELICHT
naar het Engelsch van
LEONARD MERRICK
Otto van Noorden was de componist van
die populaire ballades, die bijna even ver
wonderlijk snel uit het muzikaal geheugen
der Boulevardisten verdwijnen, als zij daarin
geraken. Otto van Noorden was echter tot
deze heuvelhoogte van het oneffen terrein
der maatschappelijke mededinging niet op
geklommen zonder onderweegs afstand te
doen van hem toebehoorende en overigens
jn het geheel niet te versmaden lijfbagage.
Otto van Noorden was n.l. geboren eh op
gevoed in een gezin, welks burgerlijk hoofd
acntenswaardige winsten trok uit het oudste
der de wereld voortstuwende krachten: het
handelsbedrijf. En het was ook niet zonder
weemoed dat hij nu en dan dacht aan het
prijsgegeven vaderlijk goed, maar wijl hij
over «igen middelen beschikte was toch ook
nu zijn leven geen martelaarschap, al bouwde
hij een ongegronde d. i. een
ongefundaaténteerde hoop op het bezit van een buiten
verblijf en een auto. Hij had aardige kamers,
'n goeie kleermaker, frequenteerde wezenlijk
nog al chique restaurants en bracht zooveel
van zijn vrijen tijd als hem maar mogelijk
was door op het vasteland. Het was, het kan
niet geloochend worden, Van Noorden die
de verontwaardiging van eene over de
middaghoogte harer schoonheid heen gerezen
maanzieke oudere lady gaande gemaakt had
door aan haar wensen op heur album zijn
plezierigste en onplezierigste bezigheid in te
vullen aldus te voldoen: a. Vertrek uit
Engeland, b. Thuiskeer.
Op veertigjarigen leeftijd werd hij ernstig
verliefd. Hij was een weinig een eenzelvig
man, schpon hij in lyricis een voorliefde
toonde tot stramienen als deze: Mija He
niet hier, en London is een uitgestorven
stad", en hij vocht tegen de verzoeking als
een dapper man. Violet was jong, bekoorlijk
en zong zijn ballade met een gevoelvol be
grip de strijd was al te ongelijk. Hij nam
van de teekenaarster naar de juiste lijn van
iet levend gebaar, doet haar, ondanks de
bijna sprookjesachtige fragiliteit van haar
werk, iets scheppen, dat ziel heeft.
Ik wil niet beweren, dat zij altijd geluk
kig is, vooral haar enkele figuurtjes zijn
wel eens misteekend^ maar de groote
prenten in dit boekje zijn van een fijne
rratie en kostelijke doorwerktheid.
De verhaaltjes van Jacqueline Bles zijn
al bijzonder aardig. Deels anecdotisch,
deels ernstig, zijn zij aan de werkelijkheid
zelf beluisterd en met levendigheid en verve
verhaald in een voor kinderen van negen
en tien jaar uiterst toegankelijk proza. De
strekking is niet voorop gezet paedagogisch,
maar de invloed van deze vertellinkjes kan
niet anders zijn dan goed. Een boekje om
veel kinders gelukkig mee te maken.
HESSEL JONQSMA
? * *
Ingezonden
PREDIKANT?KLETSMAJOOR
Misschien zullen er zijn, geachte heer
Redacteur, die het versje van Peer Waar
nemer erg leuk vinden, maar zeker zullen
:r velen zijn, die het weinig gepast achten.
Het woord Kletsmajoor heeft nu eenmaal
een ongunstige beteekenis. Noch advocaat,
noch predikant, noch iemand anders zal het
vleiend vinden met dat woord aangesproken
of betiteld te worden. Het is zeker allerminst
waardig, mannen als onze veldpredikers, een
Bakker e.a., die stellig nuttig werkzaam zijn,
al lijkt mij hun majoorsrang in strijd
met de roeping van predikant op den
lak te nemen.
Er zal natuurlijk wel een gevat antwoordje
op dit mijn protest gevonden worden. Dit
zal evenwel niets afdoen aan mijn meening
hoe mijn collega's er over denken vPeet ik
niet dat Waarnemer's dichtsel beter in
Ie pen gebleven ware. Het is niet geestig,
iet sticht niet en het verhoogt in geen geval
het prestige van onze veldpredikers, integen
deel, 't kan aan hun arbeid en invloed
afsreuk doen. En dat betreur ik!
l
F. W. DRIJVER,
predikant
9 *
naars en ach hoe vaak zijn ook deze
in schrift en prent geplaagd, geprikkeld en
gekieteld! De humor is geen vaderlandsche
vrucht. In het paradijs van sommigen ook
predikanten hangt ze aan den verboden
boom. Kan dit niet veranderen ?
RED.
Naarden,
15-11-14.
i
Geachte Redactie,
Vergun mij u, naar aanleiding van het
gedichtje Vraag en antwoord", van Peer
Waarnemer in uw N°. van verleden week,
ook een vraag en antwoord toe te zenden.
Mijn vraag dan is: Waarom hebt u dat
versje, zij 't gedeeltelijk opgenomen, indien
't u toch al te ver ging?
Mij schijnt dit 't juiste antwoord te zijn:
omdat het u tóch wel heel aardig en fijntjes
ondeugend voorkwam.
Ik meen evenwel, dat 't meer is dan een
grapje, dat de goeden zich niet behoeven
aan te trekken, ik meen dat 't een
scherpkwetsênde zoogenaamde geestigheid is, die
den geheelen stand treft. De predikanten
zullen zich niet verwaardigen zich tegen de
benaming kletsmajoor" te verdedigen. Zij
zijn ook te zeer gewoon immers opnieuw
het mikpunt te zijn van minachtenden en
scherpen spot. Maar niettemin moeten zij
telkens die scherpe speldeprikken verduren.
De vervaardiger van dat versje kent de
predikanten en hun werk niet en zoo hij ze
al bij ervaring kent, die dien voor hen ge
kozen naam verdienen, dan is hij met zijn
hekelende, generaliseerende woorden in
hooge mate onbillijk tegenover den geheelen
stand.
Tegenover zijn geringschattend oordeel
wil ik, die de predikanten wél keu, het mijne
stellen, dat ook het getuigenis is van zeer
velen: Aan de predikanten heb ik voor den
opbouw en de versterking van mijn geestelijk
leven zeer veel te danken.
Met dank voor de plaatsing,
Zeist, hoogachtend,
15 Nov. 1914 G. A. HOEVERS
Wat heeft de werejd al niet te danken
aan dokters (door Molière gecaricaturiseerd),
wat dankt ze niet aan staatslieden en
kunsteiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiMiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiii
haar tot vrouw en betrok een landhuisje te
Dulwich; en indien de schuimers niet zoo
talrijk geweest waren in de muzikale wate
ren, mogelijk is het, dat hem het berouw
zou zijn bespaard gebleven, zelfs in die
voorstad, waar een drukkende stilte heerschte
als op het Vredehof.
Populaire muziek schrijven in een land
waar de gestolen buit vrijelijk voor de vitrines
der winkels te koop mag geboden worden,
brengt geen hammen op de plank; en om
'n huishouden te bekostigen waren de eigen
middelen van den componist maar krapan
toereikend. Er waren niet vele half-jaarlijksche
couponnetjes-dagen verschenen, of hij had in
gezien dat zijn trouwen een even groote
stommiteit was geweest als,z'n keuze van
zijn. beroep. Hymne en Hymen!" zuchtte
Van Noorden langs de lange, droevige en
leege straten van Dulwich. Wat 'n goeie
boel had 't bij me kunnen zijn, als maar
Hymne en Hymen me uit den weg waren
gebleven?" En dan trof het zijn door de
beproevingen minder stüurvasten geest, dat
beide onspoeden van zijn leven aanvingen
met een H.
Er zijn menschen die hieraan geen
beteekenis gehecht zouden hebben; maar Otto
van Noorden behoorde niet tot hen. Hij
zeide, dat het vreemd was, op z'n minst
genomen, dat een booze invloed te duchten
was van de H.'s, dat hij wijs zou doen zijn
ooren niet dicht te stoppen voor de waar
schuwing in die letters vervat. Ja, dat zou
hij zeker! Indien een derde rampspoed
dreigde, het was buiten kijf, dat er stafrijm
zou te constateeren wezen tusschen de drie.
De H. was ongetwijfeld een aanvangsletter
met een verborgen, hem noodlottige kracht,
die hij best te ontwijken had. Vanaf dat
opgenblik werd hij onrustig zoodra er in
zijn nabijheid gesproken werd van dingen
aanvangende met een H. Hij huiverde bij
het uitspreken van den naam Heligoland,
schoon niet om redenen van
maritiem-strategischen aard, en ook het hoerra-geroep
had voor zijn ooren bij-klanken van geruisch
die den zuiveren jubeltoon overstemden.
Weer waren, vele rente-vervaldagen ge
komen en gedaan zonder groote lotsver
anderingen in het leven van Otto van Noorden
aan te stichten. Achtbare burgers gingen
voort de hem ontstolen muziek te koopen,
zijn persoonlijk vermogen was nog altijd
Albion
Als merkwaardig bewijs, hoe zelfs een man
als vön Possardt, die toch de verzachtende
hand van het internationale kunstleven over
zijn psyche heeft voelen gaan, in 't begin van
den oorlog alle critiek en dichtkunst!
kwijt was, zendt een lezer ons dit knipsel
uit een der Duitsche Tijdschriften:
Ja, edler F r e n c h,
Was glaubst Du, Mensch?
Hier kampfst Du nicht mit Buren;
Heran mit Deinem Söldnerheer!
Ob 100.000 oder mehr,
Du stöszt auf deutsche Spuren.
Dein gallischer Kumpan? O Gott,
Der ISszt Dich zieh'n mit grimmen Spott,
Und ob auch Onkel Joffre
Nun packen musz die Koffer,
Um Platz zu machen Monsieur Pau,
Der zeigt uns nachstens irgendwo
Den Namen d o p p e 11 und musz so
Sich schamhaft heimwarts trotten.
Nur treu vereint, Du Deutscher Aar
Mit Bayerns Löwen! Sieghaft Paar,
Du jagst des Feindes .Rotten.
Und eh die Mondessichel bleicht
Hat unser Heer das Ziel erreicht,
Wie's seiner Kraft beschieden;
Und wieder an der S. ein e Strand
Diktiert Euch deutsche Eisenhand
Nach Sieg auf Sieg den Frieden.
M n c h e n, 28 Aug. 1914. ERNST v. POSSART
Logica
Dezer dagen ontvluchtten twee geïnter
neerde Duitsche officieren, die hun woord
van eer hadden gegeven zulks niet te zullen
beproeven.
Een Duitscher, die een belofte schendt, is
een novum.
De Duitsche gezant, van 't geval verne
mende, telegrafeerde dan ook: Het is niet
waar. Een Duitsch officier breekt zijn woord
niet.
Ieder stond intusschen paf.
De regeering ook.
Ten einde herhaling te voorkomen gaf
men nu den Engelschen officieren hun woord
terug, en zette de heeren op hoofsche wijze
achter de tralies.
Hetgeen hoogst vermakelijk is.
Vooral voor de Engelsche officieren.
H. K.
* ? ?
Nieuwe Uitgaven
Mr. H. PH. 'T HOOFT, De student Beets,
55 pag, Haarlem, De Erven Bohn.
Moederschap. Sexüeeleethiek doorMARTiNE
G. KRAMERS, LOD. v. MIEROP, dr. J.
RUTGERS, TlTIA V. D. TUUK. CH. CARNO-BARLEN,
C. C. A. DE BRUINE-V. DORP, EST. H.
HARTSHOLT-ZEEHANDELAAR, W. DRUCKER, J. C.
DE BRUINE, M. COHEN TERVAERT-ISRAËLS,
G. KAPTEIJN-MUYSKEN en mr. S. VAN HOU
TEN. Brochure uitgegeven door het nationaal
comitévoor moederbescherming en sexueele
hervorming, 158 pag. Prijs ing. f 0.75, geb.
f 1.10. Almelo, W. Hilarius Wzn.
J. H. SPEENHOFF, In de forten. Overste
Speenhoff en zijn adjudante gemobiliseerd
in de forten. Geïllustreerd, 48 pag. Rotter
dam, W. L. en J. Brusse.
W. J. E. H. M. DE JONG, Hoe betalen wij
onze oorlogslasten? f 0.25. Rotterdam, W. L.
en J. Brusse.
Morks1 beroepsbibliotheek", No25:J. J.
HOFMAN»Apotheker en Apothekersadslstent.
Prijs f 0.50. Dordrecht, C. Morks Cz.
Englands rel bij het uitbreken van den
even schraaltjes, en Dulwich even triesterig
en naargeestig gebleven. Dan, nadat ge
durende drie jaren het wereldsch beloop
was voortgeschreden met een regelmatig
heid aan die der pendulatie van de aarde
gelijk, en het Londonsche roet nog weer
vettig wies, stond hem een zoon geboren
te worden. De moeder van zijn kind had
een naam uitgekozen voor het wicht, die
hem ontstellen deed: Habakuk, naar eenen
vermogenden, kinderloozen oom.
Maanden te voren had onze componist
hare argumenten met grooten tact bestreden.
Hij besefte heel wel dat zijn oppositie on
redelijk moest schijnen en haar gevoelens
kwetsen zou. Het was een naam, verklaarde
hij nader, meer geschikt voor een baardigen
ouder , dan voor een poezeligen zuigeling.
Aannemend, dat het kind, naar zijne moeder,
met een gevoeligen aard begiftigd zou zijn,
werd hij door dien naam tot eene jeugd vol
onnoembaar wee veroordeeld, daar zoodra
hij naar school ging. Habakuk" wel spoe
dig veranderd worden zou in: Haverkoek,
Halvebroek, Sjamberlook" en wie weet welke
andere nog ergere naamverdraaiingen. Dit
laatste argument scheen zijne uitwerking op
het moederlijk gemoed niet te missen, hare
opgen vulden zich met tranen, en als
zij haar echtgenoot dank zeide haar ke
reltje" het verdriet van hare onachtzaam
heid te hebben bespaard, was de verade
ming van de componist grooter dan menschen,
die met voorgevoelens spotten, zien inden
ken kunnen. ,
Dit was de eerste H., die hem sedert hij
de omineuze beteekenis van de letter had
beseft, had bedreigd, en tot aan November
was er niets geschied, dat de vermelding
zou waardig zijn. Maar op een dag in ge
noemden maand, toen een roze- en- witte
wieg de komst van den nieuwen wereldbur
ger reeds te verbeiden stond, ontwaakte de
heer des huizes met een gevoel in zijn keel
alsof er een bikkel in zijn strottenhoofd zat.
Hij repte er niets van tegen zijn vrouw maar
het ontbijt smaakte hem door het moeilijk
slikken zoo slecht, dat hij de meid naar
Dr. Lachlan zond met het verzoek in den
loop van den dag even aan te komen.
Ik weet niet wat er met m'n keel scheelt,
Lachan", zeide hij maar als 'k niet beter
wist zou ik zeggen dat ik vannacht 'n knik
ker heb ingeslikt."
zuoen eri WOLLCH STOFFCK
BLOUSES en jAPormen
G e SCHIET VOOR.
ST.NICOLAAS
FAMTAISie ARTIKCLCN
BOCKCN 6tt KALCNDCRS
MCTZ&CO
AMST6RDAM
sGRAVCHHAGe
N.Y.Maunfacturenmagazijn Het Anker"
uitsluitend gevestigd:
49 Teenestraat en Heulstraat 27, den Haag.
SPECIALITEIT IN
WITTE GOEDERE KT,
UITZETTEN EN UITRUSTINGEN*
Wollen en Katoenen Tricotgoederen van de bekende merken.
BOUWT TE NUNSPEET.
Mooie boschrfjke terreinen. Spoor,Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
M.ij DE VELUWE", Nunspeet.
RANDS ? VWS: E :Clf AMP A O N
Saut.ér &#olfs; Maastricht.
IIIMIIIMimillHIIIIIIIIMMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIimilllHIIIIMIIIIIMIIIIIIIIHHIIIIIIII
Wereldstrijd. Een kritische studie van de
officieele stukken, in het bijzonder door
Engeland gepubliceerd, 58 pag., f 0.25.
Amsterdam, Johannes Muller.
Pro en Contra", serie IX, No. 6: De nieuwe
richting in de Strafrechtwetenschap. Pro:
Mr. J. H. POLENAAR. Contra: Mr. R. v. D.
MEIJ, f 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij.
Uit Zenuw- en Zieleleven", serie III,
No. 10: H. J. LEENDERTSZ, De waarde van
kindergetuigenis in foro, f 0.40. Baarn, Hol
landia-drukkerij.
Onze Groote Mannen", serie I, No. 7:
Dr. P. J. MULLER, Willem van Oranje, f 0.40.
Baarn, Hollandia-drukkerij.
Mr. G. KELLER, Het Panamakanaal, 180
pag. Amsterdam, L. J. Veen.
Prof. dr. H. BRUGMANS, Het huiselijk en
maatschappelijk leven onzer Voorouders, afl.
17. Amsterdam, Mij. Elsevier."
S. ABRAMSZ, Lezen en genieten, 1/V1II.
Prijs: deel l, 2, 3. 30 et., deel 4, 5, 6,
35 et., deel 7 en 8, 40 et. Zutfen, P. van
Belkum Azn.
Laat ik maar 'ns zien," zeide de chirurg.
Aha. Neen dat is niet van vannacht, 't Is
oud zeer, amice!''
Ernstig?"
Neen. Nog niet. We zullen het wegnemen.
Wegnemen?!" herhaalde van Noorden.
Wat beteekent dat, wegnemen ? Toch niet
opereeren? Zou je niet denken, dat een
krachtige gorgeldrank...!
Nee, -nee; we dienen te opereeren.'' zei
Dr. Lachlan. Laat ons zeggen, overmorgen.
Ik zal in dien tusschentijd voor een en
anaestheticus en een zuster zorgen."
Maar dan is 't ernstig, 'n Operatie'' sta
melde de ongelukkige componist klein. Zal
ik 't 'r doorhalen? D'r blijven zooveel men
schen in 'n operatie. Je hoort altijd, dat de
operatie prachtig is geslaagd, maar dat de
patiënt de volgende dag overleden is. Wat
heb ik dan. Wat mankeer ik?"
Verharding van de huig."
Groote god" riep Otto v. Noorden uit
het begint met een H."
Hij was nu grootelijks ongerust. Hij was
ongerust ook dat Violet van het onplezierige
nieuws schrikken zou, wier toestand de
grootste voorzichtigheid gebood. Evenwel
op den morgen van den vastgestelden dag
was Mevrouw onbekwaam uit bed op te
staan en de noodzakelijke toebeireidselen
werden getroffen buiten haar medeweten om.
In een kamer der eerste verdieping ver
beidde Mevrouw in vreezen en hopen de
blijde gebeurtenis; op een kamer der tweede
verdieping harde mijnheer, starend in een
verschiet, dat al donkerheid geleek, de ko
mende ijselijkheden. Weinig situaties konden
strijdiger zijn met de huislijke rust, weinig
omstandigheden daarom ongunstiger voor
de operatie.
De eerste, die zachtjes aan de deur der
tweede-verdieping kamer tikte, was de zuster.
Goeden morgen, zuster" zei van Noorden.
Er is nog niemand. Maak 't u vast maar
gemakkelijk."
Dank u" zei de zuster. En zij voegde
eraan toe op een toon, die van veel mede
gevoel sprak. Hoe ongelukkig, dat 't zoo
alles bij elkaar komen moet."
Lachlan kwam binnen vroolijk alsof het
een veldcollation gold. Wel, hoe voelen
we ons van morgen ?" vroeg hij opgeruimd ?
Komaan, da's goed. Je zal blij zijn dat je
'r toe bent overgegaan als 't gebeurd is;
iiiiiHiiliiiiiiiiiiiiiililiiiiimiiiiimiiijiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Correspondentie
Voor wat betreft abonnementen, adver
tenties, bezorging van het Weekblad,
uitbetaling van het honorarium e. d., wende
men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE
van De Amsterdammer, Keizersgracht 333,
Amsterdam.
Men gelieve bij opgave van adres
veranderingen te vermelden of deze van
blijvenden of van slechts tijdelijken aard
zijn. Bovendien geve men niet alleen de
nieuwe maar ook de oude woonplaats op.
Voor wat betreft artikels en ingezonden
stukken, wende men zich uitsluitend tot de
REDACTIE en uitsluitend Keizersgracht 333.
Om teleurstellingen te voorkomen is het
gewenscht, dat de inzender iederen keer,
dat hij een bijdrage zendt zoowel op zijn
brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres
duidelijk leesbaar vermeldt,
dat de inzender een voldoend bedrag in
postzegels toevoege (los in den brief)
indien bij niet-plaatsing terugzending ver
langd wordt.
iiMiiiiiimiiiiiiiii
je zal je boel beter voelen. Ah, daar is m'n
assistent. Goeie morgen, Majoor!
Uh, dr. Majoor, aangenaam!" mompelde
de componist op zwakken, aarzelenden toon.
Reeds had de slaapkamer 'n vreemd aanzien
voor hem -gekregen, het aanzien van een
ziekenhuis. Doeken en vlesschen schenen
door een onzichtbare hand op het opper
vlak der meubels te zijn neergelegd ge
worden. Lachlan stond helder vocht uit
flesschen in kommen te gieten, en Majoor
haalde uit een tasch geheimzinnige
ustensilia, die hij op de toilettafel neerzette. De
paraphernalia namen in omvang en uitge
breidheid onverpoosd toe en de zuster
bouwde voort aan stapels witte lakens,
terwijl zij er in slaagde telkens nieuwe
kruiken warm water aan te dragen, zonder
zichtbaar de kamer te hebben verlaten.
Nou het bed, zuster" zei Lachlan en zij
verschoven het naar het midden van de
kamer. De anaestheticus voelde den patiënt
de pols, en ausculteerde dan het hart;
en van Noorden scheen voor het eerst de
waarneming te doen, dat het patroon van
zijn behangsel een samengesteld ontwerp
was van bleek-roode paddestoel- en zacht
groene pieterselie-motieven.
Een benauwend kapje werd over neus en
mond geplaatst. Hij voelde zich op eens
zeer hulpeloos en kinderachtig. Het ver
vluchtigde gas A. C. E. had een verstikkende
uitwerking op hem en zijn hart begon te
slaan of het aanstonds zou breken. Hij gaf
Lachlan 'n angstig noodsein en deze knikte.
Van Noorden glariede machteloos hij
hield zich overtuigd het slachtoffer van een
dokters flater te zijn, hij wist dat dit pom
pen van zijn hart te geweldig was om zon
der gevaar te zijn. Nu begon er een gebulder
in zijn ooren. De stommelingen waren 'm aan
't vermoorden en hij was, genarcotiseerd,
niet in staat tot zelfverdediging, 'n
Oogenblik was hij wit van angst, en dan vloeide
een apathie, die hij voor moed hield, hem
lauw door de leden; het verbaasde hem met
welk een stoicijnsche geesteskalmte hij den
dood aanvaardde. Ja, inderdaad hij was
lustenloos l En per slot van rekening was
het niet onaangenaam. Het kwam er niets
op aan. Het kon hem in het geheel niet
schelen. Het kon hem hoegenaamd niet het
geringste schelen.
(Slot volgt.)