Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
6 Dec. '14. No. 1954
S.S. Rotterdam" van de Holland?Amerikalijn te New-York
Stoomtrawler de trawl sleepende
Eerf boek over de Zee
Het gulden boek der zee, door J. W.
baron VAN HAERSHOLTE. H. D. Tjeenk
Willink & Zn. Haarlem.
Non coquis sed convivis, of op zijn
Hollandsen dit is geen boek voor zee
robben doch voor landrotten. Niet dat een
zeerob niet eens gaarne zal bladeren in dit
gezellige werk, door den oud-luitenant ter
zee J. W. J. baron van Haersolte geschreven,
doch deze heeft bij de samenstelling er van
in de eerste plaats gedacht aan hen, voor
wie het verblijf op het natte element tot
de uitzonderingen in het leven behoort en
veel deelt hij zelfs mede, dat aan de bewoners
van havensteden bekend mag worden on
dersteld. Doch daarnaast staat ook velerlei,
dat zelfs bij ingewijden niet algemeen be
kend zal zijn en met al die ingrediënten
heeft de heer Van Haersolten een onder
houdend boek samengesteld, verlucht met
heel wat mooie illustraties, waaronder een
aantal groote, gedeeltelijk in kleurendruk
uitgevoerd. Van enkelen geven we hier een
reproductie.
Een vast systeem zit niet in het werk.
Wat op het gebied van zeevaart en visscherij
in eigen land te koop is, wordt b.v. afge
wisseld door een kijkje niet enkel op de
Nederlandsche, doch ook op de Engelsche
en Duitsche reuzenstoomers, dan krijgen
we een beschrijving van een onderzeeboot,
daarna een causerie over het Panamaka
naal, enz.
Het werk opent met een beschrijving van
Hospitaalkerkschip De Hoop"
NATUUR EN TECHNIEK
HHIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHimlMmlIIIIIIIIIIIIMIIIlllllllllllllllllNIIIIIIHIII
Onze vensterruiten
Er bestaan twee soorten van glas, dat
voor ruiten gebruikt wordt. Eerstens het
heldere spiegelglas, dat altijd een duidelijk
beeld doorlaat van de buitenwereld en
tweedens het vensterglas", dat lang zoo helder
niet is en de beelden soms in zeer scheef
getrokken toestand tn ons oog brengt. Be
weegt men het hoofd even heen en weer
voor een ruit van vensterglas, terwijl men
naar huizen aan den overkant kijkt, dan
schijnen de rechte lijnen der gevels allerlei
merkwaardige krommingen aan te nemen.
De oorzaak van dit verschil in gedrag van
de beide soorten ruiten ligt in de totaal
verschillende fabricage. Zelfs de grond
stoffen verschillen iets.
Voor het maken van spiegelglas worden in
bepaalde hoeveelheden potasch, krijt of soda,
en zuiver zand goed door elkaar gemengd, om
in groote ovens samengesmolten te worden
Fig. 1.
tot glas. Deze ovens worden met
generatorgas gestookt, zoodat er een zuivere vlam
verkregen wordt. Dit gas en ook de lucht,
die vór het verbranden er van noodig is,
wordt voor het verbranden verwarmd tot
ongeveer 800 graden, zoodat op den haard,
waar brandbaar gas en lucht elkaar ontmoe
ten, een zeer hooge temperatuur kan ontstaan.
Het mengsel, dat tot glas gesmolten moet
worden, wordt gedaan in vuurvaste potten,
die in de heete vlammen staan en 1000 tot
1500 kilogram glas kunnen bevatten. Die
potten zijn op de fabriek zelf gemaakt (zie
fig. 1) uit zuivere klei en gemalen scherven
van oude potten. Er wordt bijzondere zorg
aan besteed, omdat die potten alleen
dan eenigen tijd in die hitte kunnen blijven
zonder te barsten, als ze overal gelijke
samenstelling hebben: de werklui, die ze
maken, behooren dan ook tot de best be
taalde. Zijn die potten uit de natte klei
opgebouwd, dan worden ze zeer voorzichtig
gedroogd en gegloeid; in gloeienden toe
stand worden ze dan in den glasoven ge
schoven (zie fig. 2) en gevuld, met het
mengsel, dat het glas moet opleveren. Na
ongeveer 12 uren is de inhoud van zoo'n
pot in dun vloeibaar glas veranderd.
In een moderne fabriek van spiegelglas
is onder een ijzeren kap, ongeveer ter grootte
van die van het station Weesperpoort, maar
lager, de lange oven gebouwd, waarin de
potten in twee lange rijen staan. Elke pot
staat voor een opening, die door een valdeur
afgesloten wordt. De pot wordt eruit ge
nomen met een soort vork, die draaibaar
bevestigd is op een wagentje, dat meestal
door middel van een electromotor bewogen
wordt en op rails loopt. De bestuurder
grijpt met de vork onder den dikken rand
van de pot en rijdt er mee naar den anderen
kant van het gebouw, waar een groote platte
tafel staat, gemonteerd op een onderstel,
dat weer langs rails kan loopen. Ook be
vindt zich daar een loopkraan, waardoor de
Vader en zoon
een reis per Rotterdamsche Lloyd van Rot
terdam naar Padang. Het daarop volgend
hoofdstuk is gewijd aan de Kon.
PaketvaartMaatschappij, waardoor de schrijver tevens
gelegenheid heeft het een en ander te ver
tellen van ons Indië, het leven, het karakter
der steden enz. Daaraan knoopt hij dan
het een en ander vast omtrent de
JavaChina-Japanlijn, om vervolgens den lezer
in te wijden in het leven aan boord van
een mailstoomer. Nu keert de heer Van
Haersolie terug naar het vaderland om het
over schipbreuken en ongevallen te hebben,
waarbij de namen van de Berlin", de
Mars", de Solo", de Eastwell" enz. in
herinnering werden gebracht, en licht ons
in een volgend hoofdstuk in omtrent een
der voornaamste voorbehoedmiddelen tegen
zeerampen: de lichttorens. Daaraan knoopt
zich het volgende hoofdstuk vast, over de
reddingsmiddelen, den arbeid der beide groo
te Reddingmaatschappijen, die onze kust
met de noodige reddingsmiddelen hebben
geoutilleerd en natuurlijk wordt het een en
ander verhaald omtrent merkwaardige red
dingen. Het seinen op zee krijgt als nu een
beurt, vervolgens wordt ons verhaald, hoe
een schip gebouwd wordt, daarna komt de
Nederlandsche zeesleepvaart, die de toestand
en bekwaamheid onzer zeelui van den besten
kant doet kennen, aan de orde. Een denk
beeld van de inrichting en omvang der reus
achtige mailbooten, in het bijzonder van
buitenlandsche maatschappijen wordt in een
volgend hoofdstuk gegeven en dan gaan we
in eens tot de oorlogsmarine over: de be
wapening van een oorlogschip, de constructie
van torpedo's, mijnenleggers, onderzeesche
booten, duikers. Daarop had eigenlijk moeten
volgen het hoofdstuk gewijd aan ons
marinepersoneel, doch alvorens dit te schrijven,
vraagt de auteur onze aandacht voor de
Rotterdamsche havens, voor de opleiding
voor de handelsvloot, onze
Noordzeevisscherij, het Panama-kanaal en het
marineleven te Curagao. Na dan de opleiding van
het marinep^rsoneel te hebben besproken,
geeft hij Amsterdam als havenstad een goede
beurt, wijdt vervolgens een hoofdstuk aan
het zeilen, verhaalt wat er hier te lande
voor den zeeman wordt gedaan om,
na een paar grappige verhalen ontleend
te hebben aan een bundel schetsen van
L. A. Stof koper te besluiten met de vermel
ding van ettelijke wetenswaardigheden op
scheepvaartgebied.
Men ziet het, de heer Van Haersolte springt
van den hak op den tak en mannen van
ernstige wetenschap zullen daarover wellicht
bedenkelijk kijken. Maar juist die afwisse
ling verhoogt, zouden we willen zeggen, de
leesbaarheid van het vlot geschreven boek.
We wenschen deze jongste uitgave der
firma H. D. Tjeenk Willink & Zoon in veler
handen, niet het minst in die van onze
burgerscholieren en gymnasiasten, waarvoor
het een ontspanning na het schoolwerk kan
wezen, zeker van betere qualiteit dan de
avonturen-verhalen, die thans schering en
inslag vormen van de lectuur der
hedendaagsche jongelui.
* * *
Mijnen aan boord van een mijnenlegger
IIIIMIIIItllllllllllllMIflIIIIHIIIIIIII
Fig. 2.
pot uit den vork genomen kan worden, zoo
dat ze met behulp van een paar lange stan
gen met dwarsarmen over de ijzeren plaat
omgekeerd kan worden (zie fig. 3). De
inhoud, die intusschen iets afgekoeld en
daardoor taai geworden is, valt als een
deegmassa op de plaat en wordt nu door
middel van een zware rol tot een platte
koek uitgespreid; op den rand van de plaat
liggen dwarslatten, die de dikte van de aldus
verkregen glazen plaat bepalen. Natuurlijk
loopt er wel eer. klein gedeelte van het glas
over den rand heen, maar dit valt er af en
wordt direct met een schop opgepikt en in
een ijzeren kruiwagen geworpen. De han
digheid, waarmee de werklui met die gloei
ende lappen omgaan, is werkelijk bewon
derenswaardig.
Op figuur 3 is afgebeeld hoe werklui de
pot omkeeren; de moderne fabrieken trekken
gewoonlijk de rol er overheen door middel
van kettingen, die door een electromotor op
rollen opgewonden worden.
Is de plaat gevormd, dan wordt er een
ijzeren lat voorgelegd, die nu door dezelfde
kettingen over de tafel gesleept wordt en
de glazen plaat voor zich uit duwt; deze
komt terecht in een oven, waar die tafel
juist voorgeplaatst is en waarvan de val
deur even geopend is om direct weer ge
sloten te worden. Deze oven heeft ten doel
om het glas zeer langzaam te doen afkoe
len; ze is bij het inschuiven van het glas
ongeveer 500°heet en koelt dan zeer lang
zaam af tot de kamertemperatuur.
Dit langzame afkoelen is noodzakelijk,
omdat bij snelle afkoeling in het glas span
ningen gaan optreden, die bij den minsten
stoot de oorzaak zijn, dat het geheele glas
uit elkaar barst. Dit verschijnsel heeft meni
ge huismoeder al geconstateerd, als ze op
een glazen blad een heete theeketel heeft
laten staan; is de ketel weer weggenomen,
dan loopt alles dikwijls schijnbaar heel goed
af maar na eenigen tijd vertoont zich plot
seling een barst, waarvan de dienstbode dan
menigmaal de schuld krijgt, terwijl alleen
de verwarming, gevolg van te snelle afkoe
ling de oorzaak is.
Om de plaat gemakkelijk van den tafel
af te kunnen schuiven, wordt deze meestal
met zeer fijn zand bestrooid.
Dit gedeelte van de fabriek maakt een
merkwaardigen indruk, doordat in deze
groote afdeeling slechts een achttal werklui
bezig zijn, die zonder lawaai en met groote
snelheid met het gloeiende goedje weten
om te gaan.
Is de plaat, die nog heelemaal niet gelijkt
op een spiegelruit, volledig afgekoeld, dan
wordt ze uit den oven getrokken en met
behulp van een kraan gebracht naar een
andere afdeeling; ze wordt gelegd op een
soort tafel, waarvan de oppervlakte gevormd
wordt door rollen. Hier maken werklui er
langs ijzeren linialen kerven in met een
diamant, om de stukken eruit te snijden, die
defect zijn en waar groote blazen in voor
komen. Door de rol onder de kerf even op
te heffen, breekt de plaat op die plaats door
Nu moeten de rechthoekige platen geslepen
en gepolijst worden om de verlangde eigen
schappen te krijgen. Vór het slijpen is de
plaat ongelijk en vrij dof.
Een groot aantal platen worden met gips
vastgekit op een ronde ijzeren plaat, die
horizontaal bevestigd is boven den
vertikalen as van een electrischen motor; die motor
Fig. 3.
bevindt zich onder de slijpzaal en de'as
gaat door den vloer hiervan heen. Het
vastkitten der glazen platen is een heel secuur
werkje, daar ze precies horizontaal dienen
te liggen. Op die tafel rusten twee glazen
platen, die weer bevestigd zijn op schijven,
die om assen kunnen draaien; deze assen
gaan niet door het middelpunt van die schij
ven. Wordt nu de onderste schijf door mid
del van den electromotor rondgedraaid, dan
wordt de bovenplaat door de wrijving mee
gesleept en draait, al slingerende om de as,
mee rond; tusschen de platen bevindt zich
nat zand of grove amaril, zoodat door het
ronddraaien de onderste platen en ook de
bovenste elkaar afslijpen en mat worden en