Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17 Jan. '15. - No. 1960
iemand, (Jtt grQgfVorst Nicolaas niet met
dit succesflbehpefl: geluk te werischen, mag
dit w«l te kenneri geven. Te veel ophef is
er klaarblijkelijk ;yan Sarykamysj wel
gemaakt; het/leek ook al vreemd, dat men
wél hoorde van het gevangen nemen der
divlsie-kommandanten van een legerkorps,
maar dat de berichten over zooveel duizend
krijgsgevangenen en zooveel honderd
buitgemaakte kanonnen uitbleven. Dat de Turken
een geduchte nederlaag hebben geleden, is
wel zeker; maar zij staan nog altijd op
Russisch grondgebied, in Trans-Kaukasië,
na het gevecht bij Sarykamysj hebben zij
belangrijke versterking gekregen; in de
laatste dagen zijn zij wederom in een ver
woeden strijd tegen de Russen gewikkeld,
waarvan de uitslag nog onzeker is.
In Perzië gaat het den Turken niet slecht;
Tebris is nu door hen bezet, de voornaam
ste stad van het onder Russischen invloed"
staande gedeelte van Perzië. Maar als de
Russen de winnende partij blijven in de
Kaukasus-landen, zullen zij de Turken wel
spoedig uit Perzië verdrijven.
Meer nog dan de krijgsverrichtingen ten
Z. van den Kaukasus kunnen die in Egypte
zullen voorvallen, invloed hebben op den
gang van zaken in het algemeen. Voor
?Engeland is de heerschappij over het land,
waar het Suez-kanaal door loopt, altijd van
groote beteekenis, maar vooral in dezen
oorlog, al ware het' maar alleen omdat er
geregeld troepen uit Britsch-Indië en
Australië moeten worden aangevoerd. Reeds
nmaal werd er bericht, dat een Turksche
expeditie op weg was naar het
Sinai-schiereiland, en vandaar naar het Suez-kanaal;
maar dit schijnt slechts een voortrekker te
zijn geweest; het eigenlijke expeditie-korps
is eerst onlangs uit Syrië naar Egypte opge
trokken.
Daar heeft men zich intusschen in staat
Van tegenweer gesteld. Er moeten niet min
der dan 150.000 man bijeen zijn gebracht:
Engelschen, Anstraliërs en Britsch-Indiërs.
Te Suez en te Port-Said zijn groote kampen
voor de Indische troepen ingericht; dicht
daarbij liggen de kameelen-kampen. Midden
in het kanaal, bij het meer Timsah, ligt een
Fransch oorlogsschip, ingericht tot berging
van watervliegtuigen, over den geheelen
afstand zijn twaalf Fransche en Engelsche
watervliegtuigen en evenveel gewone vlieg
tuigen verdeeld, die geregeld op verkenning
uitgaan boven hetSinai-schiereiland. Te
PortSaid liggen een aantal Engelsche en Fransche
oorlogschepen klaar tot het gevecht. Verder
beschikt het legerbevel over verscheiden
gepantserde treinen, geel geverfd, zoodat
zij, zelfs op betrekkelijk korten afstand,
moeilijk onderscheiden kunnen worden van
het woestijnzand.
Die gepantserde treinen en de omgeving,
waar zij hier dienst zullen moeten doen,
wekken de herinnering aan Rudyard Kipling's
The light that falled: toen Dick Heldar,
stekeblind, naar het front in de Egyptische
Soedan trok om den dood te zoeken te
midden van zijne vrienden, de oorlogs
correspondenten: een gepantserde trein
bracht hem toen zoo dicht mogelijk bij dat
front. In den oorlog dien de Engelschen
daar te voren hadden, werden, indien wij
ons niet vergissen, voor 't eerst gepant
serde treinen gebruikt; The light that
falled, dat om en bij 1890 moet zijn ge
schreven, heeft velen voor het eerst met
deze nieuwe manier van vechten bekend
gemaakt.
Ook aan Kipling's Soldiers three zal
menigeen wel' eens gedacht hebben nu in
den laatsten tijd de Engelsche soldaat weer
yeel van zich doet hooren. De door Kipling
geteekende typen zijn die van den beroeps
soldaat een ander dan de vrijwilligers,
dfe thans aan Kitchener's oproeping gehoor
hebben gegeven, dan de Engelsche bupgers,
die misschien binnen korten tijd hun dienst
plicht zullen vervullen.
Want de mogelpheid, dat men in En
geland den dienstplicht zal moeten invoe
ren, hetzij voor goed, hetzij alleen voor
den duur van dézen oorlog, wordt hoe langer
hoefteer een waarschijnlijkheid. In de
verga(lejrrn,g van het Hooger Huis van 8 januari
Hs*-.^*sft de Regeering nog wel niet haar
ivpoti|emen daartoe aangekondigd, maar toch
fich op zulk een.wijze daarover uitgelaten,
«dat-de ^gezworen tegenstanders van dienst
plicht en die zijn er in Engeland velen
,zich wel een weinig ongerust zullen maken.
Het punt werd ter sprake gebracht door
eenige leden van de oppositie, die nadere
mededeelingen wenschten te hooren over
de werving van vrijwilligers. Bij vroegere
gelegenheden had de Regeering geen be
zwaar gemaakt om cijfers te noemen; maar
thans deed zij het voorkomen, alsof "s lands
belang .ten hoogste zou worden geschaad
door de geringste mededeeling omtrent den
?toeloop van vrijwilligers.
Klaarblijkelijk laat deze dus te wenschen
IIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
HERINNERING AAN EEN REIS
EK>OR DE VEREENIGDE STATEN
DOOR
BERNARD CANTER
Aan Jhr. A. W. G. van Riemsdijk,
schrijver van Pro Domo".
Het was voor mij geen lichte taak op de
hoogte te komen van de moderne
Amerikaansche litteratuur. Bij ons in Nederland
was er zoo goed als niet over geschreven
en ginds, in Amerika zelf sprak men nooit
over de letterkundige waarde van de
werken der schrijvers, maar over de
materiëele waarde. Een schrijver is daar net als
ieder ander fatsoenlijk mensch, een fabrikant
of een koopman. Hij handelt in waar. Dat
zijn waar van andere soort is dan cacao,
tabak of koper, doet er niet toe. Zijn hoofd
is zijn pakhuis. Zijn waar is een natuur
product. En de waarde wordt bepaald door
vraag en aanbod. Het meest gevraagde wordt
het beste betaald. Wat het beste betaald
wordt, is ook het meest in aanzien. De
meest gekochte tijdschriften zijn de voor
naamste. De colporteufs, deze kenners bij
uitnemendheid van de waarde der schrijvers,
over; of juister gezegd: het
vrijwilligersstelsel heeft nog meer soldaten aangebracht,
dan men van dit stelsel mag verwachten,
maar in buitengewone tijden als deze deugt
het stelsel niet. Wikkelt men de bedoeling
van de Regeering uit de windselen want
zij heeft zich nog zeer voorzichtig uitge
laten dan komt deze o.i. hierop neer: het
liefst zouden wij het vrijwilliger-stelsel hand
haven, maar wij voorzien, dat de omstan
digheden ons zullen dwingen, binnenkort te
komen met een voorstel tot invoering van
dienstplicht; de invoering daarvan is vol
strekt niet in strijd met de wetten van het
land.
Het opleggen van den algemeenen dienst
plicht zal in Engeland nog wel op eenige
bezwaren stuiten, maar er toe komen zal
het thans wel. Het begrip is made in
Germany; maar uit Duitschland zijn ook vele
voortreffelijke dingen gekomen.
Het opleggen van Kultur" is ook een
begrip, dat in Duitschland thuis behoort,
maar dat begrip rekenen wij niet tot de
voortreffelijkheden. De uitdrukking trof ons
in een artikel van Prof. A. Schröer in de
Kölnische Zeitung van 10 Januari 1.1.
De bedoeling van dit artikel is eigenlijk
deze: het Engelsche volk was vroeger een
voortreffelijk volk; maar het is bedorven
door Eduard VII, en reeds lang voor zijne
troonbestijging heeft Eduard, als Prins van
Wales, het gif van het zedenbederf in zijn
volk gebracht. Engeland stond op den twee
sprong: aan den eenen kant de Germaansche
levensbeschouwing, de oud-puriteinsche
traditie, die Engeland groot heeft gemaakt:
vroomheid, arbeid, gezondheid en kracht;
aan den anderen kant de Fransche levens
beschouwing: lichtzinnigheid, zucht naar
genot, zwakheid. Door toedoen van den
Prins van Wales heeft Engeland den weg
naar het verderf ingeslagen.
Deze geschiedbeschouwing is zoo buiten
gewoon komiek, dat zij ons van een Duitsch
professor verbaast. Maar voor het oogenblik
nemen wij ze alleen voor kennisgeving aan;
misschien komen wij er later wel eens op
terug. Voor het oogenblik is het ons alleen
om het volgende te doen.
Prof. Schröer betreurt het diep, dat Enge
land moreel te gronde is gegaan. Het had
zoo anders kunnen zijn l Wanneer het op
het goede pad was gebleven, had het samen
met Duitschland de wereldheerschappij kun
nen uitoefenen. Es harte im Bunde mit
Deutschland wirklich der ganzen Welt die
Kultur diktieren können!"
Dat begrip: het dicteeren van zijne Kul
tur'', het met geweld opleggen van zijne
Kultur" aan alle andere volken het
verwondert ons niet, dit begrip bij Duit
sche professoren aan te treffen, maar wij
zijn prof. Schröer toch dankbaar, dat hij
het zoo zóafschrikwekkend onder
woorden heeft gebracht.
13 Januari 1915. G. W. KERNKAMP.
Italië en de huidige oorlog
Evenals in Duitschland, Engeland en an
dere landen drukt in Italië de ardor
bellicus" op dit oogenblik zijn stempel op
gansch het bestaan, heeft zich meester ge
maakt van het intellectueele leven van het
geheele volk, beslag gelegd op de
hoogststaande geesten, zelfs op de meest bekende
in ternationalisten en pacifisten.
Voor de groote meerderheid der Italianen
zou de huidige oorlog tot op zekere
hoogte de uitkomst zijn, waarnaar alle
gegemoederen vol verlangen haken, waarin
ieder meent de verwezenlijking te mogen
verwachten van zijn politieke en maatschap
pelijke idealen.
De zaak der volstrekte neutraliteit wordt
slechts voorgestaan door een zeer kleine
schare van welgestelde burgers, door de
priesters, die hunne sympathie voor Oosten
rijk, de machtige steun der katholieke kerk,
niet verbloemen, en ten slotte door zekere
personages uit de omgeving des konings,
die, naar men zegt, staan onder den invloed
der koningin-moeder Margarita, een vurig
voorstandster, naar men weet, van den
Driebond.
Daarnaast schaart zich een fractie officieele
socialisten, marxisten vast in de leer. Al
deze factoren te zamen vormen intusschen
slechts een geringe minderheid van het
Italiaansche volk, wellicht een vijfde deel er
van. De levendige, jonge, roerige krachten
willen den oorlog, daar valt niet meer aan
te twijfelen.
De dagbladpers, die in Italië meer dan in
eenig ander land de weerspiegeling is van
de denkbeelden en gevoelens van de groote
meerderheid der burgerij en der meeste ge
ziene figuren in de wereld der kunsten en
wetenschappen, voert in de laatste vier
maanden een anti-neutrale beweging met
een vrijmoedigheid van woord en meening,
verzuimen dan ook nooit bij hunne offertes
het adverteerend publiek op de hooge hono
raria te wijzen, welke hun periodiek aan
de schrijvers betaalt. Een dezer heeren
toonde mij, toen hij op een propaganda-reis
voor de National Review" uitging, een
keurig gebonden groot boek. Dit was echter
geen jaargang van de National Review,"
maar een verzameling van photografiën met
onderschriften. Ik bladerde het album door
en vond o.m.: Het kasteel van onzen mede
werker aan de rubriek Poëzie, John
Tavenbridge. Dit kasteel is een getrouwe navolging
van het kasteel der graven van Angoulème
in Frankrijk en heeft een half millioen dollar
gekost". Onze medewerker aan de rubriek
sport" met zijn echtgenoote en zijne twee
dochters, Maud en Gladys op zijn jacht.
Dit jacht stelt het jacht van Cornelis
Vanderbilt in de schaduw. Het costuum van
Maud is te Parijs bij de firma Redfern ver
vaardigd. De bruidschat van Gladys bedraagt
vijf honderd duizend dollar". Zoo bezaten
alle medewerkers kasteelen, paleizen, dure
vrouwen en nog duurdere dochters. Slechts
de redacteur van de financieële rubriek
woonde in een flat", welke was afgebeeld
met het onderschrift: Mac Motley, onze
redacteur van de financieële rubriek is een
idealist, die zich tot levenstaak heeft gesteld
de poëzie van de cijfers aan te toonen. Hij
heeft aan die levenstaak alles opgeofferd en
is vegetariër, geheel-onthouder en eere-lid
van de Vereeniging voor Zondagscholen".
Door de vriendelijke bemiddeling van den
colporteur kreeg ik een aanbeveling voor
den heer John Tavenbridge, naar het zeggen
van den colporteur, den hoogst gehonorieërden
schrijver van Amerika, dus zooals van zelf
welke vele onzer vakgenooten aan de
andere zijde der Alpen onder de huidige
omstandigheden ons zouden kunnen benijden.
Wat zij allen willen, is duidelijk: de oorlog
tegen Oostenrijk en Duitschland. Op dit
punt zijn, met uitzondering van de clericalen,
het allen ten volle eens.
Liberalen, conservatieven, nationalisten,
zij allen zijn van oordeel, dat Italië zijn
voordeel moet doen met de gelegenheid, in
de eerste plaats om voor eens en voor altijd
tot een goed einde te brengen de taak van
het risorgimënto," tot nu toe door onze
mannen niet ter hand genomen.
En dan diende Italië zich in het conflict
te mengen, zich scharen aan de zijde der
Triple Entente, indien het er prijs op stelt
zijn rang als groote mogendheid te behouden
en wil voorkomen,dat Oostenrijken Duitsch
land hun hegemonie vestigen in het Balkan
schiereiland en Klein-Azië, waar ons land
zeer gewichtige moreele en economische
belangen hetft te beveiligen. De
verplettermg van het Oostenrijksch-Duitsch militai
risme komt voor hen eerst in de tweede
plaats aan de orde.
Een uitlating, zeer .onlangs in de Kamer
van Afgevaardigden uit den mond van den
heer Salandra vernomen, geeft overigens
zeer duidelijk weer de bedoelingen dier zoo
genaamde gematigde kringen.
Het loont de moeite haar weer te geven:
in de landen en de reeën van het oude
werelddeel waarvan de configuratie zich op
het oogenblik vervormt," zeide de
Italiaansche minister-president, heeft Italië levens
belangen te verdedigen, rechtmatige eisenen
te stellen en te handhaven, zijn positie als
groote mogendheid onaangetast te bewaren."
Men zal moeten toegeven, dat het hoofd
eener regeering slechts een enkel woord
daarbij behoefde te voegen om een ultima
tum" uit te lokken.
Onmiddellijk na deze uitlating voltooide
Oostenrijk in alle haast zijn mobilisatie op
de Italiaansche grens en begon weder met
een reeks van represaille-maatregelen, niet
minder wreed dan onrechtvaardig tegenover
de Italianen, die gedwongen werden dienst
te nemen in het Oostenrijksche leger, alsmede
tegen de inwoners van het
irridenti"gebied, die, in afwachting van ons aanstaand
bevrijdend optreden, met ongeduld het juk
dragen van den tyrannieken overweldiger.
De Italiaansche democraten, waaronder
ook vallen de socialisten en de libertairen,
die tot voor enkele maanden zich steeds de
hardnekkigste tegenstanders hadden betoond
van eiken oorlog, welke geen strikt verde
digend karakter droeg, zijn op dit oogenblik
de heftigste voorstanders van interventie.
De volgelingen van Mazzini, van Garibaldi,
de zonen der vurige Carbonari" weten.dat
de inneming van Rome niet het besluit is
geweest van de Italiaansche omwenteling en
dat het hun taak is haar te voltooien op het
gunstigste oogenblik, dat de geschiedenis
zal schenken. Overigens moet men, naar
hunne overtuiging, niet enkel een nationale
omwenteling tot een goed eind brengen,
maar vallen ook de onafhankelijkheid en de
vrijheid der andere volken te verdedigen, is
er te zorgen voor de redding van de zede
lijke en burgerlijke erfenis, waaruit de
moderne geest is voortgekomen. Kortom,
door samen te werken met de westersche
mogendheden tot vernietiging van het
Duitsche militairisme' zullen we aldus hun
zeggen den weg effenen voor een tijd
perk van vrede en maatschappelijke recht
vaardigheid en chi lo sa voor de
vereenigde staten van Europa", den grootschen
droom van Guiseppe Mazzini!
De socialisten en de internationalisten in
het algemeen zijn, gelijk ik reeds zeide, niet
minder voorstanders van den oorlog dan
de overigen. Zij beschouwen het huidige
conflict van een revolutionnair standpunt.
Strijdende voor ons vaderland, redeneeren
zij, verdedigen we aller vaderlanden, ver
dedigen we de Internationale, die te ver
wachten is. Wij meenen, dat deze oorlog
is een revolutionnaire oorlog, wij aanvaarden,
aldus verklaren zij, het napoleontische di
lemma, door het genie van Victor Hugo
verbeterd: of een democratisch, of een
vandaalsch Europa f Frankrijk, of Duitsch
land revolutie of reactie.
Wij schrijven aan dezen oorlog een revo
lutionnair karakter toe, omdat hij alle vraag
stukken aanroert en hij alleen ze wil en
kan tot oplossing brengen, van af het vraag
stuk der nationaliteiten tot de quaestie der
verschillende regeeringsvormen, van af het
vraagstuk der bewapening tot de koloniale
quaestie. Benedictus XV heeft in de smelt
kroes zelfs de Romeinsche quaestie geworpen!
Het meerendeel der Italiaansche beoefenaars
van kunsten en wetenschappen heeft zich,
tredend in de voetstappen van hunne
buitenlandsche vak- en ambtgenooten, hals over
hoofd in de worsteling geworpen en zij
schrijven veel pro en contra de onzijdigheid.
IMHIIIIMMIMIHIIIIIIIIIMIIIIIItllllllllllHIIIIIIIIIII
spreekt, ook de grootste schrijver en ik
haastte mij van de introductie gebruik te
maken. Want ik trachtte in die dagen mij
een carrière als schrijver in de Vereenigde
Staten te openen, hetgeen mij helaas maar
ten deele gelukt is, daar ik het aldaar zoo
in trek zijnde humoristische genre niet vol
doende beheersen, een gevolg van de gebrek
kige opleiding in Nederland. Aan geen
onzer NederlandscheUniversiteiten is een leer
stoel voor den humor en dat, terwijl onze pro
fessoren indenhuiselijken en sociteitsomgang
bekend staan wegens hun grappigheid.
John Tavenbridge ontving mij uiterst gast
vrij. Hij vroeg mij dadelijk of ik geen mooien,
humoristischen Marker of Volendammer
roman voor hem uit het Nederlandsen kon
vertalen. Toen ik hem zeide, dat wij deze
soort in Nederland niet bezaten, sloeg hij
zijn handen van verbazing in de lucht. Twee
zulke centra van humor in 't eigen land te
bezitten, een levende bevolking van clowns
in zijn midden te hebben en dan zulk een
litterairen akker braak te laten liggen...
hoe was dat mogelijk ? Ik antwoordde, dat
deze Markers en Volendammers allen ernstige
inenschen waren, goed-kerksche visschers,
die eenvoudig en bescheiden leven.
Maar mijn waarde collega, in ons Wild
West wonen ook ernstige menschen, doch
is dat voor ons een reden om niet alle
cow-boys tot helden, al onze Doloressen uit
het zuiden tot romantische jonkvrouwen en
al onze Indianen tot edelaardige
natuurmenschen te verheffen ? Volendam en Mar
ken te bezitten en geen litteratuur over die
vrouwen met blonde lokken en..."
Maar die lokken zijn valsch ..." verde
digde ik.
Doch daar zij, tot nog toe zich met alles
behalve politiek en internationaal recht had
den bemoeid, zich slechts door hun gevoel
en hun indrukken lieten leiden, overkomt
het hun soms, dat zij het contact met de
werkelijkheid verliezen. Objectiviteit, gevoel
voor saamhoorigheid, humanitair gevoelen,
kritische geest schijnen zelfs de mannen
der gedachte in den steek te hebben gelaten,
der mannen, waarop de menschheid haar
grootste verwachtingen had gebouwd, bij
wie zij het schoonste en edelste idealisme
meende te hebben waargenomen.
Deze verwarrende en verontrustende gees
testoestand, welke onder de oorlogvoerende
naties heerscht, valt ook bij ons in Italië
waar te nemen. Hoeveel maskers heeft men
zien vallen, hoeveel godenbeelden heeft men
zien tuimelen van hun verheven voetstuk,
hoeveel aureolen en illusies zijn vervaagd in
de laatste maanden. Welke hecatomben
en dat niet enkel op de slagvelden!
PIETRO MARIATTI
(Naar het Handschrift van den Schrijver voor De
Amsterdammer" vertaald).
llllllllllllllllinillllllllllllllllllllllllllllllllinilllHIIIIIIIUI: IIIIIMIIIIIIIIM!
Vlaamsche stem op Neerland's bodem
Het doet ons genoegen, het volgende
bericht te kunnen brengen.
De stem der Vlamingen, in het eigen land
overdonderd, heeft in Amsterdam nieuwe
krachten verzameld, en zal zich van uit
Neerland's hoofdstad doen hooren.
Leidende Vlamingen hebben hier ter stede
besloten tot de oprichting van een dagblad
De Vlaamsche Stem".
Met deze Belgische onderneming begeeren
zij, ook door Nederlandsche vriendschap
gesteund, onder de langs alle kanten, binnen
en buiten Vlaanderen, verspreide
landgenpoten, van alle partijen en gezindheden, voeling
en behartiging van algemeen vaderlandsche
en internationale belangen, te bevorderen".
Onder de oprichters en medewerkers zijn:
Vermeylen, Buysse, Huysmans, Fr. v.
Cauwelaert. Van de Woestijne, Renéde Clercq,
Streuvels, Andréde Ridder, Eggen, Lodewijk
Opdebeeck.
Leider van redactie en administratie is
mr. Alberik de Swarte (113 Heerengracht),
door zijn artikel Een Vlaamsch Voorman"
(van 17 Dec.) in den kring van De Am
sterdammer" reeds geen onbekende.
Nederland wenscht hem zeker gaarne
sterkte. Moge hier nog eens het ongeluk
het goede dienen en een enger samenkomen
van het Noord- en Zuid-Nederlandsche leven,
uit den nood der Vlamingen geboren worden.
Vele Nederlanders zullen ongetwijfeld door
inteekening den Stem willen steunen!
Onderzeebooten
(Van onzen marine-medewerker)
Men kan gerust zeggen, dat in den thans
gevoerd wordenden reuzenstrijd geen enkel
der maritieme strijdmiddelen zóvan zich
heeft doen spreken als de onderzeeboot.
Wel is waar werd zij in deskundige kringen
reeds lang als een geducht wapen voor de
kustverdediging beschouwd en was bij
manoeuvres meermalen gebleken, dat ten
minste in de gematigde luchtstreken hare
bewoonbaarheid voldoende was te achten
om dagen achtereen in zee te kunnen blij
ven; doch slechts weinigen hadden in de
onderzeeboot een wapen gezien, waarmede
op vrij grooten afstand van een oorlogshaven
zózelfstandig kan worden opgetreden als
in werkelijkheid het geval is gebleken.
Toch hoede men zich voor overschatting
van die bruikbaarheid, omdat een eenigszins
nadere beschouwing der tot dusverre ver
kregen resultaten uitwijst, dat slechts in een
bepaald operatiegebied (de Noordzee met
aangrenzende wateren) en onder bepaalde
omstandigheden een beslist succes kon
worden verkregen. Een en ander moge uit
het navolgende duidelijk worden.
Reeds dadelijk na het uitbreken van den
oorlog tusschen Duitschland en Engeland
werd door Engelsche onderzeebooten geheel
zelfstandigeen verkenningstocht ondernomen
naar de Duitsche Noordzeekust. Ofschoon
daarbij volgens den maritiemen medewerker
van de Times zeer waardevolle gegevens
werden verkregen, gelukte het nochtans niet
om n vijandelijk schip al was het maar
bij verrassing te torpedeeren. Even nega
tief bleven op dit punt de uitkomsten der
verkenningstochten, die volgens berichten
uit Duitsche bron door Duitsche onderzee
booten in die periode in de richting van de
Schotsche kust werden ondernomen en waar
bij n dier booten (de U
15)doorgeschutvuur tot zinken werd gebracht. Toen daarna
uit de rapporten over het zeegevecht bij
Helgoland (28 Augustus) bleek, dat daarbij
aan Engelsche zijde verscheidene onderzee
booten aanwezig waren geweest, zonder dat
n Duitsch schip aan hunne aanvallen ten
Aha", zeide mijn gastheer, met gekruiste
armen voor mij staande, misschien is u
wel realist ook nog?"
O neen... dat niet."
Gelukkig, dan kunnen wij eens samen
spreken. Ziet u, om u de waarheid te zeg
gen, ik ontvang vél meer bestellingen dan
ik kan uitvoeren. Daarom heb ik, ten einde
aan alle aanvragen te voldoen, een letter
kundig bureau opgericht, waar ik talentvolle
menschen de bestelde litteraire waar laat
fabriceeren, die ik dan, om ze de eigenlijke
waarde te verleenen, teeken. Zonder mijn
handteekening zou geen tijdschrift ze plaat
sen. Dikwijls deserteeren mijn niggers",
maar ik lach daarom, wel wetend, wat ze
te wachten staat. Ze komen altoos na een
jaar van vertwijfeling en ontnuchtering
weder terug. En dan ben ik niet rancuneus,
maar geef ze dadelijk weder een opdracht.
Wanneer u tevreden bent met een goed
honorarium, een aangenaam werk en het
groote voorrecht anoniem door uwe werken
goeds te stichten, wil ik ook u wel een
opdracht als proef geven/'
Maar gaarne! Zeg mij slechts wat u
wenscht."
Ik heb een aanbod van het Broadway
Magazine." Wij wenschen een humoristi
schen roman spelend aan de oevers van de
Zuiderzee. Alle helden en heldinnen er in
moeten onverbiddelijk in nationaal Marker,
Volendammer en Urker costuum gekleed
zijn. Dat is voor de illustraties. U krijgt
van mij een dollar per woord. Ik zelf ont
vang het tiendubbele van die som per woord,
maar daarvoor gaf ik dan ook mijn toestem
ming dat het Broadway Magazine" mij, den
populairen Amerikaanschen schrijver John
offer was gevallen, viel te constateeren, dat
in de eerste oorlogsmaand geen enkele aan
val van een onderzeeboot was gelukt. Steeds
waren de vijandelijke schepen er in geslaagd
om zulke aanvallen onmogelijk te maken
door veel vaart te loopen en zoodoende te
zorgen, dat de onderzeebooten, die onder
water varende, betrekkelijk langzaam
vooruitkomen, geen gelegenheid kregen om zich
ten opzichte van den vijand in zoodanige
positie te brengen, dat een torpedo kon
worden afgeschoten.
In de tweede oorlogsmaand kreeg men
omtrent het nut van onderzeebooteM echter
een geheel anderen indruk. Eerst ging op
den 7en September de Engelsche verken
ningskruiser Pathflnder door een treffer van
een Duitsche onderzeeboot ten gronde; een
week later gelukte het aan een Engelsche
onderzeeër om den.Duitschen kruiser Hela te
vernielen en den 22en September slaagde
de sedert beroemd geworden U 9 er in om
binnen een paar uur geheel alleen drie En
gelsche gepantserde kruisers tot zinken te
brengen.
Men houde hierbij evenwel in het oog,
dat alle bovenvermelde slachtoffers van deze
geslaagde aanvallen van onderzeebooten
kruisende waren met geringe vaart en dat
zij zich bovendien bevonden op een terrein,
waar geen groote waterdiepten worden aan
getroffen, zoodat de onderzeebooten in de
gelegenheid waren zich desverkiezende tot
op den zeebodem te laten zakken, om daar
ongezien een gunstig tijdstip voor een aan
val af te wachten of om zoodoende aan eene
vervolging te ontkomen
In de maanden October, November en
December hadden wederom eenige aanvallen
succes; doch ook in die gevallen kon worden
aangetoond, dat de prooi weinig vaart moet
hebben geloopen (twee der tot zinken ge
brachte schepen waren bijv. bezig met de
visitatie van een koopvaardijschip), zoodat
de omstandigheden voor de onderzeeboot
gunstig waren. Officieel is toegegeven, dat
in dien tijd twee Engelsche onderzeebooten
zijn verloren gegaan.
Wanneer men nu in aanmerking neemt,
dat de oorlogvoerende mogendheden Enge
land en Frankrijk eenerzijds en Duitschland
anderzijds, om van Rusland niet te spreken,
in de Noordzee tezamen over meer dan 100
onderzeebooten kunnen beschikken, dan zijn
de bereikte resultaten tot dusverre nog niet
van dien aard om te mogen aannemen, dat
de onderzeeboot het wapen bij uitnemend
heid voor den zeeoorlog is geworden.
Iets anders is echter, dat de moreele in
druk, dien het optreden der onderzeebooten
vooral in Engeland heeft gemaakt, onge
twijfeld zeer groot is te noemen, veel grooter
dan uit de verkregen resultaten zou moeten
volgen. Er is grond voor de veronder
stelling, dat een z. g. blokkade-linie zich
al zeer ver van de vijandelijke havens
moet bevinden om beveiligd te zijn voor
onaangename verrassingen in den vorm van
«en plotselingen torpedótreffer. En het is
volstrekt niet onmogelijk, dat het optreden
der Duitsche onderzeebooten heeft bijge
dragen tot de zooveel besproken verklaring
der Engelsche Regeering, dat zij de geheele
Noordzee ials militair gebied beschouwt en
eigenlijk met zooveel woorden zegt, dat de
geheele neutrale vaart op de Noordelijke
havens maar door het Engelsche kanaal
moet gaan.
Immers, in het Kanaal, althans in het
Westelijk gedeelte ervan, kunnen de Engel
sche oorlogschepen vrijwel ongehinderd het
visitatierecht uitoefenen en de handel der
neutrale mogendheden controleeren, terwijl
zij getuige de ondergang van den kruiser
Hawke" op een bewakingslijn, zooals in
den beginne van de Orkney eilanden tot
aan de Noorsche kust schijnt te hebben
bestaan, voortdurend kans liepen om gedu
rende de visitatie van een koopvaardijschip
door een vijandelijken onderzeeër te wor
den vernietigd.
Beschouwt men de tot dusverre met
onderzeebooten bereikte resultaten in onder
ling verband, dan kan men zeggen, dat
thans vrij wel is bewezen, dat zij in een
beperkt operatiegebied als de Noordzee
het blokkeeren van havens en het zich aldaar
ophouden van met geringe vaart kruisende
oorlogschepen tot uiterst roekelooze onder
nemingen kunnen maken. En het spreekt
welhaast van zelf, dat op even goede gron
den kan worden aangenomen, dat tegen een
aan de Noordzee gelegen kustgebied een
op groote schaal ondernomen landings
operatie slechts dan kans van slagen zal
kunnen bieden, wanneer men zich door
mijnen of door andere middelen kan vrij
waren voor aanvallen van onderzeebooten.
Verder mag men in het trekken van con
clusies echter nog volstrekt niet gaan en
het ligt dus voor de hand, dat er nog geen
aanwijzingen zijn voor de reeds verkon
digde stelling, dat de onderzeeboot reeds
Tavenbridge afbeeldt in Marker costuum
staande aan den voet van den vuurtoren op
't eiland Volendam, alwaar ik volgens het
prospectus een jaar vertoefd heb om studiën
ter plaatse te maken."
Volendam is geen eiland en er staat geen
vuurtoren," zeide ik eerlijk.
Verdraaid realisme!" siste mijn
Amerikaansche collega.
Wat gaat dat de abonné's van het
Broadway-Magazine" aan?" ging hij voort.
Dat is ten hoogste van belangvoor
Zuiderzeeschippers. Waar wilt u uwe heldin in ver
twijfeling laten staan over haar in den
storm op zee vertoevenden beminde, anders
dan op den omloop van den vuurtoren?...
Of, zeide hij opeens zich bedenkend, staat
er misschien. een beroemde windmolen ?
Dan zet u er den medeminnaar neer op
't oogenblik dat hij zich verheugt over het
gelukken van zijn booze plannen en meteen,
zwiep, laat u hem door een der wieken,
die door den storm te draaien beginnen,
onthoofden."
Onthoofden?" riep ik ontzet. En dat
noemt u humoristisch!"
Ik niet. Het publiek. Zoodra ik in mijn
romans iemand laat onthoofden, lacht men.
Ik ben de beroemde humoristische schrijver
John Tavenbridge, betaald met tien dollar
per woord. Als men iets zoo duurs leest
van een humorist, wil men lachen. Een
Amerikaan zorgt dat hij waar voor zijn
geld krijgt en als hij betaald heeft om te
lachen, dan lacht hij, al is het ook om een
onthoofding. Goed, u maakt het verhaal en
brengt het mij ter teekening. Wilt u een
voorschot ?"
Dank u."