De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 24 januari pagina 3

24 januari 1915 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

-Nq. 1961 A M S T R D A MM E R, W£EJC B L A u V (XOR NE D E R4 A N D des puissances, on serait suspect de vpuloir faire servir la justice au profit des vaincus. C'est présent, oüles forces des deux partis sont gales, qu'il faut tablir ce droit primordial, qui plane an dessins, de toutes les armées. De ce principe découle une application immédiate. Puisque l'Europe tout entière est bouleversée, qu'on enpröfite pour faire de l'ordre.dans cette maison malpropre! Depuis longtemps, on y a laissés'accumuler les injustices. C'est Ie moment de les réparer, quandviendra l'heure de la liquidation de comptes générale. Notre devoir a tous ceux d'entre nous qui ont Ie sentiment de la fraternit humaine, est de rappeler alors les droits des petites nationalités opprimées. Il en est dans les deux camps: Sleswig, AlsaceLorraine, Pologne, nations Baltiques, Armenië, peuple juif. Au début de la guerre, la Russie a fait de généreuses promesses. La conscience du monde les a enregistrées, qu'elle ne les oblie point! Nous sommes solidaires aussi bien de la Pologne cartelée entre les serres des trois aigles impériales que de la Belgique crucifiée. Tout se tient. C'est parceque nos pères ont laissé, par réa lisme bornéet par peureux egoïsme, violer les droits des peuples de l'Europe oriëntale, qu'aujourd'hui l'Occident est broyéet la menace suspendue sur tous les petits peuples, sur Ie vötre, mes amis, comme sur celui dont je suis l'höte, sur la Suisse. Qui fait tort l'un d'eux fait tort & tous les autres. Unissonsnous l Au dessus de toutes les questions de races, qui ne sont Ie plus souvent qu'un masque sous lequel se dissimulent l orgueil de la multitude et l'intérêt de castes financières ou féodales, il yaune loi humaine, ternelle, universelle, dont nous devous tre tous les serviteurs et les défenseurs: c'est celle du droit des peuples disposer d'eux-mèmes. Et qui viole cette loi, qu'il soit l'ennemi de tous! C Tentoonst. van Graphische Kunst Suasso Museum H (Amsterdam) Etienne Bosch is te midden dezer etsers de romanticus; niet uitsluitend, maar zeker typisch. Hij heeft den breeden wijden gang, die dit genus kenmerkt; de gevoelvolheid, die echter dikwijls sentimentaliteit is; hij heeft het behagen in stemming, en oudeeuwsche, versierde eenzaamheid. Hij heeft de onvastheid hier (als in zijn schilderijen) en toch e_en zekere of liever een onzekere weidschheid. Twee zijher werken zijn van uit de overigen om meer stelligheid naar voren te brengen: de Adige (Verona), een brug, heel goed voor hem; en de Ruïnes in Rome (No. 4) als aardig neêrschrijfsel". Harting is opnieuw te objectief; zijn werk is geen doorvlamde beschouwing. Ook Haverkamp toont te weinig echtheid, te weinig nheid; vlijt is geen deel van een kunstwerk, hoewel zij ter voorbereiding kan helpen. Zijn werk is te enkel vlijt, en hij maakt een optelsom van détails, in plaats van détails, die deelen zijn van een geheel. Het geheel is bij hem niet het eerste, en laatste. Roland Holst geeft een bandversiering, en een voorstudie voor een schildering: een man die een kindje draagt. Geen van beide zijn dwingende" werken. Zij hebben beide de voortreffelijkheid, die Engelsch werk dikwijls bezit ; door hun voordracht doen zij aan netheid en properheid denken. iiiiiiiliiiililiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii DE PAARDENJONGEN , DOOR c.];z.ECHi -^r: Op Palmpaschen werd Jopie aangenomen en zijn vader had beloofd, om mee te gaan. Hij gaf wel weinig om dominee en kerk, ook al om de andere werklui van de plaats, die streng aan de organisatie vast hielden. Maar om zijn eenigen zoon pleizier te doen zou hij toch zijn oude trouwjas en zijn nauwe zondagsche laarzen aangedaan hebben, als het ongeluk met de schacht niet gebeurd was. Daardoor moest hij Zaterdagnacht den heelen nacht op de tweede gang doorwerken. Tegen zes uur was hij pas teruggekomen, vuil, nat en doodmoe. Om negen uur begon de kerk al. Toen zijn vrouw hem zachtjes wekte, ging hij half overeind zitten, stootte eenjkrachtigen vloek uit en ging op zijn anderen kant liggen. Toen gingen Jopie, moeder en grootmoeder alleen. Er werden bij de twintig jongens aangenomen. Bijna allemaal waren ze reeds bestemd, om, zooals hun vaders en broeders, naar de mijn te gaan werken. De mijn inspecteur had al na Nieuwjaar een lijst bij de arbeiders iaten rondgaan om te zien, hoeveel nieuwelingen er te wachten waren. Achttien jongens waren er opgegeven en Jopie was een van hen. Achttien jongens, die nu, dag in dag uit, zouden moeten afdalen, om in het binnenste der aarde te werken. De oude dominee had een toepasselijken tekst gekozen en hield zijn preek met veel omhaal van woorden en gezalfde stem. JHij Zij zijn aangenaam voor.het kieschkeurend oog, maar hun sterkste indruk is niet die van een schoonheid. .Nauwkeurig bezien blijven zij zoodanig aandoen; noch de boog schutter, (bandversiering) ijdellijk schietend op welk wit?, noch de tweede litho, zijn geheelen die treffen, 't zij door gelukkig ge vonden decoratieve versiering, 't zij door. lang inwerkende kracht.. Het talent van Holst is een eklektisch en een van zuivere hand vaardigheid; vol zucht tot de juiste begin selen, maar altijd schoolsch, niet vrij door eigen onstuimigheid of in staag getemden hartstocht. Isaac Israëls is een tegenstelling (van gelijke waarde). Zijn etsen zijn vlug im pressionisme; en hij geeft, als vroeger, nog gaarne de beweging. Tegenover de schil derijen gezien, mist dit zwart en wit het bloeijende, dat het geschilderde bekorend eigen is. Een ding hebben de etsen gemeen met, zijn andere uitingen; ook hier vindt ge grooter verwantschap met het werk van den Vader dan velen meenen en kunnen zien. De Spaansche dans (No. 43) is te prij zen om het rijzen der figuur; de Ochtendrit en het Winkelraam" om de rake luch tigheid. B. Soms verwant met perzische voorbeelden is S. Jessurun de Mesquita; ver achterwaarts ziet Schelfhout. Mesquita profileert een Damhert (als kleurvlek van n intensiteit, tegen een achtergrond) No. 71; Schelfhout, een nieuwelichter voor velen, is een tegen woordige, die op oud werk zijn nieuw baseert. Verwantschap met oude houtsneden is duidelijk aan te wijzen. Maar deze etser heeft smaak, en overtreft daardoor gemakke lijk de gelij k-ge voelde etsen van Kikkert. Een werk als dat van de Drie Kruisen (No. 134) heeft psychische bekoring in zijn hier en daar niet zuiver getaste vormen. Gansch Hollandsch zijn Valk en Veldheer; beide zijn noch hoogvliegers, noch scherpe aanvallers, noch leiders. Zij behooren, juist gesproken, onder hun medetentoonstellenden, tot die kunstburgers, die een soliditeit wel bezitten, maar geen geestdrift meedeelen omdat hun wezen deze mist. Ze zijn degelijk, als werklui zijn, maar onbepeilde diepten vindt ge in geen van beide (ik noem van Valk 152, als luchtadem; van Veldheer 163 en 164). Mejuffrouw Henriette de Vries en A. van Weezel Errens zijn producenten, die het gehalte verminderen. Noch vondst, noch poging, noch mislukking geven hun eenig recht, Recht hebben om 't een of ander, G. van der Hoef (romantisch en toch kreukendaanvattend; No 22; Van Leusden (55, 59 die gebouwen soms als kantwerk zag). Poortenaar, omdat er soms phantaisie in hem is (No 111, 115, 117, zeker 119 etc.) Twee teederen en spontanen blijven over: Tholen en Th. v. Hoytema. Tholen is kundiger. Hij heeft de vormen gemaklijker in zijn macht, en de snelle lijn, scherp getrokken doet deze macht en dit gemak zien. In zijn etsen is deze lijn, zoo goed als altijd, in haar graphische bekoring alles (141, etc.); in de aluminiumdrukken (150, 147 etc.) komt molligheid van kleur, niet oneigen, ruimer aan den dag. Van Hoytema is dikwijls tastende-zuchttot-modelleeren, maar altijd is bij hem de kleur" zij, die de fijnheid van zijn aard openbaart, en altijd is de (dikwijls snaaksche) observatie zeker van de waardeering van hen, die een kunstenaar zoeken, al valt deze kunstenaar nu en dan wat zwak neer, te ver van 't lastig doel. PLASSCHAERT * * * Onze Schilders ii Bij het portret van Prof. Dr. A. J. der Kinderen Waar prof. Allebéde rij opende, moest van zelf sprekend prof. der Kinderen volgen. In dat van zelf sprekend" ligt alles opgeslo ten ; waardeering voor mensch en kunstenaar, waardigen opvolger (in 1907) van prof. Allebé, als hoogleeraar-directeur der Rijks-Academie van Beeldende Kunsten, 't Is 'n niet geringe lof, om naast 'n zómarquante-figuur ais Allebéte kunnen staan en 't uitte houden; lof voor den n, als voor den ander; ieder z'n eigen plaats handhavend, de n den ander niet verdringend. Beter dan iemand, zal prof. der Kinderen geweten hebben, welk 'n plaats hij ging bezetten, wat hij ging aanvaarden. Daarvoor was niet noodig, slaafs 't spoor te volgen van den voorganger en 't zou, geloof 'k, ook verkeerd geweest zijn smaakte de voldoening, dat er maar weinig oogen droog bleven. Het orgel speelde er een koraal bij, dat dof en luid klonk als het donderen van de groote machines in de mijn. Jopie's lippen mompelden werktuigelijk het slotgebed en toen stond hij met zijn moeder weer buiten op het eenzame leege kerkplein. Grootmoeder kwam langzaam aanstrompelen en kuste Jopie op beide wangen, dat het klapte. En toen luidden drie vroolijke kerkklokken. Jopie veegde met den achterkant van zijn hand over zijn gezicht en sprong op den weg. Toen zij het hek van den tuin doorliepen kwam vader in hemdsmouwen van het konijnenhok vandaan met de afgestroopte vachten van twee witte konijntjes in zijn hand. Jopie schrok, toen hij vaders bloedbevlekte handen zag. Bij het keukenraam hingen de lijfjes M^n twee konijnen. De ronde kopjes waren een onherkenbare massa met uitpui lende oogen. Jopie zuchtte diep en een traan rolde over zijn gezicht. Het waren zijn eigen beesten. Hij moest voor hun voer zorgen en de stal schoon houden. Hij leefde met de dieren; hij wist precies wanneer de jongen geboren waren en hoeveel er lederen keer in het nest lagen. Hij nam ze altijd in zijn armen, als hij in den stal kwam, streelde langzaam en liefkoozend over hun fluweelen vachtjes en kuste de open ronde bekjes. Nu waren de twee mooiste dood. Morsdood", zei vader, alsof hij Jopie's gedachten geraden had. Toen gingen ze in huis. Moeder trok haar zwarte japon uit, deed een groot, blauw schort aan en ging voor het middag eten zorgen. In de tijd, dat zij in de keuken werkte, ging Jopie bij zijn vader aan het raam zitten en vertelde hem de heele preek. 't Is al goed" bromde vader en verschoof zijn pijp van den eenen mondhoek naar BOUWT TE «ÜHSPEET. Mooie boschr(jketerreinen.Spoor,Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWF', Nunspeet. r.nnnwTic IEDER STUK DflTKRIMP HnHIllir. WORDT TERUGGENOMEN fADdlH^KIifl VflLTÜIl/OflEll «M5IERDAM I) Monsters, geïllustreerde prijscou ranten en attesten zenden gaarne N. V. Ned. Tricotfabriek VALTON ZONEN, Amsterdam. GRANDS VÏNS DE CHAMPAGNE Berrier-Jouet . . Corjcefsiorvrialresjv., Sauter &PoHs, JWaüstficht. mi irini muil IIIIMII n en niet getuigd hebben van eigen persoon lijkheid en inzicht. Noodig was liefde voor de zaak, voor Hollands kunst en dat die aanwezig was, zij, die der Kinderen's werk kenden, wisten het. 'k Verheug mij, toevallig werk van weinig bekendheid te hebben gezien. Immers 't por tret van 'n prelaat der Norbertijnen in de abdij van Heeswijk (N. Brabant) door der Kinderen in 't begin van z'n loopbaan (1882) geschilderd, zal wel door weinigen gezien zijn. Jammer genoeg, want 't is mij bijge bleven, als 'n bijzonder schilderij, waarin der Kinderen veel genegenheid voor den fijnenouden geestelijke en voornamen schilders-zin heeft uitgesproken. Uit denzelfden tijd dateert 'n schilderij van twee monniken (wit-heeren, zooals ze in Brabant zeggen) in 'n rijk artistiek interieur van 't Kasteel Heeswijk; evenzeer van groote distinctie en 't Nut van 't Algemeen" te 's Hertogenbosch, dat de gelukkige bezitter er van is, zou, dunkt mij, velen verplichten, door dit schilderij eens voor eenigen tijd aan 't Stedelijk Museum te Amsterdam, in bruikleen af te staan. Wij kennen zoo weinig schilderijen van der Kinderen, ook al, omdat hij spoedig 't schil derij vaarwel zei voor de muurschildering. Wér kan den Bosch daarvan getuigen en er trotsch op zijn. Gelukkig hebben wij in 't Stedelijk Museum de processie van 't Heilig Sacrament van Mirakel te Amsterdam in de laatste helft der 16e eeuw". Mij heeft die schildering, den ander. Na een poos bracht moeder het eten binnen; een schotel aardappels met botersaus en in een diepe kom het witte konijnenvleesch. Jopie at alleen aardappels en liet het vleesch staan. Moeder bromde, maar vader zei: Laat hem maar, oude. Morgen zal het hem wel beter smaken". Toen Jopie van tafel opstond, had hij voor de eerste maal vergeten om te danken en zijn ouders de handen te kussen. Niemand zei er ook iets van. Hij ging in het prieel zitten en schreide stil en lang. Na den middag gingen zij naar het land om boonen te pooten. De zon brandde heet als in Mei. De aarde was wit-stoffig, en de boomen van de laan wuifden in lentevreugde. Van het marktplein, waar een paar draaimolens, luchtschommels en snoeptenten stonden, kwamen allerlei geluiden, draaiorgelgekrijsch en trompet muziek. Jopie luisterde gretig en fluisterde moeder iets in 't oor. Wat wil-ie", snauwde vader. Jopie zou graag naar de kermis gaan. Je moest het hem vandaag maar eens laten doen, grootmoeder heeft hem twee dubbeltjes gegeven". Neen, daar komt niets van. Morgen moeten we om vijf uur op. Dat geluier moet nu maar eens ophouden". Jopie kromp ineen alsof hij slaag kreeg. Hij wou een woord zeggen. Maar zijn tong hield het vast en stopte zijn mond als met een drogen lap. Hij zou zoo dolgraag op de mooie bruine houten paarden gereden hebben. Hij hield evenveel van paarden als van zijn konijntjes. lederen namiddag, als hij uit school kwam, zag hij den paardeknecht van den mijn directeur, die op een glimmend zwart paard uitreed. Jopie was altijd een poos blijven staan en had den ruiter met vochtig-glanzende oogen nagekeken. Toen de knecht LIBERTY, METZaCO AMSTERDAM sCRAVENHACE BIZONDERE AANBIEDING BLOUSE VAN DUNflE WOLLEH 'BLOUSE. VAM STOF MET WOLBORDUURSEL STERKE VN/ITTE inWIT.RESeDAlSTAALBtAUW STALEM WASCHBARE ZIJDE Fl.5.95 FRANCO, OPRUIMING N. V.Manufacturenmagazijn Het Anker" uitsluitend gevestigd: 49 Veenestraat en Henlstraat 27, den Haag. SPECIALITEIT IN WITTE GOEDEREN, UITZETTEN EN UITRUSTINGEN* Wollen en Katoenen Tricotgoederen van de bekende merken. liiitMuilllllllllltiliiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiiiiiMiiiMHiliiiiliiiiiiniiiiitiiiiiiiiiiiiMliiiiilllliirHilliiiiniMiiliiiliiililiiiiiiiilliiiMiiiliiiiiiiiiiilllltiiiiliiiilii oorspronkelijk bestemd voor de R.K. kerk op 't Bagijnenhof, altijd in hooge mate ge boeid. Met rustigen gang, devoot prevelend 't gebed, trekt de processie van 16e eeuwsche Amsterdammers langs den Ykant ons voorbij en wij leven 't mee als 'n droom van 't verleden. Berlage's Beurs geeft weer 'n and'ren kant van prof. der Kinderen's kunnen. Hier, in de Kamer van Koophandel, is 't de glas schilder, die wat te zeggen heeft. In 21 vakken geeft hij de zinnebeelden van'thandeldrijvende Amsterdam; de Morgen en d'Avond, Vrij heid en Gezondheid, Handel, Industrie, In d'Oceaan, Rijnstr«pm, Noord-Zee en Atl. Oceaan", zijn de n na den ander zangen van lijn en kleur, terwijl 't geheel van grooten doch ingehouden rijkdom is. Om in drie maanden tijds, ongerekend conceptie en voor studies, zoo iets tot stand te brengen in 'n kunst, die hier weinig of niet meer beoefend werd, het getuigt van 'n krachtig kunste naarschap. Een veelzijdig begaafd kunstenaar. F. BOBELDIJK. * * * De Staatsbegrooting voor Afdeeling Kunsten en Wetenschappen u Gaan we eerst de bezuiniging op de restauraties van monumenten na, dan kan eens voor een herberg afstapte, moest Jopie het paard zoo lang vasthouden, tot de be stoven ruiter zijn dorst gelescht had. Daar voor had de knecht hem een paar centen gegeven. Hij zei toen, dat hij ook wel koetsier zou willen worden. Maar moeder zei, dat vader dat toch nooit goedvinden zou, want hij moest mijnwerker worden, evenals vader en grootvader en alle anderen uit de familie. Jopie had nog geprobeerd, alle mogelijke bezwaren daartegen uit zijn kleine hersens te halen. Hij had ze ook gevonden en zijn moeder daarmee dag in dag uit belegerd, tot zij er genoeg van had en hem straffen moest. Toen had Jopie een pijnlijke verwondering gevoeld en was tegenover moeder zijn geheime wenschen gaan verzwijgen. Als hij na den middag echter met grootmoeder alleen was, ver trouwde hij haar al zijn wenschen toe en bouwde zijn heele toekomst voor haar oogen op. Als er wel eens een draaimolen in de plaats kwam, gaf zij hem altijd wat geld en zei dat hij maar eens naar hartelust op de houten paarden moest rijden. 's Morgens voor het aannemen had groot moeder hem twee heele dubbeltjes gegeven, om naar de kermis te gaan. Wie weet, wat er morgen is," had zij gezegd en met haar hand over de oogen geveegd. En nu had vader hem alles bedorven, en zijn hart was er toch zoo vol van geweest, gedurende de preek en het middageten en nog lang daarna. Jopie keek van terzij naar zijn vader met gefronst voorhoofd, en booze opgen en zijn hoofd was dof en zwaar. Toen de vale schemering over de velden kroop, gingen zij samen naar huis. Op den hoek van de straat draaide Jopie zich nog eenmaal om en dronk de verwarde geruchten van de kermis in als een geur. Dadelijk na het avondeten gingen allen zich uitkleeden. Broeken en rokken vlogen over de stoelleuningen. Moeder haalde het nieuwe blauw-linnen pak voor Jopie uit het toch bezwaarlijk volgehouden worden, dat hier door den minister het mes al te diep is ingezet. Voor restauraties was toegestaan op de begrooting van 1914 een som van f211.400. Aanvankelijk was op de begroo ting van 1915 voor dit doel uitgetrokken f 231.200,dus f 19.800 meer; door dit bedrag nu met f 28000 te verminderen, is derhalve in het geheel slechts f8200 minder aangevraagd dan voor 1914. Dit mag toch waarlijk niet overdreven worden geacht. Ons inziens komt den minister veeleer een woord van lof toe, dat hij niet meer heeft geschrapt. Het geldt hier toch eene aangelegenheid, die, hoezeer ook in het belang van kunst en historie, zelfs van de reputatie van ons land buiten de grenzen, in deze tijden, waar uiterste zuinigheid geboden is, toch niet in de eerste plaats op dusdanige wijze dient behartigd te worden, dat eenige beperking niet ge rechtvaardigd ware. Maar ook overigens moge er hier op gewezen worden, dat men met vreugde mag constateeren, hoe monu mentenbescherming hier te lande, ook al hebben wij nog geen wettelijke regeling hieromtrent, zich al meer in de belangstelling van het publiek begint te verheugen. Daar door zijn de opeenvolgende ministers van Binnenlandsche Zaken in staat geweest, daarin op voortreffelijke wijze door de Staten-Generaal gesteund, om gestadig meer te doen om het behoud onzer vaderlandsche gedenkteekenen van geschiedenis en kunst te verzekeren. Het loont de moeite eens na MMIIIIIIIIIIIIIINIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIUIIIMIIIIIHIIMIIIIIMIIMMI kabinet en lei het op een stoel voor zijn bed. En nu gauw onder de wol en morgen flink opgestaan" bromde vader. Het werd al gauw stil in huis. Uit de kamer fen van den zolder, waar grootmoeder sliep, klonk een zwaar snurken. Buiten in den tuin bleef een grijs-groen schemerlicht, tot de maan voorbij was. Jopie lag den heelen nacht wakker. Hij tooverde zich honderd prachtige paar den in alle kleuren voor en koos uit allen een kleinen, slanken schimmel. Daarop reed hij vlug door berg en dal naar een onbe kende verte toe en voelde zichzelf groeien en zag zichzelf als een schitterenden ridder uit een sprookjesboek. En toen de klok sloeg, drie harde slagen, voelde Jopie dat als een bevel, om terug te keeren, en te doen, wat zijn vader van hem wou. Zonder te denken, wou hij wakker blijven liggen en wachten tots moeder opstond en in de keuken het fornuis aanmaakte. Maar zijn oogen werden zoo moe, en op de witte muren van zijn kamer kwam al een bloedroode schijn. Haastig trok hij de dekens over zijn hoofd. De klompen van zijn moeder, die over de planken stampten, naar buiten gingen en weer terugkwamen, maakten hem wakker. Hij trok haastig de witte linnen broek aan en ging wijdbeens naar de waterleiding. Met veel geplons waschte hij zijn borst, rug en hals, zooals hij het zijn vader wel eens had zien doen. Toen hij klaar was, ging hij aan tafel zitten en wachtte. Zijn vader kwam even later ook in de keuken, keek slaapdronken rond en bleef gapend bij het fornuis staan. Moeder zette de koffie op tafel en sneed het brood, dat vader en Jopie mee moesten nemen naar hun werk. Jopie dronk haastig zijn koffie op en kleedde zich verder aan. Een rilling van verwachting ging doorhem heen en kleurde zijn lippen blauw. Vader nam hem bij den arm en trok hem de deur uit, de morgenkoelte in. (Slot volgt.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl