Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
7 Febr. '15. No. 1963
GORSfóD
Mahlers 3e sinfonie
Evenals in vele werken van Mahler is in
deze sinfonie eene groote tegenstelling,
niet alleen wat de muzikale vinding, doch
ook wat de algemeene gedachte aangaat.
Zooals Mahler altijd zocht naar een ver
band tusschen het reëele leven en de eeuwige
rust na den dood, eene oplossing, die zijn
zoekenden, zich zelf in strijd haast verteren
den geest zou kunnen bevredigen, is ook in
de 3e sinfonie een scheiding te voelen tus
schen het aardsche (Ie, 2e en 3e deel) en
het bovenzinnelijke (de laatste 3). Het vierde
deel is eenigszins als verbinding te be
schouwen: niet meer staande in de volte van
het leven, doch nadenkend, zwaarmoedig
voelend het onbevredigde der werkelijkheid,
met hare vergankelijke vreugde.
Daaraan sluit zich dan het vijfde deel
met de verklanking van de eeuwige blijheid,
het hemelsche leven, zooals dat ook in de
4e sinfonie met gedeeltelijk dezelfde muzi
kale middelen is gedaan. En dan als uiting
van de hervonden innerlijke rust het breed
uitgesponnen, in zegevierend statige koperen
accoorden eindigende laatste gedeelte.
Eigenaardig is het, dat wanneer ik, na de
uitvoering van een werk van den meester
er over ga peinzen, ik steeds meer er in ga
ontdekken, en het al mooier voor mij wordt.
Vaak, bij het aanhooren zelf krijg ik geen
grooten indruk; later komt pas de uitwer
king, die van te voren misschien alleen
het halfbewustzijn had geraakt.
Hieruit blijkt echter, dat het niet uitslui
tend Mahlers muziek is die het doet, maar
ook de poëtische gedachte die hij aan een
werk ten grondslag legt. Dat moet haast
een tekort zijn aan directe macht! En toch
waag ik het niet dit met zekerheid uit te
spreken, omdat in zijne werken zooveel
deelen van werkelijke inspiratie en rijke
vinding voorkomen, naast andere helaas
van te afgebruikte melodiek.
Het is noodig dat wij Mahler vaak hooren,
liefst met de onbevangenheid van een leek;
dat wil hij immers zelf, die alle commen
taren in programma's heeft verboden! Het
zal dan op den duur blijken of zijne mu
ziek, zonder andere voorstellingen, genoeg
eigen kracht bezit.
Ik juich het dan ook toe, dat wij, naar ik
hoorde, binnenkort eene herhaling zullen
krijgen van de 3e sinfonie, die na enkele
weinige uitvoeringen in samenhang, muzi
kaal bedoeld, niet geheel duidelijk kan zijn.
Voorloopig moet ik constateeren dat dit
werk ongelijk van vinding is, en dat ik bij
weinig ander Mahler-werk zoo sterk het
gevoel van onvoldaanheid heb gehad. Het
eerste deel leek mij veel te lang, omdat zoo
weinig nieuws gezegd werd, ook de
posthoorn-solo in het derde gaf den indruk van
te veel uitgesponnen te zijn. (De landelijke
stemming, het onbekommerde van het een
voudige leven dat uit dit deel spreekt, moet
den meester wel sterk aangetrokken hebben;
hij kon zich misschien moeilijk er van los
maken en werd sentimenteel).
Vooral het laatste met de
Wagneriaansche, te zoete melodiek, wordt te gerekt. Ik
geloof dat ik dit deel nooit zal kunnen aan
vaarden ; het is muzikaal van te weinig
beteekenis. Ook de knetterende trompetten
hinderen daar; zij schijnen te veel als effect
middel te zijn gebruikt.
De beste gedeelten zijn ongetwijfeld twee
en vijf.
