De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 10 januari pagina 5

10 januari 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

10 Jan. '15. No. 1959 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Over Sealskin Algemeen is onder dames de meening verspreid, dat de Sealskindrager die deze kostbare bontsoort levert, in het Nederlandsch naar den naam Zeehond" luistert. Het zal ook niemand in den zin komen, om hem onder de beren te rangschikken. Alleen wanneer men weet, dat het beest in natuur staat is voorzien van ruig opstaand bovenhaar, dat bij de bewerking losgemaakt en verwijderd wordt, zal men begrijpen hier met een der vertegenwoordigers der zeeberenorde te doen te hebben. De gewone zeehond is echter een confrater, en dit huis en tuindier" dat ook in onze Zuiderzee wordt aangetroffen, kan eveneens onder de robben gerangschikt worden. Hij is 't die de kolbakken aan onze huzaren levert. Men spreekt dan zeer juist, van haarseal", terwijl bij het sealskin, omdat het onderhaar of wolhaar het eigen lijke bont levert, de naam bontseal" vol komen op zijn plaats is. In onbewerkten toestand is de sealvacht grijs tot grijsbeige van kleur. Die vachten worden pelt op pelt met een dikke laag zout er tusschen, van de winplaatsen ter bereiding aangevoerd. Voorzeker zou nie mand, die een aantal van die gepekelde huiden in den trog zag liggen, kunnen be vroeden, voor welk een groote geldswaarde die kleverige massa'geboekt staat. Sealhuiden welke op gewettigde wijze verkregen zijn, dragen het roode stempel der Alaska Co, dat tevens als het criterium van echtheid mag gelden. Geen ander dan Alaska Seal mag in de Vereenigde Staten worden binnengevoerd en ieder Sealskin-kleedingstuk moet van een certificaat zijn voorzien dat de Alaska her komst garandeert, wil 't niet, oud zoowel als nieuw, door de regeering geconfisceerd worden. Reeds in grootmoederstijd toen het Sealbont heel wat goedkoopër was dan thans, werd een Sealskin-mantel als een zeer kost baar bezit beschouwd. Nu deze gewilde bontsoort met ieder jaar in waarde toe neemt, is het niet te verwonderen dat het dragen van zoo'n rijk kleedingstuk nog slechts voor de meestbegunstigden der aarde is weggelegd. En dan beweert uw bont werker nog wel dat het aanschaffen zoo veel is als eene goede geldbelegging! De man kan gelijk hebben! Waar hij nog immer de Seal-mantel als een klassiek stuk be schouwt, komt zijne redeneering hierop neer, dat deze in een menschenleven slechts n keer behoeft te worden aangeschaft, daar de zeer solide eigenschappen van haar en huid daarvoor alle waarborgen opleveren, tenminste... indien voor de kwaliteit kan worden ingestaan, en dat daarom dus het renteverlies meer dan goed gemaakt wordt. Doch de goede man vergeet, dat de Mode" ons tegenwoordig parten speelt, waardoor we nu eens een kort aansluitend jaquet, dan weer een lange losse paletot hebben te dragen. Een tweede kwestie is of de hedendaagsche vrouwen 't nog uithouden om jaren en jaren met 't zelfde kleedingstuk voor den dag te komen, al is dat ook van Sealskin en staat het nog zoo deftig? Vroeger ging dat beter, toen kreeg een rijk meisje, naast een tiental japonnen ook haar Sealskin-pels mede ten huwelijk. Jaar in, jaar uit kwam zij er bij felle koude mee te voorschijn en met veel spijt zag ze het aan, dat later hare dochter er mede ging strijken, omdat de mantelnaden voor haar, zwaardere matrone geen weerstand boden. Zelfs de kleindochter koos voor zich den Sealskin", uit de kostbare familie-erfstukken om hem met trotsche piëteit voor. haar slank figuurtje in orde te laten maken. Hoe glunderde haar gezichtje als ze daartoe overging; wat liet ze zich veel op 't goudmmmmlIIIMIIImillimmillmi llmmlIlHmmmillllmml IIMM Strandwandeling Nu is het strand tusschen Zandvoort en IJmuiden in de verste verte niet te verge lijken met den Westoever van Terschelling, maar je komt er gemakkelijker en er is altijd toch nog wel wat te zien. Een Amsterdammer, die den trein neemt van bij half negen, is even over negenen in Zandvoort, wandelt op zijn gemak naar IJmuiden en de Zuiderpier op, en kan dan weer even over tweeën in stad zijn. In dezen tijd van wisselvallig winterweer is de tocht altijd loonend. De duinenrij daar is de eenvoud zelve; zoover het oog reikt een gesloten, overal even hooge rug, steil naar't strand af hellend en begroeid met het helmgras, dat nu lang zamerhand zijn groen verliest, 't Zijn oude duinen, die zorgvuldig zijn vastgelegd en nu geen avonturen meer beleven. Alleen mag af en toe de stormvloed er brokken afslaan, maar de duinarbeider lapt dat wel weer gauw bij. Vlak bij Zandvoort is die vernieling niet eens indrukwekkend, wel verderop bij paal 59 en 60, waar een diepe geul de kust bereikt en 't sterk hellend strand slechts een geringe breedte heeft. 't Is daar ook gevaarlijk zwemmen. Nog iets verder wordt het strand heel breed; daar doet de invloed van de pieren van IJmuiden zich gevoelen. Hier kan op de wijde vlakte de wind zijn spel drijven met het zand, heuveltjes opwerpend en heuveltjes slechtend en hier groeit ook het tarwegras, de eerste plant, die door zijn vlug ont wikkelend wortelstelsel den lossen grond bijeenhoudt. Er heeft zich dan ook voor den ouden duinvoet een rij van nieuwe duintjes gevormd, waar de wind en de golven wel aan knabbelen, maar die toch weten stand te houden. En ver uit den duinvoet, midden op de vlakte wapperen zoowaar ook al hier en daar van die grassprietjes, allemaal hard bezig, om ons dierbaar vaderland te ontwoekeren aan de baren. Eerst als dat tarweOns Huis", Rozenstraat, Amsterdam voudig.fde melodieën zijn frisch en sluiten zich rythmisch aan bij de naïve kinderversjes, die 't kin derleven zoo juist typeeren. Ze zullen door 't kind spoedig kun nen worden gezongen. De platen zijn gegeven in drie kleurendruk, ze zijn teer van tint en zeer harmonieus vart kleurenmengeling. De composities zijn bekoorlijk, gevoelig, guitig soms: en vooral de interieurs zijn tot in de kleinste détails smaakvol verzorgd (zie Maatje's jaardag). De landschapuitbeelding staat daarbij ten achter. Met de groei van appelen o.a. (zie het plaatje Oogst) is wel wat vreemd om gesprongen. Een meer gedetail leerde uitwerking ware ook hier aan het geheel zeker ten goede gekomen. De kinderfiguurtjes zijn bevallig geteekend, er is gratie in lijn, in vorm, in beweging en gebeuren. Rie Cramer drukt het voet spoor van Boutet de Monvel en H. Willebeek Ie Mair. Zij be schikt over veel talent en heeft de gave van oorspronkelijkheid. Deze zal haar, bij voortgezette studie, zeker den weg wijzen waarop zij haar kunst tot groo tere ontwikkeling kan brengen. bruine jasje van grootmoeder voorstaan en hoeveel mooier vond ze 't stijve van droogte knisterende velletje van voorheen dan de modieus zwart geverfde glimmende Sealvellen van thans. Wel had ze gelijk 't jonge ding; 't oude Sealbont was mooi met zijn bruin oppervlak, zijn even doorschemerenden gouden onder grond ! En als men zijn eersten bontmantel krijgt, let men er niet zoo op, of ieder ver sleten plekje al duidelijk zichtbaar is, en iedere aan wrijving onderhevige plaats als met de rasp geschaafd lijkt! Ook lag de echtheid er vingerdik op. Men behoefde niet eerst al blazend, zooals thans, naar den roodbruinen ondergrond te zoeken, noch de zeemleerachtige huid terdege aan den achter kant te bekijken! Toch schreef wijs beleid in onze dagen het zwartverven voor het Sealskin voor, want in de eerste plaats zijn de vellen thans niet meer in die mate aan verkleuren onderhevig, en tevens is het afslijten ook minder zicht baar, terwijl het bij Seal zoo moeilijke aaneenzetten der naden, nagenoeg onzichtbaar is geworden. Doch het repareeren is nog een kostbare geschiedenis. Want bij eene reparatie van eenige beteekenis moet telkens een nieuw vel worden aangesneden, omdat de huiden niet in 't model uitgeknipt, doch door rekken daarin gebracht worden, en er dus slechts minderwaardige stukjes voor reparatiewerk afvallen. Het verschil in haarlengte en -dikte brengt daarbij zijn eigenaardige moeilijk heden mee. Geen enkele kortharige bontsoort z fluweelig en fijn, zógeschikt dus om vrouwelijke slankheid te ontzien, weegt in duurzaamheid op tegen 't Sealkin. Om deze te bevorderen is het noodig dit bont te bewaren in ondoordringbare zakken in een koele atmosfeer, en het na het dragen steeds zorgvuldig van stof- en vetdeelen te ontdoen. L. K. * * * Over boeken en tijdschriften Lentebloemen en Lenteliedjes, door RIE CRAMER, met muziek van GEERTRUIDA VOGEL. W'de Haan, Utrecht. Lentebloemen" en Lenleliedjes" zijn twee afzonderlijke boekjes. Lentebloemen geeft een serie platen met kinderversjes beide van Rie Cramer. Lenteliedjes geeft dezelfde serie platen, doch de versjes zijn hier op muziek gezet door Geertruida Vogel. Het komt ons voor dat dit laatste boekje een aanwinst is voor de kinder-muziek bibliotheek. De toonzetting is hoogst een gras zandbergjes heeft gevormd, die door de hooge vloeden niet meer worden over stroomd, kan het helmgras komen, om het werk voort te zetten. Ik erken graag, dat men heel gelukkig langs het strand kan wandelen zonder iets anders te doen dan onbewust te genieten van de ferme gelegenheid tot flink loopen en ruim ademhalen, luisterend naar de muziek der golven en overgegeven aan indrukken van het oneindige, dat in zee en lucht zich onweerstaanbaar aan ons opdringt. Vroeg of laat echter komt de strandjutter of onder zoeker tot zijn recht en gaan wij uitzien naar wat de zee op 't strand heeft geworpen en naar wat er reilt en zeilt van menschen en var. dieren. De griezelige mogelijkheid van lijken of van mijnen kunnen we buiten beschouwing laten; die zijn door de kust wacht al opgeruimd, lang voor de Zondags wandelaar het strand betreedt. Toch zijn er wel andere oorlogsrelieken te vinden; de ongelukkige walvisschen, die door mijnen zijn gedood, verliezen in de zee heel spoedig hun baarden en die spoelen nu hier en daar op ons strand aan. Ik vond een tamelijk groote, zeventig centimeter lang en in zijn breedste deel zestien centimeter breed, prachtig gaaf en met een mooien franjezoom, waarmee het groote beest het klein gedierte vast houdt, dat zijn voedsel uitmaakt. Walvischbaard De vogelbevolking van 't strand is in dezen tijd tamelijk standvastig, de herfsttrek is afgeloopen, de voorjaarstrek gaat eerst over een dag of veertien beginnen. Alleen onder den invloed van naderend vorstweer of sneeuwstormen gebeuren verplaatsingen van eenig belang. De weifelaars onder de kie viten houden zich nu op in 't slijkland aan de zeegaten en nu komen wij op ons strand van tijd tot tijd troepen van deze zwartwit-zwart stompvleugelige vogels tegen, die voorzichtigheidshalve de Waddeneilanden verruilen voor het gebied van de Zuidhollandsche en Zeeuwsche stroomen. Komt de nood aan den man, dan steken ze van den Verslag 1913?1914 der Amsterdamsche huishoudschool Zandpad bij het Von delpark, Amsterdam. Aardig eens achter de schermen te zien, zoo dachten wij, toen het verslag der huis houdschool ons een blik gunde binnen de muren op 't Zandpad, ten tijde der paniekdagen in 't afgeloopen jaar. Welk een tafe reel van leven en bedrijvigheid moet daar in de maanden Augustus te aanschouwen zijn geweest, want de keukens waren al dadelijk afgestaan voor den Gemeentelijken Inmaak." Een groot personeel van werkelooze vrouwen en meisjes haalden er dag aan dag slaboontjes af en leerlingen en oud-leerlingen werden opgeroepen om behulpzaam te zijn bij 't' opwellen van de boonen en verder werk. Daarna werden er gedurende drie weken spoedcursussen gegeven in koken, want kwam ook ons land in oorlog, dan zouden de zusters van 't Roode Kruis assistentie noodig hebben en handige meisjes die van de bereiding van gewone spijzen en ziekenkostjes op de hoogte waren, moesten te vinden zijn. Zoo was dus in de vacantie de school in rep en roer als nooit te voren. Doch daarop volgde rust. 't Oorlogsgevaar week en het nieuwe leerjaar begon wel door de tijdsomstandigheden met minder internen, doch toch met meer leerlingen dan men had mogen verwachten. Het' verslag verhaalt ons verder van de examens. Voor het eerst werd in 't afge loopen jaar aan de school 't examen afge nomen van Hoofdopzichteres aan een Waschinrichting", een opleiding indertijd ingesteld op verzoek van den Bond van Directeuren van Waschinrichtingen. Mej. B. Verwey aan wie na -tweejarige studie het diploma werd uitgereikt, werkte daarna een maand practisch aan de wasscherij van den heer Ruygrok te Rijswijk en werd later aan die inrichting voor vast verbonden. Het schijnt ons toe, dat het aanstellen van een gediplomeerde hoofdopzichteres aan waschinrichtingen, waar altijd in hoofdzaak een vrouwelijk personeel werkt, een verbe tering van groot belang is, die door velen het uitzicht opent op een werkkring waar voor de sollicitanten nog niet bij tientallen te vinden zijn. Na de examens lezen wij over de cursus sen, de kooklessen voor dienstmeisjes en dames, over de opleiding van de koks en hofmeesters voor de marine en van de koks voor het leger en over nog veel meer. Ten slotte zien wij dat 't bestuur zich heeft uit gebreid, en worden wij op de hoogte gebracht van de wisseling van 't onderwijzend per soneel. Maasmond over naar den Theemsmond en die dan het vuurschip Kentish Knock pas seeren worden behoorlijk gepraaid en in het scheepsjournaal vermeld. Door de mede werking van de Engelsche lichtwachters heeft men in de laatste twintig jaren zeer duidelijke voorstellingen gekregen van de vogelbeweging langs en over de Noordzee. Het waarnemen van vliegende vogelscharen vereischt veel kwiekheid, vooral wanneer de dieren niet groot zijn en de lucht grauw bewolkt is. Men moet dan al heel wakker uitkijken, om ze in de verte te zien aankomen, meestal verschijnen ze ineens vlakbij, zoodat men den indruk krijgt, dat ze zich uit de lucht materialiseeren, ook al doordat ze op den dag elkander niet aanroepen. Zoo kan het dan gebeuren, ik ondervond het nog op den tweeden Kerstmorgen, dat een troep goudplevieren eerst merkbaar wordt, als ze vlak over je heen vliegen, zoodat het geruisch van hun vleugels je opschrikt. Deze goudplevieren gedragen zich op dezelfde manier als de kieviten. In October en November trekt de groote massa door; een groot contingent passeert dan altijd Buiksloot en Sloterdijk, waar ze zich soms eenige dagen in de weilanden ophouden. Zeer veel blijven er den heelen winter in ons land, zich verdienstelijk makend door het wegruimen van slakken op de akkers, want ze houden zich gaarne binnendijks op. Toch trekken ze zoo omstreeks Nieuwjaar ook langs de stranden heen en weer, zooals die kieviten en daar op 't breede strand bij IJmuiden trippelen ze vaak rond tusschen het tarwegras en zelfs in de schelpenstrook: donker uitziende vogeltjes, geelbruin met veel bruine stippeltjes en een paar zwarte streepen op de vleugels. Bij het opvliegen fluiten ze klagend welluidend. Meeuwen vormen echter het grootste deel van de bevolking. In de eerste plaats komen de zilvermeeuwen. Bij eb staan ze in tal rijke groepen langs de strandlijn of ze drib belen rond, om nieuw aangespoelde schelp dieren, krabben of zeesterren te verschalken. De bonte kraaien doen hun hierbij concur rentie aan en ook komen teder jaar al meer en meer spreeuw-en aan 't strand schuimen ; die hebben ontdekt, dat de aangespoelde kokerworm-hulsels, vooral de kleinere, niet altijd leeg zijn. De groote, zwartgerugde mantelmeeuwen houden zich meestal op een Leeszaal in Ons Huis" Het verslag sluit met een kort doch zeer waardeerend woord aan de directrice mevr. M. C. Lamaison-van Schouwenburg voor haar rustige, beleidvolle leiding. Het Maandblaadje van Ons Huis" in de Rozenstraat te Amsterdam Januari 1915 heeft ons heel wat te vertellen. Allereerst de Agenda. Er zullen ook deze maand weder tal van belangrijke voordrachten worden gehouden o.a. 11 Januari Mr. G. J. Salm over Het vergaan van de wereld" met lichtbeelden; 20 Januari door Prof. Dr. G. P. Kuenen: Iets over vliegen" met enkele proeven; 27 Januari door Dr. Th. J. Stomps: Reis door den Kaukasus en Armenië met lichtbeelden. Verder zijn er tal van muziekuitvoeringen, middag- en avondconcerten, declamatie en vertelavonden, gezellige bijeenkomsten enz. Daar hebben in hoofdzaak vrouwen het woord. Ze zullen afleiding brengen in het voor velen zoo zorgvollen alledaagsch-leven. Ons Huis" heeft gelukkig in de gedrukte tijdsomstandigheden zijn werk niet stop gezet of zelfs maar verminderd. Het Bestuur was zeer terecht eenstemmig van meening dat juist in moeilijke tijden, in een periode als de tegenwoordige aan den maatschappelijken arbeid van de stichting nog veel grooter be hoefte bestaat dan in gewone normale tijden. Toen eenige maanden geleden te Amster dam een centrale commissie werd opgericht die zich de verzorging van den geestelijken nooddruft der werkeloozen ten doel stelde, namen verscheidene bestuursleden van Ons Huis" aan dezen arbeid deel en werden de lokalen kosteloos voor werkeloozen openge steld. Een maatregel die zeer veel succes had, zooals blijkt uit het aantal gegevens, ge publiceerd van het bezoek van half September tot Kerstmis op de verschillende cursussen, lessen, in de bibliotheek enz. Dit eerste blaadje in het nieuwe jaar geeft ons tevens een overzicht van de personen die aandeel hebben in dit philantropisch werk. Dat de vrouw bij uitstek daarvoor geschikt heid bezit, blijkt uit de meerderheid van vrouwen die tijd en gaven voor dit doel beschikbaar stellen. Naast de Directrice Mej. C. P. van Asperen van de Velde, die met zooveel beleid en takt de koorden van de organisatie in handen houdt, werkt een even ijverig vrouwelijk personeel van 11 personen, dagelijks mede tot het welslagen van alle plannen en geregelde afwikkeling van alle werkzaamheden in de groote reeks van verschillende afdeelingen. Het werk door Ons Huis" wordt gedragen door 191 vaste medewerkenden, van wie 40 in meer dan n functie; door 33 tijdelijke medewerkenden en door nog een groot aantal /osse medewerkenden (sprekers, artisten enz). Waarlijk als men dit alles leest dan denkt men! Amsterdam is toch door Ons Huis" een mooie, nuttige instelling rijk! E. M. R. iiiiiiiiJiiumiiiMmiimiiMMiiiimiiiiiiiiiu afstand, maar met al hun deftigheid zijn ze toch al even blij met een dood krabbetje als ieder ander. Als 't water rijst, dan gaan de meeuwen zee in; ze zwemmen dan rond een paar honderd meter uit de kust en al naar den stand van de deining ziet ge niets of een groot veld van witte stippels op de groene golven. De strandwandelaar heeft in dezen tijd bijzonder uit te kijken naar twee soorten van meeuwen, die later in't jaar hier zelden of nooit te zien zijn. De eene komt uit 't Westen en Noorden, dat is de drieteenige zeemeeuw, een prachtig dier, iets grooter dan de gewone kokmeeuw van onze stads grachten. Hij is gemakkelijk te kennen aan zijn helder gelen snavel en donkere pooten. Deze vrind nestelt al heel veel aan de rotsen van de Engelsche Oostkust en verwaait bij stormweer vaak naar ons strand. Doch ook zonder stormweer hebben wij hem te ver wachten, want in navolging van de kokmeeuw gaat hij zich aanwennen, om in havenplaatsen te overwinteren. In de haven van Emden komt hij 's winters al in groot aantal; in Amsterdam heb ik hem ook al een enkelen keer gezien, bij IJmuiden dikwijls. De andere komt uit 't Oosten, die broedt langs den Noordkant van het heele Russische rijk, tot aan 't Ladogameer toe. 's Winters komt hij naar de Noordzee en op dat breede strandstuk bezuiden de Zuidpier van IJmuiden ziet men wel eens een troepje op t strand staan. Ze lijken veel op kokmeeuwtjes, maar zijn een heel stuk kleiner. Intusschen is, vooral bij nevelig winterweer, ons oordeel over klein en groot in de natuur buitenge woon onbetrouwbaar en daarom is 't beter, vooral op de kleuren te letten en nu komt het mooi te pas, dat deze dwergmeeuwtjes helderroode pootjes hebben en een pikzwarten snavel. De gewone kokmeeuwen nebben ook roode pootjes, maar hun snavel is vaal oranje tot rood. Er zwerft ook veel klein grut langs 't strand, niet zooveel als zes weken voor of zes weken na nieuwjaar, maar toch genoeg en mooi genoeg, om er naar uit te zien. Wij hadden tenminste op den tweeden Kerstmorgen het genoegen een troepje drieteenige strandloopertjes te besluipen, die hun hoogvvaterdutje stonden te doen op het witte schelpenstrand. Wie gewoon redekavelend Ingezonden Een vraag aan mevr. F. S. van Balen?Klaar Mevrouw, Vergun mij u een vraag te stellen naar aanleiding van uw artikel Een goede opvatting ?" in het Nr. van dit blad van 3 Januari. U schrijft: Als men de vrijheid van zijn land be dreigd ziet, is het plicht haar te verdedigen met opoffering van eigen leven, zoo het moet. En de vrouwen, die haar mannen en zonen van dien plicht zouden trachten af te houden, zouden geen goede vrouwen zijn." Wat telkens en telkens herhaald wordt, verkrijgt vaak het karakter van een onaan tastbare waarheid. Zoo is 't met deze leer over de plicht het vaderland te verdedigen ten koste van een massa-opoffering van eigen leven, ten koste van een namelooze ellende, onzegbaar wee, en niet te beschrijven hartsverdriet. Daargelaten of dit dogma op zichzelf zoo onwankelbaar is als het lijkt, zou ik u gaarne willen vragen: Hoe denkt u over de keerzijde? Hoe denkt u over het feit, waar het om gaat, dat onze mannen, zonen en broeders niet in de eerste plaats uitgezonden worden om zich te laten dooden, maar om zelf te dooden en dit zooveel mogelijk ? Dit is de nuchtere, leelijke keerzijde der schijnschoone medaille, maar de ware. Elke oorlog, ook de ver dedigingsoorlog is misdaad, gruwzame, ten hemelschreiende misdaad, en zoolang deze keerzijde niet telkens en telkens in het licht wordt gesteld, zal de kans op verdwijnen van den oorlog even gering en nietig blijven als hij op 't oogenblik is. Want eerst wat de mensch als zonde ziet, kan hij niet met bewustheid doen, zonder zijn geweten te verkrachten. U bij voorbaat dankend, Zeist Hoogachtend G. HOEVERS Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden: Koninginneweg 93, Haarlem. * * * Wederom uit voorraad leverbaar de verschillende typen AI>LK K-Automobielen. Prima materialen.zui vere afwerking en zeer nauwkeurig monteeren maakt de Adlerauto tot een der meest gewilde merken. GARAGE NEFKENS, Jacob Obrechtstr. 26, Amsterd. Drieteenige strandlooper voortwandelt krijgt zulke diertjes nooit anders te zien, dan wanneer ze opgeschrikt wegvliegen. Maar als je waakzaam uitkijkt, dan zie je ze staan een dertig, veertig meter ver en dan is 't gemakkelijk genoeg, om langzaam nader te komen tot op een afstand van een paar meter. In hun winterkleed zijn deze strandloopertjes lichtgrijs en wit, ze zien er nog witter uit dan ze werkelijk zijn, vooral wanneer ze met ingetrokken nek, dik ineen, stil staan. De pooten zijn pikzwart, ook het snaveltje; en face gezien heeft zoo'n vogeltje een witten kop met drie zwarte stippen: den snavel en de beide oogen. Schouderstreek en rug zijn bij de een don kerder dan bij de ander. Zoo dichtbij en op 't witte zand is 't duidelijk te zien, dat ze het achterteentje missen en daarin stem men ze met de pleviertjes overeen. Deze strandloopertjes zijn echte cosmopolieten. Ze broeden in het Noordpoolgebied o.a. op Spitsbergen en Nova Zembla, maar verspreiden zich in den wintertijd over de heele wereld, komen dan o. a. ook aan de Kaap de Goede Hoop. In ons land over winteren er vrij veel, vooral op de Wadden eilanden, maar ik mis ze ook zelden langs de minder rijk bedeelde Hollandsche kust. In Maart komen er al veel uit het Zuiden opzetten en nog later in den tijd ziet ge ze verschijnen niet meer in het sober wit maar in het bruinroode bruiloftspak, dat daar in de Poolstreken vereischt wordt. JAC. P, THYSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl