Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
28 Febr. '15. No. 1966
Aan het slot van ons voorgaand overzicht
stelden wij, naar aanleiding van de zede
lijke verontwaardiging", die in Duitschland
geuit wordt over het uithongerstelsel van
Engeland, deze vraag: AlsEngelands plan
om Duitschland uit te hongeren, onzedelijk
en monsterachtig is, was het uithongeren
van Parijs (in den oorlog van 1870) dan niet
even onzedelijk en monsterachtig?"
Een anonymus zendt ons een briefkaart,
met dit antwoord op de vraag: Neen, want
Parijs was en is eene vesting (wat eene
hoofdstad des Rijks nooit moest zijn) en
Duitschland als zoodanig niet."
Wij zijn den geachten onbekenden schrij
ver zeer dankbaar voor zijn moeite, en heb
ben zijn antwoord aan onze lezers niet
willen onthouden. Misschien was het hun
niet geheel onbekend, dat Parijs een vesting
was en is, en Duitschland als land in zijn
geheel beschouwd (dat zal wel bedoeld zijn
met Duitschland als zoodanig") niet. Maar
het zijn juist de overbekende dingen, die
soms aan de menschen in herinnering
moeiten worden gebracht.
Zoo schijnt het ook niet onnoodig, onzen
correspondent aan de overoude waarheid
te herinneren, dat een antwoord moet slaan
op de vraag, die gesteld werd, en niet op
een andere vraag.
Indien onze vraag had geluid: Als Enge
lands plan om Duitschland uit te hongeren,
een met het oorlogsrecht strijdende daad is,
was dit dan ook niet het geval met het uit
hongeren van Parijs?" dan zou zijn ant
woord : het laatste mocht volgens oorlogs
recht, het eerste mag niet"; een weerslag
zijn geweest op de vraag.
Maar over het al of niet onrechtmatige
hadden wij het niet. De vraag naar het
rechtmatige van een oorlogsdaad wordt
tegenwoordig door iemand, die met zijn
tijd meegaat, niet meer gesteld", schreven
wij in hetzelfde artikel. En in dit opzicht
gaan ook wij gaarne met onzen tijd mee,
dat wij uit den tegenwoordigen oorlog het
doellooze geleerd hebben van het toetsen
van oorlogsdaden aan regelen van recht.
Mocht echter onze correspondent belang
stellen in de vraag, hoe een Duitsche staats
man, afgezien van alle humaniteit," oor
deelt over het afsnijden van den handel
van 't vijandelijke land" dit klinkt ook
veel aangenamer in de ooren dan uithon
geren" welnu, in hetzelfde nummer van
De Amsterdammer, waarin wij de vraag
stelden, die hij meende te kunnen beant
woorden, heeft de heer Van Hamel juist van
pas de redevoering van von Caprivi in her
innering gebracht, waarin deze rijkskanselier
ex cathedra verkondigde, dat het in een
zeeoorlog des te eerder noodig is, den han
del van 't vijandelijke land af te snijden,
naarmate dit land meer op dien handel
aangewezen is."
Maar de gedachtengang in ons vorig ar
tikel was deze: Engeland wil Duitschland
uithongeren; Duitschland gaat hetzelfde met
Engeland beproeven. Indien Duitschland de
macht daartoe heeft, dan is het begrijpelijk,
dat het met gelijke munt betaalt. Maar het
moet zich onthouden van zedelijke veront
waardiging". Oorlog doet daden plegen, die,
uit een oogpunt van humaniteit, onzedelijk
en monsterachtig zijn. Gemeten naar den
maatstaf, waarbij zedelijke verontwaardi
ging" te pas komt, is het uithongeren van
het Duitsche volk een barbaarsche daad.
Maar dit geldt evenzeer van het uithongeren
van Parijs. Laat de Duitschers dus zoo ver
standig zijn hun zedelijke verontwaardi
ging" voor andere dingen te bewaren.
Ja maar, schrijft onze correspondent nu,
naar oorlogsrecht mocht het eene, en mag
het andere niet. Wij antwoorden: over oor
logsrecht hadden wij het niet. Wij hebben
alleen willen zeggen: zoo men wat on
verstandig is, maar de Duitschers zijn zoo
onverstandig, als zij er zedelijke veront
waardiging" bij te pas brengen zoo men
oorlogsdaden wil beoordeelen naar eischen
van humaniteit, dan is het uithongeren van
Parijs even onzedelijk en monsterachtig ge
weest, als thans het uithongeren van
Duitschland.
Met het uithongeren van Duitschland zal
het overigens zoo'n vaart nog niet loopen.
Evenmin.als met het uithongeren van Enge
land. De duikbooten-oorlog is nu ongeveer
een week aan den gang en heeft nog geen
buitengewone resultaten opgeleverd. Het is
mogelijk, dat van Engelsche zijde sommige
verliezen verzwegen worden, zpoals de
Duitsche couranten er op uit zijn om de
moeilijkheden, die Engeland eeds onder
vindt, te overdrijven. Maar ook al nemen
die moeilijkheden in de volgende maanden
toe, er zal nog heel wat anders moeten ge
beuren voor den toevoer aan Engeland zoo
belemmerd wordt, dat zijne kracht om den
oorlog voort te zetten er door wordt
aanHltf milllllllllllHMIMINIIMIMIIIIIIHItllMlllltl
i':iM,IIISIIililVl(l|imiiraitll«llllllllll»IW!l»ll«ll«»IUIII?ll«W
DE ETHISCHE ZOON
DOOR
F. DE SINCLAIR
Greta haatte die beide vrouwen.
Buitenshuis kon ze er soms om lachen,
om de absurde beweringen, met groot
aplomb als dogma's verkondigd.
Maar voor zichzelf wist ze, hoe pijnlijk
die dogma's haar jeugdleven hadden
omkneld en haar misvormd hadden tot een
karikatuur en gemaakt tot de risée van den
gansenen kring harer kennissen.
Tot het leven aan de academie haar ein
delijk bevrijdde.
Nu, met de vacantie, had ze zich niet aan
een tijdelijk verblijf bij de tantes kunnen
onttrekken.
Ze hadden haar opvoeding bekostigd; van
haar tiende jaar af was ze er als kind in
huis geweest; materieel had het haar nooit
getast. Ook van het uithongeringssysteem
geldt: it's a long way to Tipperary I"
Belangrijker dan het voorloopig resultaat
van den duikbooten-oorlog is het succes,
door de Duitschers en Oostenrijkers op het
oostelijk oorlogsterrein behaald.
Tot dusverre had het geschenen, alsof zij
al hunne kracht inspanden om door het mid
delste gedeelte van het Russische front, in
Polen ten zuiden van den Weichsel, in
W.Gallicië en de Karpathen, heen te breken.
Weken lang is daar verwoed gestreden,
zonder dat een van beide partijen noemens
waardig vooruitkwam.
Maar terwijl deze gevechten voortduurden,
hebben de Duitschers en Oostenrijkers plot
seling aan de beide vleugels van het front
een groote krachtsinspanning ontwikkeld.
Na de eerste week van Februari hebben
nieuwgevormde Duitsche legers de Russen
uit Oost-Pruisen verdreven en hun op den
terugtocht geweldige verliezen toegebracht.
Tegelijk zijn de Duitschers in Polen ten N.
van den Weichsel voortgerukt en hebben
ook daar de Russen tot dicht aan hun ves
ting teruggedreven.
Ondertusschen hebben de Oostenrijkers,
versterkt door Duitsche troepen vermoe
delijk dezelfde troepen, waarvan het eenigen
tijd geleden heette, dat zij naar Hongarije
waren gezonden om met het Oostenrijksche
expeditiekorps tegen Servië mede te strijden
de Russen uit de Boskowina verdreven
en zich reeds meester gemaakt van Kolomea
en Stanislav, in het Z.-O. van Gallicië.
Daardoor wordt de Russische hoofdmacht
aan de beide flanken met een omtrekkende
beweging bedreigd. Slagen de
Duitsch-Oostenrijksche troepen er in, om voort te rukken
in Z.-O. Galicië, dan wordt de Russische
stelling in de Karpathen onhoudbaar, dan
zal het beleg van Przemysl moeten worden
opgeheven en vervolgens geheel Gallicië ont
ruimd. Breken de Duitschers door de Rus
sische vestinglinie tusschen Weichsel en
Njemen heen, danjzullen de Russen Warschau
moeten prijsgeven en een eind ver Oost
waarts moeten terugtrekken.
Voorloopig schijnt er de meeste kans dat,
zoo de Duitschers door die linie heenbreken,
dit zal gebeuren in het Noordelijk gedeelte
van die linie, tusschen Kowno en Grodno,
aan den Njemen; aan het Zuidelijk gedeelte
van die linie, van Osowice tot
Novo-Georgiewsk, ligt een rij van sterke, moderne
vestingen, die geduchten weerstand zullen
bieden; op Osowice is ook in den herfst
van het vorige jaar de Duitsche aanval
afgestuit.
De militaire correspondent van The Times
(van 20 Februari II.), die herhaaldelijk ge
toond heeft den toestand goed te kunnen
beoordeelen, acht het zelfs mogelijk, dat
de krijgsbedrijven der Duitschers en Oos
tenrijkers in Midden-Polen, in de Karpathen
en de Boekowina, alleen de strekking heb
ben gehad om de Russen te noodzaken
hunne troepen over een zoo groot mogelijk
front te verdeelen, en dat het hoofddoel van
het nieuwe Duitsche oorlogsplan is om met
de sterke legermacht, die zij in Oost-Prui
sen hebben verzameld, tusschen Kowno en
Grodno door te breken naar Wilna een
herhaling dus in zekeren zin van Napoleon's
plan de campagne in 1812 en zoo den
Russischen rechtervleugel om te trekken en
te vernietigen.
Mocht deze onderstelling juist zijn en den
Duitschers deze doorbraak gelukken, dan zal
hun doel alleen bereikt zijn, wanneer zij aan
de hoofdmacht van het Russische leger een
verpletterende nederlaag toe kunnen brengen.
Slaagt de Russische opperbevelhebber er
echter in, zijne legers bijeen te houden
en verder Oostwaarts terug te trekken,
dan zullen de Duitschers wel roemrijke
wapenfeiten hebben volbracht, maar nog
geen strategisch doel hebben bereikt, waar
door de oorlog in het Oosten tot een be
slissing is gebracht. Naarmate de Duitschers
verder Rusland in moeten trekken, zullen de
moeilijkheden van het onderhouden der com
municatie en van het toevoeren van levens
middelen want de Russen zullen wel
zorgen, niets achter te laten in de door hen
ontruimde streken hoe langer hoe grooter
worden. Ook dan zal 1812 zich herhalen.
Of, zoo men het punt van vergelijking aan
een recenter oorlog wil ontleenen, in het
vervolg van den oorlog tegen Rusland zullen
de Duitschers ondervinden wat Japan in
den oorlog van 1904?1905 tegen Rusland
heeft ervaren: ondanks een reeks van over
winningen, door de Japanners behaald, stond
Rusland bij het eind van den oorlog nog
onverzwakt, zoowel wat zijne militaire als
wat zijn financieele kracht betreft.
Intusschen blijkt ook uit de beschouwingen
van den militairen correspondent van The
Times, dat de geallieerden niet veel hoop
meer hebben op een offensief van de Rus
sische legers. Zij zullen al zeer tevreden
zijn, wanneer Rusland de Duitschers en
Oostenrijkers kan blijven noodzaken dezelfde
legermacht, die thans op het Oostelijk oor
logsterrein strijdt, daar bijeen te houden.
Maar nog altijd bestaat de mogelijkheid,
dat de opmarsch der Duitschers wordt ge
stuit aan de vestinglinie tusschen Njemen
en Weichsel. Ook doen op het Westelijk
aan iets ontbroken; o, zeker, daar was reden
om dankbaar te zijn; ze voelde het tenminste
als een onafwijsbare plicht, dankbaarheid
te veinzen.
De winterzon scheen wel vriendelijk in
de hooge voorkamer van het deftige huis;
er was een geur van bloemen en thee in
het vertrek; de porte-brisée was toege
schoven, omdat de haard niet aan was in
de achterkamer.
Tante Digna zat als altijd voor het linker
yenster; tante Cato voor het rechter; op
iedere vensterbank stond een mahoniehouten
breitob met een kluwen grijze sajet.
De tantes breiden voor Dorcas.
Tante Cato, wier donkere oogen wat drei
gend brandden in het groote witte gezicht,
zag maar spaarzaam op van haar arbeid,
ze was ook wat doof; de blik uit tante
Digna's lichtschuwe saamgeknepen oogen
zwierf onophoudelijk met groote snelheid
rond; geen blad, dat dwarrelend van de
boomen op de kade in de gracht viel, ont
snapte aan haar waarneming, evenmin als
het zachtste gerinkel van vaatwerk uit de
keuken in het achterhuis.
Tante Cato's groote gestalte was in
dofzwarte zijde gehuld, het tengere, licht mis
maakte figuurtje van tante Digna in een
glanzend blauw satijntje met schemerende
witte moesjes.
Greta zat aan haar werktafeltje met een
oorlogsterrein de geallieerden al hun best
om de Duitschers voortdurend bezig te
houden en hen te dwingen meer troepen
naar het Westelijk front te zenden.
Kitchener's leger moet in deze mistige
Februaridagen naar Frankrijk worden overgebracht;
daarvan zal men niets hooren, voordat de
laatste man op Fransch grondgebied is
ontscheept. Zal er dan eindelijk beweging komen
in den oorlog in Frankrijk en Vlaanderen ?
24 Februari 1915 G. W. KERNRAMP
niiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiijmiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiii
Servische Toekomstidealen
door EENEN SERVIËR
De Idealen van Yougoslavia", of de
bevrijding der Servo-Ctoaten en Slovenen
De oorlog der menschheid tegen het huidige
Europa, deze oorlog tegen een goddelooze
gemeenschap en niet alleen tegen duitsch
militarisme, zal de aanvang zijn van een
nieuw tijdperk der menschelijke historie.
Want uit deze zelf-verbranding van kapita
listische systemen en staten, die elkander
niet konden liefhebben noch uit hunne
vereeniging een Europeesche Menschheid
scheppen, zal een nieuw onsterfelijk Europa
herrijzen. Dat zal de grondsteen der ware
menschheid, de Eerste Menschheid zijn:
Een familie van naties en de versmelting
der klassen" in elkander.
* *
In den heiligen oorlog voor de stichting
der Menschheid, zal de opgehoopte razende
rassenhaat een uitweg vinden, en Europa
zal ten slotte zijn wereldbeteekenis en
historische waardigheid gaan begrijpen.
Het nieuwe Europa, zal door zijn vol
komenheid en eenheid de eerste
God-Menschheid zijn, de eerste uiting van absoluut
nationaal leven. Omdat het een gezamenlijk
vaderland van absolute rechtvaardigheid en
algemeene tevredenheid zal zijn. Recht
vaardigheid zal er zijn vooral zijne volkeren.
De kleine volkeren, die, niet minder dan
de groote, door God geschapen zijn, zullen
in staat zijn. een waardig en groot leven
van vrijheid te leiden. Het meest gezegende
voorval in deze meest barbaarsche van alle
oorlogen, was de belofte van een nieuw
Polen. De herrijzenis van het nobele poolsche
volk, weegt voor een deel tegen de ver
schrikkingen van dezen goddeloozen oor
log op.
Doch opdat het eerstvolgende vredes
congres het laatste oordeel over het
onwaardige verleden en de absolute ver
nietiging van het huidige Europa beteekene,
moet het niet een congres van diplomaten,
doch een Parlement van Naties zijn. Het
nieuwe Europa kan alleen ontstaan door
een grooten en beerlijken bond van alle kleine
en groote, vrije, te bevrijden of nog geen
bevrijde volkeren van Europa. Misschien
van Europa en Amerika en van de
geheele aarde.
Een minnaar van de toekomst, de
Engelschman H. G. Wells, heeft nog onlangs her
haaldelijk geschreven over een nieuw
Europeesch verbond. Evenals de groote
oorlog de laatste zelfmoord der mensch
heid moest zijn, zoo moet de groote vrede
die er op volgt de eerste zelf-schepping
zijn in de geschiedenis der menschheid.
Doch dit zelfbewustzijn van het menschelijk
geslacht moet te voorschijn geroepen wor
den door alle volkeren. Want voor het eerst
sinds den aanvang der historie, schijnt ge
durende de laatste maanden de geest der
menschheid mondig, ja almachtig geworden.
Het zou wellicht recht zijn, in dit verbond
de nomaden van Albanië op te nemen. Zeker
moeten Zwitserland, België, Holland en de
Scandinavische landen medezeggenschap
hebben in het bestuur van de wereld.
Ook Finland, Polen, Hongarije moeten er
mede in betrokken worden ofschoon deze
landen niet onafhankelijk zijn. (Hongarije
zit niet minder onder Oostenrijkschen druk
dan Croatië onder hongaarschen.) Ook dit
Czechische volk dat aan de wereld de
Dostojefski der lyrische poëzie Ottokar
Brezina heeft geschonken, moet zijne
eigene plaats hebben in den Raad van Europa.
De lang verdrukte zuidslavische volkeren
in het Habsburgsche Rijk, de Slovenen en
Servo-Croaten, die der wereld de diepe
architektuur van Josip Plecnik hebben ge
geven en de onsterfelijke kunst van
Moskovic, zullen, na hunne bevrijding van de
Habsburgsche overheersching, mede hun
aandeel hebben in de vorming der toekom
stige menschheid.
* * *
Zoo zal het nieuwe Europa een voorlooper
en een eerste verwerkelijking worden van
het koninkrijk Gods.
Nadat de ware vrede Gods zal gekomen
zijn, zal het christendom der kerken, nederig
en berouwvol, waarachtig en daarom nood
zakelijk en historisch rijp gelooven en han
delen worden. Het zal niet meer een gebrek
kige valschheid van priesters en staten zijn,
doch een christendom, verwerkelijkt in den
staat, in de gemeenschap en in internationale
politiek.
Er zal een internationale ethiek ontstaan,
onvoltooid handwerk, waar ze voor den
vorm wat aan triefelde, maar haar blikken
en gedachten vlogen het raam uit, naar
buiten, naar de frissche, prikkelende koude
van dezen vriesdag.
Het liep naar vieren.
Om vier uur moest ze nog een paar bood
schappen gaan doen.
Dat had ze bijtijds aangekondigd, vór de
tantes beslag legden op haar ganschen
middag en met zorg had ze commissies
uitgekozen, die bij de niet uitgebleven na
vraag en twijfel der tantes aan de nood
zakelijkheid, inderdaad een gebiedende ur
gentie schenen te eischen.
En om vier uur kwam dominéTerwind,
zooals iederen Vrijdag, wat ze ook al jaren
wist,' doch waar ze nu, tot haar plechtig
verzekerden spijt, heelemaal niet aan| ge
dacht had.
Maar dominéTerwind is niet kwalijk
nemend", zei ze handig met veel waardee
ring voor dien heer.
Tante Digna kon daar het tegendeel niet
van beweren en zweeg.
't Is toch jammer, dat het zoo treft, kind",
zei tante Cato, niet zonder merkbaar verwijt.
De dominee, die je heeft aangenomen..."
Die boodschap bij Sinkel zou Santje ook
wel voor je kunnen doen", vond tante Digna
eensklaps uit, vanavond.... als ze stalen
vraagt...."
l
i
en de wereld zal meer geloof hebben in
Dostojefskis philosophy en in waarachtig
socialisme" dan in de wijsheid der Groote
Mogendheden". De keizer en het pruisische
kabinet zijn niet de eenigen die het
germaansche volk beheerschen kunnen. Het
politieke doel van het Nieuwe Europa zal
niet de hel van oorlog en wapenen zijn,
niet een evenwicht van machten en een
gewapende vrede.
Doch rechtvaardigheid van allen jegens
allen en onderlinge hulp van naties en klassen.
Liefde en wederkcerig respect zal de grond
slag zijn voor het groote leven van Morgen.
De grootste tijd in de wereldhistorie is ge
komen, de tijd waarin leven en politiek wer
kelijk moreel zullen worden, waarin de groote
wereldmachten egards zullen hebben voor de
kleine volkeren, waarin gouvernementen en
diplomaten de vrees voor den eeuwigen God
zullen bezitten.
De profeet van het slavendom, Dostojefski,
eischte dat alle bewoners der aarde hun
geluk veil zouden hebben voor n mensch,
wiens menschelijke waardigheid gekwetst
zou zijn, In denzelfden geest moeten wij tot
de beheerschers der wereld en de voorbe
reiders der toekomst zeggen, dat het beter
is voor ons allen door dezen wereldbrand
zelfmoord te bedrijven, dan der menschheid
een nieuwe schande te»bereiden door nieuwe
onrecht vaardigheden te'begaan bij de vorming
van een nieuw Europa.
Deze oorlog moet de laatste oorlog zijn,
ook in den bloedgedrenkten Balkan. Aan alle
volkeren van Europa, zelfs aan de kleine
Slovenen moet recht gedaan worden en gele
genheid gegeven worden tot vol eigen leven.
? *
Het noodlottige punt voor Europa was
gelijk te weinigen weten de verhouding
tusschen de Yougoslavia" en de
Habsburgers.
Deze fatale verhouding echter, die door
den servisch-oostenrijkschen oorlog aanlei
ding werd tot den wereldbrand, wordt niet
opgeheven door de stichting van een grooter
Servië dan vór den oorlog bestond.
Wil Zuid-Oost-Europa werkelijk een deel
worden van de nieuw te vormen menschheid;
dan zal een nieuwe Balkan: de verbondene
Balkanvolken moeten worden gevormd. Het
centrum 'van deze Balkanfederatie zou een
Servië moeten zijn dat een gedeelte van zijn
grondgebied aan Bulgarije afstond als prijs
voor den vrede.
Dit Servië zal echter de geheele Yougo
slavia moeten omvatten. De stichting van
den nieuwen , Balkan kan alleen gebaseerd
worden op dfe eenwording der
ServischCroatische en Sloveensche volkeren. Yougo
slavia wil zeggen Zuid-Slavië (Yougo =
Zuid, Slavia = het Slavenland). De Balkan
van Nieuw-Europa zou een oord van be
schaving en een vruchtbaar en waardevol
deel der wereld worden, als deze
SloveenschServisch-Croatische natie in vrede en vriend
schap met Bulgarije kon leven.
Want de ware Yougoslavia wordt eerst
gevormd (ondanks het niet-slavische bloed
der Bulgaren) door een nauwe verbinding
van Groot-Servië met Bulgarije.
Deze groote en machtige Yougo-Slavia
kan zoodoende een Derde Balkan vor
men, door de groote ras-overeenkomst
der verschillende volkeren (Russen, Polen
Czechen, Slovaken zijn broeders van de
Zuidslaven) en door haar onuitputtelijke en
jonge scheppende macht. De Roumenen en
Grieken hebben hun groot en machtig leven
reeds eeuwen geleefd.
De eerste groote Balkan was de Acropolis,
de tweede de Hagia Sophia. De derde zal
de Vivovdanski Hram zijn (de Tempel van
Kossavo), geopend door den profeet der
Yougoslavia Ivan Mestrovic. Deze groote
derde Balkan is een land van het Zuiden,
evenals Hellas en het vaderland der Renais
sance; een land van Slaven evenals het
vaderland van Dostojefski en Brezina, het
bloedgedrenkte Balkanschiereiland, de wild
ste en meest heroïsche plek ter wereld.
De Yougoslavia, of de Vereeniging der
Servisch-Croatische en Sloveensche volken
met de Bulgaren, zal de beschavingsaanvang
zijn van het moderne Europeesch
Balkanland.
Alleen deze vernieuwing der Zuidslaven
kan de werkelijke beschaving brengen voor
de donkerbloedige Hittes, Traciërs, Pelasgen
en Illyriërs en brengen tot ware menschelijke
Cultuur.
Er is sterk germaansch bloed en licht
Keltisch bloed in deze Yougoslavia, ook het
helsche tartaarsche bloed dat den broederoor
log deed ontbranden en het bedorven bloed
der Turken. De deugden der oude Romeinen
zijn zeker nog niet uitgestorven en het is
niet alleen in onze dagen dat er Hellenen
op den Balkan leven en trachten schoon
heid en wijsheid te dienen.
De eeuwige geest, die in de Myceensche
schatkamer en het Parthenon is, leeft even
als in Hagia Sofia en de mozaïeken van
Ravenna zal zich reïncarneeren in de Yougo
slavia, in het slavendom der nieuwe mensch
heid. Evenals in de groote kunst de
Bij avond kan ik de kleur niet zien,
tante," weerlegde Greta vaardig, maar ik
zal vlug loopen, mogelijk is dominéerjdan
nog als ik terug kom."
De tantes zwegen, wat geenszins bewees,
dat ze er in berustten, doch ten hoogste, dat
ze niet gelukkig waren in het bedenken van
andere argumenten, die Greta's uitgaan
konden verhinderen.
Doch welk argument ter wereld zou in
druk op haar maken, als zelfs de geweten
komst van dominéTerwind haar niet weer
hield? De tantes dweepten met dominéTer
wind, die weduwnaar was en ze dweepten
ook met de gansche familie van dominé,
met zijn zoon, een theologisch student, die
volgens den vader teveel naar het ethische
overhelde, met zijn broeders en neven en
verdere verwanten.
Het ongetrouwd blijven en de eindelijk
gedoofde hunkering naar een man, waren
bij de tantes niet, zooals vaak gebeurt,
verworden tot een haat jegens het andere
geslacht, maar hadden, door een toch ook
wel begrijpelijke wisselwerking veeleer
dat andere geslacht verheven tot een
wezensoort, getooid met een edelaardigheid
die slechts voor listige machten zwichtte.
Die listige macht vond haar incarnatie in
de" vrouw en als tante Cato en tante Digna
dat zeiden, dan onttrokken ze zich geenszins
aan de conclusie, dat ook in haar dan die
architektuur, sculptuur en schilderkunst van
Svan Mestrovic zoo zal ook in de
Yougoslavische Balkan Oost en west vereend
worden.
De historische taak van het Slavendom
en van Rusland in het bijzonder (het vroomste
en meestbelovende volle van alle slaven) is
de vereeniging van het europeesche
menschgod-idee met het aziatische
God-menschidee. De taak van Rusland en het slavendom
zal zijn het scheppen van een nieuwe mensch
heid uit de vereeniging van Europa en Azië.
De Balkan van Mestrovic zal uit de chao
tische rassenverwarring en het inferieuie
bloed van uitgestorven volkeren een nieuwe
kosmos van beschaving en leven scheppen.
Deze kosmos zal evenzeer Europeesch als
Zuidelijk, evenzeer Oostersch als Slavisch zijn.
De historische zending van het
ZuidSlavendom was een steun te zijn voor het
christelijk Europa.
In de toekomst zal deze heroïsche ge
meenschap een brug vormen, de brug tus
schen het nieuwe Europa en Azië. Deze
Balkanvereëniging van Roemenen, Grieken
en Albaneezen met Groot-Servië en Bul
garije zal een vruchtbaar veld en een rijke
mijn voor beschaving worden. Hij zal het
Zuid-Oosten van Nieuw-Europa tot een deel
der menschheid maken.
De Yougoslavia zal Zuid-slavisch zijn
omdat Servo-Croaten en Slovenen
Zuidslavisch en balkansch zijn. Niet alleen haar
Tempel van Kossovo en haar Mestrovic zijn
dit, maar ook het leven en de historie van
haar volkeren, haar groote litteratuur, haar
muziek, haar weefkunst enz. zijn het.
Yougoslavia is zonnig en azuur als Attica
en Florence, het is droomerig en droevig
als Rusland en het Slavendom, donker en
vreeselijk als de balkansche rassenchaos.
Yougoslavia zal een eigen vreemde schoon
heid en bijzonderheid hebben: Niet reus
achtig en chaotisch, als Rusland en Dosto
jefski, doch als het Zonnige Dalmatië en als
Mestrovic en zooals de zachte, warme
schilderkunst d?r Slovenen en de muziek
van Macedonië. Het zal een bloeiende en
krachtige beschaving brengen, en het zal
zich aan Europa geven op onmiddelijker
wijze als het verre Rusland.
Wellicht zal de- Balkan de belangrijkste
kweekplaats zijn voor het
nieuw-Europeesche type.
De Yougoslavia vchter zal volkomen en
volmachtig zijn. Zij zal de grondslag zijn
van den vrede in den Balkan en van de be
schaving van den tempel van Kossovo, indien
zij niet alleen Servië, Bosnië en Montenegro
omvat, doch ook Slovenië (het land van het
kleinste doch beminnelijkste Slavenvolk) en
Croatië, Slavonië, Dalmatië en
ServischHongarije.
Zij zal haar eigen gerechtigheid en eigen
leven in Europa hebben.
Wil dit alles bereikt worden, dan zullen
de Servo-Croaten en Slovenen, die nu onder
de Habsburgers staan, noodzakelijkerwijze
met Servië vereenigd moeten worden.
Want Servië alleen is slechts de ooste
lijke helft der Yougoslavia; de Westelijke,
meer Europeesche is Slovenië, Croatië,
Servisch-Hongarije en de Dalmatische Zee.
DlMITRIJE MlTRINOVIC
(Uit het handschrift van den schrijver ver
taald voor De Amsterdammer".)
Uit de Parlementaire Sfeer
(Teekening van A. Hahn, voor De Amsterdammer")
II. DE ROODE PRESIDENT
De overwinning van Juni 1913 bracht de
meerderheid aan de linkerzijde. Er was geen
sprake geweest van eenig accoord, in welken
vorm ook, dat de vrijzinnige concentratie met
de sociaaldemocratie zou hebben getroffen.
Maar niettemin was, hetgeen de heer Vliegen
na de herstemming schreef volkomen waar:
Wij hebben samen de overwinning behaald."
iiiiimmiiMMii
vleeschwording der listigheid eenmaal was
voltrokken.
Soms bepeinsde Greta, dat alleen dominë
Terwind dan kans had geloopen de dupe
dier evolutie te worden en dat denkbeeld
verschafte haar een oprecht genoegen, op
recht als ieder ander gevoel, dat voortspruit
uit beredeneerden afkeer.
Want ze had een afkeer van dien man
met zijn diktongige, galmende spraak, zijn
plichtmatige blijmoedigheid en gevoellooze
berusting, die mede als een spookverschij
ning in haar sombere jeugdherinneringen
rondwaarde.
Den ethischen zoon kende ze niet; de enkele
malen, dat ze hem had kunnen ontmoeten,
had ze hem ontweken; ze haatte hem on
gezien, alleen al omdat ze begrepen had,
dat de tantes hem voor haar een ideale
partij vonden.
De tantes hadden zijn portret en toen
Greta dat portret zag, had ze tegelijkertijd
gehoord, hoe die man spreken moest; hij
had zichtbaar diezelfde uiterlijke nederigheid
als zijn vader, ook diens geforceerde blij
moedigheid, vastgelegd in een zoetigen
glimlachtrek om den mond.
Maar de oogen lachten niet; die gluurden
dikkig onder de lichte wenkbrauwen uit.
Greta rolde haar handwerk op in 't papier
waarin ze het al zooveel maanden bewaarde
met de naald en de strengeltjes zijde, lichtte