De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 29 november pagina 3

29 november 1914 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

29 Nov. '14. No. 1953 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND reden zou er zijn, dat zij ons niet de volle waarheid zouden zeggen? Dit argument mui nze geloovige grootouders, waarmede zij de betrouwbaarheid der bijbelschrijvers boven eiken redelijken twijfel verhieven, doet mirablle dictu opgeld onder geleerden van professie ten opzichte van de verzeke ringen van kwartiermeesters- generaal en tetegraafagentschappen. Als het geloof vast i», &n kan heel wat kritiek als hyperkritiek terzijde worden geschoven. Ook in vrëdestfld staat Duitsche kritiek meer onder den invloed van het godsdienstig geloof dan Hollandsche in de dagen, toen wij ons nog bewust waren er te mogen zijn. Duitsche eenvormigheid nastrevende gaan wij er we tenschappelijk gesproken niet op vooruit. THEOLOGANT Nieuwe Boeken voor Kinderen Kleuterboekje, versjes van ANNA SUTORHJS, teekeningen van B. MIDDERIGHBOKHORST. G. B. van Goor Zonen, Gouda. In dit goed uitgevoerde, zelfs ietwat royaal doende boekje is, na zorgvuldige schifting.' eigenlijk maar n prentje op te sporen, dat levend is niet alleen, maar ook, onder het w0rton, doorleefd. Doch die kleine brommerige Wiesepoes op blz. 15, waaraan alles uitermate is verzorgd, tot Het moderne randje op het moderne jurkje toe, lijkt mij direct het levend model geteekend. De fanvan mevr. Midderigh-Bokhorst toont in dit werkje in werkelijk zeer schrille nelijkheid en men vraagt zich af, of de illustratrice voor de jeugd meent te kunnen volstaan met een vaardige teekenmanier allMn ? r is zoo weinig actie en echtheid m wat zij hier maakte; alleen de jongentjes op pag. 5 maken een gunstige uitzondering. De versjes van ? Anna Sutorius zijn wat mat; ze vloeien wel, doen in manier en woordkeus wel kinderlijk, maar het is een kinderlijkheid van geknutseld allooi. Bepaald onpoëtisch zijn de rijmpjes niet, maar wij hebben het al meer gezegd, schrijfsters van lieve" kinderversjes, kunnen, in het belang van het kind, niet matig genoeg zijn. Kleuterboekje" wekt de voornamen indruk van een keur"boekje. Dat Is het niet, al mag het gerekend worden tot de behoorlijk goede prentenboekjes voor kleine kleuters. * * Bennie's prentenboek, door B. MIDDERIHBBOKHORST en S. MAATHUIS-ILEKEN. Dezelfde uitgevers. Een weidsch boek met randversiering op de tekst-papina's en veel groote en kleine gekleurde platen, die de versjes getrouwelijk, maar zonder veel verdienste, illustreeren. De gedichtjes zijn echter een uitnemende begeleiding in lijn en kleurvaardig, want behalve door charme en levendigheid ver rassen zij door hun echte kinderlijkheid. De Hevige, haast zoetelijke gemaniereerdheid, die bijna alle kinderversjes zoo afschuwelijk maakt, ontbreekt hier geheel; de kindertoon zélf, de kinderbeeldspraak leeft in de uiterst pretentielooze rijmpjes. Maar juist die een voud maakt ze zoo beminnelijk. Luister eens naar dit: .Maar kipje, maar kipje, Wat heb je gedaan? Je bent naar den stal Van ons sikje gegaan. Is dit geen juweeltje in zijn genre? Dub bel jammer daarom, dat de illustratie weinigzeggend en dikwijls stijf zijn. Ik maak graag een .uitzondering voor de groote prent op pag. 23, waar de kindersnuitjes eens wer kelijk in actie zijn. Een onbeduidende titel plaat is een omwerking van een niet minder onbeduidende illustratie bij 't Is feest! * . * De Bruiloft van Rozemarijntje, door IACQUELINE BLES, met platen van RIE CRAMER. Dezelfde uitgevers. Men mag, m. i. af en toe terecht, Rie Cramer van gemanierdheid beschuldigen, maar toch dragen bijna al haar prenten den stempel van met toewijding en liefde te zijn geteekend, en dat doet ze voor kinderen «00 waardevol zijn. Want juist het tasten FEUILLETON uniuiiuiiiMiiiiiiiuiii VAN DE HUIG GELICHT naar het Engelsch van LEONARD MERRICK Otto van Noorden was de componist van die populaire ballades, die bijna even ver wonderlijk snel uit het muzikaal geheugen der Boulevardisten verdwijnen, als zij daarin geraken. Otto van Noorden was echter tot deze heuvelhoogte van het oneffen terrein der maatschappelijke mededinging niet op geklommen zonder onderweegs afstand te doen van hem toebehoorende en overigens jn het geheel niet te versmaden lijfbagage. Otto van Noorden was n.l. geboren eh op gevoed in een gezin, welks burgerlijk hoofd acntenswaardige winsten trok uit het oudste der de wereld voortstuwende krachten: het handelsbedrijf. En het was ook niet zonder weemoed dat hij nu en dan dacht aan het prijsgegeven vaderlijk goed, maar wijl hij over «igen middelen beschikte was toch ook nu zijn leven geen martelaarschap, al bouwde hij een ongegronde d. i. een ongefundaaténteerde hoop op het bezit van een buiten verblijf en een auto. Hij had aardige kamers, 'n goeie kleermaker, frequenteerde wezenlijk nog al chique restaurants en bracht zooveel van zijn vrijen tijd als hem maar mogelijk was door op het vasteland. Het was, het kan niet geloochend worden, Van Noorden die de verontwaardiging van eene over de middaghoogte harer schoonheid heen gerezen maanzieke oudere lady gaande gemaakt had door aan haar wensen op heur album zijn plezierigste en onplezierigste bezigheid in te vullen aldus te voldoen: a. Vertrek uit Engeland, b. Thuiskeer. Op veertigjarigen leeftijd werd hij ernstig verliefd. Hij was een weinig een eenzelvig man, schpon hij in lyricis een voorliefde toonde tot stramienen als deze: Mija He niet hier, en London is een uitgestorven stad", en hij vocht tegen de verzoeking als een dapper man. Violet was jong, bekoorlijk en zong zijn ballade met een gevoelvol be grip de strijd was al te ongelijk. Hij nam van de teekenaarster naar de juiste lijn van iet levend gebaar, doet haar, ondanks de bijna sprookjesachtige fragiliteit van haar werk, iets scheppen, dat ziel heeft. Ik wil niet beweren, dat zij altijd geluk kig is, vooral haar enkele figuurtjes zijn wel eens misteekend^ maar de groote prenten in dit boekje zijn van een fijne rratie en kostelijke doorwerktheid. De verhaaltjes van Jacqueline Bles zijn al bijzonder aardig. Deels anecdotisch, deels ernstig, zijn zij aan de werkelijkheid zelf beluisterd en met levendigheid en verve verhaald in een voor kinderen van negen en tien jaar uiterst toegankelijk proza. De strekking is niet voorop gezet paedagogisch, maar de invloed van deze vertellinkjes kan niet anders zijn dan goed. Een boekje om veel kinders gelukkig mee te maken. HESSEL JONQSMA ? * * Ingezonden PREDIKANT?KLETSMAJOOR Misschien zullen er zijn, geachte heer Redacteur, die het versje van Peer Waar nemer erg leuk vinden, maar zeker zullen :r velen zijn, die het weinig gepast achten. Het woord Kletsmajoor heeft nu eenmaal een ongunstige beteekenis. Noch advocaat, noch predikant, noch iemand anders zal het vleiend vinden met dat woord aangesproken of betiteld te worden. Het is zeker allerminst waardig, mannen als onze veldpredikers, een Bakker e.a., die stellig nuttig werkzaam zijn, al lijkt mij hun majoorsrang in strijd met de roeping van predikant op den lak te nemen. Er zal natuurlijk wel een gevat antwoordje op dit mijn protest gevonden worden. Dit zal evenwel niets afdoen aan mijn meening hoe mijn collega's er over denken vPeet ik niet dat Waarnemer's dichtsel beter in Ie pen gebleven ware. Het is niet geestig, iet sticht niet en het verhoogt in geen geval het prestige van onze veldpredikers, integen deel, 't kan aan hun arbeid en invloed afsreuk doen. En dat betreur ik! l F. W. DRIJVER, predikant 9 * naars en ach hoe vaak zijn ook deze in schrift en prent geplaagd, geprikkeld en gekieteld! De humor is geen vaderlandsche vrucht. In het paradijs van sommigen ook predikanten hangt ze aan den verboden boom. Kan dit niet veranderen ? RED. Naarden, 15-11-14. i Geachte Redactie, Vergun mij u, naar aanleiding van het gedichtje Vraag en antwoord", van Peer Waarnemer in uw N°. van verleden week, ook een vraag en antwoord toe te zenden. Mijn vraag dan is: Waarom hebt u dat versje, zij 't gedeeltelijk opgenomen, indien 't u toch al te ver ging? Mij schijnt dit 't juiste antwoord te zijn: omdat het u tóch wel heel aardig en fijntjes ondeugend voorkwam. Ik meen evenwel, dat 't meer is dan een grapje, dat de goeden zich niet behoeven aan te trekken, ik meen dat 't een scherpkwetsênde zoogenaamde geestigheid is, die den geheelen stand treft. De predikanten zullen zich niet verwaardigen zich tegen de benaming kletsmajoor" te verdedigen. Zij zijn ook te zeer gewoon immers opnieuw het mikpunt te zijn van minachtenden en scherpen spot. Maar niettemin moeten zij telkens die scherpe speldeprikken verduren. De vervaardiger van dat versje kent de predikanten en hun werk niet en zoo hij ze al bij ervaring kent, die dien voor hen ge kozen naam verdienen, dan is hij met zijn hekelende, generaliseerende woorden in hooge mate onbillijk tegenover den geheelen stand. Tegenover zijn geringschattend oordeel wil ik, die de predikanten wél keu, het mijne stellen, dat ook het getuigenis is van zeer velen: Aan de predikanten heb ik voor den opbouw en de versterking van mijn geestelijk leven zeer veel te danken. Met dank voor de plaatsing, Zeist, hoogachtend, 15 Nov. 1914 G. A. HOEVERS Wat heeft de werejd al niet te danken aan dokters (door Molière gecaricaturiseerd), wat dankt ze niet aan staatslieden en kunsteiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiMiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiii haar tot vrouw en betrok een landhuisje te Dulwich; en indien de schuimers niet zoo talrijk geweest waren in de muzikale wate ren, mogelijk is het, dat hem het berouw zou zijn bespaard gebleven, zelfs in die voorstad, waar een drukkende stilte heerschte als op het Vredehof. Populaire muziek schrijven in een land waar de gestolen buit vrijelijk voor de vitrines der winkels te koop mag geboden worden, brengt geen hammen op de plank; en om 'n huishouden te bekostigen waren de eigen middelen van den componist maar krapan toereikend. Er waren niet vele half-jaarlijksche couponnetjes-dagen verschenen, of hij had in gezien dat zijn trouwen een even groote stommiteit was geweest als,z'n keuze van zijn. beroep. Hymne en Hymen!" zuchtte Van Noorden langs de lange, droevige en leege straten van Dulwich. Wat 'n goeie boel had 't bij me kunnen zijn, als maar Hymne en Hymen me uit den weg waren gebleven?" En dan trof het zijn door de beproevingen minder stüurvasten geest, dat beide onspoeden van zijn leven aanvingen met een H. Er zijn menschen die hieraan geen beteekenis gehecht zouden hebben; maar Otto van Noorden behoorde niet tot hen. Hij zeide, dat het vreemd was, op z'n minst genomen, dat een booze invloed te duchten was van de H.'s, dat hij wijs zou doen zijn ooren niet dicht te stoppen voor de waar schuwing in die letters vervat. Ja, dat zou hij zeker! Indien een derde rampspoed dreigde, het was buiten kijf, dat er stafrijm zou te constateeren wezen tusschen de drie. De H. was ongetwijfeld een aanvangsletter met een verborgen, hem noodlottige kracht, die hij best te ontwijken had. Vanaf dat opgenblik werd hij onrustig zoodra er in zijn nabijheid gesproken werd van dingen aanvangende met een H. Hij huiverde bij het uitspreken van den naam Heligoland, schoon niet om redenen van maritiem-strategischen aard, en ook het hoerra-geroep had voor zijn ooren bij-klanken van geruisch die den zuiveren jubeltoon overstemden. Weer waren, vele rente-vervaldagen ge komen en gedaan zonder groote lotsver anderingen in het leven van Otto van Noorden aan te stichten. Achtbare burgers gingen voort de hem ontstolen muziek te koopen, zijn persoonlijk vermogen was nog altijd Albion Als merkwaardig bewijs, hoe zelfs een man als vön Possardt, die toch de verzachtende hand van het internationale kunstleven over zijn psyche heeft voelen gaan, in 't begin van den oorlog alle critiek en dichtkunst! kwijt was, zendt een lezer ons dit knipsel uit een der Duitsche Tijdschriften: Ja, edler F r e n c h, Was glaubst Du, Mensch? Hier kampfst Du nicht mit Buren; Heran mit Deinem Söldnerheer! Ob 100.000 oder mehr, Du stöszt auf deutsche Spuren. Dein gallischer Kumpan? O Gott, Der ISszt Dich zieh'n mit grimmen Spott, Und ob auch Onkel Joffre Nun packen musz die Koffer, Um Platz zu machen Monsieur Pau, Der zeigt uns nachstens irgendwo Den Namen d o p p e 11 und musz so Sich schamhaft heimwarts trotten. Nur treu vereint, Du Deutscher Aar Mit Bayerns Löwen! Sieghaft Paar, Du jagst des Feindes .Rotten. Und eh die Mondessichel bleicht Hat unser Heer das Ziel erreicht, Wie's seiner Kraft beschieden; Und wieder an der S. ein e Strand Diktiert Euch deutsche Eisenhand Nach Sieg auf Sieg den Frieden. M n c h e n, 28 Aug. 1914. ERNST v. POSSART Logica Dezer dagen ontvluchtten twee geïnter neerde Duitsche officieren, die hun woord van eer hadden gegeven zulks niet te zullen beproeven. Een Duitscher, die een belofte schendt, is een novum. De Duitsche gezant, van 't geval verne mende, telegrafeerde dan ook: Het is niet waar. Een Duitsch officier breekt zijn woord niet. Ieder stond intusschen paf. De regeering ook. Ten einde herhaling te voorkomen gaf men nu den Engelschen officieren hun woord terug, en zette de heeren op hoofsche wijze achter de tralies. Hetgeen hoogst vermakelijk is. Vooral voor de Engelsche officieren. H. K. * ? ? Nieuwe Uitgaven Mr. H. PH. 'T HOOFT, De student Beets, 55 pag, Haarlem, De Erven Bohn. Moederschap. Sexüeeleethiek doorMARTiNE G. KRAMERS, LOD. v. MIEROP, dr. J. RUTGERS, TlTIA V. D. TUUK. CH. CARNO-BARLEN, C. C. A. DE BRUINE-V. DORP, EST. H. HARTSHOLT-ZEEHANDELAAR, W. DRUCKER, J. C. DE BRUINE, M. COHEN TERVAERT-ISRAËLS, G. KAPTEIJN-MUYSKEN en mr. S. VAN HOU TEN. Brochure uitgegeven door het nationaal comitévoor moederbescherming en sexueele hervorming, 158 pag. Prijs ing. f 0.75, geb. f 1.10. Almelo, W. Hilarius Wzn. J. H. SPEENHOFF, In de forten. Overste Speenhoff en zijn adjudante gemobiliseerd in de forten. Geïllustreerd, 48 pag. Rotter dam, W. L. en J. Brusse. W. J. E. H. M. DE JONG, Hoe betalen wij onze oorlogslasten? f 0.25. Rotterdam, W. L. en J. Brusse. Morks1 beroepsbibliotheek", No25:J. J. HOFMAN»Apotheker en Apothekersadslstent. Prijs f 0.50. Dordrecht, C. Morks Cz. Englands rel bij het uitbreken van den even schraaltjes, en Dulwich even triesterig en naargeestig gebleven. Dan, nadat ge durende drie jaren het wereldsch beloop was voortgeschreden met een regelmatig heid aan die der pendulatie van de aarde gelijk, en het Londonsche roet nog weer vettig wies, stond hem een zoon geboren te worden. De moeder van zijn kind had een naam uitgekozen voor het wicht, die hem ontstellen deed: Habakuk, naar eenen vermogenden, kinderloozen oom. Maanden te voren had onze componist hare argumenten met grooten tact bestreden. Hij besefte heel wel dat zijn oppositie on redelijk moest schijnen en haar gevoelens kwetsen zou. Het was een naam, verklaarde hij nader, meer geschikt voor een baardigen ouder , dan voor een poezeligen zuigeling. Aannemend, dat het kind, naar zijne moeder, met een gevoeligen aard begiftigd zou zijn, werd hij door dien naam tot eene jeugd vol onnoembaar wee veroordeeld, daar zoodra hij naar school ging. Habakuk" wel spoe dig veranderd worden zou in: Haverkoek, Halvebroek, Sjamberlook" en wie weet welke andere nog ergere naamverdraaiingen. Dit laatste argument scheen zijne uitwerking op het moederlijk gemoed niet te missen, hare opgen vulden zich met tranen, en als zij haar echtgenoot dank zeide haar ke reltje" het verdriet van hare onachtzaam heid te hebben bespaard, was de verade ming van de componist grooter dan menschen, die met voorgevoelens spotten, zien inden ken kunnen. , Dit was de eerste H., die hem sedert hij de omineuze beteekenis van de letter had beseft, had bedreigd, en tot aan November was er niets geschied, dat de vermelding zou waardig zijn. Maar op een dag in ge noemden maand, toen een roze- en- witte wieg de komst van den nieuwen wereldbur ger reeds te verbeiden stond, ontwaakte de heer des huizes met een gevoel in zijn keel alsof er een bikkel in zijn strottenhoofd zat. Hij repte er niets van tegen zijn vrouw maar het ontbijt smaakte hem door het moeilijk slikken zoo slecht, dat hij de meid naar Dr. Lachlan zond met het verzoek in den loop van den dag even aan te komen. Ik weet niet wat er met m'n keel scheelt, Lachan", zeide hij maar als 'k niet beter wist zou ik zeggen dat ik vannacht 'n knik ker heb ingeslikt." zuoen eri WOLLCH STOFFCK BLOUSES en jAPormen G e SCHIET VOOR. ST.NICOLAAS FAMTAISie ARTIKCLCN BOCKCN 6tt KALCNDCRS MCTZ&CO AMST6RDAM sGRAVCHHAGe N.Y.Maunfacturenmagazijn Het Anker" uitsluitend gevestigd: 49 Teenestraat en Heulstraat 27, den Haag. SPECIALITEIT IN WITTE GOEDERE KT, UITZETTEN EN UITRUSTINGEN* Wollen en Katoenen Tricotgoederen van de bekende merken. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie boschrfjke terreinen. Spoor,Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet. RANDS ? VWS: E :Clf AMP A O N Saut.ér &#olfs; Maastricht. IIIMIIIMimillHIIIIIIIIMMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIimilllHIIIIMIIIIIMIIIIIIIIHHIIIIIIII Wereldstrijd. Een kritische studie van de officieele stukken, in het bijzonder door Engeland gepubliceerd, 58 pag., f 0.25. Amsterdam, Johannes Muller. Pro en Contra", serie IX, No. 6: De nieuwe richting in de Strafrechtwetenschap. Pro: Mr. J. H. POLENAAR. Contra: Mr. R. v. D. MEIJ, f 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij. Uit Zenuw- en Zieleleven", serie III, No. 10: H. J. LEENDERTSZ, De waarde van kindergetuigenis in foro, f 0.40. Baarn, Hol landia-drukkerij. Onze Groote Mannen", serie I, No. 7: Dr. P. J. MULLER, Willem van Oranje, f 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij. Mr. G. KELLER, Het Panamakanaal, 180 pag. Amsterdam, L. J. Veen. Prof. dr. H. BRUGMANS, Het huiselijk en maatschappelijk leven onzer Voorouders, afl. 17. Amsterdam, Mij. Elsevier." S. ABRAMSZ, Lezen en genieten, 1/V1II. Prijs: deel l, 2, 3. 30 et., deel 4, 5, 6, 35 et., deel 7 en 8, 40 et. Zutfen, P. van Belkum Azn. Laat ik maar 'ns zien," zeide de chirurg. Aha. Neen dat is niet van vannacht, 't Is oud zeer, amice!'' Ernstig?" Neen. Nog niet. We zullen het wegnemen. Wegnemen?!" herhaalde van Noorden. Wat beteekent dat, wegnemen ? Toch niet opereeren? Zou je niet denken, dat een krachtige gorgeldrank...! Nee, -nee; we dienen te opereeren.'' zei Dr. Lachlan. Laat ons zeggen, overmorgen. Ik zal in dien tusschentijd voor een en anaestheticus en een zuster zorgen." Maar dan is 't ernstig, 'n Operatie'' sta melde de ongelukkige componist klein. Zal ik 't 'r doorhalen? D'r blijven zooveel men schen in 'n operatie. Je hoort altijd, dat de operatie prachtig is geslaagd, maar dat de patiënt de volgende dag overleden is. Wat heb ik dan. Wat mankeer ik?" Verharding van de huig." Groote god" riep Otto v. Noorden uit het begint met een H." Hij was nu grootelijks ongerust. Hij was ongerust ook dat Violet van het onplezierige nieuws schrikken zou, wier toestand de grootste voorzichtigheid gebood. Evenwel op den morgen van den vastgestelden dag was Mevrouw onbekwaam uit bed op te staan en de noodzakelijke toebeireidselen werden getroffen buiten haar medeweten om. In een kamer der eerste verdieping ver beidde Mevrouw in vreezen en hopen de blijde gebeurtenis; op een kamer der tweede verdieping harde mijnheer, starend in een verschiet, dat al donkerheid geleek, de ko mende ijselijkheden. Weinig situaties konden strijdiger zijn met de huislijke rust, weinig omstandigheden daarom ongunstiger voor de operatie. De eerste, die zachtjes aan de deur der tweede-verdieping kamer tikte, was de zuster. Goeden morgen, zuster" zei van Noorden. Er is nog niemand. Maak 't u vast maar gemakkelijk." Dank u" zei de zuster. En zij voegde eraan toe op een toon, die van veel mede gevoel sprak. Hoe ongelukkig, dat 't zoo alles bij elkaar komen moet." Lachlan kwam binnen vroolijk alsof het een veldcollation gold. Wel, hoe voelen we ons van morgen ?" vroeg hij opgeruimd ? Komaan, da's goed. Je zal blij zijn dat je 'r toe bent overgegaan als 't gebeurd is; iiiiiHiiliiiiiiiiiiiiiililiiiiimiiiiimiiijiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Correspondentie Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uitbetaling van het honorarium e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Men gelieve bij opgave van adres veranderingen te vermelden of deze van blijvenden of van slechts tijdelijken aard zijn. Bovendien geve men niet alleen de nieuwe maar ook de oude woonplaats op. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, wende men zich uitsluitend tot de REDACTIE en uitsluitend Keizersgracht 333. Om teleurstellingen te voorkomen is het gewenscht, dat de inzender iederen keer, dat hij een bijdrage zendt zoowel op zijn brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres duidelijk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag in postzegels toevoege (los in den brief) indien bij niet-plaatsing terugzending ver langd wordt. iiMiiiiiimiiiiiiiii je zal je boel beter voelen. Ah, daar is m'n assistent. Goeie morgen, Majoor! Uh, dr. Majoor, aangenaam!" mompelde de componist op zwakken, aarzelenden toon. Reeds had de slaapkamer 'n vreemd aanzien voor hem -gekregen, het aanzien van een ziekenhuis. Doeken en vlesschen schenen door een onzichtbare hand op het opper vlak der meubels te zijn neergelegd ge worden. Lachlan stond helder vocht uit flesschen in kommen te gieten, en Majoor haalde uit een tasch geheimzinnige ustensilia, die hij op de toilettafel neerzette. De paraphernalia namen in omvang en uitge breidheid onverpoosd toe en de zuster bouwde voort aan stapels witte lakens, terwijl zij er in slaagde telkens nieuwe kruiken warm water aan te dragen, zonder zichtbaar de kamer te hebben verlaten. Nou het bed, zuster" zei Lachlan en zij verschoven het naar het midden van de kamer. De anaestheticus voelde den patiënt de pols, en ausculteerde dan het hart; en van Noorden scheen voor het eerst de waarneming te doen, dat het patroon van zijn behangsel een samengesteld ontwerp was van bleek-roode paddestoel- en zacht groene pieterselie-motieven. Een benauwend kapje werd over neus en mond geplaatst. Hij voelde zich op eens zeer hulpeloos en kinderachtig. Het ver vluchtigde gas A. C. E. had een verstikkende uitwerking op hem en zijn hart begon te slaan of het aanstonds zou breken. Hij gaf Lachlan 'n angstig noodsein en deze knikte. Van Noorden glariede machteloos hij hield zich overtuigd het slachtoffer van een dokters flater te zijn, hij wist dat dit pom pen van zijn hart te geweldig was om zon der gevaar te zijn. Nu begon er een gebulder in zijn ooren. De stommelingen waren 'm aan 't vermoorden en hij was, genarcotiseerd, niet in staat tot zelfverdediging, 'n Oogenblik was hij wit van angst, en dan vloeide een apathie, die hij voor moed hield, hem lauw door de leden; het verbaasde hem met welk een stoicijnsche geesteskalmte hij den dood aanvaardde. Ja, inderdaad hij was lustenloos l En per slot van rekening was het niet onaangenaam. Het kwam er niets op aan. Het kon hem in het geheel niet schelen. Het kon hem hoegenaamd niet het geringste schelen. (Slot volgt.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl