Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
20 Dec. '14. No. 1956
een oogje in 't zeil kwam houden, of de
veldmaarschalk heeft de reis naar
Constantinopel aanvaard.
Aan eerbewijs ontbreekt het hem daar
niet. Zoo juist telegrafeert Wolff:
Constantinopel, 14 December. De opening van
het parlement had plaats met schitterend
ceremonieel. Precies om n uur verscheen
de Sultan, begeleid door den troonopvolger
en andere prinsen en door den Khedive,
met wien hij zich buitengewoon lang onder
hield, voordat hij zich nederzette. Het middel
punt van de belangstelling was Von der
Goltz?Pasja, die zich in het gevolg van
den Sultan bevond en in de hofloge plaats
nam. Daarop (Wolff schijnt hiermede
aan *e duiden, dat men met de voorlezing
der troonrede expresselijk heeft gewacht,
totdat de hoofdpersoon, alias Von der
GoltzPasja, goed en wel in zijn fauteuil zat) had
de voorlezing der troonrede plaats."
Het middelpunt der belangstelling" heeft
bjB die gelegenheid kunnen hooren, dat
Turkije tot den oorlog gedwongen was."
Tout comme chez nous! zal hij gedacht
hebben: der uns aufgezwungene Krieg"; de
Turken toonen zich goede leerlingen van
Bethmann-Hollweg; als zij in de militaire
dingen maar half zoo goedleersch zijn, kon
ik, Von der Qoltz, tevreden wezen.
Voordat de veldmaarschalk naar Turkije
ging, is hij een tijd lang Düitsch gouver
neur van België geweest. De correspon
dent van de Neue Freie Presse, die hem te
Sofia aan de praat wist te krijgen, heeft
hem dus gevraagd, hoe de zaken in België
stonden. Ook naar zijne meening over den
oorlog in het algemeen heeft hij geïnfor
meerd en ten antwoord gekregen, dat het
er voor de ? Duitschers niet kwaad uitziet:
ongebroken geestdrift, prachtige moraal,
schitterende verzorging, betere aanvoering
dan bij de bondgenooten, grootere bekwaam
heden, financieel geen wolkje aan de lucht
kortom, wir mussen siegen l"
Haar voornoemde correspondent zal toch
het scherpst geluisterd hebben, toen de veld
maarschalk over België kwam te spreken.
Wat hij daarover zei, was weinig, maar
uiterst belangrijk; als een goed militair zei
Von der Goltz kort en krachtig: De toe
stand in België is normaal."
Had hij in den stijl van een Nederlandsch
gouverneur-generaal uit de 17de eeuw ge
sproken, hij zou hebben gezegd: Met ons
waarde pand België geprezen zij de
Albestierder staat het naar wensch en het
wordt door den gouverneur wel en vredig
bestuurd."
Maar beter, schneidiger", klinkt het: De
toestand in België is normaal."
Het is waar een deel van het land is
verwoest; in een ander deel wordt hevig
gevochten; er heerscht gebrek aan levens
middelen ; er mag niemand in of uit; de inwo
ners moeten hooge oorlogsschattingen op
brengen ; de vreemdeling speelt in hun land
de baas: maar een Düitsch hoofdofficier
vindt dit voor een ander volk den
normalen toestand.
Of zou Von der Goltz-Pasja in het alge
meen willen zeggen, dat oorlog de normale"
en vrede de abnormale" toestand is ?
Of zou hij want het is mogelijk, dat
ook een veldmaarschalk bij een interview
z{jn beste beentje voorzet en zich moeite
geeft om zich zoo uit te drukken, dat zijne
woorden persklaar zijn voor het boek der
historie zou hij zich herinnerd hebben,
hoe in een soortgelijk geval een gelukkige
formuleering werd gevonden, die voor altijd
in het geheugen der menschheid bewaard
is gebleven? Toen de Russische generaal
Paskievitch Erivanski in 1831 den Poolschen
opstand had gedempt, nadat stroomen bloeds
vergoten en de voorsteden van Warschau
in vlammen waren opgegaan, kreeg de
wereld hiervan kennis in deze bewoordin
gen: L'ordre règne a Varsovie."
Van deze formule heeft Von der
GoltzPasja een waardig pendant geleverd met
zijn: De toestand in'België is normaal."
Er zijn Duitschers, die den toestand in
België zoo normaal vinden, dat zij er ook
na den oorlog geen verandering in wenschen
te brengen.
Vlak na Antwerpen's val veroorloofden
slechts enkele Duitsche bladen zich een
FEUILLETON
luuuiiiiniiiiiiiiiuiuiuiiiiuuimiuiiiuiuiuliiii
LUXE-AUTO
DOOR
MINCA VERSTER-BOSCH REITZ
(Slot)
Mevrouw Niels lag wakker, al de lange,
lange nachturen... haar wijdopen oogen
staarden al maar de duisternis in, en ze
dacht... dacht... dacht...
De bovenvoorkamer met de logeerkamer...
twee kamers zou zoo'n man toch minstens
wel moeten hebben. Hun eigen slaapkamer
met Phietje's kamer en 't balconkamertje...
hun eigen slaapkamer met de logeerkamer
en Phietje's kamer... De logeerkamer met
de bovenvoorkamer... nee, dat had ze al...
Hun eigen slaapkamer met Phietje's kamer
en de logeerkamer... hè, dat had ze k
al gehad. God, god, wat hadden ze toch
ongelukkig weinig ruimte, eigenlijk 'n huis
van niks, en dan voor zoo'n hooge huur...
Zoo versprongen haar gedachten, naar 't
finantieele... 't Finantieele... die brandende
quaestie die zij allen, Meneer, Phietje en zij,
door 't wonderbaarlijk geluk dien avond
vergeten hadden.
Zij ging overeind in bed zitten; hoe moest
't nou? zoo erg als nou had 't nog nooit
genepen... En Phie die in stad, vijf en
twintig gulden van haar eigen
postspaarbankboekje af zou halen, had van avond
niks gezegd... niemendal... Hoe moest
't nou...
Stil was ze weer gaan liggen... 't Kind
had 't bepaald bij d'r. Maar vergeten 't af
te geven, t Was ook nog nooit gebeurd...
Er wrong iets zenuwachtigs in Mevrouw
Niels' keel, ze slikte,... probeerde 't weg
te' slikken Je dee 't niet graag als
ouder... om geld te vragen van je kind...
Maar ze gaf 't secuur terug aan Phie...
secuur... zoo gauw als 't de eerste was en
Niels' pensioen los kwam ... of,... daar was
't weer, lichtend en bemoedigend als een
wenkende ster, als de hooge officier bij hen
zijn intrek nam...
Of ze voor hem zou moeten koken ? Tjee...
zinspeling op de wenschelijkheid om België,
althans Antwerpen, in blijvend bezit te
houden. De meeste zwegen daarover als
een Duitscher.
Maar sedert is er af en toe weder uit dit
vaatje getapt. En zoolang de Wir mussen
siegen"-stemming nog niet is overgegaan in
de Wat zijn we begonnen !"-stemming, zal
deze Schnaps" aftrek blijven vinden.
De leider der nationaal-liberalen,
Bassermann, heeft in een reije tot de
Rijksdagsleden zijner partij o. a. gezegd: Laat ons
vasthouden wat wij veroverd, en bovendien
alles trachten te krijgen, wat wij noodig
hebben."
De Staatsburger Zeitung te Berlijn denkt
niet alleen aan België, maar strekt hare zorg
ook over Luxemburg uit; in deze courant
verschenen artikels, getiteld Wat zullen
wij eisenen?" en Wat moet er met Luxem
burg gebeuren ?" Misschien loopen de
redactie van dit blad de voortreffelijkste
denkbeelden over wat er in de toekomst
moet gebeuren, tappelings uit de pen; maar
van wat er op dit oogenblik moet gebeuren,
heeft zij klaarblijkelijk niet het flauwste be
grip; daarom gaf zij nog tijdens dezen
oorlog nu en dan lucht aan haar met
antisemietische gevoelens tot berstens toe ge
vuld gemoed.
Op een rede, die Bassermann tot zijne
partijgenooten hield, heeft de regeering geen
vat meer; maar aan de couranten kan zij
nog altijd de pen op den neus zetten. Vór
Augustus 11. deden anti-semietische gevoe
lens opgeld in de kringen van de conser
vatieven, van hen, die het vurigst naar
dezen oorleg verlangd hebben; de vrijzinnige
pers heette daar de in dienst van B
rsenMatadoren" staande Hebraerpresse". Sedert
het oorlog is, hebben deze conservatieven
aan hun ergste vijanden, joden en sociaal
democraten, den broederkus gegeven. Toen
dus de Staatsburger Zeitung uit ouder
gewoonte nog eens op de snaren van het
antisemitisme tokkelde, werd haar door de
militaire overheid in de provincie Branden
burg te kennen gegeven, dat deze muziek
uit den tijd was of, zooals het in de
officieele taal luidt: dat zulk een houding
onvereenigbaar is met de politieke nood
zakelijkheid, welke tijdens den oorlog in
het oog dient gehouden te worden"
Maar op hoog bevel" verboden, en wel
voor den duur van den oorlog, is het blad
eerst, toen het zich eenige malen te buiten
was gegaan aan bespiegelingen over de buit,
die bij den vrede zou worden
binnengehaaldDaardoor toch, zoo schreef de genoemde
militaire overheid, werd inbreuk gemaakt
op het aan de pers herhaaldelijk voorge
schreven beginsel, dat elke
gedachtenwisseling over mogelijke latere gebiedsuitbrei
dingen om politieke redenen achterwege
moet blijven".
Uit het verbieden van de Staatsburger
Zeitung blijkt alleen, dat de Duitsche re
geering het, om voor de hand liggende
redenen, niet gewenscht acht, dat tijdens
den oorlog de couranten reeds gaan schrijven
over het in bezit houden van België en
Luxemburg. Er blijkt niet uit, dat zij geen
plan daarop heeft; zij laat zich er wijselijk
nog niet over uit; wijselijk ook om deze
reden, dat men de huid van den beer niet
moet verkoopen, voor hij geschoten is.
Zoo zullen allen, die gruwen bij de ge
dachte, dat België aan het eind van dezen
oorlog door Duitschland zou worden gean
nexeerd, voorloopig nog moeten blijven
gruwen, zoo dikwijls dat schrikbeeld voor
hun geest rijst.
Tenzij ja, n middel is er nog om
door deze nachtmerrie niet langer te wor
den bereden.
Mr. Troelstra heeft aan duizenden Neder
landers een zucht van verlichting doen ont
snappen, toen hij zijn onderhoud publiceerde
met den onder-staatssecretaris van buiten
landsche zaken Zimmermann. Sinds wij uit
den eigen mond van dezen
hoogwaardigheidsbekleeder hebben vernomen, dat geen
ernstig mensch in Duitschland eraan denkt,
om Nederland bij het Duitsche Rijk in te
lijven, maakt geen ernstig mensch in Neder
land zich er meer over bezorgd, dat van die
zijde eenig gevaar dreigt.
De heer Troelstra heeft bij deze gelegen
heid blijk gegeven van buitengemeenen
ze kookte best; Jansje kon er geen spaan
van...
Wat zou-ie eten ?... Soep, of wat anders
vooraf, groente, aardappels en vleesch...
'n zoetje toe... Nogal rg gewoon! Zulke
lui zijn 't zoo best gewend, en dan... 'n
buitenlander... Fransche keuken natuurlijk!
Achter in d'r kookboek stonden menu's...
daar had ze wel een leiddraad aan...
Tjee, tjee, wat zouen ze jaloersch zijn op
't dorp ... want dat mochten ze best weten,
best... zoo'n buitenlandsche ge-interneerde
hoofdofficier, dat is toch maar heel wat
anders dan dat je voor je broodje zoo:n
ongelukkige, alledaagsche betalenden log
in huis haalt... En bovendien, niemand be
hoefde te weten dat ze er om gevraagd
hadden,... 't kon net zoo goed vrienden
dienst zijn, waar je met goed fatsoen niet
buiten kon, vanwege Niels' militaire con
necties ...
Mevrouw Niels lag zachtjes te rillen van
zenuwachtigheid ... Wie weet wat 'n aardige
relatie of 't nog zou worden; zulke lui die
in de oorlog geweest zijn, hebben nog meer
hang naar huiselijkheid dan anderen die die
nooit behoefden te missen... En Niels was
z'n gesprek best waard als-ie op dreef was...
'n oud-militair... dat pakt voor 'n officier
altijd nog eens meer dan zoo'n gewone
burgerpraat...
En Phie kon ook heel aardig zijn... als ze
maar wou... zoo zonde van d'r muziek!...
Als ze dat toch maar weer eens wou aan
pakken ... Zoo'n mooie lieve stem... Mis
schien was hij ook wel muziekaal... bui
tenlanders zijn meestal zooveel begaafder
dan... Enfin, ze kon Phie licht eens polsen
morgen... de piano eens openzetten...
wat muziek neerleggen... zoo heel gewoon,
zonder opzet... Jammer dat Henk indertijd
z'n mandoline meegenomen had... daar
speelde Phie ook zoo aardig op... god,
god... zou Phie nu om 't geld gedacht
hebben? Je zou net zien dat er morgen iets
onverwachts aan de deur kwam, dat be
taald moest worden... Wat dom nou toch,
wat ellendig dat niemand er aan gedacht
had, Phie niet en Niels niet en zij... nou
ja, zij ook niet, dat was waar, maar ze had
ook zooveel om aan te denken... kwam
niet altijd alles op haar neer ?... en nou
zoo opeens die uitkomst... de oplossing
aanleg voor de behandeling van teere inter
nationale vraagstukken; zelfs zoozeer, dat
zich aan sommigen de vergelijking opdrong
met een beroemd Nederlandsch staatsman,
die op zijne buitenlandsche reizen eveneens
als amateur-diplomaat gewichtige diensten
aan het Nederlandsche volk placht te
bewijzen.
Ongetwijfeld heeft de heer Troelstra het
thans overdruk met het lijmen en krammen
van de scherven der internationale sociaal
democratie; maar toch zou hij, ter
verpoozing van dezen moeitevollen arbeid, in
het Kerstreces der Kamer niet een paar dagen
kunnen vinden voor een uitstapje naar Ber
lijn? Intusschen treft hij daar dan den
staatssecretaris van buitenlandsche zaken,
den heer Von Jagow, in eigen persoon Zoo
hij van dezen de verzekering kon krijgen,
dat de Duitsche Regeering er niet aan denkt
om België voorgoed bij het Duitsche Rijk
in te lijven zulk een verzekering zou
voor velen geheel dezelfde waarde hebben
als die van den heer Zimmermann.
16 Dec. 1914.
G. W. KERNKAMP
De Onafhankelijker! (naar aan
leiding van)
Gaan we de geschiedenis van het
tentoonstellingswezen na, dan onderscheiden
we twee soorten van exposities, namelijk
die waarop de schilderijen bijeengebracht
zijn,. om ze den bezoeker te toonen, de
plaats waar ze verkocht en beoordeeld
worden, en die gelegenheid, waar werken
worden getoond die speciaal voor de groole
diffuse bovenlichtzalen zijn gemaakt.
Het spreekt wel van zelf dat de tentoon
stellingen ontstonden door den drang der
omstandigheden. In den beginne werden
ze gehouden in kleine zalen, waar de ver
lichting van ter zijde haar een gelijken licht
val bracht als werd aangetroffen in de
kamers, waarvoor ze werden gekocht. De
schilderijen waren donker, bruin van kleur,
men bekeek ze om de voorstelling en om
de manier, waarop ze waren geschilderd.
Hoe fiijner, hoe gelikter, hoe mooier in
het begin der 19e eeuw toen het handwerk
zoozeer gewaardeerd werd. Zelfs ging men
zoover met een loupe de geringste détails
uit te pluizen.
De schilderijen hingen gewoonlijk in
half licht. Zware gordijnen beletten het
licht binnen te treden. Voor verschieten
der kleuren werd angstvallig zorg ge
dragen, en het bovenlicht door
rolgordijnen afgesloten. Daarover kwamen dan nog
schuifgordijnen, die van boven elkaar raakten
en beneden door koorden werden'opgenomen.
Men was lichtschuw, wat zich afspiegelde
op de schilderijen, waaruit alle sterke kleu
ren gebannen bleven; slechts met gebroken
kleuren werkten de tijdgenooten van
Kruseman en Pienemari.
Conventioneel werd het landschap opgevat,
immitatie van de 17de eeuwsche kunst,
waatvan de schilderswijze werd nagebootst,
terwijl de geest die onzen gouden eeuw
bezielde, de kloeke, pittige, levehsvolle, er
verre van bleef. Het, was tweede-handsch
kunst.
Toen kwam de invloed der Barbizonners.
Men ging weer de natuur zelve aanschou
wen, niet de natuur van oude schilderijen
afgekeken, maar deze in bosch en duin,
op heide en veld bestudeerd en meegenomen
naar het atelier.
Een algeheele verfrissching bracht deze
doop mee. De bruine kleur verdween, de
blonde buitentoon kwam er voor in de plaats.
En het gevolg was een weghalen van dien
rompslomp van draperiën voor de ramen.
Licht mocht vrijelijk toetreden, het buitene,
ooene in de schilderijen kwam het ten goede.
Nu eerst zag men hoeveel bitume er vroe
ger was gebruikt, hoe ontzettend bruin en
van die. luxe-auto... de ge-interneerde
hoofdofficier... o, o, wat zouden ze
jaloersch zijn op 't dorp ...
Welke kamers zouden ze nou inruimen ...
Phie's kamer en de logeerkamer... dat was
niet veel voor iemand die 't rijk gewend
is ... 't Balcon-kamertje erbij... dat kon ...
hun eigen slaapkamer was grooter... lag
op 't zuiden... die met Phie's kamer?...
Tjee... daar wist ze wat anders! Mevrouw
Niels' heider-wakkere oogen staarden wijd
open 't nachtdonker in.
Ze had een oplossing... de oplossing...
Ze zouden de suite beneden afstaan! De
voor-suite, z'n zit- en werkkamer! Dan kon
den die Pluysgat en die Melsert naar wat
anders staan loeren dan naar een armzalige
lamp die toevallig droogbrandde!... god
ja,., de lamp! die had ze ook vergeten,
vanwege 't goeie nieuws!... Die was natuur
lijk in zijn eentje blijven uitbranden tot op
de pit!... Mevrouw Niels snufte onwille
keurig als rook ze de gore brandwalm van
de smeulende katoen, 't Gaf haar ook plot
seling weer 't nuchtere begrip van de
dagelijksche zorgen,... de petroleum die 6p
was... n 't geld
Een poos lag ze stil; ze werd warm en
kriebelig en onbehagelijk. Als ze nu maar
wist... die Phie dan toch ook! Ze hield 't
niet langer uit.
Niels sliep, sliep als 'n marmot; dat was
ze van hem gewend; ze wist niet beter in
de laatste twintig jaar.
Behendig liet ze zich uit bed glijden,
schoof in haar pantoffels en liep zacht naar
Phie's kamer.
En daar, voor Phie's bed, tastend in donker,
over de dekens, de lakens, de kussens, naar
Phie's hoofd, deed 't zoekend gewriemel van
haar hand Phie schichtig uit haar slaap op
schieten. Ssjt"... zei mevrouw, daar is
niks, schrik maar niet... je kan direct weer
gaan slapen, maar waar heb je 't geld?...
Heb je 't geld niet meegebracht?"...
Slaapdronken Phie zocht gedachten en
woorden bij elkaar.
Toe nou" drong mevrouw, zeg nou
gauw, heb je 't geld meegebracht?... je
weet wel .. van je spaarbankboekje" ...
Nee" klonk 't dof in Phie's bedduister,...
't kon niet dadelijk zei de beambte, 't
was... 't komt omdat 't niet daar gestort
onfrisch de kunst van voor dien tijd was.
Er was een voorlooper, Roelofs, die voor
kleurenblind gescholden was geworden om
zijne weinig conventioneele kleuren, die
helder dorsten te zijn.
Wat betreft de tentoonstellingen, zij wer
den reeds lang in bovenlichtzalen gehouden,
waar soms vier, vijf hoog de doeken wer
den opgehangen. Hier brak de groote strijd
uit tusschen het conservatisme en de ver
tolkers van de vrije natuur, lusschen de
bruinschilders en die van de dagkleur en
de atmospheer.
De factuur veranderde.
Waar het te doen was om vooral realistisch
te zijn, kwam de manier van het
gladschilderen in diskrediet. Men trachtte zoo sterk
mogelijk de natuur te benaderen, wat al
spoedig ten koste van het schilderen zelve
geschiedde. Ruige peinture ontstond, die
onverzorgd aandeed tegenover de vroegere
zoo pijnlijkaccurate wijze van. werken. Een
schilderij moest op een afsta/zd worden
gezien, niet vertellend wezen maar een indruk
weergeven.
Het impressionisme deed zijn intocht, ge
volgd door het neo-impressionisme met de
pointilleerende luministen.
Tegen zulk een stormloop van natuur
krachten moest de oude richting het afleg
gen. Op de groote exposities konden hare
aanhangers zich niet houden tegen de
levensvollere jongeren. Hunne werken wer
den doodgedrukt, muf en onfrisch naast de
doeken van een Bosboom, Jacob en Willem
Maris, Breitner, Manet, Monet, Signac en
van Rijsselberghe.
Het was de triomph van de natuur.
Eerst nog wat ingetoomd, werd ten laatste
de drift naar licht en rijke kleur den vrijen
teugel gevierd.
Het werd op de tentoonstellingen een
gewedijver in lichte kleuren, een geschitter
von zonnesrtalen, waar een donker schil
derij het onherroepelijk moest afleggen.
Zwarte lijsten verdwenen geheel; zoo sterk
mogelijk barokke, Louis XIV encadrementen,
hielpen het effect verhoogen.
Langzamerhand echter was het karakter
van de schilderkunst veranderd. Niet meer
de kamer was de plaats waarvoor gewerkt
werd, maar de expositiezaal.
Doeken die daar een goed figuur maakten,
waren niet te genieten binnenskamers door
hun ruig en grof aspect, door hun reclame
achtig effect die alle verdieping verre hield.
Ook gaf het zijlfcht aan de dikke verflagen
reliëfs en schaduwen, die in de diffuse
bovenlichtzalen niet voorkwamen.
Een gevolg hiervan was een verandering
in de aankleeding der interieurs, nadat ook
in de tentoonstellingszaal de bekleeding van
donker rood of groen, neutraal was geworden.
De binnenkamers werden zoo sterk mo
gelijk verlicht. Heel weinig vitrages voor
de ramen thans; de behangsels in lichte,
luchtige, vroolijke tinten vertoonen stille
patronen die met de schilderijen harmonieeren.
Op de exposities ging de strijd steeds voort,
totdat de lichte toon werd overschreden en
een witheid ontstond die geen licht
meergeeft. Cézanne Gauguin en Vincent van
Gogh waren het, die meer nadruk op de
expressie legden dan op het gloedvolle der
kleurendiepten.
De vlakversiering was geboren, het begin
gemaakt van een decoratieven stijl, zoo fel
mogelijk zich uitend in primaire kleuren,
waaruit het cubisme en het futurisme zijn
ontstaan hebben gevonden.
De intieme interieurkunst heeft plaats
gemaakt voor de kunst om wanden van
groote zalen te versieren, zonder dat de
opdrachten daartoe werden gegeven, alleen
door den strijd om uit te blinken, om
krachtiger te zijn dan zijn buurman.
Egyptische en Japansche invloeden en die
der Primitieven deden het hunne.
Zóontstond uit de peinture de chevalet,
de decoratieve tentoonstellingskunst, die nog
niet den meester heeft gevonden om haar
ook buiten de expositiezalen toe te passen,
den modernen Gtotto, die haar }ot ongekende
hoogten zal voeren, den drager van een
nieuwen stijl.
De weg is gebaand door mannen als
Kandinsky, Kees van Dongen, Sluyters en
anderen.
Dat de Moderne Kunstkring, St. Lucas
is... daar gaat een dag of wat mee om"...
Tjees... meid!" zei mevrouw; ze was
geslagen.
'n Oogenblik was 't stil.
Toen zei Phie bekommerd; Is 't heel
erg, ma?"
En ma zei nauwelijks hoorbaar als moest
ze 't geluid uit haar keel loswringen:...
j... ja ... heel erg" ...
Weer bleef 't stil.
Toen zei Phie: Wil ik 'n kaars opsteken
ma? dan kunnen we misschien makkelijker
overleggen. Zal ik morgen-ochtend maar
even hier naar 't postkantoor loopen? dan
hebben we 't dadelijk"...
Nee" zei ma kortaf, dan kan je net zoo
goed in de krant zetten dat... dat we ...
geldgebrek hebben."
Van zenuwachtige rillerigheid sloegen al
de r's en I's" dubbal; ze was bijna niet
te verstaan.
Phie zweeg.
Hoeveel heb je nog ma ?" vroeg ze toen
schuchter.
En ma, onwillig te bekennen, van
wege 't moederlijk prestige, toch vaag
voelend, 'n zoetheid van beleden zorg
van niet meer alleen te dragen angst:...
Maar, niet veel,... 'n paar dubbeltjes en
wat centen ... gunst, 't laatste gaf ik voor
jelui reisgeld... Ik dacht zoo heilig dat je
t mee zou brengen."
Phie stak haar .hand die op 't nachtkastje
naar lucifers had gegrabbeld, weer onhoor
baar onder de dekens... 't Was toch mis
schien maar prettiger dat ze geen licht maakte.
Nu lag ook zij te rillen van zenuwachtige
kommernis.
Dat er geen geld was, leek haar niet zoo
allervreeselijkst...
't Was nog nooit gebeurd, ze kon 't niet
zoo bevatten ...
Maar 't weten dat Ma daar in 't donker
stond, zoo ... zoo stil... zoo hulpeloos...
Phie's kaken klapperden ... ze zou 't wel
ineens uit hebben kunnen huilen ...
Toen voelde ze Ma over haar heenbuigen,
hoorde ze Ma s heesche stem vlak, vlak bij
haar, zeggen : Weet je wat... we kunnen
zoolan g 't geld uit Jans' veryalbusje nemen"...
En schuw, de oogen wijd open naar waar
ze Ma's adem vandaan voelde komen,
staen de Onafhankelijken" daartoe hebben
meegewerkt, zal wel niemand
ontkennen.Zij deden wat de andere vereenigingen
verzuimden, het jonge leven gelegenheid
geven zich ontwikkelen, de nieuwe kunst
zich te ontplooien, die de schilderkunst
weder in verband met de architectuur zal
brengen, waarvan ze al te lang gescheiden
bleef.
G. D. GRATAMA
? ? *
Internationale Tribune
Onder deze rubriek zullen wij buiten
landers van representatieve beteekenis
geleegenheid geeven hunne meening
opver belangrijke en actueele zaken te
uiten. Daarbij toten wij Engelsche, Fran
sche en Duitsche artikels onvertaald.
Wij ontvingen reeds toezegging van Sir
Oliver Lodge, Carl Spitteler, Israël
Zangwil!, Franz Oppenheimer, Romain Rolland,
Upton Sinclair, Sigmund Freud e. a.
JACOB WASSERMAN
van wien wij hier een portret en actueele
correspondentie geeven, is een van de meest
bekende Duitsche novellisten, misschien wel
de beste stilist van de jongere generatie.
Het eerste boek dat zijn naam vestigde was
die Juden von Zirndor/". Het interessantste
en meest gelezen boek van hem is de roman
tische bewerking van de ware geschiedenis
van Kaspar Hauser, het geheimzinnige kind,
dat fot den knapenleeftijd in volkomen af
sluiting van de waereld werd gehouden, en
wiens afkomst nooit bekend is geworden.
Een ander fijn en schitterend werk heet
der Goldene Spiegel", een reeks verhalen,
door een dunne fabel-draad gebonden, vol
gens de traditie van het beste romantische
tijdperk. Wasserman is een fijne kunst
kenner, geen decadent, maar een literator
in goeden zin.
Andere werken van hem zijn; Die
geschichte der jungen Renate Fuchs", Der
Moloch", Alexander in Babyion'', Der
nie-geküsste Mund" e. a.
Wasserman is Oostenrijksch jood en woont
in Grinzing bij Weenen.
F. v. E.
Wien, Anfang Dezember 1914
A n Doktor Frederik van eden
in Bussum, Holland
Lieber und verehrter Freund!
Dank für Ihren Brief. Auch ich erinnere
mich gern unsres letzten Beisammenseins;
es war eine friedliche Stunde an einem
friedlichen Tag, eine junge Sangerin sang
uns Schubertsche Lieder vor, und dann
sprachen wir von unsrer Kunst und von unserem
Leben. Diese Stunde, dieser Tag, sie sind
nun wie ausgelöscht, und doch haben wir
sie besessen, auch die Lieder waren unser
Besitz, Geschenke des Friedens. Wir ahnten
nichts von dem Verhangniss, dus ber den
Völkern schwebte, war uns doch der Krieg
allmahlich ein Begriff geworden, der mehr
melde ze : Ma ... o, Ma ... dat kan toch
niet"...
Totdat je 't geld van de post heb, sst"...
Toen waren ze allebei blij dat Phie maar
geen licht had opgestoken.
't Was net gegaan zooals mevrouw Niels
's nachts gedacht had, er zou natuurlijk iets
extra's te betalen zijn, dat zag je HOU altijd
als je... momenteel wat krap zat...
Maar enfin, over de eerste schuwe,
schaamtevolle stemming heen, was ze na 't lichten
van Jans' vervalbusje opgemonterd. Vier
gulden negentien en 'n halve cent was er
in... Als 't een beetje meeliep, konden ze
't nu ruim uitzingen totdat Phie d'r geld
kon gaan halen. Veertig centen had ze al
dadelijk apart in d'r portemonnaie gestopt...
Phietje's reisgeld.
Toen had ze dien morgen geregeld geld
voor brood, voor tmelk, voor groente, voor
petroleum gegeven, 'n Oogenblik was 't haar
voorgekomen of Jans wat... vreemd naar
al die dubbeltjes, stuivers, twee-en-'n half
centstukken, centen had gekeken ...
Toen was net die postquittantie. van 't
abonnement van Niels' militair maandschrift
gekomen... en diéhad de toestand ineens
geied. Want zonder blikken of blozen had
ze Jans laten vragen of de postman van 'n
tientje terug had... nou, hij had nooit
terug... geen kwartje ooit!... Maar ze had
toch zitten popelen. Verbeeld je, als-ie nu
toch eens wél terug had gehad !...
Dat ding ga ik opzeggen", zei Niels
grandioos, met 'n heldhaftige poging om
de huiselijke lasten te helpen verlichten.
Dat blaadje? opzeggen? waarom?" vroeg
mevrouw met hooge wenkbrauwen.
Nou, er voor bedanken hè... niemand
heeft er toch wat aan, behalve ik".
Maar"... Mevrouw aarzelde, zou ze ?...
O, door alle nesterijen heen had telkens de
gedachte daaraan, haar bemoedigd ...
opgekwikt! Daarom zei ze 't nu maar ineens,
flink weg. Zou je dat nou wel doen? Juist
nu wij 'n.. 'n hoofdofficier in huis gaan
krijgen?"...
Ze streelde 't woord met de klank van
haar stem, en Niels zelf raakte onder den
indruk. Alle drie, hij n Phie n ma hadden
den nieuwen huisgenoot geen moment uit
hun gedachten kunnen verbannen, maar