Historisch Archief 1877-1940
2 .
DE.AMSTERDA.MMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND..
13 Dec. '1.4. . No. 1955
voor zijne fractie geen gewicht in de
schaal legde; zij bleef bij de meening,
die op 4 Augustus door den kanselier
zelf was uitgesproken, dat tegenover
België onrecht was begaan, alleen te
verontschuldigen door
oorlogsnoodzakelijkheid.
Het valt ons mede, dat de Duitsche
sociaal-democraten nog niet zoozeer door
den oorlogsroes zijn bevangen, dat zij de
schending van België's onzijdigheid ge
rechtvaardigd achten door hetgeen er be
kend is geworden over onderhandelingen
van België met Engeland en Frankrijk.
Zelfs sommige Belgen-vrienden in Neder
land hebben immers een verlegen gezicht,
gezet bij deze onthullingen". Maar ont
hullingen waren het eigenlijk niet. Heeft
men in Duitschland al niet lang geloofd,
dat bv. in 1911, na Agadir, Engeland-op
het punt was geweest om 150.000 man
in België te ontschepen, als hulptroepen
voor Frankrijk? Dat staat zelfs te lezen
. in Egelhaaf's Geschichte der neuesten
Zeit" (4de druk 1913, blz. -568). Hoog
stens kan men zeggen, dat nu bewijzen
,;? waren geleverd voor wat de Duitsche
regeering al lang wist. Maar is daarom
de reden vervallen, Duitschland's inval
in België een rechtschennis te noemen?
Laat het waar zijn, dat België zich tegen
over Duitschland niet zou mogen beroe
pen op zijne gewaarborgde onzijdigheid,
omdat het door zijne besprekingen met
Engeland en Frankrijk die gewaarborgde
onzijdigheid had verbeurd was dat
het eenige recht van België? Kwam niet
bovendien aan België hetzelfde recht toe
als aan Nederland waarvan de onzij
digheid ook niet gewaarborgd" is om
buiten een oorlog te blijven, waarin het
niet zelf verkoos zich te mengen? En
heeft iemand kunnen aantoonen, dat Bel
gië aan den tegenwoordigen oorlog had
willen deelnemen, wanneer de Duitsche
legers niet over zijne grenzen waren ge
trokken?
In de redevoering van den afgevaar
digde Haase trok nog iets onze aandacht.
Hij heeft opnieuw verzekerd, dat voor de
sociaaldemocratische fractie de diepere
oorzaak van den oorlog ligt in econo
mische tegenstellingen". Zeker, deze oor
log .is vooral een strijd om economische
belangen. Maar niet alleen om belangen
ook om macht; niet alleen om meer
koloniën en nieuwe afzetmarkten wordt
er'strijd gevoerd, maar ook om de glorie
van het Duitsche volk. Zou een strijd
alleen over economische belangen die
§eweldige ontroering hebben
teweeggeracht, die ook de Duitsche
sociaaldemocraten hebben gevoeld, toen zij wisten
dat hun land in oorlog was? Is het
nationaliteitsgevoel niet een veel sterker
beweègkracht gebleken dan alle econo
mische krachten, die de sociaaldemocra
tische theorie in laatste instantie" pleegt
aan te voeren? Of is ook dit bij alle
klassen in even sterke mate gebleken
nationaliteitsgevoel in laatste instantie"
te verklaren uit den klassenstrijd? Om
honderd betere redenen mogen wij naar
het einde van den oorlog verlangen;
maar wij zijn toch ook wel een beetje
nieuwsgierig, hoe de Duitsche
sociaaldemocratie na den vrede de Marxistische;
verklaring zal vinden voor hare houding
tijdens dezen oorlog,
In de Italiaansche Kamer was de een
stemmigheid al even groot als in den
Rijksdag. De minister-president Salandra
deelde aan de volksvertegenwoordiging
mede, dat de Regeering na nauwgezet
minimum imimiii inmiii nm " in
FEUILLETON
MiHttHmimimuuiimmmiiuiiiimiiiiiiuiiHHUNimiuiiiiiimmilJUi
LUXE-AUTO
DOOR
M1NCA VERSTER-BOSCH RE1TZ
Mevrouw Niels' vroolijk-vriendelijke glim
lach was bij de gasten, maar haar gedachten
waren bij de petroleumlamp.
