Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
3 Jan. '15. No. 1958
wij hem gevoegelijk onvergeeflijk geestig
noemen mogen. In deze dagen is humor
een eigenschap, die wij, beschaafde" Hol
landers allerminst waardeeren. De tachtigers
hebben ons geen Hildebrand, geen Multatuli
gebracht. Wij, knappe menschen, zijn zoo
schoolmeesterachtig-verwaand, zoo
bekrompen-deftig, dat onze zin voor humor
ganschelijk geatrophlëerd schijnt. Daarom werd
Barbarossa een enfant terrible in onze wel
is waar vluchtige, doch geenszins luchtige
journalistiek. Gelukkig dat zijn schalksheid,
ofschoon ze zijn deftige collega's van hem
vervreemdde.het groote publiek wistte boeien,
waardoor de Nederlandsche ontvankelijkheid
voor humor aanmerkelijk werd verruimd. Het
aantal dergenen, die De Telegraaf" lezen
hoofdzakelijk om het werk van den hoofd
redacteur, is heel wat grooter dan men het
oppervlakkig zou aanslaan.
Maar Barbarossa is niet slechts geestig,
alsof dit niet al heel veel ware, hij is
tevens de man, die door zijn onpartijdige
en felle critiek een ontzaglijk goeden invloed
schept voor ons tooneel In de ontwikkelings
periode waarin ons nationaal tooneel thans
verkeert, is felle critiek een' onafwijsbare
noodzakelijkheid. In ons land staat het
tooneel als algemeen kultuurverschijnsel
alles behalve hoog. De tooneel-criticus,
die den naam waard is, heeft in dezen
tijd een opgaaf, een zending te vervullen.
En niemand heeft dat zoo goed begrepen als
juist Barbarossa. Zijn eigenaardige positie
aan zijn blad gaf hem in dit opzicht
voorrechten, waarover weliswaar geen zijner
collega's zoo gelukkig was te beschikken,
doch dit doet aan zijn verdiensten niet af.
Integendeel, de meeste anderen zouden
waarschijnlijk voor de verleiding van
verdeftiging, verbonden aan het door hem
bekleed ambt, zijn bezweken, in stede van
dit goede gebruik te hebben gemaakt van
hunne onafhankelijkheid. Naast ontwikke
laar, of zoo ge het liever wenscht, herlever
van den nationalen zin voor humor, heeft
Barbarossa door zijn onomwonden, onpar
tijdige beoordeeling ^m ons tooneelleven
menig kwaad gestuit. Men moet ons tooneel
leven door en door kennen om te weten
welk een schreeuwende behoefte er bestond
en bestaat aan harde chirurgiens. Zoo bui
tengewoon bewonderenswaardig is daarom
zijn strijd tegen de vele kunstleugens, die
ons tooneel ondermijnen. Als een bezield
beeldenstormer, bezeten door den afkeer
van eiken bedriegelijken schijn en de liefde
voor de waarheid is hij steeds te velde
getrokken tegen de vele geusurpeerde
kunstreputaties, die ons tooneel onveilig
maakten en maken. Zijn vlijm-scherpe spot
heeft meer goeds uitgewerkt dan wij op
dit eogenblik zouden kunnen overzien.
Omdat hij zonder aanzien des persoons,
zonder vrees en met evenveel scherp
zinnigheid als humor zijn hooge plicht als
criticus heeft volbracht, zal in den loop
der tijden zijn werk van
onberekenbaargoeden en onberekenbaar-grooten invloed
op den opbloei van ons nationaal tooneel
blijken te zijn.
Al pleegt Barbarossa in deze recensies niet
te koop te loopen met zijn artistieken smaak,
toch is deze van de beste soort. Ziet, hoe
hij zich onbewust en instinctmatig afkeert
van tooneelspelen, die stukken bewerkte
epische literatuur zijn. Men leze in dit ver
band zijn opstellen over Anna Karénine, de
Gebroeders Karamazov, Sara Burgerhart en
Ferdinand Huyck. En hij is niet alleen een
man van goeden smaak, hij is in de eerste
plaats een warm bewonderaar van goede
tooneelspeelkunst. Wie zich verbeeldt, dat
Barbarossa alleen misprijzen kan, vergist
zich deerlijk. Leest slechts waar hij schrijft
over Musch en Bouwmeester, over mevrouw
de Boer, mevrouw van Kerckhoven, mevrouw
van der Horst en Jetje van Kuyk. Deze man
met het rijke temperament is zeker even
warm in zijn lof als in zijn blaam.
Dat deze Barba-rosserie (wat een aardige
woordspeling is deze titel: dit is heusch
wel het genre rosse) niet zoo prettig leest
als de Journalistieke Rolmops, welke Barba
rossa onlangs voor dezelfde uitgevers inlegde,
hangt samen niet met een gebrek, doch met
een deugd van den schrijver! Dit zit zoo.
Ik heb hem wel eens gebrek aan diepte
verweten. En ik heb het eens flink met hem
aan den stok gehad over zijn weigering,stukken
vooruit te lezen. Voelt u zich dan ook niet
literair voorlichter?" vroeg ik hem. Neen",
was dan zijn antwoord, ik ben journalist,
n met het betalend publiek. Ik maak een
verslag, vertel hoe het me bevallen heeft,
welken indruk ik kreeg; in den schouwburg
moet de literaire schoonheid tot mij komen,
niet thuis in de studeerkamer. Komt die
schoonheid niet of niet voldoende tot me,
dan ligt dit aan de afwezigheid van schoon
heid in het stuk, of aan de vertooning, of,
zoo ge wilt, aan het ontbreken van een
literaire causerie ter inleiding. Het is niet
mijn schuld als symboliek van Ibsen niet
tot me komt; de opvoering moet mij die
kunnen brengen, niet de lectuur vooraf."
En hij heeft gelijk. Het publiek heeft het
recht, ja den plicht te eischen, dat het zonder
lectuur vooraf, een stuk door de,vertooning
volledig begrijpen kan. En de man, die de
indrukken van een tooneelvoorstelling noteert,
is een journalist, misschien een heel artis
tiek journalist, doch slechts een journalist.
Barbarossa wil volstrekt niets meer, niets
anders wezen. Hij schrijft voor een dagblad,
niet voor een weekblad. Doch juist die jour
nalistieke verdienste maakt, dat deze bundel
heel wat minder genietelijk is dan de vorige.
Het tot Rolmops" gedegradeerde Dagboek
van een Amsterdammer," is veel meer
literatuur en minder verslag" dan deze
Barbarosserie. Wat niet wegneemt, dat zijn
vele vrienden en zijn nog talrijker vijanden
zich wel zullen haasten deze bloemlezing
aan te koopen. Zij zullen het er over eens
zijn, dat de allergrappigste recensies die
zijn, welke als titels voeren: Sirocco, De
Idealist, Gabriël Schilling's Vlucht, Principes,
Pro Domo, Groote Vlucht en Allerzielen.
Al draagt deze Barbarosserie er niet de
uiterlijke kenteekenen van, voor den
toekomstigen geschiedschrijver van ons tooneel
in het tijdvak 1907-1915 zal deze humo
ristische boekstaving het deugdelijkste mate
riaal blijken.
Tot slot: Dat Barbarossa als journalist
Ie défaut de ses qualités heeft, d. w. z.
ongelijk is van inspiratie en dus van ge
slaagdheid, ontveins ik mij allerminst. Ook
zou een nog zuiverder en vooral breeder
literair inzicht hem niet kunnen schaden.
SIMON B. STOKVIS
De dood maakt zijn balans op.
Oorspronkelijke teekening voor De Amsterdammer" van George van Raemdonck.
De diepe fantasie van den Belgischen kunstenaar heeft ditmaal den Dood te midden van diens geweldige opeenhooping van attributen, aan zijn Grootboek geplaatst. In
verbijsterende opeenstapeling treft het oog op de tafel, in de kasten, aan den wand, de zinrijke toebehoorselen van den ouden vrek, te veel om op te noemen. En de
inkt, waarmede hij schrijft, is 't hartebloed van 's teekenaars vaderland, door den onheilsvogel aangebracht.
MIMI ....... "nu ........ iiui ..... minimum .......... nt ........ M ................. m ....... m ................. u ....... i ...... nu ..... nu ...... IIIIIMMIIIIIII ..... i ..... mm ......... nu
Uren, Dagen, Maanden, Jaren,
Alles vloog als een schaduw heen"
Uren, Dagen, Maanden, Jaren,
Alles vloog als een schaduw heen.
Moorden, jongens, da's je ware,
Was, 't consigne, zoo het scheen.
En de Kerstklok wilde lui'en
Van een duren vreed' op aard,
Maar granaten, shrapnelbuien,
Maakten 't niet de moeite waard
Om haar stem te laten hooren,
Och, de menschen luist'ren niet.
't Christuskind, dat is geboren,
't Christenmènsch, ver in :t verschiet.
Ieder denkt van God het zijne,
Ieder noemt hem bondgenoot,
Noemt hem Goede, Oude, Reine,
Noemt hem redder in den dood.
En de Christuskindjes dwalen
Zoekend door het luchtruim heen.
Schamen zich om te verhalen,
Wat ze zagen daar beneên.
Mijnen, bommen, ghurka's, messen,
Dikke Bertha's, kruit en lood,
IJz'ren kruizen, gouden tressen,
immiimiiHimiiiimimliimmmmmiii iiiiimiHiiiimiimmiiimmiili
In den dienst van massadood.
Voor den Kerstboom knielt een keizer,
Sprekend met z'n ouwen God"
En daar ginder aan den IJser
Schieten ze elkaar kapot.
Hoog, beschut door pikke donker,
Vliegt de duivel boven d'aard,
Grinnikend om 't staalgeflonker,
't Schouwspel is de moeite waard.
En de goeie, brave menschen,
Vinden t alles heel gewoon,
Heil en Zegen" gaan ze wenschen,
Immer op denzelfden toon.
't Oude jaar bracht heel veel Zegen,
Wat het nieuwe brengen zal ?
Zonneschijn of bommenregen,
Moordpartijen bij geval ?
1915, o, breng Vrede,
Breng den Mensch gezond verstand,
Breng den beestmensch weer tot rede,
Breng weer welvaart over 't land.
Laat toch Vrede, Vrede komen,
Voor den mensch, zoo macht'loos klein,
O, verweez'lijk deze droomen,
Dan zal 't Heil en Zegen zijn.
B. G. KERNKAMP
TBINNENHUI5
INRICHTING TOT
MEUBELEERING
EN VERSIERING
DER WONING
DIRECTEUREN
JAC VAN DEN BOSCH
6N W.GIEBEN
GE.D:COMMISS?
MP BERLAGE EN t SIMONS
RAADHUISSTRAAT 48-50 AMSTERDAM
DE NA1MLOOZE VENNOOTSCHAP
Kunsthandel DE PROTECTOR"
Directeur : G. HIL.HOHST
Zuidbl&ak 7Oa, Rotterdam.
Tentoonstelling van eenige nieuwe schilderijen door
DAVID BAUTZ
Geopend van 10?4 uur. - Zondags van 2?4 uur. - Toegang vrij.
&5 MODKL.KA.MKR.S.
Verschenen:
De Liefde Sticht
Almanak v/h jaar 1915.
Prijs ? 0.10, geb. J 0.25
Uitgave van
Van Holkema & Warendorf, Amst.
U.KRUBER
47?49 Noordeinde
:- 'sGRAVENHAGE -:
Directeuren: B. PELT J. Jin., H. F. MERTENS B I.
:- en iparelIeB -:
N. V. TECHNISCH BUREAU v/h MOENS & BECK,
AMSTERDAM, ROKIN 122.
Importeurs van
Haringgraatstaal.
Brandvrij materiaal voor plafonds, vrijstaande wan
den, trapbeschietingen, enz. in Kerken, Scholen,
Kantoorgebouwen, Fabrieken, Schouwburgen, Woon
huizen, Boerderijen, Stallen, enz.
Monsters en nieuwe prospectus-prijscourant wor
den op aanvraag gratis toegezonden.
?AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA;
lEEBIFFIhL
AMSTERDAM.
MAGAZIJN VAN
Echte Bronzen Pendule-Garnituren
in alle stijlen.
Yerlichtings-artikelen v. gas en elec. licht
Hoofdvertegenwoordigers van het ORFEVRERIE CHRISTOFLE
VEERHOFF & Co. 42 Kalverstraat