Historisch Archief 1877-1940
10 jan. '15. ^No.* 1959
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
geen enkel voorschrift onderworpen. Nu
echter duidelijk is uitgesproken, dat geest
en strekking der wijziging een andere is en
de ontheffing slechts een zeer beperkte toe
passing zal vinden; nu de Raad zich daar
blijkbaar mede vereenigd heeft; nu het ook
niets nieuws is in ons staatsrecht, bij wijze
van overgangsmaatregel hen ontheffing te
verteenen, die door de nieuwe wet zwaar
zoude worden getroffen nu is te ver
wachten, dat de Kroon zoomin thans als bij
de oorspronkelijke verordening, in de be
zwaren een voldoenden grond zal vinden
voor vernietiging; een middel immers dat
slechts wordt aangewend, waar ernstige
belangen worden aangetast.
Doch de min juiste methode is daarmede
niet goed gemaakt. De kritiek kon niet achter
wege blijven, nu blijkbaar door heel het land
de Amsterdamsche verordening meer en
meer tot voorbeeld gaat strekken voor andere
gemeenten. En het kon zijn nut hebben aan
te toonen, dat de wijziging gezien in het
licht der geschiedenis onschuldiger is
dan zij er anders uitziet.
Z. VAN DEN BERGH
iliiiilllililliiii illlilllllllllllllllliilllllimMMiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimritii MII
IN HET WILD
in
Van de vrijheid tot het oorspronkelijke
is nauwelijks n pas.
ilk versta onder oorspronkelijk niet wat
buitenmodelsch is of raar, maar in de eerste
plaats, wat schept, wat niet werd afgekeken,
noch slechts een weerschijn is. Dan is oor
spronkelijk het eigene en het in vrijheid
geborene.
Er is namelijk kaf en er is ook koren.
Het kan oorspronkelijk wezen, dat iemand
suiker niet zoet vindt of vrouwen-vrijheid
een tegennatuurlijk ideaal of tegen den oor
log- aan komt dragen met staten-vernietiging
in plaats van staten-bond.
Zulke dwars-uitingen kunnen origineel
wezen, maar zijn het niet per se. Het is de
vraag of de oorsprong oorspronkelijk is.
De een loopt in weer en wind zonder
jas om de eenige te zijn; een ander omdat
hij zich er behagelijk bij voelt. En die een
temperatuur van 80 niet warm vindt, behoort
't daaronder dan ook niet warm te hebben.
Merkt ge op, dat dit onderscheid zelf
weinig oorspronkelijk is, dan dien ik mij er
in te verheugen, dat ge vertrouwd schijnt
met de gedachte, dat meeningen en ge
dragingen niet slechts aan de oppervlakte,
maar ook op hare wortels behooren te worden
bezien.
Ik ga door. Men kan lid wezen van Lief
dadigheid naar Vermogen zonder liefdadig
te zijn en er zijn er die met een reddings
medaille rondloopen, omdat zij een drenke
ling zijn nagesprongen, ofschoon drenkelin
gen hen vrij koud laten.
Zoo kan het zijn, dat het nieuwe, het
. eerste, het tegen den draad ingaande oor
spronkelijk heet uit taal-armoede, terwijl
het' van kpm-af versleten is.
Anderzijds kan een gedachte met recht
oorspronkelijk genoemd worden door een
nieuw mikpunt, een nieuwe slagorde der
woorden, al is de grond van elders opge
diept. Dan is zij oorspronkelijk, en
zelfstanv'dig door een eigen beweging, een eigen veer.
En wanneer ge nu blijft volhouden, dat
dit een oud liedje is van schijn en wezen,
dat het oude kost is, dat uitingen en daden
naar de beweeggronden moeten worden
beoordeeld, dan zou ik willen voorstellen,
dat wij elkaar niet voortdurend vliegen
afvangen.
Want wij hebben geen strijd. Gelijk er
geen reden is den vlijtigen steenenbikker
lastig te vallen, omdat hij den Faust niet
heeft gelezen of Pierson wie onzer heeft
het wel? verzoek ik mij met vrede te
laten, wanneer, hetgeen ik zeg,
dood-eenvoudig is of heel natuurlijk.
In de keuken, in de kamer en op straat
gaat het al eveneens zoo toe. Niet omdat
er werkelijk vei schil van gevoelen is, gaat
men tegen elkaar te keer. Maar omdat men
dit ook wel wist of beter wist of allang
wist. Dan is er toch eigenlijk meer reden
elkaar om den hals te vallen.
Ik ga nog verder. Er zijn kloven op
geenerlei wijze te overbruggen. De een
vindt, dat iemand met een millioen eigenlijk
niet rijk is, de ander wel; de een dweept
met Beethoven, den ander maakt hijkregel;
de een oordeelt dat Spinoza een groot wijs
geer is, de ander dat je er eigenlijk niet
veel aan hebt.
Maar in de meeste gevallen heeft de over
zijde een uitsteeksel om aan te haken.
zou haar zeker gelijk geven. Derhalve begaf
zij zich naar hare vriendin. Deze ontving haar
met alle vriendelijkheid en vroeg medelijdend
wat haar scheelde, wijl haar gelaat zoo
droef" stond. Louise vertelde hare vriendin
van hare woordenwisseling met Henri, waarop
Mies haar groot gelijk gaf en hare veront
waardiging luchtte over zooveel tyrannie".
Je moet hem een lesje geven, beste Louise,
dan is hij voor eens en voor altijd genezen.
Je moet je kwaad houden, en juist doen
alsof je van hem niets meer wilt weten.
Dan komt hij je vergiffenis smeeken en
kan jij je eischen stellen. Blijf bij mij eten
en vanavond hier slapen. De logeerkamer
is toch in orde.
Maar . . . dan zal hij zich ongerust
maken ....
Beste kind, ik zie al, je zit reeds te
veel onder de plak. Blijf nu vandaag hier
en let op hetgeen ik je zeg: over een paar
weken heb je een nieuw costuurn.
Louise aarzelde. Ze vond het wel een
beetje erg haar man alleen te laten. Maar
tegen Mies durfde zij niet goed op... en
ja, Henri zou toch denken dat zjj naar
Utrecht was... Mies kon wel eens gelijk
hebben, dat hij haar vergiffenis zou komen
vragen en een nieuw costuum beloven...
Ja ... ja... ik... zal dan maar blijven...
Zoo toon jij je een ferme vrouw,
beurde Mies haar op,werkelijk, je hebt gelijk
met zoo te doen.
Doch het blijven" ging Louise niet
heelemaal van harte. Bij het diner had zij niet
den minsten appetijt en toen Mies haar
dien avond naar de logeerkamer bracht,
klopte haar hart hevig. Zij had spijt en een
beetje wroeging. Zij vond het wel erg wat
z!j deed... Doch een paar woordjes van
bemoediging van Mies benamen haar allen
durf om hare vriendin dit te zeggen.
Maar zij deed dien nacht geen oog dicht,
Divergentie gaat uit van een gemeen
schappelijk punt. Verschil veronderstelt
overeenkomst.
Hoe ver het geschil ook uiteenloopt,
ergens al moet men ook diep gaan
is een punt, een moment van gelijk-vinden,
gelijk-voelen.
Beter dan op eigen aambeeld te hameren
of dat van den ander stuk te slaan, is het
te zoeken naar zulke raakpunten. Van daar
uit kunnen lijnen getrokken worden, die niet
langs elkaar heengaan en elkaar vreemd
blijven.
Men moet daarbij ook in zich zelf diep
gaan en niet schromen bloot te komen. De
geloovige nadert den ongeloovige daarin,
dat zij beide niet weten en wat voor den
een is oppermacht, voor den ander over
macht wordt gelijkelijk slechts in het oog
evat uit den menschelijken gezichtshoek.
leide leggen het opperwezen of het onbe
kende voor hunne waardeering de
menschelijke maat aan, dus halen het tot zich zelf
neer.
Bij elk helder verschil van meening, moet
men aan weerszijden water in den wijn
toelaten. Dit is nu eenmaal de halfheid en
gebrokenheid van het geestelijk gegeven.
Het is niet uit n stuk, maar dankt daaraaan
juist zijn werkzaamheid, zijn beweging.
Zoo wordt alles verwaterd, meent ge.
Maar ik zeg, zoo blijft ge nuchter en om de
wille van de waarheid kunnen wij het zonder
de nuchterheid niet stellen.
PETRONIUS
The War from a British Point
of View
by Sir Oliver Lodge
Lodge is een van de meest bekende wis- en
natuurkundigen van onzen tijd. Hij werd in
1851 te Penkhull gebooren en in 1879 benoemd
tot hoogleeraar in toegepaste mathesis aan
het University College te Londen. In 1881
werd hij hoogleeraar in de physica te
Liverpool. In 1902 werd hij tot den adelstand
verheeven. Hij was voorzitter van de
Physhical Society en de Society for Psychical
Research. Als voorzitter van de British
Association hield hij een reede oover
Continuity' (1913). Bekend zijn zijn onderzoe
kingen oover den bliksem, ooverdebeweeging
van de waereld-ether, oover draadlooze
telegrafie, oover hfit opheffen van mist en
rook door electriciteit.
Zijn wijsgeerige onbevangenheid en
vooroordeelsvrijheid blijken vooral uit zijn studiën
van z.g. occulte verschijnselen. Als voor
zitter van de Society for psychical Research
nam hij deel aan veele onderzoekingen
omtrent telepathie en mediumschap. De
uitkomsten noemt hij positief, en hij heeft
niet geschroomd als zijn oovertuiging uit
te spreeken, dat het voortleeven van de
menschelijke persoonlijkheid na den dood
dacht telkens aan hem, haar man, dien zij
toch zoo innig liefhad en schreiend ver
borg zij haar hoofd in het kussen.
Zij had een akeligen, onrustigen nacht. Zij
snakte naar den morgen, maar de uren
kropen traag voorbij... Eindelijk werd het
morgen, kwam de dienstbode haar om acht
uur kloppen?en kon zij opstaan! Een
zucht van verlichting kwam over hare lippen.
Zij was vastbesloten om niet te ontbijten,
doch naar huis te gaan en haar man om
vergeving te smeeken. En zoodra zij beneden
was gekomen, drong Mies er tevergeefs op
aan toch een enkel boterhammetje te eten.
Het ondeugende mevrouwlje weigerde be
slist en zeide, dat zij naar huis terug
ging.... zij had haar man nu zeker al
genoeg gestraft".
Opgewonden wandelde mevrouwtje naar
huis. Daar aangekomen trok zij zenuwachtig
aan de bel van het huis, dat zij had verlaten
en zij voelde zich erg gedrukt, zooals de
verloren zoon zich moet hebben gevoeld,
toen hij naar het ouderlijke terugkeerde.
Dag mevrouw, zeide de dienstbode.
Mevrouwtje voelde zich beschaamd, flui
sterde iets van dag" en wilde doorloopen.
Mijnheer is voor een half uur heen
gegaan, mevrouw, ik geloof op reis, want
ik zag hem in een spoorboekje bladeren,
toen ik het ontbijt afnam.
Weet je ook waarheen? vroeg mevrouw
beangstigd. Is hij soms naar Utrecht ver
trokken ?
Gunst, mevrouw, ik weet het heusch
niet... ik...
Ja, ja, dan zal hij wel naar Utrecht
zijn ... ik moet k naar Utrecht...
En fuut, weg was mevrouwtje, weer de
straat op, de dienstbode in groote verbazing
achterlatend.
... Met een ruk tsok Louise aan de
huisbel van haar moeder's woning. Zij was erg
met weetenscliappelijke evidentie waarschijn
lijk is gemaakt.
VAN EEDEN
We live in great days, great and
invigorating days: invigorating I call them, for
England has discarded sorne frivolity, and
is risking everything in a noble battle for
the right.
From one point of view we are waging
war against a bullying system which has
set itself to dominate the world; we are
restraining a nation from placing.its boot
on the face of Europe. The European bully
must be vanquished: that is one clear
necessity.
From higher ground however the war is
seen to be a war of ideals, a conflict between
two ideals of government; the English
ideal of a commonwealth of nations, a group
of friendly states, some larger some smaller,
some stronger some weaker, but all working
together and contributing each her quota for
good humanity and the progress of the world;
that is the ideal on the one hand; and on the
other, the Prussian ideal of a single
glorified state, dominating all others, enforcing
its will despotically, imposing its customs,
its learning and its culture on all the rest
of the world. This ideal is that of a strong
resolute autocracy, ruling all Europe, npt
with the consent of the governed, but in
spite of thëfr remonstrance and ignoring
their dislike; a governnment so strong as
to be able to crush all opposition, and to
do away with all freedom except the
freedom to do precisely as you are told; the
replacement in fact of freedom by coercion.
For Treitschke has taught, and hisdisciples
thoroughly believe, that the greatness and
good of the world is to be found in the
predominance there of German culture, of
the German mind, in a word of the Ger
man character. His school looks for the
establishment of a German world-empire,
in accordance with the motto World Power
or Downfall;" and the subjugation of Eng
land is an essential preliminary. Towards
theattainment of this ideal the German nation
has made immense preparations; ithasalso
made vast sacrifices; it will be a wonder
if it has not sold its soul.
The years 1866 and 1870 were the -fata!
years of Prussian supremacy and success.
Up to that time German art, German science,
German history, were admired and envied
throughout the world. It had gloriedinthe
era of Goethe, of Beethoven, and of
Helmholtz. Since that date the great men of
Germany have been few; the decline then
begun has continued. With some exceptions,
no doubt, they have lost their faith in
unselfish action; they disbelieve inchivalry;
they deny any moral goverment of the world;
they believe in the rule of the strongest.
In mechanism and apparatus the nation
still ranks high; it has devoted itself to the
design and construction ot apptiances,
specially tfiose which can be used in war. We
are fighting a nation of machines. In war
material it is unrivalled; in personal it is
lacking; its army is itself a machine.
To it we of the Allied Nations oppose
Men, individual resource and character, the
domination of personality handicapped I
fear by insufficient preparation.
Determination there is on büth sides; for
not in biological metaphor, but in dire
reality, it is a struggle for existence. The
two ideals are in the field against each
other; one must emerge triumphant, the
other must be defeated. There can be no
halting between two opinions. It is a very
ancient alternative; "If the Lord be God,
follow him; but if Baal, thèn follow him''.
There can be no peace till the prophets of
Baal are exterminated, and the falseness of
their creed displayed. Up and down,
backwards and forwards the fighting line may
surge; but there can beonly oneend. Of this
we should be well assured, whilestrivingwith
all our might for itsaccomplishment.Towards
this some are giving their lives, or the lives of
those dear to them; others are gi ving of their
substance: and this without stint, for if the
cause of God is not triumphant, lifeonthis
planet will be no longer worth living. Death
is preferable to German rule of the kind we
should experience if conquered, and if the
dormant national hate, fostered by lies and
now fanned into a blaze, were set free on
the vanquished. What has been done in
Belgium would be done in England, and
more too. The Belgian homes are an object
lesson, clearly displaying the character and
consequences of the Prussian ideal. The
ravages are due to no isolated and accidental
savagery; they were ordered as part of a
zenuwachtig en tranen stonden in hare oogen.
De oude dienstbode deed open.
??Dag mevrouw. ..
Betje, ma is zeker thuis?
Ja mevrouw...
Louise was de gang al ingeloopen, duwde
de deur open van déhuiskamer...
Dag, maatje...
Dag, Louise...
Snikkend viel Louise in de armen van
haar moeder.
Wat is er, kindje? vroeg deze ongerust.
O... o... u heeft zeker al alles ge
hoord van Henri ? ...
Je man is wel hier geweest. Hij ver
telde me, dat jij uit logeeren zijt. . Hij
was voor zaken in Utrecht en is op zijn hoogst
vijf minuten hier geweest... Maar wat is
er gebeurd? Waarom huil je zoo, kindje? ...
Kom, ga hier zitten en vertel eens aan je
moeder wat je drukt... Toe, zeg het me
maar...
Louise vertelde aan haar moeder, onder
vele snikken en tranen, de geheele historie.
Maar Louise... verbaasde zich haar
moeder, dat is slecht van je geweest, heel
slecht... Je hebt je man durven verlaten?...
Foei, dat is in onze familie nog nooit voor
gekomen ... maar dat is afschuwelijk !...
Hoe heb je dat durven doen, Louise?...
Henri is je dus vanmorgen hier komen zoe
ken ... Hij heeft me niets verteld, om jou
te sparen, natuurlijk, om mij dat verdriet
niet aan te doen ... Ik zal Henri direct
telegrafeeren...
Toen Louise van hare moeder de beves
tiging kreeg, dat Henri haar was komen
zoeken, werd zij kalmer. Zij droogde hare
tranen, deed rustie; haar mantel uit en zeide:
Neen moeder... neen, u moet niet
telegrafeeren ... laat mij het met Henri in
orde maken... Hij is hier geweest en zoekt
me ... Ik zal hem schrijven, dat ik hier ben...
BOUWT TE HUNSPEET.
Mooie boschrfjketerreinen. Spoor.Tram,
Electrlsch licht, Telephoon. Inlichtingen
M.ij .DE VELUWE". Nunspeet.
.
Beriri^r-Jióue
Co'rt,ce&ion-riair,esi '?"?.
Sauter frPolfs-, Maastricht.
LIBERTY
METZiCO AMSTERDAM SCRAVEMHACE
BLOUSE VAN LLAM/i
CUOTH MET BEDRUK
TE ZIJDE VERSIERD
Fi.3.95
OPRUIMING
N. V.Manafacturenmagazijn Het Anker'
uitsluitend gevestigd:
49 Veenestraat en Henlstraat 27, den Haag.
SPECIALITEIT IN
WITTE GOEDEREN,
UITZETTEN EN UITRUSTINGEN*
Wollen en Katoenen Tricotgoederen van de bekende merken.
imiMIIIIIIMIIMM
consistent policy of terrorism and
enslavement. The root of the policy being bad,
the fruits are bad too.
Able Prussian writers seek to justifyany
and every unfair and barbarous act which
may seem likely to prpmote their cause.
It is a campaign of iying and spying, of
intimidation and ruthless massacre of all
who call their soul their own.
Yet I must assume that they are not
consciously evil, only diabolically misguided.
For they too have an ideal, I grant them
that: one which has become deeply
engrained, and has spread from Prussia to
the rest of Germany, deceived as it has
been, with the truth sedulously kept from
it. There will be anawakening; andalready
there must be many thousands who have
not bowed the knee to Baal; who long for
freedom as we do; and |who will in due
time make their voices heard. Amid the
glamour of apparent succegs they cannot
speak; but when disasters come, when they
can no longer be concealed, and the nation
learns how it has been befooled; when it
realises how it has befooled itself; then the
wholesome elements in the nation will strike
down the dominant party with execration
and anathemas.
For this conclusion we can bide our time.
Internal forces will work the necessary
disruption, so long as we make no feeble,
no hasty, no inconclusive peace. It is no
time to talk of peace yet; nor will it be for
long. Humanity cannot afford to forego the
gain to be derived from a struggle such as
this; nor can it run the risk of having such
an awful conflict ever repeated. Now is the
accepted time, now is the day ofsalvation.
And fortunately the nations are united as
never they have been before. So that a
preparation is being made for friendly union
among the nations of Europe, and ultimately
for that federation of the world, to which
prophets have been long looking forward.
Many horrors, much aerial fighting, will
precede that time. Tennyson foresaw it all.
You remember how h
Heard the heavens fill wilh shouting, and
there rain'd a ghastly dew
From the nations airy navies grappling in
the central blue;
Till the war-drum throbb'd no longer, and
the battle-flags were furl'd
In the Parliament of man, the Federation
of the world."
Ycs, the federation of kindred and friendly
nations, each with its own independent
dan komt hij wér, hij zal me vergiffenis
vragen en mij het costuum beloven!
Maar Louise! dreigde haar moeder.
Het is heusch zoo erg niet als u wel
denkt, mama. Ik zal Henri schrijven en alles
komt in orde. Nu het zóis geloopen, kan
ik er misschien nog profijt van trekken.
Louise ging naar de secrétaire van haar
moeder, nam een velletje postpapier en
schreef een brief aan haar echtgenoot, waarin
zij hem meedeelde, dat zij thans bij haar
moeder verbleef en er niet aan dacht terug
te keeren vór hij vergiffenis zou hebben
gevraagd en een wandelcostuum voor haar
zou koopen.
.. .Onderwijl was Henri weer te Amsterdam
teruggekeerd en zoodra hij thuis kwam,
hoorde hij van de dienstbode, dat zijn vrouw
was teruggekomen en naar hem had gevraagd.
Toen zij vermoedde, dat hij naar Utrecht
was, had zij gezegd k daarheen te zullen
gaan en was zij in allerijl heengesneld ...
Een glimlach kwam op zijn gelaat, toen
hij dat hoorde, en al zijn angsten en
ongerustheden verdwenen als bij tooverslag. Zij
wilde dus terugkomen... Hij begaf zich
naar zijn kamer, zette zich aan zijn bureau
en schreef aan zijn vrouw een brief, waarin
hij haar mededeelde, dat zij niet eerder be
hoefde terug te komen vór zij hem ver
giffenis zou hebben gevraagd en beloofde
van een wandelcostuum af te zien ...
Hij bracht met een gerust hart dezen brief
naar de post en nam zich voor kalm op een
antwoord te wachten.
... Den anderen morgen vonden n Louise
n Henri een brief bij hun ontbijt. Nadat zij
deze gelezen hadden, moesten zij lachen,
omdat zij beiden begrepen, dat de brieven
elkander gekruist hadden. Ook doorzagen
zij elkanders spel en begrepen, dat zij beiden
partij wilden trekken van de geruststelling
powers and aptitudes, its separate life and
genius. So will our ideal of free institutions
and self-respecting communitiesbefulfilled;
that settled policy of free government which
has resulted in the loyal colonies and devoted
daughter nations of the British Empire.
The result of the struggle will be ultimately
wholesome for all the nations concerned,
including Germany; for what will be de
feated will not be Germany, but a miserably
wrongheaded philosophy of life. The Ger
many to which we owe'so much science
and learning and art will be re-born; it
will throw off the shackles of a cramping
and overpowering despotism of evil.
While as to Belgium I quote from a
book by members of the Oxford Faculty of
Modern History, called Wfiy we are at war:
Those who have hirhertoknown Belgium
only as a hive of manufacturingand mining
industry, or as a land of historie memories
and monuments, are now recognising, with
some shame for their past blindness, the
moral and spiritual qualities which her
people have developed under the aegis of
a European guaran'ee. It is now beyond
dispute that, if Belgium were obliterated
from the map of Europe, the world would
be the poorer and Europe put to shame.
The proo.fs which Belgium has given of her
nationality will never be forgotten while
liberty has any value or patriotism any
meaning among men .... In fighting for
Belgium-we fight for the law of nations;
that is, ultimately, for the peace of all
nations and for the right of the weaker to
exist."
!iiumimiM»Miumiimiiiniiii
Ernest Staas *)
Van Ernest Staas door Tony (Mr. A.
Bergmann) verscheen een prachtuitgave in heerlijk
rustigen druk van J. E. Buschmann te Antwer
pen en met platen van Walter Vaes; platen, ge
houden in den gevoelig schemerendentoon,
*) Tony: Ernest Staas, 14de druk, Am
sterdam, S. L. van Looy.
iiiiiiiiiiniiiiiiiiiiilii i miiiiimiMimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
welke over hen gekomen was, toen zij wisten
dat de een den ander achterna was gereisd.
Zij begrepen, dat ze allebei spijt hadden
gevoeld en waren gerustgesteld geworden....
Zij zagen in, dat de verzoening aanstaande
was. Louise geloofde, dat Henri haar bri«f
zou verscheuren en Henri meende, dat Louise
al hare eischen zou laten varen ... alleen,
omdat zij na de tragische scheiding het
komische van het geval voelden. Louise
verwachtte nu haar man met den eersten
trein in Utrecht en Henri meende te mogen
aannemen, dat zijn vrouw zich in allerijl
naar huis zou spoeden Zoo kwam het,
dat zij beiden tevergeefs op elkanders komst
wachtten. Toen het twaalf uur was begon
Henri dit te begrijpen en hij seinde aan zijn
vrouw, dat hij haar zou komen halen. Louise
dacht ook al aan telegrafeeren, doch besloot
tot n uur te wachten en ontving juist op
tijd het telegram....
Tegen twee uur kwam Henri in Utrecht
aan. Hij spoedde zich naar het huis van zijn
schoenmoeder.
... In de gang reeds kwam zijn vrouw
hem tegemoet. Zij wierp zich in zijne armen
en gaf hem op iedere wang een ferme kus.
Henri, fluisterde zij, ik vraag je ver
giffenis ... en ik zie af van een wandel
costuum Neem me weer mee ... nooit
meer zal ik ondeugend zijn
Henri drukte vol van geluk Louise aan
zijn hart.
Lief kindje, lispelde hij haar toe, ik ben
gelukkig nu ik jou weer heb... ik vraag
jou vergiffenis en... je krijgt een wandel
costuum ... een mooi wandelcostuum ... we
zullen het samen gaan koopen!