De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 10 januari pagina 3

10 januari 1915 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

10 jan. '15. ^No.* 1959 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND geen enkel voorschrift onderworpen. Nu echter duidelijk is uitgesproken, dat geest en strekking der wijziging een andere is en de ontheffing slechts een zeer beperkte toe passing zal vinden; nu de Raad zich daar blijkbaar mede vereenigd heeft; nu het ook niets nieuws is in ons staatsrecht, bij wijze van overgangsmaatregel hen ontheffing te verteenen, die door de nieuwe wet zwaar zoude worden getroffen nu is te ver wachten, dat de Kroon zoomin thans als bij de oorspronkelijke verordening, in de be zwaren een voldoenden grond zal vinden voor vernietiging; een middel immers dat slechts wordt aangewend, waar ernstige belangen worden aangetast. Doch de min juiste methode is daarmede niet goed gemaakt. De kritiek kon niet achter wege blijven, nu blijkbaar door heel het land de Amsterdamsche verordening meer en meer tot voorbeeld gaat strekken voor andere gemeenten. En het kon zijn nut hebben aan te toonen, dat de wijziging gezien in het licht der geschiedenis onschuldiger is dan zij er anders uitziet. Z. VAN DEN BERGH iliiiilllililliiii illlilllllllllllllllliilllllimMMiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimritii MII IN HET WILD in Van de vrijheid tot het oorspronkelijke is nauwelijks n pas. ilk versta onder oorspronkelijk niet wat buitenmodelsch is of raar, maar in de eerste plaats, wat schept, wat niet werd afgekeken, noch slechts een weerschijn is. Dan is oor spronkelijk het eigene en het in vrijheid geborene. Er is namelijk kaf en er is ook koren. Het kan oorspronkelijk wezen, dat iemand suiker niet zoet vindt of vrouwen-vrijheid een tegennatuurlijk ideaal of tegen den oor log- aan komt dragen met staten-vernietiging in plaats van staten-bond. Zulke dwars-uitingen kunnen origineel wezen, maar zijn het niet per se. Het is de vraag of de oorsprong oorspronkelijk is. De een loopt in weer en wind zonder jas om de eenige te zijn; een ander omdat hij zich er behagelijk bij voelt. En die een temperatuur van 80 niet warm vindt, behoort 't daaronder dan ook niet warm te hebben. Merkt ge op, dat dit onderscheid zelf weinig oorspronkelijk is, dan dien ik mij er in te verheugen, dat ge vertrouwd schijnt met de gedachte, dat meeningen en ge dragingen niet slechts aan de oppervlakte, maar ook op hare wortels behooren te worden bezien. Ik ga door. Men kan lid wezen van Lief dadigheid naar Vermogen zonder liefdadig te zijn en er zijn er die met een reddings medaille rondloopen, omdat zij een drenke ling zijn nagesprongen, ofschoon drenkelin gen hen vrij koud laten. Zoo kan het zijn, dat het nieuwe, het . eerste, het tegen den draad ingaande oor spronkelijk heet uit taal-armoede, terwijl het' van kpm-af versleten is. Anderzijds kan een gedachte met recht oorspronkelijk genoemd worden door een nieuw mikpunt, een nieuwe slagorde der woorden, al is de grond van elders opge diept. Dan is zij oorspronkelijk, en zelfstanv'dig door een eigen beweging, een eigen veer. En wanneer ge nu blijft volhouden, dat dit een oud liedje is van schijn en wezen, dat het oude kost is, dat uitingen en daden naar de beweeggronden moeten worden beoordeeld, dan zou ik willen voorstellen, dat wij elkaar niet voortdurend vliegen afvangen. Want wij hebben geen strijd. Gelijk er geen reden is den vlijtigen steenenbikker lastig te vallen, omdat hij den Faust niet heeft gelezen of Pierson wie onzer heeft het wel? verzoek ik mij met vrede te laten, wanneer, hetgeen ik zeg, dood-eenvoudig is of heel natuurlijk. In de keuken, in de kamer en op straat gaat het al eveneens zoo toe. Niet omdat er werkelijk vei schil van gevoelen is, gaat men tegen elkaar te keer. Maar omdat men dit ook wel wist of beter wist of allang wist. Dan is er toch eigenlijk meer reden elkaar om den hals te vallen. Ik ga nog verder. Er zijn kloven op geenerlei wijze te overbruggen. De een vindt, dat iemand met een millioen eigenlijk niet rijk is, de ander wel; de een dweept met Beethoven, den ander maakt hijkregel; de een oordeelt dat Spinoza een groot wijs geer is, de ander dat je er eigenlijk niet veel aan hebt. Maar in de meeste gevallen heeft de over zijde een uitsteeksel om aan te haken. zou haar zeker gelijk geven. Derhalve begaf zij zich naar hare vriendin. Deze ontving haar met alle vriendelijkheid en vroeg medelijdend wat haar scheelde, wijl haar gelaat zoo droef" stond. Louise vertelde hare vriendin van hare woordenwisseling met Henri, waarop Mies haar groot gelijk gaf en hare veront waardiging luchtte over zooveel tyrannie". Je moet hem een lesje geven, beste Louise, dan is hij voor eens en voor altijd genezen. Je moet je kwaad houden, en juist doen alsof je van hem niets meer wilt weten. Dan komt hij je vergiffenis smeeken en kan jij je eischen stellen. Blijf bij mij eten en vanavond hier slapen. De logeerkamer is toch in orde. Maar . . . dan zal hij zich ongerust maken .... Beste kind, ik zie al, je zit reeds te veel onder de plak. Blijf nu vandaag hier en let op hetgeen ik je zeg: over een paar weken heb je een nieuw costuurn. Louise aarzelde. Ze vond het wel een beetje erg haar man alleen te laten. Maar tegen Mies durfde zij niet goed op... en ja, Henri zou toch denken dat zjj naar Utrecht was... Mies kon wel eens gelijk hebben, dat hij haar vergiffenis zou komen vragen en een nieuw costuum beloven... Ja ... ja... ik... zal dan maar blijven... Zoo toon jij je een ferme vrouw, beurde Mies haar op,werkelijk, je hebt gelijk met zoo te doen. Doch het blijven" ging Louise niet heelemaal van harte. Bij het diner had zij niet den minsten appetijt en toen Mies haar dien avond naar de logeerkamer bracht, klopte haar hart hevig. Zij had spijt en een beetje wroeging. Zij vond het wel erg wat z!j deed... Doch een paar woordjes van bemoediging van Mies benamen haar allen durf om hare vriendin dit te zeggen. Maar zij deed dien nacht geen oog dicht, Divergentie gaat uit van een gemeen schappelijk punt. Verschil veronderstelt overeenkomst. Hoe ver het geschil ook uiteenloopt, ergens al moet men ook diep gaan is een punt, een moment van gelijk-vinden, gelijk-voelen. Beter dan op eigen aambeeld te hameren of dat van den ander stuk te slaan, is het te zoeken naar zulke raakpunten. Van daar uit kunnen lijnen getrokken worden, die niet langs elkaar heengaan en elkaar vreemd blijven. Men moet daarbij ook in zich zelf diep gaan en niet schromen bloot te komen. De geloovige nadert den ongeloovige daarin, dat zij beide niet weten en wat voor den een is oppermacht, voor den ander over macht wordt gelijkelijk slechts in het oog evat uit den menschelijken gezichtshoek. leide leggen het opperwezen of het onbe kende voor hunne waardeering de menschelijke maat aan, dus halen het tot zich zelf neer. Bij elk helder verschil van meening, moet men aan weerszijden water in den wijn toelaten. Dit is nu eenmaal de halfheid en gebrokenheid van het geestelijk gegeven. Het is niet uit n stuk, maar dankt daaraaan juist zijn werkzaamheid, zijn beweging. Zoo wordt alles verwaterd, meent ge. Maar ik zeg, zoo blijft ge nuchter en om de wille van de waarheid kunnen wij het zonder de nuchterheid niet stellen. PETRONIUS The War from a British Point of View by Sir Oliver Lodge Lodge is een van de meest bekende wis- en natuurkundigen van onzen tijd. Hij werd in 1851 te Penkhull gebooren en in 1879 benoemd tot hoogleeraar in toegepaste mathesis aan het University College te Londen. In 1881 werd hij hoogleeraar in de physica te Liverpool. In 1902 werd hij tot den adelstand verheeven. Hij was voorzitter van de Physhical Society en de Society for Psychical Research. Als voorzitter van de British Association hield hij een reede oover Continuity' (1913). Bekend zijn zijn onderzoe kingen oover den bliksem, ooverdebeweeging van de waereld-ether, oover draadlooze telegrafie, oover hfit opheffen van mist en rook door electriciteit. Zijn wijsgeerige onbevangenheid en vooroordeelsvrijheid blijken vooral uit zijn studiën van z.g. occulte verschijnselen. Als voor zitter van de Society for psychical Research nam hij deel aan veele onderzoekingen omtrent telepathie en mediumschap. De uitkomsten noemt hij positief, en hij heeft niet geschroomd als zijn oovertuiging uit te spreeken, dat het voortleeven van de menschelijke persoonlijkheid na den dood dacht telkens aan hem, haar man, dien zij toch zoo innig liefhad en schreiend ver borg zij haar hoofd in het kussen. Zij had een akeligen, onrustigen nacht. Zij snakte naar den morgen, maar de uren kropen traag voorbij... Eindelijk werd het morgen, kwam de dienstbode haar om acht uur kloppen?en kon zij opstaan! Een zucht van verlichting kwam over hare lippen. Zij was vastbesloten om niet te ontbijten, doch naar huis te gaan en haar man om vergeving te smeeken. En zoodra zij beneden was gekomen, drong Mies er tevergeefs op aan toch een enkel boterhammetje te eten. Het ondeugende mevrouwlje weigerde be slist en zeide, dat zij naar huis terug ging.... zij had haar man nu zeker al genoeg gestraft". Opgewonden wandelde mevrouwtje naar huis. Daar aangekomen trok zij zenuwachtig aan de bel van het huis, dat zij had verlaten en zij voelde zich erg gedrukt, zooals de verloren zoon zich moet hebben gevoeld, toen hij naar het ouderlijke terugkeerde. Dag mevrouw, zeide de dienstbode. Mevrouwtje voelde zich beschaamd, flui sterde iets van dag" en wilde doorloopen. Mijnheer is voor een half uur heen gegaan, mevrouw, ik geloof op reis, want ik zag hem in een spoorboekje bladeren, toen ik het ontbijt afnam. Weet je ook waarheen? vroeg mevrouw beangstigd. Is hij soms naar Utrecht ver trokken ? Gunst, mevrouw, ik weet het heusch niet... ik... Ja, ja, dan zal hij wel naar Utrecht zijn ... ik moet k naar Utrecht... En fuut, weg was mevrouwtje, weer de straat op, de dienstbode in groote verbazing achterlatend. ... Met een ruk tsok Louise aan de huisbel van haar moeder's woning. Zij was erg met weetenscliappelijke evidentie waarschijn lijk is gemaakt. VAN EEDEN We live in great days, great and invigorating days: invigorating I call them, for England has discarded sorne frivolity, and is risking everything in a noble battle for the right. From one point of view we are waging war against a bullying system which has set itself to dominate the world; we are restraining a nation from placing.its boot on the face of Europe. The European bully must be vanquished: that is one clear necessity. From higher ground however the war is seen to be a war of ideals, a conflict between two ideals of government; the English ideal of a commonwealth of nations, a group of friendly states, some larger some smaller, some stronger some weaker, but all working together and contributing each her quota for good humanity and the progress of the world; that is the ideal on the one hand; and on the other, the Prussian ideal of a single glorified state, dominating all others, enforcing its will despotically, imposing its customs, its learning and its culture on all the rest of the world. This ideal is that of a strong resolute autocracy, ruling all Europe, npt with the consent of the governed, but in spite of thëfr remonstrance and ignoring their dislike; a governnment so strong as to be able to crush all opposition, and to do away with all freedom except the freedom to do precisely as you are told; the replacement in fact of freedom by coercion. For Treitschke has taught, and hisdisciples thoroughly believe, that the greatness and good of the world is to be found in the predominance there of German culture, of the German mind, in a word of the Ger man character. His school looks for the establishment of a German world-empire, in accordance with the motto World Power or Downfall;" and the subjugation of Eng land is an essential preliminary. Towards theattainment of this ideal the German nation has made immense preparations; ithasalso made vast sacrifices; it will be a wonder if it has not sold its soul. The years 1866 and 1870 were the -fata! years of Prussian supremacy and success. Up to that time German art, German science, German history, were admired and envied throughout the world. It had gloriedinthe era of Goethe, of Beethoven, and of Helmholtz. Since that date the great men of Germany have been few; the decline then begun has continued. With some exceptions, no doubt, they have lost their faith in unselfish action; they disbelieve inchivalry; they deny any moral goverment of the world; they believe in the rule of the strongest. In mechanism and apparatus the nation still ranks high; it has devoted itself to the design and construction ot apptiances, specially tfiose which can be used in war. We are fighting a nation of machines. In war material it is unrivalled; in personal it is lacking; its army is itself a machine. To it we of the Allied Nations oppose Men, individual resource and character, the domination of personality handicapped I fear by insufficient preparation. Determination there is on büth sides; for not in biological metaphor, but in dire reality, it is a struggle for existence. The two ideals are in the field against each other; one must emerge triumphant, the other must be defeated. There can be no halting between two opinions. It is a very ancient alternative; "If the Lord be God, follow him; but if Baal, thèn follow him''. There can be no peace till the prophets of Baal are exterminated, and the falseness of their creed displayed. Up and down, backwards and forwards the fighting line may surge; but there can beonly oneend. Of this we should be well assured, whilestrivingwith all our might for itsaccomplishment.Towards this some are giving their lives, or the lives of those dear to them; others are gi ving of their substance: and this without stint, for if the cause of God is not triumphant, lifeonthis planet will be no longer worth living. Death is preferable to German rule of the kind we should experience if conquered, and if the dormant national hate, fostered by lies and now fanned into a blaze, were set free on the vanquished. What has been done in Belgium would be done in England, and more too. The Belgian homes are an object lesson, clearly displaying the character and consequences of the Prussian ideal. The ravages are due to no isolated and accidental savagery; they were ordered as part of a zenuwachtig en tranen stonden in hare oogen. De oude dienstbode deed open. ??Dag mevrouw. .. Betje, ma is zeker thuis? Ja mevrouw... Louise was de gang al ingeloopen, duwde de deur open van déhuiskamer... Dag, maatje... Dag, Louise... Snikkend viel Louise in de armen van haar moeder. Wat is er, kindje? vroeg deze ongerust. O... o... u heeft zeker al alles ge hoord van Henri ? ... Je man is wel hier geweest. Hij ver telde me, dat jij uit logeeren zijt. . Hij was voor zaken in Utrecht en is op zijn hoogst vijf minuten hier geweest... Maar wat is er gebeurd? Waarom huil je zoo, kindje? ... Kom, ga hier zitten en vertel eens aan je moeder wat je drukt... Toe, zeg het me maar... Louise vertelde aan haar moeder, onder vele snikken en tranen, de geheele historie. Maar Louise... verbaasde zich haar moeder, dat is slecht van je geweest, heel slecht... Je hebt je man durven verlaten?... Foei, dat is in onze familie nog nooit voor gekomen ... maar dat is afschuwelijk !... Hoe heb je dat durven doen, Louise?... Henri is je dus vanmorgen hier komen zoe ken ... Hij heeft me niets verteld, om jou te sparen, natuurlijk, om mij dat verdriet niet aan te doen ... Ik zal Henri direct telegrafeeren... Toen Louise van hare moeder de beves tiging kreeg, dat Henri haar was komen zoeken, werd zij kalmer. Zij droogde hare tranen, deed rustie; haar mantel uit en zeide: Neen moeder... neen, u moet niet telegrafeeren ... laat mij het met Henri in orde maken... Hij is hier geweest en zoekt me ... Ik zal hem schrijven, dat ik hier ben... BOUWT TE HUNSPEET. Mooie boschrfjketerreinen. Spoor.Tram, Electrlsch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij .DE VELUWE". Nunspeet. . Beriri^r-Jióue Co'rt,ce&ion-riair,esi '?"?. Sauter frPolfs-, Maastricht. LIBERTY METZiCO AMSTERDAM SCRAVEMHACE BLOUSE VAN LLAM/i CUOTH MET BEDRUK TE ZIJDE VERSIERD Fi.3.95 OPRUIMING N. V.Manafacturenmagazijn Het Anker' uitsluitend gevestigd: 49 Veenestraat en Henlstraat 27, den Haag. SPECIALITEIT IN WITTE GOEDEREN, UITZETTEN EN UITRUSTINGEN* Wollen en Katoenen Tricotgoederen van de bekende merken. imiMIIIIIIMIIMM consistent policy of terrorism and enslavement. The root of the policy being bad, the fruits are bad too. Able Prussian writers seek to justifyany and every unfair and barbarous act which may seem likely to prpmote their cause. It is a campaign of iying and spying, of intimidation and ruthless massacre of all who call their soul their own. Yet I must assume that they are not consciously evil, only diabolically misguided. For they too have an ideal, I grant them that: one which has become deeply engrained, and has spread from Prussia to the rest of Germany, deceived as it has been, with the truth sedulously kept from it. There will be anawakening; andalready there must be many thousands who have not bowed the knee to Baal; who long for freedom as we do; and |who will in due time make their voices heard. Amid the glamour of apparent succegs they cannot speak; but when disasters come, when they can no longer be concealed, and the nation learns how it has been befooled; when it realises how it has befooled itself; then the wholesome elements in the nation will strike down the dominant party with execration and anathemas. For this conclusion we can bide our time. Internal forces will work the necessary disruption, so long as we make no feeble, no hasty, no inconclusive peace. It is no time to talk of peace yet; nor will it be for long. Humanity cannot afford to forego the gain to be derived from a struggle such as this; nor can it run the risk of having such an awful conflict ever repeated. Now is the accepted time, now is the day ofsalvation. And fortunately the nations are united as never they have been before. So that a preparation is being made for friendly union among the nations of Europe, and ultimately for that federation of the world, to which prophets have been long looking forward. Many horrors, much aerial fighting, will precede that time. Tennyson foresaw it all. You remember how h Heard the heavens fill wilh shouting, and there rain'd a ghastly dew From the nations airy navies grappling in the central blue; Till the war-drum throbb'd no longer, and the battle-flags were furl'd In the Parliament of man, the Federation of the world." Ycs, the federation of kindred and friendly nations, each with its own independent dan komt hij wér, hij zal me vergiffenis vragen en mij het costuum beloven! Maar Louise! dreigde haar moeder. Het is heusch zoo erg niet als u wel denkt, mama. Ik zal Henri schrijven en alles komt in orde. Nu het zóis geloopen, kan ik er misschien nog profijt van trekken. Louise ging naar de secrétaire van haar moeder, nam een velletje postpapier en schreef een brief aan haar echtgenoot, waarin zij hem meedeelde, dat zij thans bij haar moeder verbleef en er niet aan dacht terug te keeren vór hij vergiffenis zou hebben gevraagd en een wandelcostuum voor haar zou koopen. .. .Onderwijl was Henri weer te Amsterdam teruggekeerd en zoodra hij thuis kwam, hoorde hij van de dienstbode, dat zijn vrouw was teruggekomen en naar hem had gevraagd. Toen zij vermoedde, dat hij naar Utrecht was, had zij gezegd k daarheen te zullen gaan en was zij in allerijl heengesneld ... Een glimlach kwam op zijn gelaat, toen hij dat hoorde, en al zijn angsten en ongerustheden verdwenen als bij tooverslag. Zij wilde dus terugkomen... Hij begaf zich naar zijn kamer, zette zich aan zijn bureau en schreef aan zijn vrouw een brief, waarin hij haar mededeelde, dat