De petroleumlamp die nauwelijks meer
een uur zou kunnen branden, en eigenlijk
nu al te tanen begon ...
Wat bezielde hen toch om van avond op
visite te komen; ze had niemand gevraagd,
niemand,.. kon ze missen als kiespijn; vooral
van avond!... tjee, tjee, als de lamp nu toch
eens uitging vór ze weg waren;... geen
drop olie was er in huis, geen drop... 't
zou gewoon morgen 't heele dorp over
gaan... dat ze daarom bij Niels altijd zoo
vroeg naar bed gingen, om de petrolie uit
te sparen!... Waren er al niet vaak genoeg
zuur-zoete moppen getapt over hun met de
kippen op stok gaan ?... en dan mekaar
aankijken, geamuseerd... omdat ze 't nu
wisten... en dan lachen... 'n beelje mee
warig ... ja, ja... ze kende dat leedvermaak.
Mevrouw Niels schokte uit haar peinzen
op; Ze had duidelijk het woord weggaan"
opgevangen ,.. dat- gaf haar 'n overmoedig
gevoel... ze ging met vuur spelen.
Kom, kom, wie praat er nu van weggaan!
Mevrouw Pluijsgat, u nog een kopje thee?
en jij Mies?"...
Maar 't dokter's dochtertje dat, hoewel
zeventien, wat enfant terrible, en groote
vriendin van mevrouw Melsert, de heel-jonge
vrouw van den candidaat-notaris was, streek
haar vriendin bliksemsnel met den vinger langs
de ruggegraat, zoodat 't jonge vrouwtje in
eens kaarsrecht opschokte en quasi veront
waardigd jasses Mies, laat dat nou" zei.
Mies proestte 't uit en mevrouw Pluijsgat
meesmuilde: niemand had't over weggaan,
lieve... ik vertelde van mijn broer die op
Deli is, en waar juist de administrateur
weggaat"...
Och wat sneu" klaagde mevrouw Niels
dadelijk meevoelend. Maar mevrouw Pluijs
gat, beminnelijker dan ooit, nu ze
zoetsappiglijk kon aantoonen dat mevrouw Niels
heelemaal niet geluisterd had, zei lief: och
ja... voor de administrateur is 't natuurlijk
jammer maar, nietwaar, 't hemd is nader
onderzeek van letter en geest der met
Duitschland en Oostenrijk gesloten ver
dragen, en van den oorsprong en het
vermoedelijk einddoel van den tegen
woordigen oorlog de overtuiging had
gekregen, dat Italië niet verplicht was
zich erin te mengen.
Dit was bekend; ook de voorstanders
der Triple-Alliantie in Italië hebben niet
verkondigd, dat Italië zijn plicht als bond
genoot schond door zich buiten den oor
log te houden.
Maar waar men zich op spitste was,
welke verklaring de Regeering af zou
leggen betreffende de toekomstige hou
ding van Italië en of 'slands belang
eischte, dat Italië aan den oorlog ging
deelnemen.
Daaromtrent verklaarde Salandra: Italië
zal e,ën waakzame en sterk gewapende
onzijdigheid betrachten, die het in staat
stelt zijne levensbelangen te beschermen
en zijn rechtmatige aanspraken te hand
haven.. Het moet alleen zorgen, dat zijne
positie als groote mogendheid onaange
tast blijft, maar ook dat het niet relatief
verzwakt wordt door een mogelijke uit
breiding van andere staten. Alleen door
een sterke toerusting van leger en vloot
kan Italië bij elke gebeurlijkheid gereed
zijn.
Deze woorden hebben bij alle partijen
instemming gevonden; zoowel de aan
hangers der Triple-Alliantie als de voor
standers der Triple-Entente kunnen ze
uitleggen naar hun wensch.
Want de vraag, waar het op aankomt,
is nog altijd onbeantwoord gebleven:
tegen wien of wie zal Italië zijne belangen
hebben te beschermen, hetzij in den loop
van den oorlog, hetzij" bij latere vredes
onderhandelingen?
Zal Italië met een eventueele neder
laag van Frankrijk zijn voordeel doen
om Tunis te verwerven? Zal het van
een voor Oostenrijk ongunstigen loop
der dingen gebruik maken om Triest en
Zuid-Tyrol met Italië te hereenigen? Zal
het deze landstreken krijgen, in ruil
voor aan Oostenrijk te verleenen hulp,
of zal het ze veroveren in den strijd
tegen Oostenrijk?
Op deze en dergelijke vragen blijft de
Italiaansche regeering voorloopig het
antwoord schuldig. Als de tijd gekomen
is, zal zij spreken. En in afwachting
daarvan is men overal aan het gissen
naar hare eigenlijke bedoelingen.
Niet het minst in Duitschland en Oosten
rijk. Voor deze beide mogendheden zou
het een ramp kunnen worden, als Italië
meeging met de Triple-Entente, en door
een inval in Oostenrijksch gebied dezen
staat noodzaakte een groot deel van zijn
leger tegen Italië in het veld te brengen.
Gerust schijnt men er niet over, aller
minst in Duitschland. Zoo kwam voor
eenige dagen het bericht, dat de Duitsche
gezant bij het Quiirnaal, Von Flotow,
wegens ziekte voor eenige maanden ver
lof heeft gekregen en op zijn post zal
worden vervangen door den gewezen
kanselier Von Bülow.
Dat Von Bülow als gezant naar Rome
gaat, bewijst hoe groot gewicht de Duit
sche regeering op dit oogenblik aan dezen
post hecht. Een gewezen kanselier pleegt
een dergelijk ambt niet meer te vervullen,
ook moet het den Keizer i eenige moeite
hebben gekost, aan Von Bülow dezen
dienst te vragen.
Zoo iemand er in slagen kan, voor
Duitschland te redden wat er nog in
Italië te redden is, dan de gewezen kan
selier. Niet alleen, om zijn onbetwistbare
imiMiiMiMiiimimiiMMiiiimimiMiiiiiHiiiiiMiuiimiimimiiMimiMiiii
dan de rok, en ik vertelde juist dat mijn
broer die betrekking nu had gekregen...
maar je was misschien ergens anders met
je gedachten"...
Nee, guns^... toch niet" zei mevrouw
Niels triomfantelijk, niet hoog opgetrokken
wenkbrauwen van verbazing over die ver
onderstelling; en toen.-iuitbundig omdat ze
nu wist, weer op de hoogte van 't gesprek
was, nu 't doet me verschrikkelijk veel
plezier hoor... verschrikkelijk veel"... toen
flitste als 'n felle waarschuwing door haar
brein, dat zij de stemming niet in banen
van feestelijkheid moest leiden,... en ze
zweeg, wat kortaf. Want 't moest blijven
bij 'n kopje thee, omdat er geen spoor van
wijn in huis was, zelfs geen Varossieau,
zelfs geen limonade ...
En terwijl haar mond nu verder plicht
matig glimlachte, beaamde, ontkende, ja zelfs
vage zinnen mee, 't gesprek in liet drijven,
was gansch haar denken bezig met de vraag
wat zij toch allemaal van avond, juist van
avond, kwamen doen.
Aanloop, nu ja, dien had ze wel altijd,...
daarvoor woon je ook zooveel jaren in de
kom der gemeente; gunst, dan weet je zoo
langzamerhand ieders hebben en houwen...
Bij die gedachtewending begon mevrouw
Niels 't opeens warm te krijgen en haar hart
tikte gansch jachtig... Ze was niet geheel
onbekwaam tot logisch redeneeren... dus...
als zij zelf voelde dat zij langzamerhand
ieders hebben en houwen te weten was ge
komen, dan... dan, omgekeerd, wisten ook
de anderen...
Ik geef je de verzekering dat ze 'm ge
kocht heeft... gekocht van de kokkin van
mevrouw van Ellickhoven, voor... enfin,
voor 'n prikje".... hoorde ze opeens de
vroolijke jonge stem van 't candidaat-notaris
vrouwtje.
Ochjulie, je meent't niet.. .heusch, ik kan
't niet gelooven"... zei mevrouw Pluijsgat
met glinsterende oogen van nieuwsgierige
pret, quasi afkeurend 't pra atje dat daareven
door de jonge mevrouw Melsert was ge
lanceerd.
Nu... 't is toch heusch waar!... en dat
vind ik allemaal niks, maar nu geurt ze
ermee dat 't 'n staart is van 'n fazant die ze
zélf gegeten hebben... verb eeld-je... of er
ooit een stuk wild, laat staan 'n fazant bij
de Heeleveldts op tafel komt !"
Ik heb ze toch heusch wel eens konijnen
zien koopen," zei Mies goedi g.
Konijnen is geen wild", verklaarde
mebekwaamheid en handigheid; maar hij
kent in Rome menschen en zaken; vór
1897, toen hij staatssecretaris werd voor
buitenlandsche zaken, was hij gezant bij
het Quirinaal; zijn vrouw, Donna Laura
Minghetti, is een Italiaansche; hij [heeft
te Rome een villa, waar hij o. a. den
eersten tijd na zijn. aftreden als
rijkskanselier heeft doorgebracht.
De diplomatie heeft door den oorlog
nog niet geheel vrijaf gekregen zoo
wel in Italië als op het Balkan-Schier
eiland is er werk voor haar aan den
winkel!
9 Dec. 1914. G. W. KERNRAMP
Generaal Beyers
Met grote ontroering heb ik kennis
genomen van het bericht als zou Gene
raal Beyers gesneuveld zijn. De
biezonderheden ons vermeld laten weinig twijfel
over, of de treurige tijding zal blijken
waar te zijn. Voor de opstandelingen
betekent zijn dood een zeer ernstig ver
lies en het zou mij niets verwonderen,
wanneer het verzet nu spoedig onder
drukt zal zijn. Maar ook voor het gehele
Afrikaanse volk is zijn heengaan een zwaar
verlies, want het was niet geheel uitge
sloten, dat hij eenmaal nog een politieke
rol zou spelen in Zuid-Afrika. Hij was
nog jong en het was dus niet onmogelik,
dat hij, na een gedeelte van zijn straf
te hebben ondergaan, begenadigd zou
zijn. Er zullen natuurlik niet weinigen
zijn, die zijn laatste daad zullen be
schouwen als een vlek op een overigens
zeer eervolle loopbaan, bij het Afrikaanse
volk zal hij blijven voortleven als een
van de nationale helden. Nu een oordeel
uit te spreken over zijn aandeel aan de
jongste gebeurtenissen in Zuid-Afrika, is
uiterst moeilik, omdat wij onbekend zijn
met het doel, dat hij voor ogen had en
de motieven, die hem ertoe hebben
geleid. In het verleden heeft hij zich
altijd doen kennen als een ware Afrikaner,
rondborstig soldaat meer dan fijn politikus,
een.man van sterk karakter en van diep
godsdienstige aanleg. Zijn openhartigheid
was een gevaar voor Botha's politiek en
daarom wist deze te bewerken, dat Beyers,
toen eenmaal aan Transvaal zelfbestuur
was verleend, voorzitter werd van de
iiiilliliiillil
vrouw Pluijsgat apodictisch,... konijnen...
konijnen zijn ongedierte."
Tjasses," prevelde Julie Melsert, en kneep
rillend haar oogen dicht. Toch zag ze in
haar verbeelding de gestoofde konijnen met
beschuit en citroen waar zij en haar man
verleden week drie middagen van gesmuld
hadden; ze waren zoo goedkoop... Amper
zeven stuivers... je zou wel mal zijn als
je daar geen gebruik van maakte,... en
bovendien... niemand hoefde 't te weten ...
ze maakte ze zelf klaar, en d'r meidje ging
vór 't middageten naar huis.
Gelukkig voor mevrouw Niels was ze
ineens erin". Ja, zij had ook de nieuwe
najaarsbaret van Agaat Heeleveldt gezien ...
Wanneer was 't ook weer ?.... gisteren ? Ja
juist, gisteren, toen ze even met t lokaaltje
naar stad was geweest... Ze was niet ge
woon tweede klas te reizen... daarom had
ze maar niet eens gekeken of ze kennissen
zag... Maar dat hoedje had haar gefrap
peerd ... goudbruin fluweel, heel flatteus
opgedofd, en opzij, 'n pracht van 'n
fazantenstaart...
Nou, niet waar? chichoor l" lachte Julie.
Maar mevrouw Pluysgat nam nu 't oogenblik
waar waarop zij den ganschen avond
gevigileerd had, en, datzelfde oogenblik zou
mevrouw Niels de reden openbaren waarom
haar beide naaste buren n een overbuur,
dien avond zoo roerend eendrachtig, een
kopje thee waren komen halen ...
O, dan was je gisteren zeker net naar
stad toen die magnifique auto bij je stilhield?
Och, ik let anders zoo niet op die dingen ...
wat kan 't me eigenlijk schelen hè... je
ziet ze zoo dagelijks, maar"...
Ja," viel mevrouw Julie ijverig bij, wij
hebben ook gekeken... eerst was-ie
voorbijgestoven"...
Tot bij ns" vulde Mies aan, mama was
nog bang dat-ie voor Pa kwam, Pa was de
boer op ... er is veel diphterie" ...
Maar toen is-ie weer achteruit gemanoeu
vreerd tot in jelui hek" vervolgde mevrouw
Pluijsgat, en dat was 'n heele hijsch hoor!
kolossaal, met 'n wagen!" ...
Ja, kolossaal!" beaamde mevrouw Julie
bewonderend.
Nu wist mevrouw Niels.
Dus dat was 't, dat... dat moesten ze
weten!... ze had wel op haar vingers kun
nen uittellen dat er zoo iets achter stak.
Ze antwoordde niet dadelijk, genoot stil
haar triumf. Binnen haar hek was een luxe
auto gereden ... 'n ... 'n kolossale
prachtVolksraad. Door zijn strikte onpartijdig
heid won hij hier de achting van alle
partijen en wist hij zich zo populair te
maken, dat zijn benoeming tot
Kommandant-Generaal van de wordende Burger
macht in 1912 van alle kanten met in
stemming werd begroet. Hoe hoog zijn
verdiensten door de boeren werden ge
steld, blijkt uit het feit, dat hij, niet
tegenstaande hij toen pas 32 jaar oud
was, in 1902 als Voorzitter werd ver
kozen van de vergadering van afgevaar
digden, die hadden te beslissen over
de vraag, of er al dan niet vrede zou
worden gesloten. Van grote zedelike moed
getuigde ook zijn bedanking als
Kommandant-Generaal, toen de regeering had
besloten tot iets wat hij afkeurde. Er
waren dan ook velen, die in hem reeds
zagen de toekomstige leider van het
Hollands element, nu Botha door zijn
politiek hen al meer en meer van zich
vervreemdde.
In de omgang was hij de
beminnelikheid in eigen persoon, en vele Hollan
ders zullen zich nog herinneren zijn ver
blijf in Amsterdam en de prettige
oogenblikken in zijn tegenwoordigheid door
gebracht.
Ondanks de jongste gebeurtenissen,
of misschien juist te meer daarom, zal
in de harten van de Hollandse bevolking
de naam van Christiaan Beyers blijven
voortleven, en met weemoed zal men
zijn heengaan betreuren, omdat men nog
zoveel van hem had verwacht.
Prof. H. D. J. BODENSTEIN
Averechtsche bezuiniging
Nu de zorg, die onze Regeering draagt,
om ons land buiten den oorlog te houden,
van de schatkist zware offers vergt, offers,
die nog vermeerderd worden door de on
middellijke en middellijke nadeelen, welke
deze wereldstrijd aan handel en nijverheid
toebrengt, moest het Kabinet op bezuini
gingen bedacht zijn en heeft het dan ook
de Tweede Kamer op de reeds ingediende
begrootingen een aantal nota's van wijziging
doen toekomen, waardoor het eindbedrag
vrij aanzienlijk wordt verminderd.
Alsalgemeene regel is daarbij aangenomen, dat
voorgestelde verhoogingen van tractementen
en geheel nieuwe posten zouden worden
geschrapt, een gedragslijn die in het alge
meen dan ook ieders goedkeuring in en buiten
de Kamer zal dragen.
In het algemeen. Maar houdt dit nu in,
dat ook alle nieuwe uitgaven moeten ver
dwijnen? Beteekent dit, dat uitgaven die
voor de toekomst van ons land van het hoogste
gewicht zijn, zij het dan ook, dat zij tot
heden toe niet op de begrooting waren uit
getrokken, eenvoudig moeten worden ge
schrapt? Een dergelijke opvatting zou blijk
geven van een kortzichtigheid der Regeering,
die wij van haar zeker niet zouden hebben
verwacht. En toch de Minister van
Binnenlandsche Zaken heeft in zijn overigens
gerechtvaardigden bezuinigingsijver pok een
groep uitgaven doen vervallen die waar
lijk niet gemist kunnen worden. Wij bedoelen
hier die voor de omzetting van driejarige
in vijfjarige hoogere burgerscholen te Heeren
veen en Coevorden, de overneming der
gemeentelijke hoogere burgerscholen te
Zaltbommel en Brielle, de stichting van nieuwe
hoogere burgerscholen te Middelharnis,
OudBeijerland, Dokkum en Appingedam en niet
het minst de talrijke nieuwe verhoogingen
van subsidies voor inrichtingen van vak
onderwijs.
Het middelbaar onderwijs hier te lande
aan hoogere burgerscholen is in het laatste
tiental jaren slechts weinig uitgebreid.
Minister Heemskerk staakte de oprichting
van Rijks hoogere burgerscholen geheel en
eindelijk onder Minister Cort van der Linden
kwam weer een betere toestand in het
voorlllllllllmlIlltDIIIIIIIIIImlIMIlMlllllllllMlltlllllllMttlll
wagen... en dat hadden ze allemaal gezien!...
Even deed ze, alsof ze 't zich herinneren
moest, fronsde de wenkbrauwen, trok die,
quasi verbaasd, hoog op.
,,'n Auto?"... Toen 'n schokje van haar
hoofd achterover, 'n klapje van haar hand
op tafel, als van zelfvoldoening over de
weergekeerde herinnering, och ja... dat is
waar ook,... ja als je oud begint te worden
't is gek hè, dingen die je in je kinderjaren be
leefde, weet je nog precies... en 't een of
ander van 'n paar dagen geleden gaat glad
uit je hoofd... Wil je wel gelooven dat ik
soms moeite heb om mij dingen van 'n week
of veertien dagen geleden in m'n geheugen
te halen?"
En terwijl ze met overleg, zoo omslachtig
doorzeurde, met overleg, die wachtende,
kijkende, loerende vriendinnen, op de pijn
bank der nieuwsgierigheid bond, bedacht,
peinsde ze, hoe ze 't voordeeligst tot ver
meerdering van eigen aanzien, 't glorieus
verschijnen van de luxe-auto zou kunnen
exploiteeren,... de luxe-auto waarvan zij
zelf ook niets afwist, en die als 'n meteoor
in 't dorp verschenen en verdwenen was.
't Bleef stil; men wachtte.
Mevrouw Niels wreef d'r handen,... de
rug van de linker met 't binnenvlak van de
rechter; dat deed ze altijd als ze niet geheel
op haar gemak was.
Ja, ja"... zei Julie vaag.
Nietwaar ?" beet mevrouw Niels dadelijk
toe, toen, zér beminnelijk, maar daarover
kan jij nog heelemaal niet meespreken...
hoe oud ben je eigenlijk? amper vijf en
twintig?"...
Nee ... pas drie en twintig" ...
Mies Steynen's lieve glundere oogen
fonkelden uitbundig... als zij nu eens met
een verklapte dat Julie over vijf dagen
jarig was... dus nu eigenlijk al haast vier
en twintig!... flauw van Julie om zich
jonger te willen voordoen ...
Mevrouw Pluijsgat echter hield voet bij
stuk; ze was er voor gekomen, ze ging
niet eer weg; nog eens stak ze haar
voelhorens uit.
Toen ik naderhand langs kwam, heb ik
nog eens geneusd of-ie je hek niet bescha
digd had"...
Wie?" komedie-speelde mevrouw Niels,
nu werkelijk hyper-onnoozel.
Wel... de auto natuurlijk", zei mevrouw
Pluijsgat die kittelig begon te worden en
daarom meteen een giftigheidje liet vallen,
jelui oprij is eigenlijk heelemaal niet voor
uitzicht. Bij de behandeling der begrooting
voor het loopende jaar deed de Minister
zeer bevredigende mededeelingen omtrent
zijn plannen en bij de oorspronkelijke be
grooting voor 1915 werden deze plannen in
voorstellen omgezet; in de toelichting wordt
zeer terecht gezegd: de behoefte aan in
richtingen van middelbaar onderwijs voor
algemeene ontwikkeling neemt over het
algemeen toe."
Het gaat niet aan stadjes als Zaltbommel
en Brielle met een bevolking van ongeveer
vier duizend zielen te belasten met de uit
gaven voor een hoogere burgerschool, die voor
een goed deel haar leerlingen uit de omgeving
betrekt, zonder dat de omliggende gemeente
besturen iets bijdragen. Zoo bedraagt het
aantal leerlingen uit Brielle zelf 39 en dat
uit andere gemeenten 56. En evenmin mag
natuurlijk zulk een inrichting verdwijnen,
omdat dan de drang naar middelbaar onder
wijs, die zich gelukkig ook op het platteland
meer en meer openbaart, op droevige wijze
zou worden gestuit.
Dat zulk een drang werkelijk bestaat, blijkt
uit de vele aanvragen, die de Minister ont
vangen heeft tot oprichting van nieuwe mid
delbare scholen en waaruit hij dan ook aan
vankelijk de vier bovengenoemde als het eerst
voor inwilliging in aanmerking komende,
had gekozen. Wie had voor twintig jaren
nog gedacht, dat een toch goeddeels platte
landsbevolking als van Goeree en Overflakkee
en van Hpeksche Waard zou snakken naar
de oprichting van een hoogere burgerschool
op die afgelegen en geïsoleerde eilanden ?
Welk een evolutie moet er in de geesten
van de bevolking hebben plaatsgehad, om
in zulke mate tot het gevoelen van de be
hoefte aan meerdere ontwikkeling te komen!
En nu zal men dit plotseling stopzetten!
En wel op een oogenblik, dat ieder vooruit
zien kan, welk een toekomst voor onze
jongelingschap binnen eenige jaren openligt.
De groote ontwikkeling, waartoe ons land
in de laatste jaren op gebied van landbouw,
handel en nijverheid is gekomen, is immers
bijna geheel te danken aan de ontwikkeling
van het middelbaar en vakonderwijs.
Wat de hoogere burgerscholen betreft,
zou hier nog even maar ten onrechte
kunnen gedacht worden aan de verstoring
van den godsvrede." En dit willen de
heeren van de rechterzijde dan ook wel
beweren. Maar evenals Minister Pleyte
den post voor de hoogere burgerschool te
Bandoeng handhaafde, omdat daarover
reeds feitelijk ten vorigen jare was beslist,
had Minister Cort van der Linden, dit ten
opzichte van deze posten kunnen en moeten
doen, daar de Minister bij de loopende
begrooting reeds zijn plannen had mede
gedeeld en in elk geval ten opzichte van
Middelharnis bepaald beloofd had, dat deze
plaats het eerst in aanmerking zou komen.
Voor de nieuwe hoogere burgerscholen
was bovendien slechts een memoriepost
itgetrokken en wel voor de jaarwedden der
leeraren, welke post derhalve eerst bij de
opening der inrichtingen in September 1916,
dus over ongeveer twee jaren in een wer
kelijk bedrag zou moeten worden omgezet,
dat dan nog slechts zou loopen over de
laatste vier maanden van 1916.
En men vergete niet, dat de
gemeentebestureu reeds alles nagenoeg in orde had
den, daar zij n bepaalde toezegging van
den Minister hadden ontvangen, dat deze
scholen zouden worden opgericht; een toe
zegging, die op het allerlaatste oogenblik
werd ingetrokken.
Zooals boven gezegd, mocht er echter,
geheel ten onrechte, een schijn van ver
storing der eensgezindheid in den lande
kunnen gewekt worden door dezen post,
welke beteekenis zou dit hebben voor
het vakonderwijs, dat gelukkig in de Kamer
nooit tot eenig politiek tournooi heeft
aanleiding gegeven, sinds in 1891 het eerste
subsidie voor een vakschool werd toegestaan ?
En nu... bijna alles wat nieuw is, bijna
alles, wat voor verhooging in aanmerking
kwam, werd geschrapt. Niet dus om poli
tieke, zuiver uit geldelijke overwegingen.
Twee nieuwe middelbare technische scholen
imiiimiiiiim
'n oprij berekend ... maar jelui maken er
ook geloof ik nooit gebruik van, wel ?"...
Mevrouw Niels' rechterhand wreef 'n
oogenblik veel langzamer over de linker,
toen zei mevrouw Niels heel waardig: Nee...
daar heb je gelijk in, zulke dorpsvoortuinen
zooals jij en ik hebben zijn net groot genoeg
voor de groentekar en de steenkolenwagen...
Maar enfin, die komen ook meer voor dan
luxe-auto's... wat jij, zeg, enne ... als ik
vooruit geweten had dat we gisteren dat
bezoek zouden krijgen, dan had ik zeker van
te voren geschreven om de wagen maar in
de garage van 't hotel te rijden."...
En dan was u natuurlijk ook thuis ge
bleven," voegde mevrouw Julie er gevat bij.
Ja... natuurlijk... hèhèhè..." lachte me
vrouw Niels... dat spreekt van zelf..."
En weer viel stilte.
Mies Steynen keek tersluiks naar Julie;
zouden ze maar niet heengaan, zoo kwamen
zij er toch niet achter; Julie had haar mee
getroond omdat zij geen puf had om 't alleen
uit te hengelen, en ma brandde ook om 't
te weten ... maar haar liet 't koud. Als je
't makkelijk te weten kwam was't wel leuk,
maar om er zooveel moeite voor te doen,
en er je halve avond voor te verknoeien...
bah!...
Kom," zei ze, en stond meteen op, zullen
we maar weer eens gaan ? 't Wordt zoo
laat anders."
Julie leunde tegen haar stoel; haar fijne
rug rekte zich, haar borst spande; toen keek
ze spottend naar 't meisje op. Wat is er
nou Miesekind, krijg je slaap ? Moet je naar
bed ?"
Nee, dat weet je nu ook wel," zei Mies
in haar eer getast, maar ik wou nog wel
wat aan mijn avond hebben..."
Mevrouw Niels lachte ironisch. O, ze wist
't nu zoo puik, zoo opperbest, dat ze alleen
gekomen waren om te weten; en dat was
nou mislukt! ze zouden niets weten, niets...
niemendal!...
Mies was weer gaan zitten.
't Gesprek loomde. Ze praatten allen om 't
ding heen, 't ding dat niemand zag en dat
toch aanwezig was, groot, geheimzinnig en
ontastbaar; 't ding dat hun gedachten vulde,
en hen vasthield op hun stoelen, wachtend,
vorschend, peilend... de auto... de onbe
kende, prachtige luxe-auto
De lamp knetterde even, sputterde toen
hoog op, met veel kleine vonkjes.
Je lamp gaat uit" zei mevrouw Pluysgat
minzaam.