De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 13 december pagina 3

13 december 1914 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

f3Oëc/'I4. 'Nö. 1955 "A M'S T E R D A M M E.R, W E E K B L A D~ V O O R N'E DÏ R L A N D te Groningen en te Zwolle, waarvoor de gemeentebesturen reeds jaren de voorberei ding hebben getroffen zullen niet voor sub sidie in aanmerking komen. Maar dan is het immers duidelijk, dat in den eersten tijd van deze scholen niets terecht kan ko men ??en wat over deze scholen hier gezegd wordt, geldt ook voor de andere inrich tingen, die in de verdrukking zijn geraakt. Immers bijna alle vakscholen gaan uit van particuliere vereenigingen, wier hoofdin-1 komsten worden gevonden uit de subsidies van Rijk, provincie en gemeente. Bij deze subsidies nu is bijna altijd de hoofdvoor waarde, dat een der subsidieerende lichamen alleen dan het geld uitbetaalt, indien de beide andere eveneens een vooraf vastgesteld minimum bijdragen. Zegt het Rijk dus geen bijdrage toe, dan vervallen automatisch de bijdragen van provincie en gemeente, m.a.w. is de oprichting der school onmogelijk ge maakt en is al het werk voorloopig vergeefs gedaan. In Groningen rekent men aanvankelijk op 100, in Zwolle op 75 leerlingen, dus niet zulke geringe getallen en de ervaring leert, dat deze schattingen nieestal worden over troffen. Wil men een voorbeeld, hoe het niet tot stand komen van zulk een school een geheele streek tref t, terwijl de oprichting er van zulk een streek ten zeerste ten goede zou komen, men leze de memorie van toe lichting des Ministers, waar deze de redenen vermeldt, waarom hij Zwolle boven Deven ter als plaats van vestiging stelt: Zelve een stad met een bloeiende en veelzijdige industrie, vormt Zwolle een kruis punt, waar 10 trein- en tramlijnen samen komen. Van uit Harderwijk, Kampen, Meppel, Hoogeveen, Ommen, Raalte, Almelo, Deventer en Apeldoorn is Zwolle dan ook gemakkelijkk te bereiken. Er zij tevens op gewezen, dat de treinverbinding met Twente, waaraan in dit geval waarde is te hechten, zoowel met Deventer als met Zwolle over Almelo gaat, zoodat Zwolle van uit de Twentsche indu strieplaatsen ongeveer in denzelfden tijd wordt bereikt als Deventer." Wie op de kaart eens nagaat, welk een vlak deze school bestrijkt, een streek, die zeker aangewezen is om tal van leerlingen voor de technische vakken te leveren, zal er verbaasd over staan, dat ter wille van een subsidie van ? 10.000 over 1915 het geheele plan op losse schroeven wordt gezet. ? En zoo worden tal van subsidies geschrapt of verhoogingen teruggenomen. Bij zeevaart en visscherijscholen komen twee reeds be staande en drie nieuwe inrichtingen in den knel. Van de inrichtingen voor handelsonderwijs moeten dertien nieuwe en vier bestaande Het ontgelden. Ook op de in dustrie- en huishoudscholen wordt een aanval gedaan, in een tijd, dat men deze inrich tingen gelukkig ook meer en meer voor het volkskind gaat geschikt maken, getuige de drie nieuwe aanvragen voor volkshuishoud scholen te Heerlen, Hilversum en Zeist. Welnu, op aanvragen voor deze drie, be nevens op nog drie andere nieuwe aanvragen wordt thans afwijzend beschikt en niet minder dan acht verhoogingen worden teruggenomen. Bij de ambachtsscholen is het de nieuwe ambachts- en textielschool te Almelo, die ondanks de warme aanbeveling van den Minister zelf, het loodje moet leggen. Het plan,"zeide de Minister in September, kwam onder groote belangstelling van plaatselijke autoriteiten en industrieelen in samenwerking met het Rijkstoezicht tot stand." De provincie zeide f 3300, de gemeente ?5000 toe, van parti culieren komt een jaarlijksch bedrag van ?1000 in. Het Rijk zou hierbij jaarlijks ? 10.650 voegen benevens ? 2000 ineens als tegemoetkoming in de kosten van eerste inrichting. De Regeering trekt die toezeg ging nu in: ieder begrijpt dat van het heele plan niets kan komen. Van (Je bestaande ambachtsscholen zijn het er veertien die een toegezegde verhooging niet verkrijgen; hierbij zijn Hilversum en Utrecht, waar de adspirant-leerlingen zich als het ware verdringen om plaatsing. Elf nieuwe teekenscholen en zes bestaande iniimi iimiiiiimiiiM Mevrouw Niels vloog op; och god och god die ellendige lamp Ze stak haar hand uit, draaide zwijgend de pit omhoog. Hetgeen een vernieuwd gesputter teweeg bracht. Toen brandde hij weer, lijdzaam. Tjaa"... probeerde mevrouw Pluysgat taai, ik vind 't altijd 'n héle waag om ergens onverwacht een visite te maken; en als je er dan misschien nog een heele reis voor gemaakt heb ... want dat zal natuurlijk wel... met zoo'n auto kom je niet van vlak naast je deur vandaan"... Nee... natuurlijk niet" beaamde mevrouw Niels, met volle overtuiging. Weer viel stilte. Stilte over de drie speurende vrouwen, n over de ne vrouw die zij beloerden, beleerden als drie strijdlustige honden, een in 't nauw gedreven kat... Mies had 't Nieuws v. d. Dag naar zich toegetrokken, bestaarde zonder eenige notie, de intree-rede van 'n pas benoemd profes sor ... Gut, gut, als je 't goed bedacht, wat stelden ze zich dan toch eigenlijk van avond idioot aan... Alle drie wouen ze weten, en geen van allen had de moed om er rond voor uit te komen ... Wat zouen ze toch gek op hun neus kijken als zij, Mies, nu eens hard op zei, mevrouw Niels, we zijn hier van avond allemaal komen hangen, uit felle nieuwsgierigheid,... ziet u ... om te weten,... van die luxe-auto... toe, zegt u 't ons nu maar gauw, dan kunnen we weer heengaan"... Een baldadige pret beving haar; de woorden drongen haar bijkans over de lip pen; wat zou die Pluijsgat woest op haar zijn... en Julie misschien ook... Maar 't. zou toch in elk geval eerlijker zijn dan zó... Toen keek ze naar mevrouw Niels, dik rond mensch met verschrikte oogen, toch wel hulpeloos goedig, ondanks de vastbe raden lijnen van de nu stijf genepen mond. En opeens voelde Mies als'n vreemde terug slag op haar kwajongens-stemming van z,ooeven, 'n berouwvolle meewarigheid over hun stil getreiter... Wat waren ze toch onbescheiden en onhebbelijk... Wat ging 't hun eigenlijk aan... 't Mensch had toch vol komen recht om te zwijgen wat ze wou ... Met 'n ruk stond Mies pp. Dag mevrouw, wel bedankt voor 't kopje thee." Nou, dan zou mevrouw Julie ook maar gaan, samen uit, samen thuis"... ze lachte vroolijk,... toch felden haar oogen naar de worden teleurgesteld, vérder nog een vijftal bestaande en twee nieuwe scholen voor speciale vakken. En hiermede is de treurige opsomming ten einde. Hoeveel bezuinigt nu de Minister met dit alles? Een totaal van nog niet ?182.000. Om dit bedrag in de schatkist te behouden worden de plannen in de war gebracht van vier nieuwe en vier bestaande hoogere bur gerscholen, van acht en dertig nieuwe en negen en dertig bestaande vakscholen, een totaal dus van vijf en tachtig opleidings inrichtingen, over het geheele land verspreid. Is dat gepaste bezuiniging? Deze takken van onderwijs, die zich vooral in de laatste twintig jaren van de belangstelling en de liefde van het volk hebben weten meester te maken, die gewaardeerd worden door de ouders, de leerlingen en de werkgevers, zij zijn het, die ons de toekomstige knappe vakmenschen op allerlei gebied moeten brengen. En steeds is daaraan nog gebrek. Herhaaldelijk komt in het Regeerings-verslag betreffende Handel, Nijverheid en Scheepvaart de klacht voor over gebrek aan gelegenheid tot deugdelijke opleiding. Zal nu de Re geering zelf de uitbreiding van die gelegen heid stop zetten? In gewone omstandigheden reeds is het opvoeren van onze jongelingschap tot goede vakmenschen van het hoogste belang, maar hoeveel meer zal dit nog niet in de spoedig komende jaren het geval zijn! Als de oorlog zal zijn uitgestreden en in de naburige lan den een bedroevend groot aantal jonge krachten zullen ontbreken, zal ons land het mede zijn, die in dat tekort zal kunnen voorzien, mits wij thans reeds zorgdragen, dat wij dan behoorlijk uitgerust in den nieuwen vreedzamen strijd op het gebied van han del, van nijverheid, van landbouw, van vee teelt, ja letterlijk op elk gebied in het krijt treden. Maar daarvoor is noodig, nu reeds onze voorzorgen te nemen, nu reeds onze mobili satie voor te bereiden. Moge de Tweede Kamer den Minister alsnog weten te bewegen, deze ?180.000 opnieuw op de begrooting te brengen! Bezuiniging is goed, Excellentie. Maar geen averechtsche bezuiniging, geen bezuiniging, die de wijsheid bedriegt. TH. M. KETELAAR Belasting betalen Er is eens een Nederlander geweest, die openlijk beweerde, dat hij met genoegen belasting betaalde. Maar dat bracht ook zijn positie mede, wat men zal beamen, als men verneemt, dat deze uitlating van wijlen den minister van financiën Piersonaf komstigis. Maar verder zullen de Nederlanders, die een zelfde meening zijn toegedaan, wel tot de witte raven zijn te rekenen. En daar heeft de fiscus zelf schuld aan. Hij behandelt den belastingbetaler als een minderwaardige, als iemand, waar men niet veel vijf en zessen mee behoeft te maken. Hij begint met hem zijn aanslagbiljet veel te laat thuis te sturen, laat hem tot in het oneindige op antwoord wachten, als hij er over reclameert, stelt hem maar gedurende vier dagen per week, telkens voor niet meer dan vijf uur per dag (en dat op de meest bezette uren!) in de gelegenheid om te be talen en maakt tot overmaat van ramp die gelegenheid doorgaans zoo benepen mogelijk. Wanneer men, na op lang niet vriendelijke wijze te zijn gewaarschuwd of aangemaand, zijn penningen gaat storten, heeft men door gaans zich het verblijf gedurende een half uur of meer in een soort schapenhok te getroosten, tenzij men de kosten van een plaatsvervanger, d.i. een kruier, wil dragen. Die omstandigheden maken het zure werk van belastingbetalen nog zuurder en de vraag is al herhaaldelijk gesteld of met die ergernissen niet te breken ware. Dat was practisch niet goed mogelijk, is strijk en zet door de mannen van het be lastingvak steeds betuigd en Joris Goedbloedpubliek heeft zich bij dit oordeel nedergelegd. En nu is plots de fiscus zelf met een be langrijke hervorming voor den dag gekomen. Het betreft slechts de room onzer belastingIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItiniMMIIIIIMItl IIIMIimiMIIIMM derde"... diéalleen hier laten, diéalleen achter 't geheim van de luxe-auto laten ko men ... dat nooit!... liever zeulde ze de heele Pluijsgat met 'n zoet lijntje mee naar haar eigen huis!... 't was niet alles, maar... Gaat u ook mee? toe, ja? ... nog 'n oogenblikje napraten?" ze keek mevrouw Pluijs gat bepaald met verstandhouding in de oogen, zoo gezellig nog effe ... met z'n drietjes." Mevrouw Pluijsgat weifelde, Julie keek zoo beteekenisvpl, zou ze wat te vertellen hebben? ... 'n nieuwtje misschien ... en als ze hier bleef zou die kleine bakvisch 't alleen te weten komen ... dat astrante kleine nest. Maar als ze wegging, dan kwam ze niet achter de geschiedenis van de auto!... enfin ... daar waren dan toch ook geen van hun drieën nog achter... Resoluut stond ze op, ze zou meegaan. Mevrouw Niels lijmde haar niet om te blijven. Toen ze op 't punt waren te vertrekken, bekroop haar toch opeens 'n gevoel van wrevel, van onvoldaanheid... De vijand had stand gehouden, en zij, Johanna Pluijs gat moest zich terugtrekken... ze geloofde niet dat haar zoo iets nog ooit overkomen was... Even knetterde de lamp, de gele vlam zakte tot 'n bloedroode krans op de bran der neer. Met 'n vaartje schoot Mevrouw Niels' arm omhoog, draaide aan de pit die weer opvlamde, knetterde, sputterde ... Mevrouw Pluysgat keek... Nu maakte toch nog een klein zegepraaitje de avond goed; en Hevig zei ze: je mag zeggen wat je wil kind, maar je lamp is leeg... nu, adieu hoor, en wel bedankt!" Door de heldere rosetjes van 't matglazen deurruitje had Mevrouw Niels staan turen, net zoolang tot ze wist, zeker wist wat ze wel veronderstelde. Bij haar overbuur Me vrouw Johanna Pluijsgat verscheen in de voorkamer een bescheiden lichtje,... heel, heel bescheiden ... Toen kwamen achter de vitrages 'n paar donkere gedaanten die stil bleven ... onbewegelijk. Toen ging Mevrouw Niels vastberaden weer de kamer in, greep de peer uit de lamp, ging er mee naar 't keukentje. En daar, bij den schijn van 't blikken kaarslantaarntje volbracht zij 't offer... 't Offer van kokend thee-water den vol genden ochtend, 't offer van het geurige, als levensbehoefte, als trooster, als krachtgever betalers, de aangeslagenen in de vermogens belasting. Zij kunnen met de Nederlandsche Bank als tusschenpersoon zich van hun be lastingschuld kwijten zonder aanmaning, deurwaarder of lang antichambreeren bij den ontvanger: de Nederlandsche Bank boekt hetgeen zij schuldig zijn, van hun saldo op den naam van den Staat. Zij moeten daarvoor natuurlijk zelf zaken doen met de Bank, bij haar een tegoed hebben, doch dat is voor den houder van een vermogen, groot of klein, slechts een gering kunstje. Maar kan men nu ook niet eens denken aan de groote hoop der belastingbetalers, de menschen die in de Personeele of de Bedrijfsbelasting zijn aangeslagen en die naast hun penningen ook hun vrije- kwar tiertjes moeten offeren aan den Staat, omdat deze op z n oud Haarleveensch belieft te blijven eischeu, dat men bij hem aan 't loketje kpnjt op de uren, die hem gerieven en dat men daarvoor zijn aanslagbiljet moet meebrengen, dat dan moet afgeteekend worden ? In Engeland maakt men- het mogelijk een belasting-aanslag door bemiddeling van de post te voldoen, waarom zou zulks ? hier ook niet kunnen ? Onze post doet reeds allerlei dingen, die met het brievenvervoer al zeer weinig uit staande hebben. Ze bewaart uw geld, int uwe quitanties, zorgt voor uw ouderdoms pensioen, helpt u aan identiteitskaarten enz. en doet dat alles op bevredigende wijze. Dat daardoor,haar hoofdtaak de verzorging van het brievenvervoer in den laatsten tijd wat in versukkeling is gekomen, zullen we maar toeschrijven aan de buitengewone omstandigheden", doch zulks is geen reden om haar niet de bevoegdheid te geven als bemiddelaarster op te treden tusschen be lastingbetaler en belastingheffer l Het zou mogelijk wezen, dat zij, zoo goed als zij quitanties int, ook belastingpenningen komt ophalen, maar misschien zou dit een al te groote administratieve revolutie wezen. Kan echter niet een speciaal belastingpostwisselformulier worden