Historisch Archief 1877-1940
14 Febr. '15. - No. 1964
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
De vrijwillige landstorm in de diplomatie
Nadruk verboden
Een wensen (Punch)
Moeder, wat zou ik graag een engel wezen!
Waarom, lieveling?
Dan kon ik bommen op de Duitschers laten
vallen, moedertje.
Menschen die we niet benijden~(7Vze Bystander)
Vliegen Van Kol Troelstra
DRILSERGEANT CORT VAN DER LINDEN : Dus, jongens, denkt om je recrutenschool; als je uitrukt, niet te veel zwammen!
llllltlllllllllMIIIMIMIIIItlllllllllllllllHIIIUIMIMIIIIIIIMMIIIIIMtniMMIIIIIIIIIMMIIIIIIIIItllllHIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIItllllllHltllllllllllllllltlllllllllMIII
Brandvrij, Yochtwerend, lsoleerend,Trek- en Krimpvrij
ASBESTCEMENT
VLAKKE PLATEN, LEIEN,
GOLFPLATEN.
Eerste Nederlandsche fabriek van
Asbestcementplaten MARTINI T",
Cruquiusweg 113, Amsterdam.
VERHUIZINGEN onder GARANTIE.
BERGPLAATS voor INBOEDELS.
Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Tel. Z. 822.
IIIIMimlIIMmilMMIIIIIIIIMIIIIIIIHIHII
stand schijnt op het eerste gezicht bijzonder
gunstig, doch de alles overheerschende in
vloed van het wedstrijd-wezen komt hier
de zaak bederven. Immers, wel is waar
hebben vele lagere scholen een voetbal-,
athletiek- of korfbal team, maar de
met de leiding dier oefeningen belaste
coaches bemoeien zich slechts met de 20
a 30 jongens, die in aanmerking komen voor
het voetbal-team; de athletiek-coach be
moeit zich alleen met de spring-oefeningen
van de 4 of 5 jongens, die de physieke
eigenschappen bezitten, noodig voor een
springer, die kans heeft te eeniger tijd een
kampioenschap te winnen; die jongens
worden dan ook weder uitsluitend voor het
springen getraind. Zoo geschiedt het
gewichtstooten alleen door hen, die daartoe
bijzonderen aanleg hebben enz. Met de
overige 400 of 500 jongens bemoeit de coach
zich niet en die doen dus ook niet aan die
lichaamsoefening (behalve dan de verplichte
gymnastiek); ze nebben immers toch geen
kans in het team te komen!
Wanneer de jongens van de
Grammarschool" naar de Highschool" overgaan,
worden zij, die aan de eerstgenoemde school
bijzonderen aanleg voor den een of anderen
vorm van lichaamsoefening hebben getoond
of misschien zelfs het'een of andere
Interscholastic championship" hebben behaald,
weer onder de hoede van den betrokken
coach van de Highschool" genomen. Ook
hier weder hetzelfde verschijnsel van speciaal
opfokken van hen, die van nature aanleg
hebben en kans hebben, de sportieve repu
tatie van de inrichting te zullen kunnen
opvoeren.
En aan de Universiteiten is het hetzelfde
liedje. Bij een bezoek aan de trainings
bijeenkomsten der athleten van de bekende
Harvard-Uniyersiteit, waar ongeveer 5000
studenten zijn, bleken er een 20 tal loopers,
een drie- of viertal speerwerpers, twee of
drie hoogspringers enz. in training te zijn.
Aan de voetbal-oefeningen werd door een
40 h 50 man deelgenomen, enz.
Wat blijft er onder die omstandigheden
over van de algemeene beoefening van sport
en athletiek? Zij ontaardt in een tot het
uiterste doorgevoerde specialiseering. De
Amerikaansche athleten, die bij de O. S.
zulke schitterende verrichtingen laten zien,
zijn daartoe als het ware van af hun prille
jeugd voorbereid. Van af hunne lagere
schooljaren hebben zij zich onder deskun
dige leiding toegelegd op dien ëénen vorm
van sport of athletiek, waartoe zij den meesten
aanleg vertoonden.
Er is van Amerikaansche zijde herhaalde
lijk geprotesteerd tegen deze bewering van
te ver doorgevoerde specialiseering, welke
vooral van uit Engelsche kringen werd ver
nomen. En dan werd daarbij door de
Amerikanen steeds de all-round athleet
Thorpe, de winner van de decathlon te
Stockholm, als bewijs aangehaald, dat zij niet
specialiseeren. Nog daargelaten dat n zwa
luw nog geen zomer maakt, zou toch ook
dit protest slechts juist zijn, indien het woord
specialiseeren in zijn meest enge beteekenis
moest worden opgevat. Maar met dit woord
wordt niet uitsluitend bedoeld het zich op
eene speciale athletische verrichting toeleg
gen. Wanneer den Amerikanen specialisee
ren wordt verweten (zoo er al van verwijten
sprake kan zijn) dan bedoelt men daarmede
ook, dat de Amerikaansche athleten, die op
O. S. uitkomen zich dikwijls van af hunne
jeugd al met hart en ziel zij het ook
niet uitsluitend gewijd hebben aan de
athletiek. En voorts ook, dat die athleten
zich gedurende de laatste 5 of 6 maanden,
voorafgaande aan de O. S., uitsluitend heb
ben gewijd aan de training voor de ver
richting, waaraan zij zullen deelnemen;
hunne positie in de maatschappij, hunne
studies worden geheel veronachtzaamd. Des
kundige coaches regelen hunne training,
hunne maaltijden, kortom hunne geheele
De modehoed (Ulk)
De Duitsche postbode, die een brief in een verwoest
Belgisch dorp moet bestellen.
Het leger op 't ijs (Ulk)
In Duitschland wordt thans elk plekje voor aardappelbouw
gebruikt. Vandaar de modehoed voor 1915: aardappelbloesem.
Heila, Karl, op z'n Hollandsen rijden is verboden.
is neutraal!
levenswijze zóals noodig is met het oog
op dat ne doel, de hoogst mogelijke
sportieve verrichting. En die
record-prestaties, ze zijn alleen mogelijk indien alle
andere bezigheden voor dat doel wijken.
Die algeheele toewijding is absoluut nood
zakelijk, wil men tot die maximum pres
taties in staat zijn.
Maar, mag worden gevraagd, is het nut
van eene sportief hoogere verrichting dan
zógroot, dat het eene zóalgeheele
overgave wettigt? Zeker, het is ongetwij
feld van belang, dat op deze manier blijkt,
waartoe het menschelijk organisme in staat
is en uit een sportief oogpunt zijn de
bereikte resultaten dan ook zeer belang
rijk. Doch gaat hier die toewijding niet wat
ver? Lag dit in de bedoeling der O. S.?
Volgens de opvatting der Engelschen niet.
De Engelschen wenschen zich niet zoo
geheel en al te wijden men zou haast
zeggen op te offeren aan de sport; zij willen
zich wel tot op zekere hoogte trainen, maar
achten het geenszins noodig of gewenscht,
hunne studies geheel te staken of hunne
posities tijdelijk op te geven. Zij willen
zuiver liefhebbers blijven, d.w.z. menschen
die in hun vrijen tijd, als gezonde en aan
gename verpozfhg zich aan sport of athletiek
wijden, maar voor wie dit toch steeds eene
liefhebberij, dus een bijzaak blijft.
Het was geenszins wonder, dat de Ameri
kaansche athleten, na hunne superieure en
ernstige training de baas bleven van hunne
Engelsche collega's. Ook onze
Nederlandsche vertegenwoordigers (schermers, voet
ballers en worstelaars) namen dit Engelsche
standpunt in; de meesten onzer schermers
bijv. waren officieren en zij hebben geen
dag verlof gehad voor eene speciale training;
zij bleven hunnen dienst doen en oefenden
zich, zij Het dan ook wat geregelder dan
in gewone omstandigheden, in hun vrijen
tijd. En het komt ons voor, dat dit, met
het oog op de beteekenis der O. S. in ver
band met de beoefening van sport en ath
letiek door het Volk, ook het meest gewenschte
standpunt is.
Voegt men, bij de hier aangegeven om
standigheden nog enkele anderen, waarvan
eene nadere toelichting overbodig mag wor
den geacht, zoodat wij met de bloote ver
melding thans volstaan, dan vinden wij dus
als de voornaamste factoren van het succes
der Amerikaansche athleten op de O. S.:
1. De athletiek beoefening begint reeds
op de lagere scholen en gedurende den jeugd
der aanstaande athleten (Y. M. C. A., Church
Athletic League, Interscholastic Athletic
League enz.);
2. De ver doorgevoerde specialiseering
en de al het andere op zij zettende voor
bereiding voor de O. S.;
3. De beoefening van sport en athletiek
in zeer ruimen kring;
4. Het beschikbaar zijn van vele en zeer
ervaren trainers;
5. De ruime keuze, in verband met het
buitengewoon groote bevolkingscijfer:
6. De algemeene belangstelling van het
publiek voor sport en athletiek.
Het was, tot een juist begrip van het ver
schil tusschen den toestand in Amerika en
in Zweden, noodig, eenigszins in bijzonder
heden te treden. En dit was des te meer
gewenscht, omdat hierdoor zoo duidelijk is
gebleken het groote gevaar, dat onafschei
delijk verbonden is aan alles wat wedstrijd
is en dus ook in het bijzonder aan de in
stelling der Olympische Spelen. Eene waar
schuwing voor dit gevaar is, het zij met
dankbaarheid geconstateerd, voor ons tegen
woordig Olympisch Comitéoverbodig; doch
zij kan haar nut hebben voor velen, die nog
gelooven in den alleen zaligmakender) in
vloed en onmisbaarheid van wedstrijden.
Keeren wij thans tot ons uitgangspunt
terug, dan meenen wij te mogen zeggen,
dat eene succesvolle deelname aan de O. S.
alleen dan van belang is met het oog op
Holland
de lichamelijke volksopvoeding, indien dit
succes het gevolg en wel een bijkomend
gevolg is van eene degelijke regeling van
de lichamelijke opvoeding van het geheele
volk. Het doel immers van de lichamelijke
volksopvoeding moet uitsluitend zijn het
verhoogen van het peil van de lichamelijke
ontwikkeling van allen. Doch wanneer de
Olympische Spelen alleen aanleiding geven
tot het kweeken van enkele specialiteiten,
zijn zij met het oog op de lichamelijke
volksopvoeding van nul en geener waarde.
De Olympische Spelen mogen nooit doel
worden; een Olympisch" succes heeft
slechts beteekenis als toevallige bate.
Doch daarnaast hebben de O. S. eene
ontegenzeggelijk groote waarde als machtige
prikkel tot het beoefenen van sport en
athletiek. Het aantal jongelieden, die reeds
op jeugdigen leeftijd de beoefening van
sport en athletiek aanvangen en zich hier
met ernst op toeleggen, louter in de hoop,
dat zij later wellicht eens in aanmerking
kunnen komen voor de O. S., is in landen
als Amerika wellicht grooter dan men
oppervlakkig zoude meenen. En is niet de
belangstelling voor sport en athletiek, ook
in ons land, aanmerkelijk toegenomen, sedert
de Spelen te Athene, Londen en Stockholm
de aandacht van ons couranten lezend publiek
voor een korten tijd in beslag hebben ge
nomen? En ook, zoude het succes onzer
schermers, voetballers en worstelaars bij de
laatste O. S. het aantal beoefenaars van die
sporten in ons land niet gunstig hebben
beïnvloed ?
Het komt ons dan ook voor, dat de
Olympische Spelen vooralsnog een krachtige
factor vormen ter bevordering van een meer
algemeene beoefening der lichaamsoefenin
gen in de verschillende lagen van ons Volk.
Men zal er zich echter voor moeten hoeden,
te worden medegesleept door het gevaar,
dat aan wedstrijden inherent is.
W. P. HUBERT VAN BtlJENBURGH.