Hollandschc strijkkwartet
De vier heeren Leydensdoiff, Mendes, Kint
en Canivez, of liever gezegd, hun betrekke
lijk jong kwartet, verheugt zich reeds in
een groote bekendheid; de zaal was geheel
gevuld en onder het publiek waren veel lief
hebbers die de kunst beoefenen en graag
eens wilden hooren hoe vakmenschen die
kwartetten, die zij in hun huiskamer spelen,
zouden uitvoeren. En laat ik hier terstond
bijvoegen, dat zij een goed lesje hebben
kunnen nemen.
De kamermuziek, en dan zoo goed uit
gevoerd heeft door haar eenvoud en intimi
teit haar invloed niet verloren, ten spijt van
de vele groote .concerten" der laatste tijden.
Het is zelfs de vraag of na de periode van
uiterlijkheid, die wij onder Wagner en diens
navolgers hebben medegemaakt, niet weer
een tijd zal komen, waarin juist die meer
naar binnen gekeerde kant der muziek, die
het kan stellen zonder groot orkest-apparaat
en zonder koperen effecten, tot zijn recht
zal komen.
Reeds wijst hierop de stijl waarin Debussy,
ook zijne orkestwerken, componeert, de
grootere ingetogenheid, de verfijning der
uitdrukking, het meer gedetailleerde, de
subtielere instrumenteering. k Schönberg
werkt eenigszins in die richting. Zijne liederen
van Pierrot lunaire" zijn voor
kamermuziekbezetting, met individualiseering van elk
instrument geschreven; ook in het orkest
behandelt bij elk instrument als persoonlijk
heid.
Komt die nieuwe kamarmuziek-richting,
dan zal vanzelf de vorm dier werken zich
gaan wijzigen en andere opbouw in de
plaats treden van de overgeleverde
sinfoniestructuur.
Bij de kwartetten die het Hollandsche
strijkkwartet gaf was dit, met uitzondering
van Franck, nog niet het geval.
Franck wint het als werk verreweg van
Qlazounow en Haydn en werd ook het best
gespeeld. Alleen zouden, ook vooral in het
forte, de begeleidingsfiguren wat
ondergeschikter en sommige tempi gelijkmatiger
moeten blijven.
Qlazounow heeft aardige, waarschijnlijk
nationale thema's maar doet er niet veel mee.
Het eerste deel heeft de verdienste bondig
te zijn en van goede vinding getuigt ook
de overeenkomst der thema's in de eerste
3 deelen; het adagio en de finale verloopên
echter te veel en daar kan een aardig stukje
melodie het niet goed maken.
Dan doet Haydn het beter!
Ik hoop dat de 4 heeren ons op een vol
genden avond eens een kwartet uit den
laatsten tijd zullen brengen, waarmede het
goed recht van de kamermuziek in onzen
tijd aangetoond zou kunnen worden.
Het publiek onthoude er zich toch voor te
komen en te gaan naar believen. Men
beschouwe een concert niet als een instuif!
SEM,DRESDEN.
Oorspronkelijke teekening voor De Amsterdammer", van George van Raemdonck
De chaos van den Wereldstrijd
NUCHTERHEDEN
In Den Haag woont iemand, die er bepaald
een liefhebberij in heeft nieuwe
kleedingstukken en hoofddeksels te ontwerpen. En
nauwelijks heeft hij een nieuwe dracht er
in gekregen" of hij komt weer met iets
nieuws voor den dag. Aan die
wispelturigheden der mode is de vrouw gewend zich
te onderwerpen; de man doet het schoor
voetend en vermijdt ze waar hij kan; en
dezen iemand" zou iedereen uit den weg
gaan indien het kon. Maar het kan niet; hij
vermag den mannelijksten man te dwingen;
niet den enkeling, maar honderden en dui
zenden te gelijk. Want die iemand" zetelt
in... het ministerie van oorlog. En daar
doet niemand iets tegen.
In de laatste jaren is er al heel wat ge
prutst en gefriemeld aan de uniformen onzer
manschappen en meerderen: dan n knoop
in plaats van drie op de jaspanden; dan
weer n rij knoopen in plaats van twee,
en drie knoopen op de jaspanden in eere
hersteld. Eerst een sjako met een
lampenglasveger er op; toen een képi met een
scheerkwastje. fierst een sabel met twee
ringen en riemen, dan een met n ring;
dan weer een sabel met kolfgevest, ten
slotte het oude model en de klewang. En
bij al dat gepruts van een knoop zus en
een kwastje zoo, wordt altoos n ding
vergeten: de broek, die verschrikkelijk
leelijke, slobberige broek-met-knieën, die onze
officieren en soldaten zoo door en door
onbehouwen maakt.
Nu was onlangs de kroon op het werk
de nieuwe sjako op het ongelukkige hoofd
der miliciens.
Dat onmooglijke ding, met een luifel van
achteren tegen het inregenen in den nek,
heeft menigeen bij den eersten aanblik zijn
eetlust voor den ganschen dag bedorven.
Maar er kwamen er meer en meer; de eene
compagnie na de andere moest dien
leelijken pot op zijn bol drukken. En nu nu
we er net aan gewend raakten ... wordt
hij weer afgeschaft. Bij de schietoefeningen
bleek het ding onpractisch, het viel voort
durend af. De soldaten krijgen petten.
Als er daarvan weer een paar duizend
aangemaakt zijn, zullen er wel weer nieuwe
bezwaren opkomen. Ik ben zoo vrij er al
eenige te voorspellen: ze waaien gemakke
lijker af dan de kepi; ze regenen en zweten
gauw door en vertoonen dan in het midden,
waar het bovenvlak het hoofd raakt, een vies
rond plekje. Bovendien vallen ze af als men er
wat onrustig mee slaapt. En wanneer al die
bezwaren overwegend blijken, worden ook
de petten weer afgeschaft en .... keeren we
terug tot de kepis, ditmaal misschien wel
met een stoffer er op.
Er zijn menschen, die er dure liefhebberijen
op na houden; gemeenlijk uit verveling.
Maar er zulke liefhebberijen op na te houden
ten koste der belastingbetalers, zie dat
is voor dezen zér onaangenaam.
We gelooven gaarne, dat de sjako's met
luifel spoedig afvallen. Het geheele
Zwitsersche leger, waarvan onze ministerieele
kostuum-ontwerper deze dracht nabootste,
is dau ook bij elke schietoefening bloots
hoofds. Tal van zonnesteken en verkoud
heden waren er het gevolg van. Een
Zwitsersch soldaat met een scheiding in zijn
haar is een zeldzaamheid. Men beweert zelfs,
dat het geluid der afvallende hoofddeksels
meer geraas maakt dan het salvo der geweren.
Er zijn overigens meer van die heerlijke
vindingen" op het Plein in den Haag ge
daan. Zoo kan thans elke Indische officier
zijn toch reeds kostbare garderobe vernieu
wen, omdat er is uitgemaakt, dat hij voortaan
zes in plaats van vijf tressen op zijn uniform
moet dragen. En die zesde tres kan er nu
eenmaal niet worden opgezet; er moet
een nieuwe jas voor worden gemaakt. Het
is mij niet bekend of dit voorschrift zich
ook tot de tressen op hun pyama uitstrekt.
In dat geval waren ze geheel en al van
zessen" klaar ..... zoolang het duurt.
We zouden den iemand1', die zoo'n aan
leg voor mode-vindingen toont, een goeden
raad willen geven: alvorens die verande
ringen te decreteeren en er duizenden aan
te verspillen, neme hij eerst eens proeven,
liefst op kleine schaal, bijvoorbeeld door zelf
eens de nieuwe creatie" een poosje te
dragen. Had hij dien sjako eens opgezet en
ware hij er mee onder en over zijn
schrijfbureau gekropen om ten slotte bovenop de
stoomverwarming te belanden; had hij er
een uur of zes mee in den regen gestaan en
er een paar duinen mee op- en af-gerend,
dan ware misschien het heele wanstaltige
hoofddeksel niet eens gelanceerd".
Wat moeten we nu met al die dingen
beginnen? Ze deugen niet eens voor bloem
potten en de bodes der ministeries willen
ze stellig niet dragen. Twee of drie exem
plaren (maar zeker niet mér) waren misschien
wel op hun plaats in de gruwelkamer der
Gevangenpoort.
Ja, een leger kost wel een boel, vooral
als er zómet de gelden omgesprongen
wordt.
HANS MARTIN
Herediteit.
Jan had gegapt
en was gesnapt.
De advocaat, die voor hem pleit,
beroept zich op herediteit.
Hij gaat dan Jans familie na,
klimt op tot overgrootpapa.
Had ook 't gelapt,
had ook gegapt,
was ook gesnapt
en naar het spinhuis toe gestapt.
De rechter h'mde: tot mijn spijt
lijd ik ook aan herediteit,
want toen die overgrootpapa
zoo had gegapt
en was betrapt,
toen heeft mijn overgrootpapa
die gapzaak voor hem opgeknapt
en hem voor 'n jaar er bij gelapt.
Omdat dit alles nu zoo past,
moet uw cliënt ook in de kast.
Kan hij 't niet laten om te gappen,
ik ook niet hem er bij te lappen."
MEIJHOF
i iiiiiiiiiiiiiMiiMMii n l l r iiniiiniiii runii i iiiimiiilliiiiimiiiiiimiiimi i IIIIIIIIIIIIIIMH nu
N. V.
v h. WED. G. DORENS & ZN.
Rokin 56 Amsterdam
SCHILDERIJEN en ACÜUARELLEN
ORIGINEELE ETSEN,
KLEUR
ETSEN EN LITHO'S VAN
Kennisgevingen voor
Verloving sn Ondertrouw
Invitatlën, Ptograinrna'a
Dankbetuigingen, Menu's
Lccxepapier en Corr. Kaarten
ArtlstieSc 34e tnpeïvï- >? k
BOEK- t.( STEENDRilK^Cet..
B. van Mantgem
H^npt<^arrl<>r
Sint») 562 «ït ii'tktfad. Amst.
J. Boon
M. Bauer
R. Bresdin
F. Bühot
Th. v. Hoytema
Ed. Chahine
P. Dupont
Alph. Legros
Ant.Derksenv.Angeren J. Israels
Ch. Meryon W. Witsen
Zichtzendingen franco op aanvraag.
CHEMIGRAFISCHE KUNSTINRICHTING
% DIRK SCHNABEL
AMSTERDAM.
CLICHÉ'S
VOOR ZWART- EN KLEURENDRUK
ONS NIEUW PROCÉDÉIS
KOPERDIEPDRUK
GESCHIKT VOOR ELK PAPIER
Dir. J. H. L. BOSSARD
Goedgekeurd Dij Kon. Besluit Taa 22 Mei 1914, No, 34,
Heerengrachtl3. Tel. H. 8561
Vertegenwoordiging van
HET ROTTERDAMSCH
TRIO
TOURNEE LILI GREEBT
TOURNEE
- ADR. DHAYRMOND
J. H. DE BOIS, - HAARLEM.
PRENTKIINST
15 Januari tot l Maart 1915
TENTOONSTELLING
VAN WERK DOOR
A. G. A. RIDDER VAN RAPPARD
1858?1892.
Schilderijen, Studies, Tcfkeningen, etc.
Kruisweg 68 Haarlem.
VEEIHOFFSCo.
AMSTERDAM.
MAGAZIJN VAN
Echte Bronzen Pendule-Garnituren
in alle stijlen.
Verlichtings-artikelen v. gas en elec. licht
Hoofdvertegenwoordigers van het ORFEVRERIE CHRISTOFLE
VEERHOFF & Co. 42 Kalverstraat.
D. QBER1NK & Co.. AMSTERDAM
PRINSENGRACHT 456 b/dLEIDSCHESTRAAT
TELEFOON NOORD 1452
TOEPASSING DER ELECTRICITEIT OP ELK GEBIED