opgesteld, waar mede de verschillende directe belastingen kunnen worden betaald? Daar is geen Staats commissie voor noodig, ten hoogste zouden een paar hoofdambtenaren een kijkje kunnen nemen bij de Engelsche postadministratie en als dan de chef der afdeelinge»Be lastingen" aan het departement van finan ciën, en de directeur-generaal der posterijen en telegrafie de hoofden bij elkaar staken, zou de zaak in een oogenblik beklonken zijn. Dat lijkt ons wel de overweging'waard. KR. tiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiliiiniiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Raden Mas Noto'] Soeroto >v Wanneer de jonge Javaan, wiens portret wij hier geeven, met een paar van zijn ge dichten niet zulk een bescheiden mensch ware, dan zou men het gevaarlijk kunnen noemen voor zijn karakter, hem nu reeds in het licht der oopenbaarheid te stellen. Maar wij doen dat om de bizondere beteekenis die zijn persoon en werk voor ons heeft. Hij behoort toch tot dat groote volk van dertig millioen, dat met ons Nederland n rijk vormt, en dat door Nederland tot nog toe te zeer als een ondergeschikt en inferieur volk is behandeld. Daarom wenschen wij te doen uitkoomen dat een persoon van zuiver Javaansch bloed, al is het dan eedel bloed, niet alleen vatbaar is voor de fijnste en hoogste beschaving van het Westen, maar ook onze taal heeft leeren liefhebben en gebruiken tot het uitdrukken van zijn innigst ziele-leeven. Zijn verzen, waarvan enkelen reeds in Nederlandsche tijdschriften verscheenen, en waarvan wij twee onuitgegeevenen hier gewaardeerde eerste kopje thee... Van twee petroleum-stellen verzamelde zij 't spaarzaam oliebodempje, goot 't be hoedzaam in de peer... zókan de lamp nog minstens drie kwartier branden.. . en zólang zouden die daar, aan d' overkant niet blijven staan looien... En majesteitelijk, hoog als een veldheer na behaalde overwinning, schreed mevrouw Niels in de nu uitbundige glans van haar vooruitgedragen lamp, naar de voorkamer terug. En daar, in de verlatenheid van de gansch leege kamer bleef de overtollige weelde, de grootsche roekeloosheid van die een zaam brandende lamp, als symbool van welgesteldheid, als démenti voor de heele, geniepige dorpsklatsch dat zij bij Niels al tijd vroeg naar bed gingen om licht uit te sparen... Bij 't blikken kaarslantaarntje smeerde mevrouw de avondboterhammen, twee voor haar zelf, twee voor haar man en twee voor haar dochter Sophie die straks samen met haar vader zou thuis komen. Dat ze Vitello op hun brood kregen be hoefden ze niet te weten, ze proefden er niets van, als ze 't maar niet zagen... Alleen als ze 't wisten zouden ze er zoo door verdeemoedigd worden; had ze zelf ooit ge dacht dat 't zoover rnet ze komen zou?... Maar eerst dat onnoozele kleine pensioen, omdat-ie net z'n lamme vlerk zooals-ie 't zelf noemde, kreeg, voor-ie bevorderd werd tot kolonel... en dan nou net die oorlog, en de effekjes zoo min... en dan... Al de toestoppertjes aan d'r zoon Henk, goeie jongen met 'n avontuurlijke geest, en twaalf ambachten, dertien ongelukken ... Soms hoorde ze in maanden niets van hem ... wist niet of-ie ergens boekhouder was, of conférencier op 2de rangs kunstavondjes, of sport-correspondent van 'n Velo-blad... O ... die eene keer toen-ie ... 'n rijkspop was komen afbedelen, en haar welgemoed vertelde dat-ie... god, god... dat-ie piano begeleider in 'n tingel-tangel was... elukkig dat ze nog nooit iets in 't dorp gemerkt hadden... Voor 't dorp was-ie journalist, dat ging best, daar kan je veel bij op reis zijn... Sophie had ook wel een klein beetje 'n klap van de molen beet... 't Avontuurlijke zat er in... Wat had ze vroeger niet hemel en aarde bewogen om zangeres te worden ... en ze ging prachtig vooruit toen, in den afdrukken zijn niet volmaakt, maar echt en zuiver, en kunnen naast het beste staan wat onze jonge Nederlandsche dichters leeveren. Raden Mas (een titel die de beteekenis heeft van'Vorstenzoon) Noto Soeroto, is in 1888 te Djokjakarta gebooren als een van de veele kinderen van Pangeran Ario (Vorst) Noto Driodjo. Hij is verwant aan de prinse lijke familie Pakoe Alam, daar zijn vader de tweede zoon is van wijlen prins Pakoe Alam V. Hij bezocht van zijn 8ste jaar tot zijn 13de de Europeesche lagere school, eerst in zijn geboortestad, daarna anderhalf jaar te Semararig, waar hij toen op de burger school kwam. Na zijn eindexamen ging hij naar Nederland, waar toen reeds zijn oudste broeder vertoefde. In 1909 kwam hij als jur. stud. aan de Leidsche Hoogéschool en werd in 1911 candidaat in de rechten. Op dit oogenblik dient hij in het Nederlandsche leeger als reserve luitenant bij het derde regiment Huzaren. Wij hoopen van hem later iets te hooren oover het voor Westerlingen zoo interes sante en leerrijke kinderleeven in Oostersche omgeeving. I Ten leste kwam ik op mijn zwerftocht aan een zeeënkust van gouden korenvelden, met dorpen, eiland-groen; mijn oogentelden er vele, rijzende uit het golvend graan. Ik liet mijn blikken, hoogst verwonderd, gaan, terwijl ik keer op keer de vraag me stelde: O, waar zag 'k meer dit beeld, dat z me ontstelde; kan, kan het zijn in vroeger ziels-bestaan ?" Zoo dwaalde ik eenzaam door veel eeuwen henen tot ns, mijn liefste, ik u in de oogen keek, en of uw blik me 't schoon dier landen leek, zoo vond mijn ziel,al zoekend naardien Eenen, een wondre rust... Toen kwam met stil geruisch een zoete zwaem van 't vaag-gekend Tehuis. Il Zooals een groote liefdesdrang soms doet op 'n breed zitmat, kind'ren, groot en klein, zich schaam'len om des vaders zitplaatsheen al luistrend naar zijn woorden, wijs en goed; en zóals witte wolkjes in een stoet zich leeg'ren op 't tapijt van blauwsereen, om vaderMaan.die eeuw'g-zwijgend scheen de wolkenschaar' te zeegnen met zijn gloed; zoo ook weent, o mijn vader, van verlangen naar U mijn hart in smart en vreugde zangen, die in de tranendamp van duizende oogen Op stijgen gaat tot wolken naar den hoogen, en daar, door Uwen liefde-gloed gestild, Uw vaderhart omringen, stil en mild. N.V.Manufactürenmagazijn Het Anker" uitsluitend gevestigd: 49 V eenestraat en Heulstraat 27, den Haag. SPECIALITEIT IN WITTE GO E D EK EBT, UITZETTEN EN UITRUSTINGEN* Wollen en Katoenen Tricotgoederen-van de bekende merken. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie bosch rijke terreinen. Spoor,Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet. IIHMIHIIIIItllllllllllllllIlmllmlHIl Haag, op 't conservatoire ... en wat 'n stem ! god, god, wat 'n stem !... Tot die malle verliefdheid op dien Italiaan van de opera... en zij ook naar 't tooneel wou ... Toen was 't uit... alles uit. En d'r zingen ook; zonde van d'r stem... en al 't geld dat 't gekost had. Toch beter zoo. Hoe ze er in godsnaam aan kwamen, Phie en Henk, aan die wilde haren... d'r verstand stond er bij stil; hun vader, zoo'n stille kalme plichtgetrouwe militair en zij-zelf... Nou, ze wou d'r eigen niet prijzen, maar degelijk was ze,... en altijd degelijk geweest, en in eer en deugd groot gebracht... En dat nou hun finantieele achteruitgang haar stak, ja daar zou geen mensch d'r om hard vallen ... 'n mensch z'n fatsoen is 'n mensch z'n fatsoen, en als je eerst in 'n groote stad, dan in 'n provincie plaats, en nu in 'n dorp, altijd tot de notabelen heb behoord, dan ... dan hang je 't niet aan de groote klok, dat je 'n zware dobber heb om je stand op te hou-en.. . Toen morrelpeuterde een sleutel in de voordeur, kwamen meneer Niels en Phietje Niels thuis. En bij 't blikken kaarslantaarntje, de zes boterhammen met Vitello n 't halve fleschje Lager, vertelde meneer hoe ze aan 't secre tariaat voor Vreemdelingen-Verkeer waren geweest, en hun adres voor pensiongasten hadden opgegeven, en aan 't kantoor voor woningzoekenden, en ook hun adres voor pensiongasten hadden achtergelaten... en bij de commissie voor huisvesting van uit gewekenen ... en eveneens hun adres voor pensiongasten hadden laten noteeren... Daar hebben we immers verleden week al aan geschreven ?'' zei mevrouw. 't Ken geen kwaad," zei meneer, we waren nou toch in de stad." Geen kwaad !" zei mevrouw bekommerd, als je er zoo vél lui inhaalt, heb je ook kans op zooveel brieven met aanvragen, en dat loopt natuurlijk in de kijker... verbeeld je... och god, och god... als ze nu eens 'n briefkaart schrijven!... dan weet 't heele dorp in eens dat we moeite doen om 'n betalende logéin huis te krijgen Dan hadden we net zoo goed 'n advertentie kunnen zetten ... god och god ... kan je ze niet nog allemaal 'n brief sturen, en uit drukkelijk zeggen vooral geen briefkaarten te schrijven?" Meneer Niels haalde over z'n vrouw's naïveteit de schouders op. Op zulke bureaux moet je nog no'odig met zulke futiliteiten aankomen, je krijgt toch al amper adem voor geld... de een pent je adres op of je godbetert in een straf register moet worden bijgeschreven, de ander beweert neerbuigend dat er voor betalende loges al meer dan voldoende aanvragen zijn!" Verbeeld je, 't mankeert er nog maar aan dat je zooveel moeite zou doen voor een n-betalende logé!" ... De meneer van 't vluchtelingen Comit was heusch heel vriendelijk", suste Phietje, die wist dadelijk uit z'n boeken dat we ons al opgegeven hadden, en hij zei dat er al werk van gemaakt werd"... Nou ja, dat was ook maar stroop smeren" bromde haar wereldwijze vader, dat zei-ie alleen maar om ons zoo gauw mogelijk weer kwijt te raken Hij zei ook dat de com missaris der koningin in de provincie, bezig wasonderzoek te laten doen naar verschillende kwartieren voor ge-interneerde hooge offi cieren, dus. .. Nou je begrijpt, ik geloofde er geen steek van, maar we namen minzaam afscheid en gingen... Nou? Wat heb je?" Mevrouw Niels had hem plotseling bij den arm gegrepen, staarde hem opgewonden aan, als aanschouwde haar geest een liefe lijk visioen. Ze antwoordde niet, haar mond beefde zenuwachtig. Gut Ma, wat is er?" vroeg Phie onge rust en keek, om Ma te laten drinken, hul peloos naar 't halve lagerfleschje dat leeg was. 't Is", zei Ma met een gelukzaligen lach, 't is... dat dat natuurlijk die pracht luxe auto van gisteren geweest is... Ach god, dat we nou ook net niet thuis waren... maar hij komt weerom", snikte ze half van opwinding, dat had de chauffeur uitdruk kelijk gezegd", zei Jansje ... Wel allemachtig", zei meneer, beaat. O goeie, goeie genade", zei Phietje, haast bedrukt door zooveel voorspoed. Toen zwegen ze alle drie. La joie fait peur. Maar toen zij na een poos van stil ont zag, dat wondere geluk met hun woorden durfden betasten, leek 't wel of ze hu heel niet meer over iets anders zouden kunnen spreken, zoo vulde dat onverwachte voor uitzicht hun heele gezichtseinder... (Slot volgt.) * 9 *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl