Historisch Archief 1877-1940
f3Oëc/'I4. 'Nö. 1955
"A M'S T E R D A M M E.R, W E E K B L A D~ V O O R N'E DÏ R L A N D
te Groningen en te Zwolle, waarvoor de
gemeentebesturen reeds jaren de voorberei
ding hebben getroffen zullen niet voor sub
sidie in aanmerking komen. Maar dan is
het immers duidelijk, dat in den eersten
tijd van deze scholen niets terecht kan ko
men ??en wat over deze scholen hier gezegd
wordt, geldt ook voor de andere inrich
tingen, die in de verdrukking zijn geraakt.
Immers bijna alle vakscholen gaan uit van
particuliere vereenigingen, wier hoofdin-1
komsten worden gevonden uit de subsidies
van Rijk, provincie en gemeente. Bij deze
subsidies nu is bijna altijd de hoofdvoor
waarde, dat een der subsidieerende lichamen
alleen dan het geld uitbetaalt, indien de
beide andere eveneens een vooraf vastgesteld
minimum bijdragen. Zegt het Rijk dus geen
bijdrage toe, dan vervallen automatisch de
bijdragen van provincie en gemeente, m.a.w.
is de oprichting der school onmogelijk ge
maakt en is al het werk voorloopig vergeefs
gedaan.
In Groningen rekent men aanvankelijk op
100, in Zwolle op 75 leerlingen, dus niet
zulke geringe getallen en de ervaring leert,
dat deze schattingen nieestal worden over
troffen. Wil men een voorbeeld, hoe het
niet tot stand komen van zulk een school
een geheele streek tref t, terwijl de oprichting
er van zulk een streek ten zeerste ten goede
zou komen, men leze de memorie van toe
lichting des Ministers, waar deze de redenen
vermeldt, waarom hij Zwolle boven Deven
ter als plaats van vestiging stelt:
Zelve een stad met een bloeiende en
veelzijdige industrie, vormt Zwolle een kruis
punt, waar 10 trein- en tramlijnen samen
komen. Van uit Harderwijk, Kampen, Meppel,
Hoogeveen, Ommen, Raalte, Almelo, Deventer
en Apeldoorn is Zwolle dan ook gemakkelijkk
te bereiken. Er zij tevens op gewezen, dat
de treinverbinding met Twente, waaraan in
dit geval waarde is te hechten, zoowel met
Deventer als met Zwolle over Almelo gaat,
zoodat Zwolle van uit de Twentsche indu
strieplaatsen ongeveer in denzelfden tijd
wordt bereikt als Deventer."
Wie op de kaart eens nagaat, welk een
vlak deze school bestrijkt, een streek, die
zeker aangewezen is om tal van leerlingen
voor de technische vakken te leveren, zal
er verbaasd over staan, dat ter wille van
een subsidie van ? 10.000 over 1915 het
geheele plan op losse schroeven wordt gezet.
? En zoo worden tal van subsidies geschrapt
of verhoogingen teruggenomen. Bij zeevaart
en visscherijscholen komen twee reeds be
staande en drie nieuwe inrichtingen in den
knel. Van de inrichtingen voor
handelsonderwijs moeten dertien nieuwe en vier
bestaande Het ontgelden. Ook op de in
dustrie- en huishoudscholen wordt een aanval
gedaan, in een tijd, dat men deze inrich
tingen gelukkig ook meer en meer voor het
volkskind gaat geschikt maken, getuige de
drie nieuwe aanvragen voor volkshuishoud
scholen te Heerlen, Hilversum en Zeist.
Welnu, op aanvragen voor deze drie, be
nevens op nog drie andere nieuwe aanvragen
wordt thans afwijzend beschikt en niet
minder dan acht verhoogingen worden
teruggenomen.
Bij de ambachtsscholen is het de nieuwe
ambachts- en textielschool te Almelo, die
ondanks de warme aanbeveling van den
Minister zelf, het loodje moet leggen. Het
plan,"zeide de Minister in September, kwam
onder groote belangstelling van plaatselijke
autoriteiten en industrieelen in samenwerking
met het Rijkstoezicht tot stand." De provincie
zeide f 3300, de gemeente ?5000 toe, van parti
culieren komt een jaarlijksch bedrag van
?1000 in. Het Rijk zou hierbij jaarlijks
? 10.650 voegen benevens ? 2000 ineens als
tegemoetkoming in de kosten van eerste
inrichting. De Regeering trekt die toezeg
ging nu in: ieder begrijpt dat van het
heele plan niets kan komen.
Van (Je bestaande ambachtsscholen zijn
het er veertien die een toegezegde verhooging
niet verkrijgen; hierbij zijn Hilversum en
Utrecht, waar de adspirant-leerlingen zich
als het ware verdringen om plaatsing.
Elf nieuwe teekenscholen en zes bestaande
iniimi iimiiiiimiiiM
Mevrouw Niels vloog op; och god och
god die ellendige lamp Ze stak haar
hand uit, draaide zwijgend de pit omhoog.
Hetgeen een vernieuwd gesputter teweeg
bracht.
Toen brandde hij weer, lijdzaam.
Tjaa"... probeerde mevrouw Pluysgat
taai, ik vind 't altijd 'n héle waag om
ergens onverwacht een visite te maken; en
als je er dan misschien nog een heele reis
voor gemaakt heb ... want dat zal natuurlijk
wel... met zoo'n auto kom je niet van vlak
naast je deur vandaan"...
Nee... natuurlijk niet" beaamde mevrouw
Niels, met volle overtuiging.
Weer viel stilte.
Stilte over de drie speurende vrouwen,
n over de ne vrouw die zij beloerden,
beleerden als drie strijdlustige honden, een
in 't nauw gedreven kat...
Mies had 't Nieuws v. d. Dag naar zich
toegetrokken, bestaarde zonder eenige notie,
de intree-rede van 'n pas benoemd profes
sor ... Gut, gut, als je 't goed bedacht, wat
stelden ze zich dan toch eigenlijk van avond
idioot aan... Alle drie wouen ze weten, en
geen van allen had de moed om er rond
voor uit te komen ... Wat zouen ze toch
gek op hun neus kijken als zij, Mies, nu
eens hard op zei, mevrouw Niels, we zijn
hier van avond allemaal komen hangen, uit
felle nieuwsgierigheid,... ziet u ... om te
weten,... van die luxe-auto... toe, zegt u
't ons nu maar gauw, dan kunnen we weer
heengaan"...
Een baldadige pret beving haar; de
woorden drongen haar bijkans over de lip
pen; wat zou die Pluijsgat woest op haar
zijn... en Julie misschien ook... Maar 't.
zou toch in elk geval eerlijker zijn dan
zó...
Toen keek ze naar mevrouw Niels, dik
rond mensch met verschrikte oogen, toch
wel hulpeloos goedig, ondanks de vastbe
raden lijnen van de nu stijf genepen mond.
En opeens voelde Mies als'n vreemde terug
slag op haar kwajongens-stemming van
z,ooeven, 'n berouwvolle meewarigheid over
hun stil getreiter... Wat waren ze toch
onbescheiden en onhebbelijk... Wat ging 't
hun eigenlijk aan... 't Mensch had toch vol
komen recht om te zwijgen wat ze wou ...
Met 'n ruk stond Mies pp. Dag mevrouw,
wel bedankt voor 't kopje thee."
Nou, dan zou mevrouw Julie ook maar
gaan, samen uit, samen thuis"... ze lachte
vroolijk,... toch felden haar oogen naar de
worden teleurgesteld, vérder nog een vijftal
bestaande en twee nieuwe scholen voor
speciale vakken. En hiermede is de treurige
opsomming ten einde.
Hoeveel bezuinigt nu de Minister met
dit alles? Een totaal van nog niet ?182.000.
Om dit bedrag in de schatkist te behouden
worden de plannen in de war gebracht van
vier nieuwe en vier bestaande hoogere bur
gerscholen, van acht en dertig nieuwe en
negen en dertig bestaande vakscholen, een
totaal dus van vijf en tachtig opleidings
inrichtingen, over het geheele land verspreid.
Is dat gepaste bezuiniging? Deze takken
van onderwijs, die zich vooral in de laatste
twintig jaren van de belangstelling en de
liefde van het volk hebben weten meester
te maken, die gewaardeerd worden door de
ouders, de leerlingen en de werkgevers, zij
zijn het, die ons de toekomstige knappe
vakmenschen op allerlei gebied moeten
brengen. En steeds is daaraan nog gebrek.
Herhaaldelijk komt in het Regeerings-verslag
betreffende Handel, Nijverheid en Scheepvaart
de klacht voor over gebrek aan gelegenheid
tot deugdelijke opleiding. Zal nu de Re
geering zelf de uitbreiding van die gelegen
heid stop zetten?
In gewone omstandigheden reeds is het
opvoeren van onze jongelingschap tot goede
vakmenschen van het hoogste belang, maar
hoeveel meer zal dit nog niet in de spoedig
komende jaren het geval zijn! Als de oorlog
zal zijn uitgestreden en in de naburige lan
den een bedroevend groot aantal jonge
krachten zullen ontbreken, zal ons land het
mede zijn, die in dat tekort zal kunnen
voorzien, mits wij thans reeds zorgdragen, dat
wij dan behoorlijk uitgerust in den nieuwen
vreedzamen strijd op het gebied van han
del, van nijverheid, van landbouw, van vee
teelt, ja letterlijk op elk gebied in het krijt
treden.
Maar daarvoor is noodig, nu reeds onze
voorzorgen te nemen, nu reeds onze mobili
satie voor te bereiden. Moge de Tweede
Kamer den Minister alsnog weten te bewegen,
deze ?180.000 opnieuw op de begrooting te
brengen! Bezuiniging is goed, Excellentie.
Maar geen averechtsche bezuiniging, geen
bezuiniging, die de wijsheid bedriegt.
TH. M. KETELAAR
Belasting betalen
Er is eens een Nederlander geweest, die
openlijk beweerde, dat hij met genoegen
belasting betaalde. Maar dat bracht ook zijn
positie mede, wat men zal beamen, als men
verneemt, dat deze uitlating van wijlen den
minister van financiën Piersonaf komstigis.
Maar verder zullen de Nederlanders, die
een zelfde meening zijn toegedaan, wel tot
de witte raven zijn te rekenen.
En daar heeft de fiscus zelf schuld aan.
Hij behandelt den belastingbetaler als een
minderwaardige, als iemand, waar men niet
veel vijf en zessen mee behoeft te maken. Hij
begint met hem zijn aanslagbiljet veel te
laat thuis te sturen, laat hem tot in het
oneindige op antwoord wachten, als hij er
over reclameert, stelt hem maar gedurende
vier dagen per week, telkens voor niet meer
dan vijf uur per dag (en dat op de meest
bezette uren!) in de gelegenheid om te be
talen en maakt tot overmaat van ramp die
gelegenheid doorgaans zoo benepen mogelijk.
Wanneer men, na op lang niet vriendelijke
wijze te zijn gewaarschuwd of aangemaand,
zijn penningen gaat storten, heeft men door
gaans zich het verblijf gedurende een half
uur of meer in een soort schapenhok te
getroosten, tenzij men de kosten van een
plaatsvervanger, d.i. een kruier, wil dragen.
Die omstandigheden maken het zure werk
van belastingbetalen nog zuurder en de
vraag is al herhaaldelijk gesteld of met die
ergernissen niet te breken ware.
Dat was practisch niet goed mogelijk, is
strijk en zet door de mannen van het be
lastingvak steeds betuigd en Joris
Goedbloedpubliek heeft zich bij dit oordeel nedergelegd.
En nu is plots de fiscus zelf met een be
langrijke hervorming voor den dag gekomen.
Het betreft slechts de room onzer
belastingIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItiniMMIIIIIMItl
IIIMIimiMIIIMM
derde"... diéalleen hier laten, diéalleen
achter 't geheim van de luxe-auto laten ko
men ... dat nooit!... liever zeulde ze de
heele Pluijsgat met 'n zoet lijntje mee naar
haar eigen huis!... 't was niet alles, maar...
Gaat u ook mee? toe, ja? ... nog 'n
oogenblikje napraten?" ze keek mevrouw Pluijs
gat bepaald met verstandhouding in de oogen,
zoo gezellig nog effe ... met z'n drietjes."
Mevrouw Pluijsgat weifelde, Julie keek
zoo beteekenisvpl, zou ze wat te vertellen
hebben? ... 'n nieuwtje misschien ... en als
ze hier bleef zou die kleine bakvisch 't alleen
te weten komen ... dat astrante kleine nest.
Maar als ze wegging, dan kwam ze niet
achter de geschiedenis van de auto!...
enfin ... daar waren dan toch ook geen van
hun drieën nog achter...
Resoluut stond ze op, ze zou meegaan.
Mevrouw Niels lijmde haar niet om te
blijven.
Toen ze op 't punt waren te vertrekken,
bekroop haar toch opeens 'n gevoel van
wrevel, van onvoldaanheid... De vijand
had stand gehouden, en zij, Johanna Pluijs
gat moest zich terugtrekken... ze geloofde
niet dat haar zoo iets nog ooit overkomen
was...
Even knetterde de lamp, de gele vlam
zakte tot 'n bloedroode krans op de bran
der neer.
Met 'n vaartje schoot Mevrouw Niels'
arm omhoog, draaide aan de pit die weer
opvlamde, knetterde, sputterde ...
Mevrouw Pluysgat keek...
Nu maakte toch nog een klein zegepraaitje
de avond goed; en Hevig zei ze: je mag
zeggen wat je wil kind, maar je lamp is
leeg... nu, adieu hoor, en wel bedankt!"
Door de heldere rosetjes van 't matglazen
deurruitje had Mevrouw Niels staan turen,
net zoolang tot ze wist, zeker wist wat ze
wel veronderstelde. Bij haar overbuur Me
vrouw Johanna Pluijsgat verscheen in de
voorkamer een bescheiden lichtje,... heel,
heel bescheiden ... Toen kwamen achter de
vitrages 'n paar donkere gedaanten die stil
bleven ... onbewegelijk.
Toen ging Mevrouw Niels vastberaden
weer de kamer in, greep de peer uit de lamp,
ging er mee naar 't keukentje. En daar, bij
den schijn van 't blikken kaarslantaarntje
volbracht zij 't offer...
't Offer van kokend thee-water den vol
genden ochtend, 't offer van het geurige, als
levensbehoefte, als trooster, als krachtgever
betalers, de aangeslagenen in de vermogens
belasting. Zij kunnen met de Nederlandsche
Bank als tusschenpersoon zich van hun be
lastingschuld kwijten zonder aanmaning,
deurwaarder of lang antichambreeren bij den
ontvanger: de Nederlandsche Bank boekt
hetgeen zij schuldig zijn, van hun saldo op
den naam van den Staat. Zij moeten daarvoor
natuurlijk zelf zaken doen met de Bank, bij
haar een tegoed hebben, doch dat is voor
den houder van een vermogen, groot of klein,
slechts een gering kunstje.
Maar kan men nu ook niet eens denken
aan de groote hoop der belastingbetalers,
de menschen die in de Personeele of de
Bedrijfsbelasting zijn aangeslagen en die
naast hun penningen ook hun vrije- kwar
tiertjes moeten offeren aan den Staat, omdat
deze op z n oud Haarleveensch belieft te
blijven eischeu, dat men bij hem aan 't
loketje kpnjt op de uren, die hem gerieven
en dat men daarvoor zijn aanslagbiljet moet
meebrengen, dat dan moet afgeteekend
worden ?
In Engeland maakt men- het mogelijk een
belasting-aanslag door bemiddeling van de
post te voldoen, waarom zou zulks ? hier
ook niet kunnen ?
Onze post doet reeds allerlei dingen, die
met het brievenvervoer al zeer weinig uit
staande hebben. Ze bewaart uw geld, int
uwe quitanties, zorgt voor uw ouderdoms
pensioen, helpt u aan identiteitskaarten enz.
en doet dat alles op bevredigende wijze.
Dat daardoor,haar hoofdtaak de verzorging
van het brievenvervoer in den laatsten tijd
wat in versukkeling is gekomen, zullen we
maar toeschrijven aan de buitengewone
omstandigheden", doch zulks is geen reden
om haar niet de bevoegdheid te geven als
bemiddelaarster op te treden tusschen be
lastingbetaler en belastingheffer l
Het zou mogelijk wezen, dat zij, zoo goed
als zij quitanties int, ook belastingpenningen
komt ophalen, maar misschien zou dit een
al te groote administratieve revolutie wezen.
Kan echter niet een speciaal
belastingpostwisselformulier worden opgesteld, waar
mede de verschillende directe belastingen
kunnen worden betaald? Daar is geen Staats
commissie voor noodig, ten hoogste zouden
een paar hoofdambtenaren een kijkje kunnen
nemen bij de Engelsche postadministratie
en als dan de chef der afdeelinge»Be
lastingen" aan het departement van finan
ciën, en de directeur-generaal der posterijen
en telegrafie de hoofden bij elkaar staken,
zou de zaak in een oogenblik beklonken zijn.
Dat lijkt ons wel de overweging'waard.
KR.
tiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiliiiniiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Raden Mas Noto'] Soeroto >v
Wanneer de jonge Javaan, wiens portret
wij hier geeven, met een paar van zijn ge
dichten niet zulk een bescheiden mensch
ware, dan zou men het gevaarlijk kunnen
noemen voor zijn karakter, hem nu reeds
in het licht der oopenbaarheid te stellen. Maar
wij doen dat om de bizondere beteekenis
die zijn persoon en werk voor ons heeft.
Hij behoort toch tot dat groote volk van
dertig millioen, dat met ons Nederland n
rijk vormt, en dat door Nederland tot nog
toe te zeer als een ondergeschikt en inferieur
volk is behandeld. Daarom wenschen wij
te doen uitkoomen dat een persoon van
zuiver Javaansch bloed, al is het dan eedel
bloed, niet alleen vatbaar is voor de fijnste
en hoogste beschaving van het Westen,
maar ook onze taal heeft leeren liefhebben
en gebruiken tot het uitdrukken van zijn
innigst ziele-leeven.
Zijn verzen, waarvan enkelen reeds in
Nederlandsche tijdschriften verscheenen, en
waarvan wij twee onuitgegeevenen hier
gewaardeerde eerste kopje thee...
Van twee petroleum-stellen verzamelde
zij 't spaarzaam oliebodempje, goot 't be
hoedzaam in de peer... zókan de lamp
nog minstens drie kwartier branden.. . en
zólang zouden die daar, aan d' overkant
niet blijven staan looien...
En majesteitelijk, hoog als een veldheer
na behaalde overwinning, schreed mevrouw
Niels in de nu uitbundige glans van haar
vooruitgedragen lamp, naar de voorkamer
terug.
En daar, in de verlatenheid van de gansch
leege kamer bleef de overtollige weelde,
de grootsche roekeloosheid van die een
zaam brandende lamp, als symbool van
welgesteldheid, als démenti voor de heele,
geniepige dorpsklatsch dat zij bij Niels al
tijd vroeg naar bed gingen om licht uit te
sparen...
Bij 't blikken kaarslantaarntje smeerde
mevrouw de avondboterhammen, twee voor
haar zelf, twee voor haar man en twee voor
haar dochter Sophie die straks samen met
haar vader zou thuis komen.
Dat ze Vitello op hun brood kregen be
hoefden ze niet te weten, ze proefden er
niets van, als ze 't maar niet zagen... Alleen
als ze 't wisten zouden ze er zoo door
verdeemoedigd worden; had ze zelf ooit ge
dacht dat 't zoover rnet ze komen zou?...
Maar eerst dat onnoozele kleine pensioen,
omdat-ie net z'n lamme vlerk zooals-ie
't zelf noemde, kreeg, voor-ie bevorderd
werd tot kolonel... en dan nou net die
oorlog, en de effekjes zoo min... en dan...
Al de toestoppertjes aan d'r zoon Henk,
goeie jongen met 'n avontuurlijke geest, en
twaalf ambachten, dertien ongelukken ...
Soms hoorde ze in maanden niets van hem ...
wist niet of-ie ergens boekhouder was, of
conférencier op 2de rangs kunstavondjes, of
sport-correspondent van 'n Velo-blad...
O ... die eene keer toen-ie ... 'n rijkspop
was komen afbedelen, en haar welgemoed
vertelde dat-ie... god, god... dat-ie piano
begeleider in 'n tingel-tangel was...
elukkig dat ze nog nooit iets in 't dorp
gemerkt hadden... Voor 't dorp was-ie
journalist, dat ging best, daar kan je veel
bij op reis zijn...
Sophie had ook wel een klein beetje 'n
klap van de molen beet... 't Avontuurlijke
zat er in... Wat had ze vroeger niet hemel
en aarde bewogen om zangeres te worden ...
en ze ging prachtig vooruit toen, in den
afdrukken zijn niet volmaakt, maar echt en
zuiver, en kunnen naast het beste staan wat
onze jonge Nederlandsche dichters leeveren.
Raden Mas (een titel die de beteekenis
heeft van'Vorstenzoon) Noto Soeroto, is in
1888 te Djokjakarta gebooren als een van
de veele kinderen van Pangeran Ario (Vorst)
Noto Driodjo. Hij is verwant aan de prinse
lijke familie Pakoe Alam, daar zijn vader
de tweede zoon is van wijlen prins Pakoe
Alam V. Hij bezocht van zijn 8ste jaar tot
zijn 13de de Europeesche lagere school, eerst
in zijn geboortestad, daarna anderhalf jaar
te Semararig, waar hij toen op de burger
school kwam. Na zijn eindexamen ging hij
naar Nederland, waar toen reeds zijn oudste
broeder vertoefde. In 1909 kwam hij als
jur. stud. aan de Leidsche Hoogéschool en
werd in 1911 candidaat in de rechten. Op
dit oogenblik dient hij in het Nederlandsche
leeger als reserve luitenant bij het derde
regiment Huzaren.
Wij hoopen van hem later iets te hooren
oover het voor Westerlingen zoo interes
sante en leerrijke kinderleeven in Oostersche
omgeeving.
I
Ten leste kwam ik op mijn zwerftocht aan
een zeeënkust van gouden korenvelden,
met dorpen, eiland-groen; mijn oogentelden
er vele, rijzende uit het golvend graan.
Ik liet mijn blikken, hoogst verwonderd, gaan,
terwijl ik keer op keer de vraag me stelde:
O, waar zag 'k meer dit beeld, dat z
me ontstelde;
kan, kan het zijn in vroeger ziels-bestaan ?"
Zoo dwaalde ik eenzaam door veel eeuwen
henen
tot ns, mijn liefste, ik u in de oogen keek,
en of uw blik me 't schoon dier landen leek,
zoo vond mijn ziel,al zoekend naardien Eenen,
een wondre rust... Toen kwam met stil
geruisch
een zoete zwaem van 't vaag-gekend Tehuis.
Il
Zooals een groote liefdesdrang soms doet
op 'n breed zitmat, kind'ren, groot en klein,
zich schaam'len om des vaders zitplaatsheen
al luistrend naar zijn woorden, wijs en goed;
en zóals witte wolkjes in een stoet
zich leeg'ren op 't tapijt van blauwsereen,
om vaderMaan.die eeuw'g-zwijgend scheen
de wolkenschaar' te zeegnen met zijn gloed;
zoo ook weent, o mijn vader, van verlangen
naar U mijn hart in smart en vreugde
zangen,
die in de tranendamp van duizende oogen
Op stijgen gaat tot wolken naar den hoogen,
en daar, door Uwen liefde-gloed gestild,
Uw vaderhart omringen, stil en mild.
N.V.Manufactürenmagazijn Het Anker"
uitsluitend gevestigd:
49 V eenestraat en Heulstraat 27, den Haag.
SPECIALITEIT IN
WITTE GO E D EK EBT,
UITZETTEN EN UITRUSTINGEN*
Wollen en Katoenen Tricotgoederen-van de bekende merken.
BOUWT TE NUNSPEET.
Mooie bosch rijke terreinen. Spoor,Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
M.ij DE VELUWE", Nunspeet.
IIHMIHIIIIItllllllllllllllIlmllmlHIl
Haag, op 't conservatoire ... en wat 'n stem !
god, god, wat 'n stem !... Tot die malle
verliefdheid op dien Italiaan van de opera...
en zij ook naar 't tooneel wou ... Toen was
't uit... alles uit. En d'r zingen ook; zonde
van d'r stem... en al 't geld dat 't gekost
had. Toch beter zoo.
Hoe ze er in godsnaam aan kwamen, Phie
en Henk, aan die wilde haren... d'r verstand
stond er bij stil; hun vader, zoo'n stille
kalme plichtgetrouwe militair en zij-zelf...
Nou, ze wou d'r eigen niet prijzen, maar
degelijk was ze,... en altijd degelijk geweest,
en in eer en deugd groot gebracht...
En dat nou hun finantieele achteruitgang
haar stak, ja daar zou geen mensch d'r om
hard vallen ... 'n mensch z'n fatsoen is 'n
mensch z'n fatsoen, en als je eerst in 'n
groote stad, dan in 'n provincie plaats, en
nu in 'n dorp, altijd tot de notabelen heb
behoord, dan ... dan hang je 't niet aan de
groote klok, dat je 'n zware dobber heb om
je stand op te hou-en.. .
Toen morrelpeuterde een sleutel in de
voordeur, kwamen meneer Niels en Phietje
Niels thuis.
En bij 't blikken kaarslantaarntje, de zes
boterhammen met Vitello n 't halve fleschje
Lager, vertelde meneer hoe ze aan 't secre
tariaat voor Vreemdelingen-Verkeer waren
geweest, en hun adres voor pensiongasten
hadden opgegeven, en aan 't kantoor voor
woningzoekenden, en ook hun adres voor
pensiongasten hadden achtergelaten... en
bij de commissie voor huisvesting van uit
gewekenen ... en eveneens hun adres voor
pensiongasten hadden laten noteeren...
Daar hebben we immers verleden week
al aan geschreven ?'' zei mevrouw.
't Ken geen kwaad," zei meneer, we
waren nou toch in de stad."
Geen kwaad !" zei mevrouw bekommerd,
als je er zoo vél lui inhaalt, heb je ook
kans op zooveel brieven met aanvragen, en
dat loopt natuurlijk in de kijker... verbeeld
je... och god, och god... als ze nu eens
'n briefkaart schrijven!... dan weet 't heele
dorp in eens dat we moeite doen om 'n
betalende logéin huis te krijgen Dan
hadden we net zoo goed 'n advertentie
kunnen zetten ... god och god ... kan je
ze niet nog allemaal 'n brief sturen, en uit
drukkelijk zeggen vooral geen briefkaarten
te schrijven?"
Meneer Niels haalde over z'n vrouw's
naïveteit de schouders op.
Op zulke bureaux moet je nog no'odig
met zulke futiliteiten aankomen, je krijgt
toch al amper adem voor geld... de een
pent je adres op of je godbetert in een straf
register moet worden bijgeschreven, de ander
beweert neerbuigend dat er voor betalende
loges al meer dan voldoende aanvragen zijn!"
Verbeeld je, 't mankeert er nog maar
aan dat je zooveel moeite zou doen voor
een n-betalende logé!" ...
De meneer van 't vluchtelingen Comit
was heusch heel vriendelijk", suste Phietje,
die wist dadelijk uit z'n boeken dat we
ons al opgegeven hadden, en hij zei dat
er al werk van gemaakt werd"...
Nou ja, dat was ook maar stroop smeren"
bromde haar wereldwijze vader, dat zei-ie
alleen maar om ons zoo gauw mogelijk weer
kwijt te raken Hij zei ook dat de com
missaris der koningin in de provincie, bezig
wasonderzoek te laten doen naar verschillende
kwartieren voor ge-interneerde hooge offi
cieren, dus. ..
Nou je begrijpt, ik geloofde er geen steek
van, maar we namen minzaam afscheid en
gingen... Nou? Wat heb je?"
Mevrouw Niels had hem plotseling bij
den arm gegrepen, staarde hem opgewonden
aan, als aanschouwde haar geest een liefe
lijk visioen.
Ze antwoordde niet, haar mond beefde
zenuwachtig.
Gut Ma, wat is er?" vroeg Phie onge
rust en keek, om Ma te laten drinken, hul
peloos naar 't halve lagerfleschje dat leeg was.
't Is", zei Ma met een gelukzaligen lach,
't is... dat dat natuurlijk die pracht luxe
auto van gisteren geweest is... Ach god,
dat we nou ook net niet thuis waren...
maar hij komt weerom", snikte ze half van
opwinding, dat had de chauffeur uitdruk
kelijk gezegd", zei Jansje ...
Wel allemachtig", zei meneer, beaat.
O goeie, goeie genade", zei Phietje,
haast bedrukt door zooveel voorspoed.
Toen zwegen ze alle drie. La joie fait peur.
Maar toen zij na een poos van stil ont
zag, dat wondere geluk met hun woorden
durfden betasten, leek 't wel of ze hu heel
niet meer over iets anders zouden kunnen
spreken, zoo vulde dat onverwachte voor
uitzicht hun heele gezichtseinder...
(Slot volgt.)
* 9 *