Historisch Archief 1877-1940
2
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
6 Dec. '14. No. 1954
i -i i i i
is", markeert^ het begin eener nieuwe
periode der menschheid.
, En wat wij Vrijheid [noemen die
Vrijheid die ons dierbaarder is dan het
Vaderland dat is de maatschappelijke
samenhang die 't meest overeenkomt met
dat universeele Recht, dat ons als Waar
heid 't allerdierbaarst is.
Het verlangen naar die vrijheid is een
eeven echt en waarachtig gevoel als de
gehechtheid aan ouders, stad, volk en
land. Dat verlangen was het dat rid
derlijke menschen dreef tot het strijden
bij vreemde volken. Zooals Lafayette
streed voor Amerika, Byron voor Grie
kenland, en de Hollandsche schilder
Thijs Maris voor de Parijsche Commune.
FREDERIK VAN EEDEN
? * ?
In het Wild
In het wild, met uw welnemen. Uit
hangborden zijn nu eenmaal in gebruik
en de gedachten en pluksels, die ik hier
verzamel, zijn in het wild gegroeid.
Op mijn beurt heb ik planken vol
boeken in mijne hersens zich laten uit
storten; heb mijn kennis laten afstempelen
met eenige diploma's, en ik vraag mij af
of de wijsheid niet welig is in het wild.
Ge hebt de wijsheid als den blik uwer
oogen en het gebaar van uw hand. En
gelijk de onwetende boer van nature wijs
kan zijn, geraakt ge tot inzicht, terwijl
ge op uw rug ligt en sigaartjes rookt.
Ik tokkel hier niet op het onbewuste.
Men krijgt er al genoeg van. Maar zij,
die nu eenmaal niet tot stellige studie
kunnen komen, mogen nu en dan be
merken, dat zij in begrip niet achterop
geraken.
Het is gevaarlijk, maar ook op straat
wordt ge mensch en spelende kunt ge
leeren. Er zijn er voor wie school en
academie zijn als de pianoles voorwien
geen oor naar muziek heeft. Zij vorderen
niet in geestelijke ontvankelijkheid en al
naar zij het geleerde vergeten, verliezen
zij het geestelijk opgespaarde. Er zijn er
ook, wier weten is een natuurlijke bron
en die kennis overal als het ware in
ademen.
De eerste hebben eer het vermogen
aan en in de wijsheid te pikken; de
andere brengen wijsheid, die zich in
hunnen menschelijken vorm in beweging
zet, voort.
ver dit verschil en beiderlei waarden
raken wij niet uitgepraat.
Als ik zeg flair en draai krijgt men
niet van den onderwijzer, dan zegt ge
mij om te lezen is het a, b, c noodig
en om te rekenen moet men kunnen
optellen en deelen. Ter snede. Ik ant
woord, dat het een quaestie is van geven
en nemen. Zonder voedsel kunnen wij
niet leven, maar al het voedsel ter wereld p
maakt niet vet zonder de gave van spijs
te verteren, spijs om te werken. Het
vermogen om te zien is een geschenk.
Oefening mag nog zooveel kunst baren,
maar niet die van te toondichten of leuk
te zijn of zacht van gemoed. Ik wil maar
zeggen, dat de school en de woorden
van anderen een zegen kunnen wezen,
maar gedachten gedijen ook met het
levende leven.
Ge zegt, dat ge aldus niet veel wijzer
wordt. En ge hebt gelijk. Ik zoek nu
mijn heil bij hen, die met mij instemmen.
Dat doen wij ten slotte alle of bij hen,
die het niet met ons eens zijn op die
punten, waar zij het wel met ons eens
zijn en wij besluipen hen dan aan den
toegevenden kant.
Eene meening krijgt een tegengestelde
meening zoo maar niet klein. Maar de
meening is niet alleen. Zij is uwe mee
ning of die van de juffrouw
twee-hoogachter. Zij heeft te maken met uw hart
en uw lijf. Zij raakt niet los van uw
geloof, uw zin, uw maag. Zij zit opge
scheept met uw begeerten, uw belangen,
uw buurt.
Wij zijn het er alle op enkele na wel
over eens, dat tweemaal twee op vier
neerkomt. Maar raken wij verder af van
de polen der wiskunde, dan noemt de
een wit, wat de ander zwart noemt.
Er zijn zieleherders de goe-gemeente
in naasten-liefde voorgaande, die dezen
oorlog als een weldaad ophemelen.
FEUILLETON
liMiiuimttiiMiiimniiiiiimmimmmmtim
DE TROOST
Een geschiedenis uit den grooten oorlog
van 1914
DOOR
BERNARD CANTER
Tot zijn vijf-en-dertigste jaar was dr. Erich
Gebauer er vast van overtuigd geweest, dat
hij niet, dat hij nooit zou trouwen. Hij kwam
uit een groot, arm Duitsch gezin, drie broers
en vier zusters en hij wist, hoe zwaar de
strijd geweest was. Vader en moeder had
den het leven van slaven geleid. Vader,
reiziger voor een Berlijnsch huis in con
fectie, was vijf-en-twintig jaren, pipnnier
geweest voor Berlijnschen handel en indus
trie in 't vijandig buitenland. En hij had
zijn huis" er ingebracht, zoodat zelfs in de
winkels te Nizza blouses als Parijsche snufjes
te koop hingen, die toch op de Hausvogtei
platz te Berlijn waren ontworpen en door
de huisnaaisters op de vierde verdieping
van de achterhuizen in 't noorden van de
stad waren gemaakt. Maar na die kwarteeuw
van dulden en verdragen, van vleien en
naar den mond praten, van restauratie
maaltijden en spoorwegcoupé-tocht, van
energie uitstraling en klanten-suggestie,
was vader op" geweest. Toen kwam de
tijd, dat moeder en de zusters mede gingen
werken, blouses ontwerpen en blouses naaien.
De een heeft zin in de moeder, de
ander in de dochter, zoo zegt de volks
mond. En zoo is der menschen meening
veelal een geval van smaak, van bloeds
omloop, van waar men woont, welke
effecten men heeft, hoe men heeft
geslapen.
Van al die zijden kan de meening
worden bekropen. Door al die achter
deurtjes komt de aanvaller toch binnen,
met geweld of paaiende.
De stoot richte zich dan ook niet op
de gezindheid, zooals zij zich bloot geeft
en kaal is in haar uitspraak. Men loopt
dan dood of doet de kibbelende kinderen
na, die volhouden, dat 't welles is. Ge
moet kringen beschrijven . als een gier
en de omtrekken verkennen. Snijd uit
wegen en toevoeren af en als het te pas
komt kleed de beschouwing uit, opdat
zij zich over hare naaktheid schame.
Loop daarbij vooral niet te warm. Is
het vleesch uitgesneden, dan blijft eene
formule over en men maakt zich ge
meenlijk toch niet kwaad op eene alge
braïsche oplossing. Ge kunt het er niet
bij laten zitten, dat uw vriend recht
noemt, wat gij meent krom te zijn. Het
is ook onze natuur, dat wij de aan
schouwing van andere tot de onze over
halen. Maar evenmin als het krijgsgebruik
is, de redeneering kracht bij te zetten,
door den debater een stuk hout onder
den neus te houden, heeft het pas harts
tocht in het geding te brengen. Bij
redetwist zijn de redenen als wapenen
gekozen en betaamt het niet driften en
gevoelens op den tegenstander los te
laten.
Trouwens voor hem, die koel wikt, is
de trefkans grooter en bovendien uwe
opvatting heeft haar reden van bestaan
te danken aan het tegengesteld oordeel.
Dus past dankbaarheid en deze reeds
maakt beredeneerd.
Ten slotte veel is, op de keper be
schouwd, gelijk de cirkel, even breed
als het lang is.
PETRONIUS
* *
Propos
In tijden als deze, kennen wij aan
feiten, die ons het zwarte minder zwart
doen zien, vaak eene beteekenis toe, die
hun naar eisch van logica niet toekomt.
Lezen wij, dat een schip gezonken"
is met eene bemanning van 800 koppen,
waarvan 15 gered zijn, dan houden wij
aan die vijftien geredden ons vast, om
niet met onze gedachten mét de 785
verdrinkenden omlaag getrokken te wor
den. En zólijkt dit voorval ons minder
droevig, dan het zinken van een schip
met eene bemanning van 785 .koppen,
die allen verdronken zouden zijn.
De brief van" een gewonde, die schrijft,
dat hij door den vijand goed verpleegd
wordt; de pertinente verklaring van een
burger, dat hij niet gefusilleerd is, zij
leveren geen bewijs, dat alle andere
gewonden door dien vijand of door
andere vijanden ook goed verpleegd
worden, of dat een ander burger, die
dood is en dus niets meer pertinent ver
klaren kan, niet is gefusilleerd.
Op n gebied dat van het volken
recht werd ons zelfs deze weldoende
begoocheling tot nog toe onthouden.
Daar hoorde men slechts van schennis
en miskenning.
Maar ook op dit gebied schijnt het
nu te dagen.
Toen het duidelijk werd, dat in het
verwoeste en leeggeplunderde België
dezen winter hongersnood zal heerschen,
vroeg men zich af of de veroveraar dan
de verplichtingen, die hij tegenover het
door hem geteisterde land heeft, in die
mate zou miskennen.
Nu komt het verlossende woord: Duitsch
land miskent volstrekt niet het volken
recht en juist in dit geval neemt
het de Haagsche Conventies met pijnlijke
zorg in acht. Deze verbieden namelijk een
leger NIET, al de voorraden en oogsten
in het bezette land in beslag te nemen;
en schrijven den veroveraar ook NIET
voor, de uitgeroofde bevolking in het
leven te houden!
Ontstaat er dus hongersnood in België,
zoo zal het zijn in volkomen eerbiediging
van het volkenrecht.
Zij sneden en borduurden en haakten en
naaiden en ontwierpen de blouses, zijn brave,
eerbare moeder en zijn vier brave, eerbare
zusters, van den morgen tot den avond,
bewerkelijke blouses, met veel stiksels en
strookjes en oogjes en alderdehand
prutserijen voor opzichtige deernen, die ze op
afbetaling kwamen koopen en in de voor
kamer als ze gepast of uitgezocht hadden,
de geur van dure odeurs, den reuk van haar
bedrijf, achter lieten. Hij had de vier zusters
zien verouderen, zachtjes aan als bloemen,
die op water gezet met lange stelen, het
lang uithouden, verflensend boven de bonte
kleuren van de lappen kunstzijde, waarover
zij gebogen zaten. En de deernen, die graag
veel praatten, veel vertelden, kwamen soms
met haar Brautigam" en ook heel vaak met
haar echtgenooten, haar mannen en zij von
den er een zekere triomf in tegenover het fat
soen der vier, tegenover het verzurend fatsoen,
te pronken met de mannen, die zij veroverd
hadden en ze kwamen als rijke vrouwen van
huizen-speculanten, eigenbouwers,
electriciens, auto-handelaars, bookmakers, helers,
soms ook wel van advocaten of weduwnaars
of mannen boven de vijftig jaar, nog altoos
naar het particuliere blouse-magazijn om te
tarten, te pronken, te bluffen met haar rijk
dom en haar opschik.
Erich Gebauer had van het met de blouses
verdiende geld, gestudeerd. Hij had geen
vlug hoofd, maar groote doorzettingskracht
en uithoudingsvermogen, het erfdeel van
zijn vader.
Toen hij vijf-en-twintig jaar oud, doctor
Ziehier een lichtpunt.
Anders zou voor den hongersnood in
België de deur slechts opengesteld zijn
op grond der Kriegsnotwendigkeit."
En dat zou toch werkelijk te onaan
genaam aandoen. SP.
? ? ?
Franc-tireurs
Onze militaire medewerker schrijft:
Hetgeen te Leuven, in mindere mate te
Mechelen en bij het begin van den oorlog
langs de Maas gebeurd is naar aanleiding
van het schieten van Belgische burgers op
Duitsche soldaten, is het meest afschuwelijke,
het minst doeltreffende van den oorlog. Daar
wij betrekkelijk aan het begin van den oorlog
staan, niemand kan voorspellen hoe 't af zal
loopen en of wij al of niet in het pleit be
trokken zullen worden, is het van belang
over deze quaestie een en ander mee te
deelen.
Wij doen dit aan de hand van het werk
van den generaal Den Beer Portugael over
oorlogsrecht, omdat dit vrijwel de algemeen
heerschende meening der Europeesche des
kundigen weergeeft.
Een buitengewoon gestrenge rechtspleging
kan in oorlogstijd noodzakelijk zijn. Een
ieder kan dit beseffen. Maar de toepassing
ervan, het zoogenaamde Standrecht is slechts
op grond van ernstig en dringend gevaar
te billijken en moet te voren zijn afge
kondigd.
Dit ernstig en dringend gevaar is voor
de zeer kwetsbare en levensbelangrijke
Duitsche verbindingslijnen door België, met
een zeer vijandige bevolking en door een
niet verslagen Belgisch leger in Antwerpen
op den rechterflank, zeker aanwezig. Van
het uitoefenen van een Standrecht blijkt
daarbij echter slechts in enkele gevallen,
waar verdachten voor Duitsche krijgsraden
in België en beter in Duitsehland zelve
verhoord worden.
Hetgeen echter speciaal te Leuven gebeurd
is, kan in het oorlogsrecht geen sanctie
vinden. De zoogenaamde solidaire aan
sprakelijkheid, er toegepast, is een kind van
den Napoleontischen oorlog. In 1806 werd
zij door Frankrijk en Pruisen ingevoerd,
werd door hen ook toegepast in Spanje en
is in 1870 door de Duitschers op hun beurt
in Frankrijk ten tooneele gevoerd;
Bazeilles wordt verbrand, wegens het schieten
uit dat dorp op de Beieren. Bij Chateaudun
was een Pruisische afdeeling door
franctireurs tegengehouden en daarom ging dat
dorp in vlammen op. Bij Ablis was een
vooruitgeschoven post Uhlanen door
franctireurs afgemaakt: het dorp werd
platgebrand. Omdat franc-tireurs de 'spoorweg
brug bij Fontenoy hadden opgeblazen, werd
het aan dat feit onschuldige Fontenoy vrijwel
verwoest. In het dorp Vaux was een Prui
sisch onderofficier vermoord. De overge
bleven bewoners, ten getale van 30, werden
in de kerk opgesloten en moesten uit hun
midden drie man als zoenoffers, die gedood
zouden worden, aanwijzen.
Dit verantwoordelijk stellen en bloc wordt
algemeen veroordeeld, omdat het voor de
veiligheid van het leger niet absoluut noodig
is, die, zooals zoovele oorlogen hebben
bewezen, met andere middelen kan worden
verkregen. Bovendien leert de ervaring
en België schijnt dit opnieuw te zullen
bevestigen dat het optreden van
nietstrijdenden als franc-tireurs, van mannen en
vrouwen vurende uit luiken en kelderopenin
gen, er niet door verminderd, integendeel.
Slechts bloedhaat en wraakdorst worden er
door aangewakkerd, waardoor terugkeer tot
den vredestoestand bemoeilijkt wordt en de
kans na den vrede op nieuwen oorlog, door
den opgewekten volkshaat er door stijgt.
Gijzelaars worden in den oorlog zoowel
aangeboden als genomen. In het eerste geval
zijn zij als een geboden garantie voor de
goede bedoelingen en geloofwaardigheid van
den betrokken bevolking, bijvoorbeeld be
treffende het betalen van een schatting. Zij
mogen echter worden genomen bij uiterste
noodzaak als voorzorgsmaatregel voor de
veliigheid der troepen en de rust in de be
zette landstreek. Gijzelaars moeten echter,
als krijgsgevangenen, humaan worden be
handeld en onder geen voorwendsel mag hun
het leven worden benomen. Het is dus in
strijd met het oorlogsrecht notabele burgers
als gijzelaars met hun leven of goederen
voor de veiligheid verantwoordelijk te
stellen.
Ten onrechte zijn in den
Fransch-Duitschen oorlog '7071 notabelen door de Duit
schers genootzaakt de militaire transporten
per spoor op de locomotieven mede te ma
ken. Van Duitsche zijde werd zij een gevolg
genoemd van de herhaalde vernieling van
spoorwegen, en ter kennis van de inwoners
gebracht, opdat deze zouden vernemen, dat
hun eigen medeburgers het slachtoffer van
de beschadigingen aan de spoorwegen zou
den worden".
in de medicijnen1 was geworden en zich te
Charlottenburg had gevestigd als specialiteit
voor huid- en geslachtsziekten, was hij lang
zamerhand in de praktijk gekomen.
En na een zestal jaren begon zijn praktijk
zoo waar een goudwinning te worden. De
blousefabriek werd met behulp van zijn
verdienste uitgebreid en weder uitgebreid
en de familie kwam tot welstand.
Nu hij de plicht voor zijn familie te zor
gen, niet meer voelde drukken, zoo waar
tilie, zijn oudste zuster, drie-en-dertig
jaar oud, huwde met een coupeur, die als
bruidschat een filiaal in het westen kreeg,
kwam de gedachte wel eens in Dr. Erich
Gebauer op, dat hij toch nog wel zou kun
nen huwen. Want hem werd veel gelegen
heid geboden en het was of de Berlijnsche
families en de Berlijnsche meisjes van zelf
begrepen, dat de jonge dokter met de groote
praktijk, niet anders dan een rijk meisje zou
kunnen trouwen.
Maar Erich had karakter. Dat was het
erfdeel van zijn moeder, zijn strenge,
goedGermaansche moeder, die de zaak" altoos
had weten gescheiden te houden van het
degelijke, oud Luthersche milieu van het
groote gezin. Hij had eerst in de zaak van
moeder en de zusters, daarna in de zieken
huizen, toen in zijn praktijk, de keerzijden
van het huwelijk om belangen leeren ken
nen en hij droomde van een idealistisch
liefdes-huwelijk. Want in hem leefde de
Germaansche droomer en denker. Hij peinsde
over een groot werk, dat hij zou willen
schrijven, de philosophie der zuivere liefde
Het doen bewaken van telegraaflijnen in
het bezet gebied door gezeten burgers, die
met hun leven voor beschadiging verant
woordelijk worden gesteld eveneens door
de Duitschers in '70 toegepast moet n iet
minder krachtig veroordeeld worden.
Wij kunnen dus niet met genoeg nadruk
waarschuwen tegen elk gewapenderhand
deelnemen door de burgerij aan militaire
handelingen.
Het is volkomen begrijpelijk, dat bij ge
zonde, normale mannen en vrouwen de
neiging, de drang opkomt om de jongens
van het eigen leger een handje te helpen,
vooral als hun eieendorp, hun eigen woning
het tooneel van den strijd is geworden, den
aanblik van doode en verminkte
tandgenooten, van stukgeschoten eigendommen hen
kokend gemaakt heeft. Van practisch nut
is hun helpen, hun zich opofferen dan niet
meer. Zelfs als zouden de inwoners van een
heel dorp of stadje, de kinderen inbegrepen,
zich in den strijd mengen, zou dit van geen
invloed zijn op het resultaat van het gevecht:
Wat meer gruwelen, wat meer bloed, wat
meer leed, ziedaar al!
De kracht, de militaire kracht, zelfs van
een kleine georganiseerde geoefende afdeeling
soldaten is zoo geweldig, dat hulp" van
eenige honderden gewapende burgers daarbij
noch positief, noch negatief gewicht in de
schaal legt.
Elke improvisatie bij de landverdediging
is, waar het menschen geldt, steeds en waar
het materieele hulpmiddelen geldt, gewoonlijk
in de practijk uit den booze. Wat allerminst
zeggen wil, dat elk flink paar vuisten, mits
goed militair geoefend, niet zijn gewicht in
goud waard zou zijn.
Maar voor die oefening zijn als gewoon
infanterist of kanonnier zeker een drie a vier
maanden noodig. Dat elkeen die de neiging
in zich voelt, die lichamelijk gezond en
frisch is, zich dus voor oefening in
vereeniging of club aanmelde, om, als het uur
ook voor Nederland mocht slaan, klaar te
zijn, desgevraagd zijn plicht in het leger te
velde te vervullen, zonder, onder moreelen
drang van het oogenblik, zijn toevlucht te
moeten nemen tot het even nuttelooze als
ook voor zijn medeburgers gevaarlijke hand
werk van franc-tireur.
KOLONIËN
nt« iMMiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiitiii
DE OORLOG EN HET OOSTEN
1. Beroering
Hoeveel onzekerheid nog moge bestaan
met betrekking tot het verloop en de gevol
gen van den thans woedenden oorlog, n
zijner uitkomsten kan thans reeds worden
vastgesteld. Het schijnt toch thans wel zeker
te zijn, dat de oorlog van 1914 van grooten
invloed zal wezen op de in Europa
heerschende denkbeelden omtrent het Oosten,
de Oostersche menschen en de koloniale
vraagstukken. Deze oorlog, het moge in den
aanvang van deze beschouwingen reeds
worden gezegd, zal belangrijk bijdragen tot
eene verdere toenadering tusschen Oost en
West; deze oorlog zal velen de oogen openen
voor juiste waardeering van eene goede ver
houding tusschen de Oosterlingen en de
met de zorg van hun welzijn belaste Euro
peanen; deze oorlog zal zelfbewustzijn bij
vele Oosterlingen doen ontluiken of stevigen.
Is dit niet te boud gesproken in dezen tijd,
nu de krijg Europa nog in vlammen zet en
alle werelddeelen getuigen doet zijn van
menschenverdelging en van den kamp van
man tegen man, volk tegen volk, ras tegen
ras ? Neen! Men kan nu reeds met de feiten
tot grondslag besluiten tot de stelling, dat
de tegenwoordige tijd een
denkbeeldenschok meebracht, die aan inniger associatie
van Oost en West bevorderlijk wezen zal
en die aan de neiging tot zulk eene reeds
hier en daar, b.v. zoowel in Britsen- als in
Nederlandsch-lndië, bestaande associatie ten
goede zal komen.
De neiging bestond, de beweging was
reeds begonnen, thans wordt zij gestuwd
met kracht en zij kan worden tot veler
overtuiging, voorzoover zij tot nu toe on
bewust sluimerde of slechts enkeier geeste
lijk bezit was.
Dat zij er was; zie maar de teekenen!
Neem den tijd van Goethe en Napoleon! Toen
kon de West-Oesthche Divan nog melden:
Nord und West und Süd zersplittern,
gThrone bersten, Reiche zittern,
Flüchte du, im reinen Osten
Patriarchenluft zu kosten.
Waar thans in het Oosten de der wereld
verre rust nog te zoeken?
Op Sinaï, of in Gethsémanéof in Mekkah's
omgeving? Maar in deze heilige oorden,
die drie wereldgodsdiensten zagen geboren
worden, loopen thans gewapenden rond of
er heerscht onrust over de dingen, die komen
zullen en die oorlog beduiden voor een
wereld, waar vrede heerschen moest.
op zich zelf beschouwd, door een doctor in
de geneeskunde." De tendertz van zijn nieuw
philosofisch stelsel zou zijn, dat alleen door
de maatschappij opnieuw te grondvesten
op de zuivere, ideale liefde tusschen man
en vrouw, een nieuw rijk van vrede en geluk
zou kunnen ontstaan. Door strenge wetten en
zoo noodig zelfs zware straffen, door zooals
hij het noemde de ijzeren reglementeering
van het liefdesleven", zou hij alle huwelijken
uit berekening, alle huwelijken, die een ander
dan een geestelijk doel beoogden, onmoge
lijk wenschen gemaakt te zien.
Hij begon, na duchtige studiën, zijn werk
te schrijven. En twee jaren lang werkte hij
aan zijn stelsel, al zijn vrije uren offerend
aan zijn ideaal.
Toen zijn boek, op ei gen kosten uitgege
ven, verschenen was, begon een periode van
van neerslachtigheid eu miskenning. Hij
kreeg niet ëne goede recensie. Het was,
alsof hij een misdaad 'mid begaan in stede
van een weldaad. De philosophie, welke in
Duitschland tot een broodwinning was ge
worden, tot een industrie, welke naar heur
wezen maar weinig verschilde van de
blousefabriek zijner moeder, een vertoon van op
zichtige, bonte todden en vodden, ten dienste
van de opwekking, de streeling en de prik
keling der zinnen, zette zich schrap tejei
den nieuwen concurrent, die het huwelijk
een geestelijk doei toeschreef en het kern
punt van dat doel" het kind noemde. Het
tijdschrift voor toegepaste wijsbegeerte''
verweet hem oppervlakkigheid, daar hij in
zijne behandeling vun de polyandrie" in
Of in de hutten aan Himalaya's voet?
Maar de krijgers uit deze dorpen staan thans
aan een riviertje in Vlaanderen in den
granatenregen, of zij dunnen er des vijands
rijen. Het oorlogsgedruisch dringt door tot de
bronnen van Indus, Gangges en Brahmapoetra.
Of op de palmen-eilanden van Oceanië?
Maar hier verschijnen nooit-geziene vlaggen
en vechten kruisers om het bezit van kabel
stations. In Japansche tempels huizen Wes
tersche krijgsgevangenen, in Duitsche ves
tingen verblijven gevangenen, die Indische
prinsen zijn.
De patriarchen-lucht, die Goethe in het
Oosten wees, zoekt men te vergeefs; n
wind waait van West naar Oost over de
wereld; de onrust heerscht alom; de geheele
menschheid is in beroering; Tagore, de
Indische psalmist van den huldigen dag, kon
bidden om woedenden storm, donker van
dood, en de bliksemstriemen, die den hemel
opschrikken van einder tot einder.
Omdat Duitschland in de politieke wereld
arena en op de handelsmarkt Engelsche be
langen bedreigde, wijden Japanners en
Sikhs en Goerkha's zich ten dood e.
Omdat Rusland behoefte gevoelt aan een
open haven aan de Middellandsche zee, wat
Duitschland en Oostenrijk niet wenschen te
gedoogen, strijden lieden van Senegal en
Tunis en Marokko in Noord-Frankrijk.
Omdat Frankrijk smacht naar het bezit
van vroeger verloren provincies, trekken
Bedoeïnen door de Arabische woestijnen en
zinnen op vernieling van een der grootste
monumenten van het Westersche kunnen en
werken.
Westersch streven en Oostersch droomen,
Europeesche techniek en Aziatische kalmte,
Westersche kracht en Oostersche behendig
heid, het komt alles in nauwe beroering.
Overal wordt de hechtheid van soms door
de eeuwen geknoopte banden tusschen volken
en volken op de proef gesteld.
Wester- en Oosterlingen strijden naast en
tegen elkander, de menschen "dwarrelen
dooreen, de denkbeelden kruisen elkaar, ge
negenheden worden gesterkt, de haat aan
geblazen, een hevige beroering vaart door
de menschheid van Oosten en Westen.
Een nieuwe dag zal na dezen oorlog voor
het Oosten aanbreken en wie de tijden ver
staan, schenken aandacht aan alles, wat
betrekking heeft op de Oostersche menschen
en de Oostersche landen. Niet het minst
degenen, die door de historie zijn aange
wezen op nauwe, vriendschappelijke samen
werking met vele Oosterlingen in een prachtig
deel van de Oostersche wereld.
J. C. v. E.
uiiiii n i i iiniiii minimi i
Een stem uit den vreemde
Wij meenen, dat op dit tijdstip de Am
sterdammer" bijzonder geschikt is om de
stemmen te doen hooren van personen van
beteekenis uit de verschillende natiën, en
zoo ook tot internationale
gedachtenwisseling te leiden. De redactie kiest daarbij
natuurlijk geen partij, maar geeft ruimte
aan 't geen ernstig, hoffelijk en belangrijk is.
Als eersteling komt daartoe het volgende
artikel: die heutige Lage Europa's" van
een Duitsch Oostenrijker, wiens stem heel
wat aangenamer klinkt dan het meeste wat
thans van Duitsche zijde gehoord wordt.
Het is de vermaarde, jonge schrijver Walter
von Molo, omtrent wiens persoon men elders
in dit blad nadere bijzonderheden vinden zal,
Die heutige Lage Europas,
von WALTER VON MOLO, Wien.
Die heutige Lage Europa's ist durch das
etwas zu umgreifende Wort: Weltkrieg
gekennzeichnet, das vielleicht aber, durch den
Fortgang der Ereignisse, seiner vollen
Bedeutung nach, noch am Platze sein wird.
Eskann noch manches Staatgebilde gezwungen
werden, will es seine Slellung erhalten, aus
der bewaffneten Neutralitat" zum
Kriegszustand berzugehen. Auf dieser oder auf
jener Seite der Kriegführenden l Wie alles
Harte hiernieden gutem Endzwecke dient,.
wird dieses die Herankunft des
dauerndesFriendens beschleunigen, mag im ersten
Augenblicke auch der Eintritt neuer Staaten
in den Krieg wie eine Verlangerung des
Ringens und Blutens erscheinen. Die
allgemeine Erschöpfung allein, schenkt erst der
Erde die Ruhe wieder! Schwereund dunkle
Stunden wird es daher noch genug geben:
Wir sind eben im Stadium, im dem sichalle
Spannungen der letzten Jahrzehnte auslösen
Polynesië getuigd had van een door geener
lei vakkennis vertroebelde aanmatiging'. De
bladen voor speculatief weten" noemden
zijn werk, een met zichtbare opzettelijkheid
a-methodische omzetting der Platonische
idee."
Toen hij op een middag al de recensies,
netjes door het persbureau Argus toegezon
den, doorlas, kreeg hij een gevoel van niets
waardigheid en waarlijk, in de warmste
periode van den blouse-strijd tusschen
Weenen, Berlijn en Parijs, had zijn brave vader
niet sterker op de concurrenten buiten de
Hausvogteiplatz afgegeven, dan thans de ge
zamenlijke beroeps-philosoph£n van Duitsch
land op zijn nieuw stelsel deden.
Maar op een dag had hij een patiënte1
gekregen, die aan hardnekkige roos leed en>
zij had zijn boek gelezen, geheel gelezen.
Zij sprak er met hem over en hij liet haar
veel vaker terug komen, dan wel noodig;
was. Zij was leerares aan een Real-Schute
en zeive schrijfster van twee drama'sy eert
Hohenzollerndrama in vijf bedrijven', dat
door de pers van Scherl vriendelijk was
geprezen en door de pers van Mosse on
vriendelijk was gelaakt en een drama Esther",
eveneens in vijf bedrijven, dat door de pers
van Scherl onvriendelijk was gelaakt en door
de pers van Mosse vriendelijk geprezen. Nu
werkte zij aan een nieuw drama, dankbaar
voor de leerzame critiek, waarin zij keizer
Wilhelm I in vijf bedrijven als een door het
Oude Testament geïnspireerde Hohenzollern
tet kende, overtuigd nu door de Berlijnsche
critiek eenstemmig te zullen worden geprezen.