zij niet eerder be hoefde terug te komen vór zij hem ver giffenis zou hebben gevraagd en beloofde van een wandelcostuum af te zien ... Hij bracht met een gerust hart dezen brief naar de post en nam zich voor kalm op een antwoord te wachten. ... Den anderen morgen vonden n Louise n Henri een brief bij hun ontbijt. Nadat zij deze gelezen hadden, moesten zij lachen, omdat zij beiden begrepen, dat de brieven elkander gekruist hadden. Ook doorzagen zij elkanders spel en begrepen, dat zij beiden partij wilden trekken van de geruststelling powers and aptitudes, its separate life and genius. So will our ideal of free institutions and self-respecting communitiesbefulfilled; that settled policy of free government which has resulted in the loyal colonies and devoted daughter nations of the British Empire. The result of the struggle will be ultimately wholesome for all the nations concerned, including Germany; for what will be de feated will not be Germany, but a miserably wrongheaded philosophy of life. The Ger many to which we owe'so much science and learning and art will be re-born; it will throw off the shackles of a cramping and overpowering despotism of evil. While as to Belgium I quote from a book by members of the Oxford Faculty of Modern History, called Wfiy we are at war: Those who have hirhertoknown Belgium only as a hive of manufacturingand mining industry, or as a land of historie memories and monuments, are now recognising, with some shame for their past blindness, the moral and spiritual qualities which her people have developed under the aegis of a European guaran'ee. It is now beyond dispute that, if Belgium were obliterated from the map of Europe, the world would be the poorer and Europe put to shame. The proo.fs which Belgium has given of her nationality will never be forgotten while liberty has any value or patriotism any meaning among men .... In fighting for Belgium-we fight for the law of nations; that is, ultimately, for the peace of all nations and for the right of the weaker to exist." !iiumimiM»Miumiimiiiniiii Ernest Staas *) Van Ernest Staas door Tony (Mr. A. Bergmann) verscheen een prachtuitgave in heerlijk rustigen druk van J. E. Buschmann te Antwer pen en met platen van Walter Vaes; platen, ge houden in den gevoelig schemerendentoon, *) Tony: Ernest Staas, 14de druk, Am sterdam, S. L. van Looy. iiiiiiiiiiniiiiiiiiiiilii i miiiiimiMimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii welke over hen gekomen was, toen zij wisten dat de een den ander achterna was gereisd. Zij begrepen, dat ze allebei spijt hadden gevoeld en waren gerustgesteld geworden.... Zij zagen in, dat de verzoening aanstaande was. Louise geloofde, dat Henri haar bri«f zou verscheuren en Henri meende, dat Louise al hare eischen zou laten varen ... alleen, omdat zij na de tragische scheiding het komische van het geval voelden. Louise verwachtte nu haar man met den eersten trein in Utrecht en Henri meende te mogen aannemen, dat zijn vrouw zich in allerijl naar huis zou spoeden Zoo kwam het, dat zij beiden tevergeefs op elkanders komst wachtten. Toen het twaalf uur was begon Henri dit te begrijpen en hij seinde aan zijn vrouw, dat hij haar zou komen halen. Louise dacht ook al aan telegrafeeren, doch besloot tot n uur te wachten en ontving juist op tijd het telegram.... Tegen twee uur kwam Henri in Utrecht aan. Hij spoedde zich naar het huis van zijn schoenmoeder. ... In de gang reeds kwam zijn vrouw hem tegemoet. Zij wierp zich in zijne armen en gaf hem op iedere wang een ferme kus. Henri, fluisterde zij, ik vraag je ver giffenis ... en ik zie af van een wandel costuum Neem me weer mee ... nooit meer zal ik ondeugend zijn Henri drukte vol van geluk Louise aan zijn hart. Lief kindje, lispelde hij haar toe, ik ben gelukkig nu ik jou weer heb... ik vraag jou vergiffenis en... je krijgt een wandel costuum ... een mooi wandelcostuum ... we zullen het samen gaan koopen!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl