Historisch Archief 1877-1940
1.0
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
10 Jan. '15. No. 1959
in 1896 tot 3 pCt. over te gaan. Sedert dien
is de rentevoet weder geleidelijk gestegen
en reeds zonder de buitengewone omstan
digheden van het oogenblik, zoude hel Rijk
bezwaarlijk tegen 4 pCt. geld hebben kun
nen opnemen. Wellicht zal ik een andermaal
gelegenheid hebben er op te wijzen, hoe de
vermindering van déStaatsschuld en de
besparing van rente door opvolgende
conversiën in een zeventigjarig tijdvak van vrede
en welvaart, met een slag te niet gedaan
worden door de wereldschokkende gebeur
tenissen van een enkel jaar.
Voorts blijkt uit bovenstaande uiteen
zetting, dat het stelsel om door het uit
oefenen van zachten drang op het kapitaal
de beurzen van de natie te openen om in
buitengewone omstandigheden in de be
hoeften van de schatkist te voorzien, niet
voor het eerst door minister Treub is toe
gepast. En evenmin is het denkbeeld van
eene heffing in eens eene vinding van den
nieuwsten tijd, daar het reeds in de wet
van 1832 belichaamd was.
Eindelijk verdient het de aandacht, dat
evenals thans bij de behandeling van de
Leening 1915'' de minister aan heftige
oppositie bloot stond, zijne voorgangers in
gelijksoortige omstandigheden, van Tets
van Goudriaan in 1832 en Van Hall in 1844,
het niet minder hard te verantwoorden
hebben gehad.
Om niet te uitvoerig te worden, bepaal
ik mij tot de volgende aanhaling uit
Weeveringh's Geschiedenis der Nederlandsche
Staatsschuld (waaraan ik het meerendeel
van bovenstaande bizonderheden ontleend
heb):
De minister van Tets van Goudriaan
was echter de man niet om zich te laten
afschrikken en een eenmaal opgevat finan
cieel plan te laten varen; de volhardende
wil van Willem I en zijnen minister zege
vierden over den onwil der Staten-Generaal
en de leening ging door."
Zal de toekomstige geschiedschrijver niet
precies hetzelfde kunnen zeggen van minis
ter Treub in 1915? History repeatsitself".
D. SANTILHANO.
Het prolongatievraagstuk
Aan den heer J. D. Santilhano
M.
Gaarne zou ik een enkel woord in 't mid
den brengen naar aanleiding van uw
beschouwing betreffende het
prolongatievraagstuk, in het nummer van 3 Januari,
waarin u het gedrag der geldnemers zoo
zeer laakt.
Ik ben natuurlijk zeer ontsteld door te
vernemen, dat mijn geestestoestand zoo
abnormaal geworden is, maar verstout mij
toch de veronderstelling te uiten, dat uw
betoog beter zou zijn geweest, wanneer u
zich tot het finantiëele gebied bepaald hadt.
Ik vind de zaak eenvoudig. U hebt op
die beurszaken een anderen kijk en u stelt
zich daardoor op een ander standpunt dan
de geldnemers.
Dat verschil in standpunt blijkt duidelijk
uit uw beschouwing omtrent de beurssluiting.
U kent die beurssluiting eigentlijk' niet goed
en komt tot de conclusie, dat het een daad
van willekeur was, waarop zoo spoedig
mogelijk moest worden teruggekomen. Alhoe
wel die heropening wordt voorbereid door
mannen, die u zeer zeker daartoe competent
acht, kunt u toch het lange uitstel niet anders
verklaren dan door te zeggen:
dat dergelijke willekeurige handelingen
gemakkelijker gepleegd dan hersteld
worden.
De geldnemers daarentegen achten die
ra Melen.
Voorwaar, het komt
mij voor dat er een
moratorium is inge
steld voor de Bergrede
en voor het Evange
lie". Zoo las ik in het
Handelsblad", en ik
wilde juist de opmer
king maken dat het
oud-testamentische
aan Charles en zijn
Vandag-tot-Dag's"
zulk een frissche be
koring geeft, toen ik
Hetty ze heet eigen
lijk Hendrika maar we
noemen d'r Hetty
vroolijk lachend hoor
de zeggen:
Daar heb je Ro
bert en Bertram!
Ga je tegenwoor
dig met acteurs om?
vroeghaarmoeder ver
schrikt, en ik lei mijn
krant neer en keek haar
gestrengelijk aan:
Robert en Bertram ? Wat bedoel je?
Ze staan op de stoep
Acteurs op mijn stoep? In mijn
huis? en mijn hand ging reeds naar
de schel om Jacob te laten zeggen, dat
ik niet gewoon ben aan de deur te geven,
toen Hetty opsprong, naar het raam liep
en riep:
Komt u dan zelf kijken, daar staan
ze allebei in levenden lijve.
Ik wierp een steelschen blik naar buiten,
want je moet met dat comedianten-volk
oppassen en zag....
Noem je die Robert en Bertram ?
maar dat zijn
Kappeijne en Heemskerk! riep mijn
vrouw ontsteld.
- What's in a name, moeder? vroeg
het nest en voor ik wat zeggen kon,
was ze al de deur uitgewipt, Theo tege
moet gevlogen, die d'r hand langer
beurssluiting een hoogst noodige en geluk
kige daad, waardoor een debacle met zeer
ernstige en verstrekkende gevolgen voor
komen werd en omdat de moeilijkheden en
gevaren zoo groot zijn verwondert het hun
niet, dat het herstel van den beurshandel
zoolang op zich laat wachten.
Uit uw betoog zou men de gevolgtrek
king kunnen maken, dat die geldnemers
eigenlijk speculanten zijn, die niet meer
kunnen of willen suppleeren en toch nog
allerlei bezwaren maken. Dat zou onjuist
zijn en daarom zou ik gaarne even willen
zeggen wie die geldnemers zijn en wat zij
beoogen.
Het zijn thans een 300 firma's, die geld
genomen hebben en dat aan correspondenten
en particuliere clientèle gaven. Zij weten
zeer goed dat de door hen ontvangen onder
panden thans als dekking niet voldoende zijn
en daarom kunnen zij ook geen bezwaar
hebben tegen een bepaling, welke hun de
gelegenheid zou openen meer onderpand te
ontvangen om dat dan weder bij hun geld
gevers te kunnen deponeeren.
En wat beteekent nu hun actie ? Wel, zij
trachten voor hun patroons, die in staat zijn
het onderpand tot 120 pCt. aan te vullen,
betere blokkeeringsvoorwaarden te verkrij
gen dan die in het aanhangige reglement
aangeboden worden en verder verzetten zij
zich tegen een bepaling, welke, in praktijk
gebracht, een groot gevaar voor hun bestaan
als commissionnair oplevert. Is dat nu zoo
af te keuren en is daarom hun geestestoe
stand zoo abnormaal ? Ik zal niet verder in
details treden, alleen nog dit. ?
De geldnemers betreuren, dat onzekerheid
blijft bestaan betreffende de posities, waarin
het onderpand niet tot 120 pCt. aangevuld
wordt; die onzekerheid achten zij voor den
handel een hoogst ongunstige factor te zijn.
Met die posities kan nu niet gehandeld
worden, zooals in normale tijden terecht
geschiedt, maar iets moet er toch mee
gebeuren en naar hunne meening kan juist
daarin een groot direct gevaar schuilen
voor de sterkere geldnemers en dus een
indirect gevaar voor de geheele markt.
Met dank voor de plaatsing,
N. VAN ROOIJEN
NUCHTERHEDEN
De trein stond stil in het station van
Arnhem. Hij was wel een kwartier te laat
binnengekomen, maar tóch wachtten we,
op een aansluiting, die nóg meer vertraging
had dan we zelf. Toen die lang verbeide trein
eindelifik binnenreed, gingen we nog geens
zins weg. Want er was een dikke dame,
die zocht in een tweede klas niet rooken
zoo'n plaatsje in een hoekje, naast het
deurtje, wat twee afdeelingen verbindt,
omdat het in een gewoon hoekplaatsje zoo
trekt van portier en ramen, en ze toch al
zoo'n last had van rheumatiek en geen tochtje
aan haar beenen kon verdragen. Bovendien
wilde ze liefst achteruit rijden. Dit legde
ze uit aan drie conducteurs, die aan het
geval te pas moesten komen; de overigen
liepen langs den trein, of de geheele dienst
regeling hun geheel niet aanging.
Toen ook de andere reizigers hun bijzon
dere eischen van gemakzucht beantwoord
zagen, konden we gaan.
Ik zuchtte en keek de coupéeens rond,
waar alles in het Duitsch geschreven stond.
Die Thür nicht ffnen, bevor der Zug
halt" en zoo meer. Alleen aan het woord
Retirade" kon ik merken, dat de wagen
Nederlandsch was.
Ik zuchtte nóg eens, en mopperde iets
over de klungelachtigheid van een klein
spoorwegbedrijf.
Een heertje tegenover me glimlachte en
zei: Nederland is niet zoo'n klein landje
m'nheer, en ik zal het u bewijzen. Ik woon
in Winterswijk, moet u weten, en m'n
ouders in Vlissingen.
U zult zeggen, wie woont er ook in zulke
lllmlIIIIIIIIMIIIHItllllMMII
IIIIIMIIIIIIIIII
drukte dan ik als vader noodig vond,
en ik hoorde hoe Kappeijne haar een
compliment maakte over d'r halskettinkje,
dat wel wat erg brutaal de aandacht
vestigt op het roomkleurige coeurtje dat
haar blouse openlaat. Maar begin als
modern vader eens iets tegen de naaister
van je dochter!
In eens was de kamer vol geluiden.
Kappeijne tapte een mop tegen mijn
vrouw, die ze maar half gouteerde, en
Hetty stond met glinsterende oogen te
stikken van het lachen over iets, dat
Heemskerk zei en ik niet verstond, maar
ik meen dat het over Trianon was.
Als de dames permitteeren, meneer
Van Netelen, dan zouden we u gaarne
eens over een delicate quaestie raad
plegen, begon Theo.
Een delicatesse, meneer Brandt
die ons allebei zwaar op onze maag ligt,
liet Kappeijne er op volgen.
Sinds wanneer heb jullie zulke ge
voelige magen? informeerde ik belang
stellend.
Dat is het juist meneer Van
Netelen, lachte Theo, in wiens haren
minder zwier zit dan vroeger. Een
struisvogel kan een kei inslikken, maar
een zandtaartje blijft in zijn keel steken".
Niet aardig van u dat wij er niet
bij mogen zijn, zei Hetty met een lipje,
dat Kappeijne blijkbaar heel bekoorlijk
vond, want vrouwen hebben meer ver
stand van zandtaartjes dan mannen
en en " Hier hield ze op en
keek Theo ondeugend aan.
Kind, maak je zinnen toch af, 't
staat zoo onbeleefd, waarschuwde d'r
moeder.
Een modern meisje maakt nooit
iets af, mevrouw en houdt altijd de helft
van haar gedachten achterbaks, gnuifde
Kappeijne.
Welke helft, meneer Kappeijne"
vroeg Hetty huichelachtig onschuldig, en
ik keek mijn vrouw fronsend aan want
van die moet zij dat leelijke hebben.
De slechtste heeft natuurlijk juf
frouw Van Netelen, voor zoover natuur
lijk een dochter van uw vader er slechte
PRIJS Fl. 1.- in apotheken en drogisterijen.
Monsters ..Brochures: Ajenlschap SarphatUtr. 34, Amsterdam
plaatsjes! Maar we kunnen het waarachtig
geen van allen helpen, dat kan ik u ver
zekeren. En zoo kwam het dan, dat ik m'n
ouders moest opzoeken. Een halven dag
lang heb ik de vlugste verbinding zitten
uitzoeken en uitrekenen, daarbij in aanmer
king nemend, dat de schijnbaar kortste weg
in Nederland nooit de snelste is. Vandaar
dan ook, dat ik over Apeldoorn naar Utrecht,
van Utrecht over. Tilburg naar Rosendaal
en zoo naar Vlissingen moest gaan. En nu
zult u me niet gelooven, m'nheer, maar ruim
negen uur ben ik in de weer geweest om
er te komen. Negen uur, m'nheer, met ander
half uur wachten in Utrecht; 's morgens
om half Wien uit Winterswijk en 's avonds
twintig minuten vór zevenen officieel in
Vlissingen. Officieel want er waren rei
zigers zooals de dikke dame van zooeven,
er waren aansluitingen, die niet aansloten,
er waren conductenrs, die de dienstregeling
zódruk-bepraatten, dat ze er glad door in
de war raakten. Nederland is een grót land,
m'nheer; je kunt er negen uur reizen over
een afstand van niks. En wat reis je er
makkelijk! Je kunt de malste eischen niet
stellen, of de conducteurs weten je tevreden
te stellen. Die loopen gewoon het vuur uit
hun schoenen voor je. Die zenuwachtige
haast van andere landen kennen we hier
gelukkig niet; waarom ook? Komen we er
van daag niet, dan komen we er morgen
immers! Op de stations sta je zólang stil,
dat je er eten kunt met gemak.
De spoor is het mooiste bedrijf wat u zich
denken kan, m'nheer."
Toen stopte de trein in een station met
zooveel rukken en schokken, dat een zwaar
valies den spreker op het hoofd viel, en we
zonder noodzaak op elkanders schoot kwa
men te zitten, hoewel er rondom plaats te
over was.
Het heertje glimlachte echter door.
Het doet goed, zoo nu en dan een tevreden
mensch te ontmoeten.
HANS MARTIN
iiliiMiiMiimii MimimMiMMHHiiHimiiiiiiiHllMimiiMimii
Przemysl
Moge Przemysl toch spoedig uit den
oorlog verdwijnen! De naam blijft een mar
teling, zelfs voor de neutralen, vanwege de
uitspraak er van., Maar nu heeft een Rus
sisch grootvorst toch kans gezien munt uit
Przemysl te slaan munt in den letterlijken
zin des woords. Grootvorst Michel is n.l.
bezig een fonds bijeen te brengen ten einde
aan de Engelsche soldaten handschoenen en
wanten te verschaffen. Hij heeft zich nu
bereid verklaard aan ieder, die tenminste
5 shilling er voor «ver (leeft, de juiste uit
spraak van Przemysl mede te deelen. Heeft
men er een shilling meer voor over, dan
wordt hem h,et gegarandeerde Russische
accent bovendien medegedeeld.
Het adres van den grootvorst is Portland
Place 39. Londen W.
Wij hebben ei ten bate van onze lezers
drie gulden voor over gehad en ten ant
woord gekregen: Przemysl wordt uitge
sproken: Pschémysel".
Klaar is Kees... als we nu maar wisten
hoe Pschémysel wordt uitgesproken!
jiimmiiiiiiiim
gedachten op na kan houden
Wat er slechts in d'r is, heeft ze
niet van mij, bromde ik, want de loop
van het gesprek begon me steeds min
der te bevallen.
De slechtste helft is altijd de inte
ressantste, wierp Theo er tusschen.
Dat is zeker een uitspraak van
Calvijn of van Bram ? vroeg ik uit mijn
humeur, maar hij deed net of hij mets
hoorde:
En daarom zou ik juffrouw Hetty
willen vragen....
Hoe weet je dat ze Hetty heet?
riep ik meer en meer ontstemd.
Hij wuifde zwierig met zijn lorgnet,
liet zich niet uit het veld slaan en ging
doodkalm door:
....om haar zin af te maken.
Ais u het dan met alle geweld
weten wil uw zandtaartje is
Zeg eens, Hetty, zei ik streng,
maar ze was ;!niet te houden en ver
volgde lachend':
Gisteren heb ik in Trianon met
uw vrouw en uw dochter getea'd en
allebei hadden ze het er over...
Over het zandtaartje? grinnikte
Kappeijne.
En over dat u.... Burgemeester
wordt!
Pats! d'r uit was het en we keken
elkaar een oogenblik onthutst aan.
Vrouwenpraat! meende Heemskerk
en hij begon zenuwachtig met zijn lorgnet
te spelen.
Ga jullie mee? stelde ik voor om
een eind aan het pijnlijk incident te
maken en liet ze in mijn privé-kantoor.
Meneer Brandt, begon
Heemskerk.
Meneer Van Netelen begon
Kappeijne.
Ik belette ze voort te gaan.
Zwijg maar, zei ik, ik heb jullie al
geschoten.
Uw invloed.,..
Het belang, dat u in onze goede
stad stelt
Juist, en nu wou jullie allebei
Allebei?! riepen'ze tegelijkertijd uit.
Groote verwachtingen (Punch)
Hoe Mabel zich den terugkeer voorstelt van haar grooten broer,Twanneer
|hij met een paar dagen verlof van de vuurlinle thuis komt.
Oorlogscorrespondenten aan he1|front (Simplidssimus)
Waar blijven toch de kranten ! Dan konden we ongeveer te weten
komen, waar de nieuwe slag iwordt^ geleverd.
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
Predikheerenkerkhof l, Utrecht
Alle berictjten.deze rubriekbetreffende,gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
OPLOSSING PROBLEEM No.4 VAN S. LOYD
.Wit: Ka3, Dh2, Tf8, Pb3 en f5, Le8,
pionnen b2, e5 en f6.
Zwart: Kc4, La6, Pfl, pionnen b6, b7 en c5.
1. Ld8-g6, PflXh2, 2. Pd5-e3f, Kc4-b5,
Lg6-e8f.
l La6?b5, 2. Dh2?hl, onverschillig,
3. Pf5-d6f.
Neen, meneer Brandt, dat is
juist de grootste moeilijkheid. Zooals u
weet, zijn wij sinds. 1875, toen wij in
Leiden studeerden, gezworen kameraden
en nu wil hij niet hebben, dat ik niet
wil, als ik wil, dat hij wil... zei Heemskerk.
En ik wil niet hebben, dat hij niet
wil, als ik wil, dat hij wil, vulde Kap
peijne aan.
Quel combat de générosité! riep ik
uit, en dus wil jelui allebei wel?
Merkwaardig, zoo juist als u iemands
intiemste gevoelens weet weer te geven,
zei Heemskerk. Ja, zoo is het. Wij willen
allebei niet, dat wij allebei niet willen.
Wat natuurlijk niet zeggen wil, dat
wij allebei geen van beide willen, hernam
Kappeijne.
Ik begrijp nu pas goed, dat jullie
het allebei met dezen betoogtrant zoo
ver in de wereld gebracht hebt. Maar
waarom zou jullie het niet allebei aan
nemen ? Jij, Theo, bent geniaal onver
schillig en jij, Kappeijne, onverschillig
geniaal, en dat is wat Amsterdam in
deze tijden juist noodig heeft. Robert
en Bertram noemde mijn dochter jullie
straks toen ze jullie op de stoep zag
staan....
U zegt? vroeg Heemskerk.
Ja, de twee lustige vagebonden, en
ik 'moet zeggen, dat jullie elkaar prachtig
zouden aanvullen als Burgemeester van
Amsterdam. Wat de een te veel aan
beginselen heeft, heeft de ander te
weinig. Jool hebben jullie meer dan
genoeg voor die roode
propagandaverj.adiring die tegenwoordig Raad heet,
en wat de zaken betreft, jij als stads
advocaat weet precies welke bokken hij
als wethouder geschoten heeft, en jij
als Staatsraad kent den Gedeputeerde
natuurlijk van binnen en van buiten.
U belieft te schertsen, meneer
Van Netelen, zuchtte Heemskerk, maar
ook dit is geen oplossing.
En het is zoo jammer, want wat 'n
burgemeester ZQU hij zijn! Een Amster
dammer van ouder tot ouder. . . .
Theo, vriend, waarom je zelf altijd
weggecijferd, zuchtte Kappeijne
aange1 La6?b5, 2. Dh2?d2, PflXd2, 3.
Pf5-e3f.
l Kc4?d5, 2. Pf5?e?f, Kd5?e6, 3.
Lg6-f5f.
l Kc4-d3, 2. Dh2-c2f, Kd3Xc2, 3.
Pf5?e3f.
l b6-b5, 2. Lg6-f7f, Kc4-d3, 3.
Pb3Xc5f.
Goede oplossing ontvingen wij van W.
Free te Oude Pekela (ook van NOS. 2 en 3).
Nog werd No. 3 juist opgelost door S. de
Jonge van Ellemeet te Genève.
OPLOSSING SCHERTSPROBLEEM
VAN A. NEUMANN
Wit: Kd4, Ta8 en b7, pionnen b5, f5 en f6.
Zwart: Kd6, Dc7 pion b6.
De opgave luidde: Wit neemt zijn laatsten
zet terug en geeft vervolgens mat in twee
zetten.
Wit's laatste zet was Tc8 neemt paard a8.
(Zie vervolg op pa%. 12.)
daan, ben jij geen Amsterdammer van
vader op zoon?
Het fanatieke in Heemskerk scheen
gewekt, want zijn oogen begonnen te
stralen en terwijl hij zijn arm naar Kap
peijne uitstrekte, riep hij uit:
Neef van een minister van
Binnenlandsche Zaken.
En jij, zoon van een minister van
Binnenlandsche Zaken! riep Kappeyne
terug, die het plechtige niet te pakken
kon krijgen.
Waardig echtgenoot van een artis
tieke echtgenoote! declameerde Heems
kerk.
Nog vaardiger echtgenoot van een
nog artistiekere echtgenoote, liet Kap
peyne er op volgen.
Unie-liberaal, dus
conservatief-democraat!
Anti-revolutionair, dus
democraatconservatief!
Onverstoorbaar goed humeur!
Onverwoestbare optimist!
Welk een decoratieve figuur!
Welk een figuurlijk decor!
Een magister der Waarheid!
Een waar magistraat!
Advocaat, Gedeputeerde, Deken!
Advocaat, Wethouder, Minister!
Idealist!...
Woeste werkezel!
Houdt op! schreeuwde ik er tus
schen, scheldt elkaar toch niet zoo uit!
Weet je wat jullie doen moesten:
dobbel er om !
Helaas, meneer... dat strijdt tegen
mijn beginselen! zuchtte Heemskerk.
Als ik jullie was, dan telde ik maar
mijn knoopen, was zijn slotwoord, en
met dien raad gaf ik ze hun congé.
Arm in arm, als Sjang en Eng gingen
ze heen, maar heel lustig waren ze niet.
T.
* * «