De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 13 december pagina 11

13 december 1914 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

13 Dec. '-14. -m~No.. 1955 _ DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 De'keuze van kapitein^Duymaer van Twist Nadruk verboden Overpeinzing aan den Duitschen disch (Simplicissim us) De oorlog heeft toch ook dit goede gevolg, dat men nu zonder woordenboek goed kan eten. Trouw aan zichzelf (Judge) Vogelverschrikker op het landgoed van den heer Snips, rijkgeworden kleermaker. Neen, onder deze omstandigheden blijf ik liever binnenskamers De vroolijke hoek bij het Duitsche leger (Life) Goed gedresseerd (Puck) De Prins van Wales (Simplicissimus) De Kroonprins geeft les in taktiek aan eenige zijner officieren. (De leeraar keert even den rug naar zijn gehoor.) Schaakspel lllllllllMIIIIIIIIllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllUIIIIHirilMIIIIIII Redacteur: Dr. A. Q. OLLAND Predikheerenkerkhof l, Utrecht Alle berichten.deze rubriek betreffende,gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres. PROBLEEM No. l VAN REINIER H. DE WAARD TE UTRECHT (Eerste publicatie) ZWART f g a b c d e WIT Wit: Kb3, Da4, Lc6, pionnen f5 en h2. Zwart: Kh3, pionnen e6 en g5. Wit geeft mat in drie zetten. De componist van bovenstaand probleem is een van de jeugdigste probleemdichters van ons land. In 1912 werd zijn eerste probleem (een tweezet) gepubliceerd in de schaakrubriek van het Utrechtsch Dagblad, waarin sinds dien tijd verschillende twee en driezetten van hem verschenen. Ook in andere schaakrubrieken, zooals o. a. in de Alkmaarsche Courant, in het Handelsblad en in het Tijdschrift van den Ned. Schaak bond prijkten composities van De Waard. In het Utr. Dagbl. debuteerde hij ook met een zeer verdienstelijke eindspelstudie. Wij beschouwen het als een voorrecht, dat het eerste probleem, hetwelk wij in dit week blad plaatsen, er een is van den veelbelovenden Utrechtenaar. l J. JESPERSEN f De in de schaakwereld als probleemdichter beroemde Deen J. Jesperen is den 14 Aug. 1.1. te Holte (Denemarken) overleden. Geboren te Kopenhagen den l sten Aug. 1848, leerde hij op tienjarigen leeftijd het schaakspel kennen, doch eerst 20 jaar later legde hij zich op de problematiek toe. Buitengewoon groot is het aantal proble men, dat deze zeer begaafde man het levens licht heeft doen zien, waartoe behalve zijn bijzonderen aanleg wellicht ook medegewerkt hebben de levensomstandigheden, waarin hij zich bevond. Het beroep van geestelijke schijnt hem nl. veel vrijen tijd gelaten te hebben, om zich aan zijn geliefde kunst over te geven. In 1874 werd hij kapelaan te Taurevejle op Seeland, toen (in 1881) predikant te Hjortlund in Jutland en in 1886 te Svendborg op Fünen. In 1910 was hij emeritus en vestigde zich te Holte. In al die jaren heeft hij onafgebroken problemen en ook enkele studies samengesteld.Dat hij bijzonder hierbij uitblonk, blijkt uit het feit, dat hij ver over de honderd prijzen behaalde. Onder de meer dan 3000 probleemen, die hij samenstelde, treffen zeer vele door hun oor spronkelijkheid en eigenaardigheid. Evenmin als de beroemde Amerikaansche probleem dichter Samuel Loyd, stoorde Jespersen zich veel aan schoolsche voorschriften, maar besteedde hij meer zorg aan het idee, dan aan het kleed waarin het gestoken werd. Een bepaalde richting in de probleemja, vindt u ook niet aardig, meneer? Pa heeft den hond zoo goed gedresseerd, dat hij altijd klokke elf zoo zijn op wachting bij de visite maakt. Waaraan ziet men, Generaal French, dat een slag gewonnen of verloren is? Wie treedt daarbij op als umpire"? kunst heeft Jespersen dan ook niet aange geven en nog minder gevolgd. In tal van schaaktijdschriften en periodieken vonden Jespersen's probleemen gemakkelijk een plaats. Vooral in de Noorsche bladen werden zijn composities gepubliceerd en ook voor een groot deel in de Deutsche Schachzeitung. Wij geven in deze rubriek een paar zijner composities. In 1912 deed Jespersen een verzameling Deensche probleemen verschij nen, waaronder er 50 van hem zelf (320 Danske Skakopgaver sarlig 1878?1902). In de Skandinavische tijdschriften vindt men bovendien vele artikeltjes van Jespersen, het probleemwezen betreffende. Het behoeft wel nauwelijks gezegd, dat het heengaan van dezen componist een groote leegte in de probleemwereld achterlaat, temeer voel baar, daar hij ondanks lichamelijk lijden, tot in den allerlaatsten tijd onafgebroken de produkten van zijn schaakgeest verspreidde. PROBLEEM No. 2 VAN J. JESPERSEN f TE SVENDBORG (Ie prijs Columbia Chess Chronicle", 1890) ZWART a bede f g h WIT Wit: Kg7, Dal, Td4 en g5, Le2 en h8, Pd2 en d8, pionnen b5, c4, d6, f2 en g2. Zwart: Ke5, Tf6, Ph2, pionnen c5, f3 en f5. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing over 14 dagen. PROBLEEM No. 3 VAN J. JESPERSEN f TE HOLTE (Deutsche Schachzeitung, 1913) ZWART f g a b c d e WIT Wit: Kal, Dh4, Ld3 en f8, Pel, pionnen b4, c6, d6, e6, f5, f6 en h2. Zwart: Kf4, Phl, pionnen c7, d5 en g4. Wit geeft mat in drie zetten. Oplossing over 14 dagen. De volgende partij is uit een wedstrijd te Mannheim. GEWEIGERD DAME-GAMBIET (gespeeld 20 Juli 1914) Wit Zwart Reti Fahrni 1. d2?d4 d7?d5 2. c2?c4 e7?e6 3. Pbl?c3 Pg8-f6 Zoo speelde men ook reeds jaren geleden. In den laatsten tijd is men weer tot dezen zet teruggekomen, daar hij zwart niet slechter verdedigingskansen geeft, dan de door Tarrasch overal gepropageerde zet 3 c5. 4. Lel?g5 Lf8?e7 5. e2-e3 c7?c6 6. Pgl?f3 Pf6?e4 7. Lg5-f4 f7-f5 Volgens de Deutsche Schachblatter" is deze zet niet aan te bevelen, omdat men in de opening niet drie zetten achter elkaar mag doen, zonder figuren te ontwikkelen. Dat moet zich later wreken. 8. Lfl?e2 Le7?d6 9. Pf3?e5 0?0 10. Pc3Xe4 f5Xe4 11. 0-0 Dd8?e7 12. c4-c5! Wit's kansen liggen in de eerste plaats op den dame-vleugel, waar zwart's figuren slecht ontwikkeld zijn en een gedrongen stand hebben. Intusschen kwam ook f2?f3 in aanmerking om de f-lijn open te breken. 12 Ld6-c7 13. b2-b4 Pb8?d7! Zwart moet reeds iets doen om zijn spel te bevrijden. 14. Pe5Xc6 b7Xc6 15. Lf4Xc7 Pd7Xc5 16. Lc7?g3 Pc5-d3 Veel beter dan het paard terug te trekken, daar zwart's damevleugel dan onder grooten druk blijft. 17. Le2Xd3 e4Xd3 18. DdlXdS a7-a5! Dreigt door La6 de kwaliteit te winnen. 19. b4?b5 Op 19. Tel kon volgen 19.... La6 en 20... Lc4. 19 c6Xb5 20. Tfl?cl Lc8?a6? Zwart heeft zich op verdienstelijke wijze uit de moeilijkheden der opening gered, maar thans laat hij een gewichtige steek vallen, zooals weldra blijkt. Hij had nu 20 Ld7 moeten spelen, bijv. 20 Ld7, 21. Tc7, Tfc8, 22. Tacl, Tc7: 23. Tc7: Dd8

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl