Historisch Archief 1877-1940
28 Febr. '15. No. 1966
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Aan de Liberale Unie werd,als de sterkste frac
tie de keuze van den Voorzitter der Kamer
gelaten. Het was niet meer dan billijk, dat
aan de fractie, die links de tweede in ge
talsterkte is, de S.D.A.P. de keuze van den
vice-president werd gelaten. Zij wees Mr.
Troelstra voor die functie aan.
Wat is daarover van rechts niet gefulmi
neerd ! 't Ging als een orkaan door de heele
rechtsche pers, dat de vijand van het koning
schap, de revolutionair, die sinds jaren de
nachtmerrie is voor de leiders der coalitie,
den voorzittershamer wellicht in de Kamer
zou hanteeren. Dat was de schuld der snoode
liberalen en beurtelings werd Troelstra voor
gesteld als de koetsier van den linkschen
politieken wagen en de dienaar van de
concentratie. Moest ik den eerepalm toe
kennen voor de vinnigste bestrijding, ik
zou in twijfel staan of ik hem aande
Afaasbode of aan Wijnkoop moest uitreiken.
'k Kan me voorstellen, dat een brave
antirevolutionair, die te Wanneperveen of Stap
horst Duymaer in ijselijke kleuren de gru
welen had hooren schilderen, die uit het
vice-presidium van Troelstra zouden voort
vloeien, in zijn slaap werd opgeschrikt door
schrikkelijke visioenen, waarin hij Duys
Duymar bij de haren naar het voorzitters
gestoelte zag sleuren, waar de guillotine
gereed stond, met Kleerekooper als beul!
Troelstra heeft in den winter van '13 en
van '14 in de avondvergadering bijna altijd
gepresideerd. In de rechtsche pers is de
storm reeds lang geluwd. Men zwijgt
muisstil. Het is begrijpelijk. Troelstra heeft
den hamer gezwaaid met een onpartijdigheid,
waaraan ieder lof zal moeten brengen. De
eerste, die met zijn hamer in aanraking
kwam, was de S. D. A. Psche Benjamin:
A. B. K., bij een opgewonden betoog over
de gruwelen, tegen de Russische joden be
dreven. En nu onlangs maakte Ter Laan,
toen Troelstra hem er aan herinnerde, dat
hij zich tot de zaak, waarom het ging, moest
bepalen, zoo boos, dat hij een motie introk
en van het woord afzag. Aan geen
bourgeois"-president is zoo'n kunststuk ooit
gelukt in al de jaren, dat de heer Ter Laan
voor het bezig-houden der stenografen heeft
gezorgd.
Met onverstoorbare kalmte herinnert
praeses Troelstra een spreker, als zijn tijd
om is en even streng als welk ander ook,
zorgt hij voor de handhaving van het regle
ment en waakt hij tegen onparlementair
optreden. Vele kleine luyden, die in hun
dierbaar lijforgaan waren geprepareerd op
het ergste, zullen thans wel inzien, dat ze
om den tuin zijn geleid en een parlementaire
sociaal-democraat onzer dagen op zijn minst
zoo ver afstaat van een Jacobijn als Fabius van
dr. Kuyper, of een christen-democraat als
dr. Van der Laar van de politieke calvinisten
der coalitie.
* *
Ontegenzeggelijk is Troelstra n der
mannen geweest, die in de laatste kwarteeuw
een zeer grooten invloed op de politiek
hebben geoefend.
Wisten Schaepman en Kuyper de coalitie
te stichten, trok Borgesius de groote lijnen
der vrijzinnige politiek, Troelstra is de man,
aan wien de opbouw der sociaal-democrati
sche partij voor het allergrootste gedeelte
te danken is geweest. Maar naarmate zij
aan invloed won in het land en op het
Binnenhof, werd haar karakter meer revisio
nistisch en werd zij voor de keus van de
parlementaire verantwoordelijkheid geplaatst,
die zij bij de vertegenwoordiging door een
kleine kamerfractie steeds had weten af te
wijzen. Het Zwolsche congres bracht geen
uitspraak over de vraag, die tot bitteren
strijd in eigen boezem moest leiden. De
ineenstorting der Internationale, de houding
der S. D. A. P. kamerfractie bij de
mobilisatiecredieten, hebben vasteren vorm gegeven
aan de oppositie, die zich reeds sinds lang
tegen Troelstra's leiding verzet.
Borgesius heeft in de halve eeuw de
groote liberale partij in fractiën uiteen zien
vallen. Wat zich eenmaal schaarde onder de
vaan van Groen, heeft zich in twee
smaldeelen onder Lohman en Kuyper gescheiden.
Troelstra zal op het aanstaande
Paaschcongres staan voor een zelfde breuke. Het
zal er om gaan of hij, die zich klaar voor
oogen stelt, dat de S. D. A. P. zich meer
dan ooit te voren zal hebben te stellen op
den bodem der realiteit, over de geheele
linie zal zegevieren over de utopisten, die
de leuze van het Geen man en geencent" de
eenig-waardige voor Marx' nazaten achten.
L'histoire se répète. Met al zijn talenten,
met de groote suggestieve macht, die hij
heeft op zijn volgelingen, zal Troelstra niet
kunnen voorkomen, dat de ultra's het
socia?listisch huis den rug toekeeren. Wellicht
gelukt het hem op het aanstaande congres
de oppositie ditmaal nog de baas te worden,
doch de verneinende Geist" die Wijnkoop
koos tot pleitbezorger, zal blijven opponeeren,
tot de scheiding in de partij een voldongen
feit zal zijn geworden. Dat is de toekomst,
die voor Mr. Troelstra de desillusie zal
brengen, die de mannen der eene, groote
en ondeelbare partij reeds lang als een vol
dongen feit hebben aanvaard.
KAMER-RAAD
IIIIIMIIinltlMlllllltlllllllllMIIIIIMMIIIUtlllll
de klep van het werktafeltje op en bergde
het daarin weg.
Op dat oogenblik werd er gebeld. Ze
keek haastig op de pendule, 't was nog
tien minuten voor vieren.
Daar is vriend Terwind!" riep tante
Digna, die in 't spionnetje keek.
Kind... nu kun je niet wegloopen!"
Greta hield met moeite een ongeduldigen
uitroep terug.
Ik dacht, dat dominézpo'n man van de
klok was,1' zei ze nog bitsig.
De pendule zal achter zijn,"meende tante
Cato met onwrikbaren geloofsijver.
DominéTerwind trad al binnen, na een
krachtigen klop met een vleezigen knokkel
op het paneel van de deur.
Goeden middag... goeden middag!" zong
hij met blijmoedige hartelijkheid. Het was of
hij het gansche vertrek met zijne zwarte
omvangrijkheid eensklaps vulde.
Dag vriend!" zong tante Digna terug.
Tante Cato had een schertsje.
Vrijdagmiddag vier uur, dan slaat de
pendule niet, maar dan tikt dominé!"
Hoe lachten ze alle drie!
Hij drukte de tantes de hand en beiden
gingen ze even schuil achter zijn groote
buikige gestalte, eerst tante Cato, dan tante
Digna.
Vervolgens wendde hij ziéh om, zag Greta
aan, trok zijn vleezig hoofd even terug in
Het artillerieschip
in den huldigen oorlog
Hoewel er bijna geen oorlogschepen zijn
zonder kanonnen (zelfs de onderzeebooten
worden er tegenwoordig van voorzien), ver
staat men onder artillerieschepen in het
algemeen die oorlogschepen, waarvan het
geschut als het voornaamste wapen wordt
beschouwd. Men onderscheidt ze in
slagschepen, slagkruisers, gepantserde kruisers,
lichte kruisers, kanoneerbooten enz. al naar
mate van hunne grootte, snelheid, bewapening
en pantsering.
Nog niet zoo erg lang geleden bestond
tusschen de marinedeskundigen hier te lande
groot verschil van meening over de vraag
of van de voor de verdediging van het moe
derland, zoomede voor de verdediging van
Indië benoodigde vloot de kern uit zulke
artillerieschepen, dan wel uit
torpedovaartuigen zou moeten bestaan. Veel is hierover
geschreven, talrijke adviezen zijn er over
uitgebracht, maar nog altijd kon geen defi
nitieve beslissing worden genomen. Het ligt
dus voor de hand, dat de gebeurtenissen ter
zee voor ons, die aan den vooravond staan van
eene reeds dringend noodige reconstructie
van onze oorlogsvloot, ook uit dit oogpunt
beschouwd, bijzondere aandacht verdienen.
Reeds nu wordt door sommigen de mee
ning verkondigd, dat de kostbare, zwaar
bewapende, oorlogsschepen van het z.g.
Draadnought-type hebben afgedaan en dat
de onderzeeboot het wapen bij uitnemend
heid is geworden. Wij echter meenen in
een vorig nummer te hebben aangetoond,
dat het bewijs voor de juistheid dezer stelling
nog niet is geleverd, althans dat dit bewijs
tot dusverre slechts in zeer beperkten zin
door feiten kan worden gestaafd.
in hoeverre voor het oogenblik uit de
gebeurtenissen ter zee gegevens zijn te
putten voor de waarde, die aan de artillerie
schepen mag worden toegekend, moge uit
het navolgende blijken.
Het eerste zeegevecht van eenige
beteekenis vond plaats in de bocht van Helgojand
op den 28en Augustus 1914 en eindigde
met den volslagen ondergang van 3 Duitsche
lichte kruisers en l Duitsche torpedoboot.
Eerstgenoemde schepen werden in den grond
geschoten door de vijandelijke slagkruisers,
die bij de heerschende nevelachtige weers
gesteldheid onverwacht te voorschijn waren
gekomen. Behalve aan boord van de
Engelsche lichte kruiser Arethusa" en van de
torpedobootjager Laertes," die vrij zware
beschadigingen opliepen, leed de Engelsche
vloot zoo goed als geen verliezen. Het veel
zwaardere geschut der slagkruisers had de
tegenstanders in minder dan geen tijd tot
zinken gebracht.
Het tweede treffen van beteekenis vond
plaats op de Westkust van Chili ter hoogte
van Coronel, waarbij 2 Engelsche gepant
serde kruisers ten onder gingen door het
vuur der zwaarder bewapende tegenstanders.
Bij het derde treffen tusschen groote schepen,
nl. in den slag bij de Falklands eilanden,
werden de Duitsche schepen, die bij Coro
nel de overhand hadden gehad, echter op
hun beurt tot zinken gebracht, toen zij in
contact kwamen met de zwaarder bewapende
Engelsche slagkruisers, die uit de
Europeesche wateren tegen hen waren afge
zonden. En in den slag op de Noordzee,
die den 23en Januari j.l. plaats vond en
waarbij zoowel aan Engelsche als aan Duit
sche zijde moderne slagkruisers aan het
gevecht deelnamen, ging althans voor
zoover na te gaan alleen de Duitsche
gepantserde kruiser Blücher verloren, wier
bewapening uit geen zwaarder geschut dan
kanonnen van 21 cM. bestond.
De Engelsche beschermde kruiser Pegasus
moest het bij Zanzibar volkomen afleggen
tegen de meer moderne en beter bewapende
Königsberg. De kranig gecommandeerde
Emden, die echter geen zwaarder geschut aan
boord had dan kanonnen van 10.5 c.M., werd
geheel ontredderd geschoten doordekanonnen
van 15 c.M. van de snellere Australische
kruiser Sydney. Vier Duitsche torpedobooten,
elk bewapend met een paar kanonnen van
5 c.M., kregen geen kans tegen het superieure
artillerie-vuur van de Engelsche kruiser
Undaunfed en van dat der haar vergezellende,
met kns. van 10.2 c.M. bewapende
torpedobootjagers.
In elk dezer gevechten en dit is het
merkwaardige ervan beliep de over
winnaar zoo goed als geen schade, terwijl
de tegenpartij volkomen vernietigd werd.
Nu moet men natuurlijk voorzichtig zijn
met het trekken van conclusies en mag
men aan gevechten tusschen kleine
vlootverbanden, die bovendien uit snelloopende
schepen waren samengesteld, geen te groote
waarde toekennen. Vooral niet, omdat de
overwinnaar in de meeste gevallen niet
alleen beter bewapend was, maar ook over
grootere snelheid beschikte en zoodoende
kon zorgen voor een zoodanigen gevechts
afstand, dat zijn tegenstander hem weinig
schade kon toebrengen. Zoodra echter ook
de zwakkere zoo zwaar bewapend was dat
zijn geschut op den grootst vol te houden
gevechtsafstand nog voldoende trefkans
bezat, zooals in den laatsten slag in de
Noordzee blijkbaar het geval is geweest,
zijn hagelwit liggend boordje, lachte met
glinsterende oogen, deed zijn volle lippen
van elkaar en riep met blijde ongelopvige
verrassing: Is dat Greta?" waarna hij met
beide handen de flauwtjes toegestoken rech
ter van Greta greep en die vasthield en
drukte of hij ze verwarmen moest.
Dag dominé", sprak Greta koeltjes, ter
wijl ze zich onmiddellijk losmaakte uit die
omklemming.
DominéTerwind had menschenkennis en
tact genoeg om zijn herderlijk prestige niet
in den waagschaal te stellen bij onwillige
lammeren, die toch niet luisteren naar een
vermanende stem; de koelheid van Greta
ontging hem geenszins, maar dadelijk had
hij een anderen gepasten toon bij de hand,
dien van een ouden, vaderlijken vriend, die
belangstellend informeert.
En hoe bevalt het je op de academie
m'n kind?"
Hij was gaan zitten in een leunstoel vlak
naast tante Cato om de doofheid van
deze.
Greta moest er nu wel van vertellen, doch
ze deed dat met zoo'n zakelijke kortheiden
sprak daarbij zoo vlug, dat ze in een oog
wenk was uitgesproken, terwijl hij toch op
niets meer kon terug komen of over niets
meer navragen, zonder gevaar te loopen,
dat ze hem ongeduldig zou toevoegen:
Maar dat zei ik u toch immers", zoodat
iormaiüint-Tatoietten
vernietigen de ' bacteriën m
monden Keel en beschermen
Besmetting.
tegen
iiimmiiiiiiiii iiiimiiiiiiiiiiiiiniiiiiMuiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiii
werd de uitslag dadelijk anders. Want als
men het gebeurde met de zwak bewapende
Blücher" uitschakelt, was de schade ove
rigens aan weerszijden vrijwel even groot.
Als men in het oog houdt, dat de bewa
pening der Duitsche slagkruisers, die aan
dit gevecht deelnamen, grootendeels uit ka
nonnen van 28 cM. bestaat (alleen de
Derflinger" heeft kns. van 30.5 cM. aan
boord) en dat van de Engelsche slagkruisers
er drie bewapend zijn met geschut van 34.3 cM.
en de overige met geschut van 30.5 cM.,
dan is er dus grond voor de veronderstel
ling, dat om en nabij het kaliber van 30.5 cM.
de grens ligt, waarbij men mag aannemen
in bewapening niet hopeloos in de minder
heid-te zijn. Zelfs met de beste
richtmiddelen is het dus blijkbaar onmogelijk om dan
nog een gevechtsafstand te kunnen kiezen,
waarop dit geschut geen en zwaarder ge
schut wel voldoende uitwerking en vooral
voldoende trefkans geeft.
Alles natuurlijk in de veronderstelling, dat
de geoefendheid en trefzekerheid der kanon
niers aan weerszijden dezelfde is en dat het
aantal kanonnen van groot kaliber niet te
veel uiteenloopt.
Al bestaat er dus grond voor de ge
volgtrekking, dat een zwaarder bewapend
schip op zijn tegenstander altijd zooveel
vór heeft, dat die tegenstander, hoedanig
het verschil in bewapening ook zij, geen
kans zal hebben om hem ernstige schade
te berokkenen, zoo mag uit de resultaten
der geleverde zeegevechten toch wel het
volgende worden afgeleid:
1. Grootere snelheid heeft veel meer in
vloed dan tot dusverre door velen werd
gedacht en is tot zekere grenzen on
misbaar om eene zwaardere bewapening tot
haar recht te doen komen; zij kan veelal
tot eene beslissende overwinning leiden.
2. Voor een actie over dag blijkt de
uitwerking van het moderne middelbaar
geschut van dien aard te zijn, dat aan een
optreden van zelfstandig ageerende
afdeelingen licht bewapende torpedobooten of
torpedobootjagers niet meer behoeft te wor
den gedacht. Zonder steun van goed bewa
pende, snelvarende artillerieschepen zullen
zij niets kunnen uitrichten. Slechts zeer
snelloopende en goed bewapende dus
grootere torpedobootjagers zullen nog iets
kunnen presteeren.
Uit de conclusie sub 2 volgt, dat de door
de Staatscommissie voor de Indische De
fensie van 1906 aanbevolen scheepstypen
bij verdere plannen tot reconstructie onzer
vloot veilig buiten beschouwing kunnen
blijven.
3. De meening, dat het voor kleine mo
gendheden aanbeveling verdient om ver
kleinde uitgaven van moderne oorlogsschepen
te bouwen, is op afdoende wijze door de
feiten weerlegd. Elk nieuw te bouwen schip
zal in zijn soort op zijn minst gelijkwaardig
moeten zijn met het beste, wat gelijktijdig
in het buitenland in aanbouw wordt ge
bracht. Op zijn minst gelijkwaardig, omdat in
geoefendheid het personeel der kleine mo
gendheid wel zal achterstaan bij dat van
een eventueelen krachtiger tegenstander.
Meer weten wij o.i. omtrent de waarde van
de verschillende soorten van artillerieschepen
nog niet, maar ook niets minder.
NEPTUNUS"
Inhoud van Tijdschriften
Groot Nederland, Febr. '15: Frederik van
Eeden, De Heks van Haarlem. Treurspel der
onzeekerheid 1. Helene Swarth, Liedjes.
Marcellus Emants, Zijn evenmensch, (slot).
J, L. Walen, De leerling. Als ik loop
door de velden. Jan Zeldenthuis, Verzen
van Herfst en Weemoed. Willem de
Mèrode, Gedichten. J. L. Walch, Het
wonder (slot). J. Dijkstra, Een Zaterdag.
J. L. Walch, Literatuur. Dram.-overzicht.
Op de Hoogte, Febr. '15: v. R., Herin
neringen uit het hooggebergte.
Maghrebel-Aksa, Marokko. Xanthis, De roman
eener vitrine. P. G, Leidsche hofjes.
Arn. Saalborn, De roode geranium. Paul
Elsner, De Hollanderstadt" op 't eiland
Amagar. J. H. Rössing, Van en op de
planken. De Wereldoorlog.
De Hollandsche revue, No. l: Wereld
geschiedenis. Belangrijke onderwerpen:
Een vooraanstaand spiritist overleden.
De papier-industrie te Apeldoorn. Behoud
van natuur-monumenten Het Rijksarchief
te 's Gravenhage. 't Binnenhuis. Karak
terschets: W. j. Stokvis. Revue der Tijd
schriften.
hem niets restte dan een: Zoo ... zoo",
van voldane belangstelling en een vaag:
Ja ... ja ... dat academieleven ...!"
Och," meende tante Digna, voor een
jongmensch heeft het academieleven veel
gevaren, maar voor een welopgevoed jong
meisje ''
Is het gevaar niet groot.... zeker
zeker " bevestigde dominéTerwind ge
ruststellend.
Is Jacobus al thuis met vacantie?" vroeg
tante Cato.
Hij wendde zich tot haar.
Ja Jacobus is gisterenavond thuis
gekomen."
Och, we hopen toch, dat we hem ook
eens bij ons zullen zien," riep tante Digna,
hij kent Greta niet eens!"
DominéTerwind zweeg even.
Greta voelde het bloed naar haar hoofd
stijgen van woede bij de gedachte, dat hij
mogelijk zweeg, omdat hij Jacobus voor
haar te goed vond.
Zeker zeker " sprak hij eindelijk,
Jacobus zal wel eens komen."
Hij wachtte weer even, boog zich dan tot
Greta met een soort logge galanterie.
En het zal hem ongetwijfeld aangenaam
zijn eens kennis te maken met zijn vrouwe
lijke collega."
We zijn geen collega's; ik ben jurist,'"
zei Greta snibbig.
Twijfel
Wonderbaar Zijn, hoe grijpt ge mij aan met Uw diepten,
Onpeilbaar voor 't scherpste vernuft, voor de hoogstvliegende ziel!
Aanschouw ik bij nacht het fonklend gesternte,
Of hoor ik des leeuweriks jubelenden zang in den morgen,
Steeds vult gij mijn dorstende ziel met eerbiedig ontzag.
Zijt gij 't schoonste, gij lieflijke maan, beeld van den vrede,
Zijt gij 't grootste, gij zpnne, schepper van leven e_n kracht,
Of zijt gij gering in 't rijk van de zonnen, die schitterende
Stippen zich toonen op het donker fluweel van den nacht ?
Gevoelt gij Uw kracht, sombre berg, wiens top trotsch
Zich verheft in de wolken?
Is de rust in uw donkere diepten, o zee ?
Gij allen geeft vrede en wateren en koelte;
Doch geeft niet als. mensch of als god.
Zie den mensch; zelfs de kleinste,
Hij geeft naar vermogen,
Aan dat wat hij lief heeft.
Zijt gij hooger dus, mensch, dan de bronnen die 't leven u geven?
Schuldloos en bleek staart de maan op ons neder;
Eeuwen reeds zendt de zon ons haar steeds brandenden gloed;
Eeuwig wentlen en keeren d'ontelbare zonnen
In 't plan van hun banen;
Trotsch en koud staat onwrikbaar 't gebergte;
Machtig en kalm rolt de zee,
Door de kracht van de stof die haar trekt.
En gij, mensch, gij zijt schuldloos en zondig;
Geeft den dood en het leven;
Springt, dartelt, .jubelt of treurt,
Naar uw wensen.
Waar is uw oorsprong, ziel-dragend stofje ?
Is iets van het Al in uw teere gestalt,
In uw geest, die niet weet wat hij is?
S. ROZEMOND
lltmilMHItmilllUtUIMIIIIIIIimilllllMMItlllllllllllMMIIIIIIIlMimillllllllllllllllllMUIIIf
Brandvrij, Yochtwerend, Isoleerend, Trek- en Krimpvrij
ASBESTCEMENT
YLAKKE PLATEN, LEIEN,
GOLFPLATEN.
Eerste Nederlandsche fabriek van
Asbestcem entplaten MARTI N l T",
ruqutiuweg 118, Amsterdam.
BOUWT TE HUNSPEET.
Mooie boschrfjke terreinen. Spoor.Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
Mij. DE VELUWE", Nunspeet.
ORANS ;VS DE CHAMPAGF
Perrief-Joue'
..
CoifC(.'fsion'riai.resjxi>
Sauf.er ^Polfs/Maast
VORMEN.
Een Handboek voor Dame
BBWBBKT DOOR
JOHANNA VAN WOUDE.
?et iteawite ei veUeilgite kwtkoek tor
In prachtband ?2.50, In satijn ?2.90
Uitgave v. Van Holkema & Warendorf,
Amsterdam.
fiflDÜNTIFIEDER iTUI( OATKWMPT
UHNHIl l IC WORDT TERUGGENOMEN
FABRnwiif V/UTON ZONEN KMSTER'QAM
Monsters, geïllustreerde prijscou
ranten en attesten zenden gaarne
N. V. Ned. Tricotfabriek VALTON
ZONEN, Amsterdam.
VERHUIZINGEN onder GARANTIE.
BERGPLAATS voor INBOEDELS.
Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Tel. Z. 822.
Doch haar opmerking trok geen merkbare
aandacht.
't is een brave, oppassende jongen," hul
digde tante Digna.
Zoo'n kind is wel een zegen,' voegde
tante Cato er bij.
Daar ben ik ook zeer dankbaar voor,"
verzekerde de vader nu met zijn volle
preekstem. Jacobus is altijd dezelfde, stille,
rustige, werkzame jongen geweest; als kind
reeds. In een hoekje met een boekje", dan
was hij tevreden en muisjesstil. En nu op
de academie, ondanks alle verleidingen, blijft
hij dezelfde. Daar ben ik zoo hartelijk dank
baar voor. Natuurlijk, hij heeft zijn gepaste
vermaken, hij schaakt, hij rookt graag een
pijp, hij disputeert wel eens..." en domin
Terwind glimlachte zacht toegevend
Zelfs met zijn vader, die hem wel eens
verwijt, dat hij te veel in de ethische rich
ting afdwaalt, maar enfin daar berust ik
gaarne in Tja Jacobus heeft me tot
heden altijd reden tot groote dankbaarheid
gegeven, hij heeft me meermalen aangenaam
verrast en nog nimmer teleurgesteld."
Ja, dat is wel heerlijk...!" beaamde
tante Digna en dan tot Greta: Kind, krijg
jij nu weer eens de madera en de sigaren,
die weet je nog wel te staan, hé?"
Zou 't waar zijn?... Weet ze dat nog?'
herhaalde dominéTerwind in vriendelijke
spanning.
Greta gaf geen antwoord; ze was vlug
opgestaan, kreeg het gevraagde uit de kast
en zette het op een tafeltje naast domin
neer.
Alstublieft."
Dankje m'n kind.''
En nu excuseert u me zeker wel, domin
Terwind, maar ik moet noodig nog een paar
boodschappen doen," sprak ze wat hoog en
haastig.
Tante Digna kuchte.
Nu nog alleen uit en het begint al te
schemeren ..." zei de dominéeven beden
kelijk, met iets vragends in de richting van
de tantes.
O, ik loop in Leiden 's avonds zoo dik
wijls alleen op straat," antwoordde ze.
Ze boog voor hem en dan vlug: Dag
tantes, tot straks!"
Ze zag nog snel de drie gezichten in den
vajen schemer naar haar toegewend, ze rook
de madera, de sigarendamp, dan ineens was
ze uit die gehate kamer en voelde ze de
frissche kilte van de gang tegen haar slapen.
Lekker warm in haar bont gedoken, stapte
ze vlug met veerkrachtige, kittige passen
over de gracht.
Ze had behoefte haar voetstappen te hooren
en ze klikten dan ook helder op de bevroren
steentjes en echoden tegen de hooge stoepen
en de deuren der onderhuizen.
(Slot volgt.)