De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 6 december pagina 10

6 december 1914 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VO OR NEDERL AN D 6 Dec. '14. No. 1954 De nijvere Bertha" llllimillllllllllMIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIlllllllllMIIIIIIIIMlIIIIIIIIM schuldvorderingen op korten termijn ver bonden zijn. Niemand weet of kan zelfs bij benadering voorzien, hoe lang de tegenwoordige oor logstoestand zal duren en evenmin, welke de internationale financieele en oeconomische verhoudingen zullen zijn, nadat uitputting van meerdere of wellicht alle oorlogvoe rende partijen tot het sluiten van vrede dwingt. Met die onzekerheid voor obgen, zoude het erger dan roekeloos zijn van den eenen dag op den anderen te leven en moe ten er voorzieningen getroffen worden, die ons althans op financieel gebied voor geruimen tijd onafhankelijk maken van de wisselvalligheden van den tegenwoordigen toestand. Daarom is het voorstel van de regeering, die eene leening wenscht te sluiten, waar van de aflossing over 15 jaren verdeeld is. maar die indien de omstandigheden gunstig zijn na drie jaren ten allen tijde kan worden afgelost, een daad van voorzichtig financieel beleid. Het komt mij zelfs voor, dat de regeering in dit opzicht niet ver genoeg gegaan is en het nog juister zoude zijn in het leeningsplan niets anders omtrent de aflossing te bepalen dan dat zij in de eerste drie jaren niet mag plaats hebben. Mochten de omstandigheden in dat tijds verloop zoo zeer verbeteren, dat aan het denkbeeld van eene oorlogsheffing uitvoering kan gegeven worden of dat de toestand der geldmarkt de uitgifte van eene leening van lager rente-type veroorlooft, dan is daarmede in het ergste geval niets verder verbeurd dan dat de Staat gedurende een jaar of ten hoogste een paar jaar Vs of wellicht l pCt. te veel betaald heeft. Maar daar staat het groote voordeel tegenover, dat bijaldien de toestand niet verbetert en nog meermalen een beroep op de geldmarkt moet gedaan worden men niet gedwongen is uit de eene hand groote bedragen voor aflossing te betalen, terwijl met de andere hand weer op meer bezwarende voorwaarden geleend moet worden. Wat de voorgestelde wijze van dekking aangaat, wil het mij voorkomen, dat de oppositie op stevigeren bodem staat en acht ik de oplossing in het wetsontwerp geens zins eene gelukkige. Trouwens de minister doet het in de toelichting duidelijk uitkomen, dat indien hij het op dit moment practisch mogelijk had geacht aan zijne eigen denk beelden ten aanzien der belastingpolitiek uitvoering te geven, het ontwerp er geheel anders zoude uitgezien hebben. De vraag mag echter gesteld worden of de minister in zijn zucht om den binnenlandschen politieken wapenstilstannd niet te verstoren, te ver of misschien niet ver ge noeg gegaan is? Het wil mij voorkomen, dat de zoo hef tige tegenstand had kunnen vermeden wor den door de wijze van dekking geheel los te maken van het voorstel tot het sluiten eener leening. In den regel wordt toch in een leeningswet niet de wijze van dekking van rente en af lossing vastgelegd. En zeer terecht; want niet de leening schept de meerdere lasten, maar het voteeren van de uitgaven, die tot de leening aanleiding hebben gegeven. Bij het aanvragen dier uitgaven is het de plaats om over de middelen tot dekking te spreken en niet bij het leeningsplan, dat slechts een uitvloeisel van vroegere besluiten of zooals thans van een buitenge wonen toestand is. Daarom zoude het uit practische overwe gingen m. i. raadzaam zijn alsnog de wijze van dekking los te maken van het eigenlijke leeningsplan. Dan kan dit laatste op zijne eigene mérites behandeld worden; dan zal er hoogstvermoedelijk bij niemand bezwaar bestaan, zijn stem te geven aan het sluiten van eene permanente leening, met dien ver stande, dat deze behoudens een betrek kelijk gering aantal jaren ten allen tijde mag, maar niet behoeft afgelost te worden. En dan kan het debat over versterking der middelen uitgesteld worden tot een meer opportuun moment, wanneer de ge volgen van de tegenwoordige wereld-conflagratie op den oeconomischen toestand van land en bevolking in hun geheel kunnen overzien worden. Dan zal ook kunnen over wogen worden of eene buitengewone heffing in eens moet gevorderd worden, maar dan ook zal men met meerdere kennis van zaken kunnen nagaan of beperking van uitgaven niet mogelijk is. Reeds boven is er met een enkel woord op gewezen, dat niemand op dit oogenblik voorzien kan, welke de financieele en oeco nomische gevolgen van dezen oorlog kunnen zijn. Ofschoon mijn verwachtingen in dit opzicht niet al te hoog gespannen zijn, mag toch de mogelijkheid niet over het hoofd gezien worden, dat het einde van dezen oorlog zal kunnen leiden tot eene aanmerkelijke.?Hnkrimpiflg van de zoozeer opge dreven uitgaven voor leger en vloot. En wanneer de groote mogendheden noodgedrongen in deze richting voorgaan, zullen de kleinere maar al te dankbaar volgen. J. D. SANTILHANO P.S. Het bovenstaande was reeds geschre ven en gezet voor dat het afdeelings-verslag van de Tweede Kamer over het leeningsontwerp verschenen was. Nervus rerum Geld is de ziel van de negotie, vooral in oorlogstijd. Hoe meer de rijksbuidel, d.i. het bank-instituut van den staat, dan van goud is voorzien, hoe beter. Duitschland had daarvoor in tijds gezorgd door zijn steeds voorradige 100 millioen rijksmark in den Julius-Thurm, zijn weer belasting van n milliard en daarna zijn groote oorlogsleening. Minder voorbereid was Engeland: de goudvoorraad van de Bank of England, de Britsche staatsbank, daalde dan ook in de eerste week van den oorlog met meer dan 25 pCt., nl. van 38.131.544 tot 27.622.069, onder den indruk van de paniek, veroorzaakt door de politieke om standigheden en de verhooging van het disconto tot 8, later zelfs tot 10 pCt.. waar mede groote goud-onttrekkingen, resp. in wisseling van bankbiljetten in gouden specie, gepaard gingen. Lang duurde echter die zorgwekkende toestand niet, zooals uit de volgende cijfers, den wekelij kschen goud-voorraad der Bank van Engeland gedurende de eerste 3 oorlogsmaandea vermeldend, kan blijken: 6 Augustus 27.622.069 13 33.014.629 20 37.959.849 27 43.473.412 3 September 47.772.712 10 47.508.429 17 48.720.492 24 51.673.059 l October . 52.916.604 8 . 56.756.912 15 . 59.235.390 22 . 60.062.756 29 . 61.872.740 In de eerste weken had de bank-directie als veiligheidsmaatregel haren goud-voor raad beschermd door hooge rente, een maat regel natuurlijk steeds van ongunstigen invloed op geheel het economisch leven. Maar al spoedig waren de maatregelen ge troffen, die een verlaging van de rente tot 6 en daarna tot 5 pCt. mogelijk maakten, waarvan met iedere week het gunstig resul taat toenam. Na 6 Augustus 1.1. ging de metaalvoorraad der Bank van week tot week het' kleine verschil op 10 September buiten beschouwing gelaten vooruit. Einde October 1.1. bedroeg de goudvoorraad bijna 61 ?s millioen pd. st. d. i. vergeleken met het cijfer van 6 Aug. bijna eens zooveel. Met dit cijfer van 61^ millioen heeft de goudvoorraad een hoogte bereikt als nooit te voren, want zelfs in 1896, toen de Bank van Engeland over den grootsten metaal voorraad beschikte, wees deze het cijfer van 50 millioen pd. st. nog niet aan. Afgescheiden van den invloed van een meer kalme stemming, die zich na 6 Aug. 1.1. allengs in Engeland openbaarde, droeg ook tot dezen aanzienlijken goudvoorraad van de Bank bij het in Zuid-Afrika en Australië geproduceerd en aldaar voor rekening der instelling in bewaring gehouden goud. Voorts werd voor hare rekening uit de Ver. Staten van Noord-Amerika rechtstreeks goud naar Canada uitgevoerd, daar men het geraden achtte met het oog op de gevaren, waarmede de scheepvaart was bedreigd, voorloopig geen geel metaal naar Londen te transporteeren, Vermoedelijk zal men dezen maatregel gedurende het verdere verloop van den oorlog bestendigen, zoowel in het belang van den Bank zelve, als in dat van de met haar bevriende circulatie-banken, aangezien het tenslotte onverschillig is, waar het goud is gedeponeerd en op deze wijze de aan het heen en weer zenden daarvan vejbondene transportkosten, assurantie-pre mie's en verdere onkosten kunnen worden bespaard. Het zou anders in de dagen, waarop de Emden" en andere stoutmoedige Duitsche oorlogsbodems van zich deden spreken, voor deze wél der moeite waard zijn geweest, terloops zulk een buitenkansje mee te nemen en in veilige haven te brengen, maar dit wilde de bank-directie blijkbaar maar liever voorkomen. Behalve de 61% millioen pd. st., die de Bank of England zelve in voorraad heeft, zijn bij haar ook nog 8Vs millioen pd. st. gedeponneerd voor zekerheidstelling en aflos sing van kleine banknoten van Vs en l pd., door de schatkist uitgegeven en waaryan thans ongeveer 31 millioen pd. st. in omloop zijn. De Bank heeft de bevoegdheid, tot een bedrag van circa 18 millioen pd. st. aan bankbiljetten uit te geven, zonder dat daar voor metaaldekking behoeft aanwezig te zijn, terwijl het meerdere der biljetten-uitgifte daarentegen ten volle moet zijn gedekt. Zij had einde Juli 1.1. 29,7 millioen pd. st. aan biljetten in omloop, welk cijfer einde Octo ber 1.1. tot 35.11 millioen is gestegen, een met het oog op de omstandigheden zeker niet onrustwekkende uitbreiding van de biljetten-circulatie. Na .het uitbreken van. den oorlog werd aan de Britsche regeering een oorlogskrediet van 100 millioen pd. st. toegestaan, alsmede verdere kredieten tot een bedrag van 105 millioen pd. st. voor verschillende andere doeleinden. De eerste 100 millioen zijn reeds verbruikt. Onlangs heeft het parlement een leening van 350 millioen pd. st. goedgekeurd, welk bedrag bij de inschrijving ruim volteekend werd. De oorlogs-uitgaven werden gedekt door uitgiften van schatkistbiljetten, als volgt: emissie van verva'len gevr. ingeschr. emissie van -n igifj jn milljoenen 19 Augustus 22 Februari 15 42.11 26 28 15 40.19 16 September 19 Maart 7,5 24.56 16 19 September 7.5 22.49 7 October 10 April 15 30.49 21 24 15 43.16 Van de uitgifte van 16 September 11. heeft de helft een looptijd van een jaar, de andere helft is evenals de overige emissiën na 6 maanden terugbetaalbaar. Sedert zijn nog 15 millioen schatkistbiljetten bij open bare inschrijving en 7.1 millioen ondershands geplaatst, te zamen dus 97.1 millioen pd. st. De rente, tot welke deze uitgiften ge schiedden, varieert van 2.9 tot 3% pCt. Zoo noodig, kunnen deze uitgiften bij verval worden vernieuwd. Aan het voor den oorlog benoodigde geld, zal het Engeland niet spoedig ontbreken. In de afgeloopen maand is de goudvoor raad nog verder en in niet onbelangrijke mate toegenomen, zooals uit de volgende wekelijksche opgaven kan blijken : 29 October. . . 61872.740 5 November. . 69474.113 12 . . 69.280923 19 . . 72.570.142 26 . . 72.222.932 4/12 '14 V. D. S. * * * George van Raemdonck Tot de Belgen, die uit vrees voor Duitschlands heirscharen begin October hun toe vlucht zochten op onzen bodem behoort ook de jonge kunstenaar George van Raemdonck. Een man van begaafdheid en vernuft is die 26-jarige leerling van den Belgischen kunstenaar Franz Courtens, die hem aan de koninklijke academie voor schoone kunsten te Antwerpen inwijdde in de geheimen der schilderkunst. Van zijn begaafdheid en vernuft geven de beide in dit nummer opgenomen teekeningen van zijn hand een goede getuigenis. De ernstige schets is een indruk van de droeve figuren, die met hem huis en haard ontvluchtten, toen Antwerpen met een bombardement van het zware vestihggeschut werd bedreigd en de granaten reeds in de stad vielen. En dat de humor hem toch nog niet heeft verlaten, bewijst zijn charge van het veelbesproken Duitsche 42 centimeter-mortier, zoo typisch door de Duitschers zelf met den spotnaam de nij vere Bertha" gedoopt. f de caricatuur eenige gelijkenis heeft met mevrouw Bertha von Bohlen und Halbach-Krupp, weten we niet, maar het karakter van de nijvere vrouw heeft van Raemdonck aardig getypeerd. En daarbij bewondere men de nauwkeurige behandeling van al de satyriek-symbolieke versieringen van Bertha's kleedij. Werk van den schilder-teekenaar, die er aan denkt zich voor goed hier te lande te vestigen, wordt op het oogenblik tentoonge steld |in den Larenschen kunsthandel en de dagbladen, die er melding van maken, laten zich zeer gunstig uit over den artistieken aard van zijn arbeid. Inbond van Tijdschriften Groot ? Nederland, Dec. '14: Top Naeff, W. G. van Nouhuijs. Cyriel Buysse, Plus-que-parfait. Annie Salomons, Terug blik. Laurens van der Waals, Rondeel. Joannes Reddiagius, Gedichten. Carry van Bruggen, Een coquette vrouw. Henri van Booven, Op Grau Canaria. Literatuur door Edmond van Offel. Drama tisch overzicht door J. L. Wa'chDe Gids, l Dec. '14: C. en M. SchartenAntink, Typen en curiositeiten. Dr. Charles M. van Deventer, Een boek van donkere tijden.?Dirk Coster, Een zielsbelijdenis. Prof. B. J. H. Ovink, Siegfried Lipiner. Dr. J. C. Bolt, Volkverzekering. Gerard van den Hoek, Een verlies. J. D. C. van Dokkum, Het eerste Nederlandsche Muziek feest (Rotterdam 1830). Prof. A. J. der Kinderen, Langs den ouden weg in nieuwe landen. Jan J. Zeldenthuis, Winteravond. Franck Gericke, Conservatieve gedichten. Prof. D. van Blom, Oorlog-economie. Aanteekeningen en opmerkingen. Buitenlandsch overzicht. Bibliographie. Register der in dezen jaargang behandelde werken. Vragen van den Dag, Dec. afl.: J. Reijenga, Bescherming van ons nationaal vermogen. Prof. Dr. P. van Geer, Tegen de Staats loterij. Balthazar Verhagen, Oorlog en Vrede in de poëzie. G. Bartelds, Leer plicht voor blinden. Polonus Viator, De Poolsche Vraag. Opwekking van electriciteit door eb en vloed. J. Oosthoek, De Zwaan. J. Daalder Dz., Over het trekken der vogels. E. D. J. de Jongh Jr:, Wan neer is het begraven in de kerken opge houden? R Casimir, Het nationaal karakter der voornaamste oorlogvoerenden. Bibliographie. Elsevier's geïllustreerd Maandschrift Dec. '14. Jan J. Buma, Anders Zorn. Elise van de Veluwe, Doodencultus. Theo de Veer, Tesuque. Herman Middendorp, Winterzon. Anni Salomons, Droeve liefde. K. van Munster, Kermis aan Zee. Emmy van Lokhorst, Phil's derde liefdedrama. Constant van Wessem, De vriendin. Emma van Burg, Te kort. Kroniek. Boekbespreking. Kinderspeelgoed. Oude kunst. Het stedelijk museum te Amsterdam. De Dierenteekenaar van de Poll. DAMRUBRIEK mmiiMiiiiiimiiiMiMiiimmiiMiiiiiMiiiimimiiiiiiiiiniiiiiMMi 12e Jaargang 6 December 1914 Redacteur: K. C. DE JONGE Van Woustraat 112", Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. BLADPROBLEEM VAN DEN REDACTEUR ZWART l 6 11 16 21 26 31 36 41 46! f// ' / 5. 10 15 20 25 30 35 40 45 50 WIT Op te lossen van het diagram, zonder bord of schijven. Van bladproblemen worden geen oplos singen ingewacht. De oplossing geven wij na 8 dagen. AAN DE DAMSPELERS Het is mij hoogst aangenaam aan de damspelers te kunnen berichten, dat aan mij de vereerende taak is opgedragen de damrubriek in dit blad voort te zetten. Voor de toezending van oorspronkelijke, nog niet gepubliceerde problemen, slagzetten, Enkele lepels daags sterken zenuwen en lichaam. 20.000 Artsen erkennen dit schriftelijk. InApothehen en Drogisterijen verkrijgbaar. BroehurM bij het Gen. Agentschap, Sarphatistr. 34, Atniterdam. combinatiën enz., houd ik mij gaarne aan bevolen en verzoek H.H. Secretarissen van damvereenigingen beleefd, mij zoo spoedig mogelijk alle damnieuws uit hun clubje melden. Het ligt in mijn voornemen binnen korten tijd een wedstrijd te organiseeren voor problemisten en oplossers, waaraan dan enkele prijzen zullen verbonden worden. Ik hoop en vertrouw dat deze rubriek, zoowel in den huiselijken kring als in de damver eenigingen met belangstelling^,zal worden gevolgd. IPROBLEEM No. l VAN DEN AUTEUR A. RAYMOND ZWART l 6 11 16 21 2C 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 WIT Stand. Wit: 23, 28, 29, 31, 33, 35, 37, 38, 40, 42, 43, 45. Stand. Zwart: 7/10, 12, 13, 17, 18. 20, 22, 25, 26. PROBLEEM No. 2 VAN DEN AUTEUR M. BLACHE l 6 11 ie 21 2C 31 3C 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Stand. Wit: 26/28, 31, 32, 35, 37, 38, 42/45, 48. Stand. Zwart: 6/8, 11, 13, 14, 16/19, 21, 23, 24. Oplossingen worden gaarne binnen 8 dagen ingewacht. N.B. Aan inzenders van problemen wordt beleefd verzocht deze op diagram te plaatsen met den stand der stukken en oplossing er onder aangegeven. Alle correspondentie wordt in de rubriek beantwoord, tenzij postzegel voor antwoord wordt ingesloten. * * * uiumiiiiminmiiiiiiimimii Belgische vluchtelingen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl