De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 28 februari pagina 6

28 februari 1915 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 28 Febr. '15. No. 1966 Ivan Mestrovic De Weduwe Servische Kunst Toen enkele jaren geleden te Rome een Servische tentoonstelling werd gehouden, is deze voor velen een openbaring geweest. Want men moge nu meenen nóg zoo goed op de hoogte te wezen van de eigenaardig heden van het land en 't volk van het koninkrijk Servië, op n punt was het voor de overgroote meerderheid van het menschdom terra incognita, en dat was op het gebied der beeldende kunst. En wat Servië te dien opzichte te zien gaf, was vooral daarom een openbaring, omdat het toonde een eigen kunst, een kunst met eigen karakter, met eigen uitdrukkingsver mogen te bezitten. Enkele staaltjes van wat te Rome was tentoongesteld geven we hier als reproducties. Het tentoonstellingsgebouw, het Pavil joen, noemde men het bescheiden was door den architect Bajalovic opgetrokken in een stijl, die aan een Assyrisch mansoleum herinnerde, doch die door de strafheid van vormen strookte met het karakter van het Servische ras. Een belangrijke plaats in het binnenste werd ingenomen door de beelUitkomst", Spel van droom en leven door Herman Heijermans. (?De -Hagespelers".) Hoe verkeerd het is, zich een oordeel te vormen naar verslagen over tooneel van anderen, is mij nooit zoozeer gebleken als gisterenavond bij het zien van Heijermans' Uitkomst". Ik herinner mij, daar ongeveer zeven jaa.i geleden in Indië zijnde, van ge lezen te hebben, dat het een volslagen fiasco" geweest is. Zelfs zou het, volgens den auteur, uitgefloten zijn. Het is een van mijn vele zwakheden, dat ik altijd vriendelijk nieuwsgierig gestemd ben voor dingen en menschen, die fiasco maken en uitgefloten wordenen omgekeerd, dat eclatante populaire successen mij eenigszins onwelwillend bevooroordeelen. Zit ach ter menig volslagen fiasco niet dikwijls een sublieme poging? En heeft een compacte Majorilat" niet bijna altijd ongelijk als zij uitfluit ? Vandaar, dat ik in een zeker hoop vol verwachten gisteren avond Heijermans' Uitkomst' ben gaan zien, ik, die voor alles wat ik totnutoe van Heijermans op het tooneel gezien had, bewondering, hoogachting, respect in zekeren zin, en al wat men maar mér wil had, maar geen liefde. Omdat zijn kunst nu eenmaal zoo geheel anders is, dan hetgeen ik in de kunst in de rich ting van mijn ideaal vind. Nog iets anders voelde ik, waarom ik er heenging: bewondering voor Verkade, dat hij een gevallen", een uitgefloten stuk, een fiasco, weer heeft durven opnemen, en op nieuw ten tooneele voeren. Ik houd van menschen, die gevallen dingen en menschen in hun handen nemen en opheffen.... En, neen, het is niet vreemd, ik heb het immers mér met gevallen dingen gehad, nietwaar, en met gevallen menschen k, toen Uitkomst" mij had aangeraakt en in mij was opgenomen, toen heb ik die wel bekende, maar zeldzame ontroering gevoeld van n zeer verwante schoonheid, die tranen naar de oogen doet wellen, en men weet niet of het smart is dan wel vreugde om schoonheid van de smart... Bij het begin was ik bang, dat het weer mis was, want het begon immers weer met een Falklandje, en met flauwe, bij dom publiek inslaande, van Maurik-achtige mop pen" van den mankepootigen waschbaas, zonder eenig esprit". In nt gezin van kruier Banes, waar die mankepopt zijn ongenietbaren humor lanceert is 'het misère, een baas zonder werk, een zoon die gezeten" heeft, een meid, die de vlakte" op zal gaan, en natuurlijk! in welk Heyermans' stuk niet? een hoop onbetaalde rekeningen en manende crediteuren. Dan wordt een arm jochie binnengedra gen, een verlamd kereltje, die uit een boom is gevallen, en die door moeder verpleegd wordt, die hem niet in 't gasthuis wil hebdende kunst; in de eerste plaats fragmenten van een soort van Servisch Pantheon, gewijd aan de herinnering aan den slag van Kosovo Pol je (in 1389, waarbij de Serviërs door de Turken totaal verslagen werden), waardoor de meest talentvolle van alle Servische beeld houwers, Ivan Mestrovic. beeldhouwwerk van stoere monumentaliteit en barbaarsch-exotische schoonheid kon doen bewonderen. Daarnaast prijkte een cyclus, waarin de nationale held van Servië, Marko Kraljevic, een evenknie van den Duitschen Siegfried, verheerlijkt werd zoowel door schilders als door beeldhouwers. Wel eigenaardig en opmerkelijk was het, dat de benaming Servisch Paviljoen", uit het oogpunt van politieke aardrijkskunde in zeker opzicht misleidend was. Immers het waren niet enkel onderdanen van Servië's koning, die hadden ingezonden, doch kun stenaars uit Hongarije, Dalmatie, Montenegro, Macedonië en andere staten hadden me degewerkt aan de tot stand koming. Daar mede huldigden zij het ideaal van een GrootServië, dat allen, die zich van Servischen stam gevoelen, nog eenmaal verwezenlijkt hopen te zien: de vorming van een zér iMiMiiauumimLiiiiiimiiMiii ben. Het ventje is voor 't eerst uitgeweest om de koningin voorbij te zien gaan en komt er koortsig van thuis. Anders niets. Maar met dat zieke jongetje wordt het sublieme in dat brok werkelijkheid" bin nengedragen, dat nu opeens verheven gaat worden tot droom. Het ventje heeft de zwanen in het Vondelpark gezien, en heeft met zijn moeder over diamanten en juweelen gepraat, die de hooge" dames aanhebben, en heeft ook van de dreigende misère ge hoord, van den schoenlapper, en den bak ker, die manen en niet meer poffen, en heeft den agent gezien die een dagvaarding komt brengen, omdat Jantje zes maanden geleden eens een lantaarn heeft ingegooid. Het uitgaan, in al de drukte van feest, heeft hem te veel opgewonden, Jantje krijgt koorts, wordt ingestopt, als allen slapen gaan, en gaat droomen... En nu komt zoowaar, op 't Heyermansche tooneel! de droom op de planken, het brok werkelijkheid" ver zinkt, en alles wat nu verder gebeurt, is in de atmosfeer van den droom, ja, van den droom, weet dit wél, den droom, waarin even groote, zoo niet grooter werkelijkheid is dan in het leven, en waarin alles heel ge woon en waarschijnlijk is, wat in het leven niet kan en absurd is. De zwaan uit het Vondelpark komt, en neemt Jantje op zijn rug, en Jantje vliegt met hem naar de sterren, die diamanten en juweelen zijn, en plukt ze af heusch, als ge 't droomgebied kent, is dit doodeen voudig en natuurlijk en hij komt in zijn armoè-huisje terug, en als de schoenfrik en de bakker komen, krijgen ze zoo'n diamant als ze niet meer manen en nog leveren, en de agent krijgt er k een, als hij de zaak van de lantaarn koest houdt, en moe en vader en broer en zus komen, en al de menschen die in Jantjes wereldje voorkomen (hoe voortreffelijk is dit gezien) de dokter, de kapelaan, de meneer van de Bank, van Oome Jan, en de waschbaas, en de bovenbuurman, allemaal, en broer houdt een veiling van de steenen, en praat als kokadorus, die Jantje op 't Amstelveld hoorde, en opeens wordt de droom grilliger, als de koorts stijgt, alle bekende gezichten zijn weg, zuster Sien is alleen met den bakker over, die een ster diamant gebroken heeft, en ze krijgen ruzie met den zwaan, en met hun tweeën vallen ze op den zwaan aan, en slaan hem, slaan hem, dat de kop neerzijgt en de wieken langzaam flapperend vallen, en Jantje roept angstig om hulp voor zijn lieven zwaan, dien ze vermoorden, en gilt en gilt en... de droom is weg, de atmosfeer gebroken, er is alleen het armoe kamertje en een koorts-ijlend jongetje, dat in moeders armen sterft... Dit alles is absurd, is onzin, is belachelijk, het is te gek om alleen te loopen, God nog toe, wat is dat idioot, dat alles, ik weet het wel... in het brok werkelijk heid". Maar daar speelt het dan ook heelemaal niet in, het speelt, alstublieft, in den droom, op het droomgebied, en iedereen, die daar maar een bétje in thuis is, weet, hoe natuurlijk daar het absurde is, en, in die aparte sfeer, hoe logisch alles ook, hoe verband houdend met dat andere gebied van i de werkelijkheid. Er komt geen enkel beeld in dien droom, dat ook niet pp het andere werkelijkheid-gebied in Jantjes gedachten Naar een ets van Tomislav Kriaman In Bosnië uitgestrekt rijk, dat allen zal omvatten, die Servisch bloed in de aderen hebben. Dat ideaal is niet uit de geesten kunnen weg gevaagd worden door de onderdrukking der Turken, waaronder de Serviërs vier eeuwen lang gezucht hebben en dat ideaal zal blijven leven zoolang er een Servische taal, Servi sche letterkunde, Servische bouwkunst en Servische beschaving (van cultuur" durven we niet reppen!) blijven bestaan. Een der krachtigste figuren in de hedendaagsche Servische kunst is ongetwijfeld de zooeven genoemde beeldhouwer Ivan Me strovic. In zijn stoeren stijl reflecteert zich als 't ware het stoere karakter van het Ser vische ras. Zijn uitbeelding van figuren, is niet een wedergave van bepaalde per sonen, doch hij streeft er steeds naar het typeerende van het ras op den voor grond te brengen. Niet een bepaalden man of vrouw wil hij weergeven, doch een man en een vrouw in het algemeen. Hij weet het menschelijk lichaam verwonderlijk mooi te modeleeren, doch zijn scheppingen dragen steeds een monumentaal karakter. Hij heeft steeds het geheel voor oogen, en de samenhang der hoofdlijnen is voor hem het voornaamste. Zijn kunst staat dus vierkant tegenover die, welke in een impressionistische plastiek, die strijdt met het karakter van het materiaal, heil zocht in de eerste plaats tegenover de zedelijke uitdrukkingslooze beeldhouwkunst, die de mo derne Italiaansche kunst vaak kenmerkt. Torna Rosandic Kopstudie Ivan Meitrovic Sphinx, uit den tempel van Kosovo was, alle menschen, en dingen, en gedach ten er uit gaan niet buiten het geziene en gedachte in de realiteit van 't gewone leven, alleen zijn ze, op het droomgebied, getrans formeerd, en warren met andere logica door elkaar, in koortsiger daden en bewegen. Het grootste gedeelte van Uitkomst" speelt niet in het leven, maar in 't gebied van den droom. Men moet een dichter zijn om dit aan te durven. Ik wist tevoren niet dat Heyermans zulk een dichter was, maar nu, tot mijn vreugde, weet ik het. Hoe gevaarlijk zooiets echter op de plan ken is, hoe hier het sublieme op 't randje van 't redicule ligt, weet k ieder tooneelkenner. Zoodra de spelenden of, nog erger, een deel der spelenden, niet in de droomsfeer zijn, dan wel er maar even uitvallen, is de toestand belachelijk, en breekt de stemming onder de toeschouwers. Dat een vogel spreekt denkt om Rostands Chantecler" is op zichzelf zoo gek" niet op het tooneel, maar zoo als bij deze opvoe ring gebeurt wél dat hij te veel op een kruipend mensch gelijkt en dat hij op een gemaakten toon spreekt. Het feit dat een zwaan een menschengezicht heeft daaren tegen is in een droom heel niet vreemd, ook niet als het slokt als een zwaan. Het is ook in den droom een heel gewoon ding dat de vleugels uit een beddesprei bestaan. Als over het geheel maar goed de droomstemming ligt. Er is ergens spottend van ge waagd, dat de bakker in den droom drie en zestig bropden telt, en dat men dan het gevoel krijgt alsof het nooit ophoudt. Maar juist zoo iets is een vaak voorkomende moeilijkheid in een droom Men moet echter wel eens droomen geanalyseerd en zelfs gecontroleerd hebben om op dit gebied eenigszins thuis te zijn. De eenige van al de spelers, die aan n stuk door, zonder een oogenblik er uit te vallen, volkomen de illusie van den droom wist te geven was Tilly Lus. Ik kan geen woorden vinden om heel mijn bewondering uit te drukken voor de dichterlijke creatie van Jantje door Tilly Lus. Het was iets om nooit weer te vergeten, dit tecre, fréle, naïeve gaan van dat dichterlijke, arme jongetje door die droomsfeer, zóvolgehouden, z zonder de minste pose natuurlijk, zóinnig aandoenlijk van gebaren, van uitdrukking en van stem, dat geen oogenblik de broze, ragfijne stemming brak, zelfs niet bij het onbeholpene der electrische lampjes, die de edelsteenen moesten voorstellen, en bij som mige minder gelukkige bewegingen vanden zwaan, en bij den primitieven kijkspel-hemel. Door de droom-sfeer, voortdurend om het jongetje heen, leek al die onwaarschijnlijk heid geenszins belachelijk. Men vergeteook niet dat zoo'n droomend pauperjongetje zich hemel en sterren anders voorstelt dan een dichter uit een meer ontwikkeld milieu. Prachtig was het plotseling breken van den droom, en het wilde angstgeschrei van het levende, stervende kind na het stil droomschrijden van het slapende jongetje. Ik weet nog niet recht of dit alles nu wel goed tooneel" was. Ik weet alleen dat ik diep ontroerd heb zitten zien en luisteren, en dat dit dichterlijk werk is van Heijermans, dat mijn liefde heeft. Laat ik er bij zeggen: in de half leege zaal vond het publiek het, geloof ik, ver velend. Er was aan 't einde geen eerbied, stilte en geen applaus, zelfs geen zwak succes d'estime. Ik vrees dat ook deze, door Verkade zoo dapper en vol piëteit geënsce neerde Uitkomst" een soort fiasco is ge bleven. Maar ik hoop dat Heijermans nog meer zulke dichterlijke fiascos zal maken, en Tilly Lus nog meer zulke dichterlijke creaties. HENRI BOREL Concert Spier-Scheurleer- Verhey Het was een genoegen, tusschen de vele piano-avonden der laatste tijden, de aan kondiging te lezen van een concert, waarop een ander instrument zou worden bespeeld. Verwonderlijk, dat niet meer musici dezen avond hebben bijgewoond en gingen luisteren naar het eigenaardig timbre van de harp en hare zeer bijzondere speelwijze. Het gebeurt zelden, dat wij dit instrument, dat in onzen tijd slechts in de conventioneele verbinding van speeltuigen, die wij orkest" noemen, wordt gebruikt, afzonderlijk te hooren krijgen. Die gelegenheid hadden velen moeten benutten, om het van naderbij te leeren kennen. Het ongewone van de verschijning van de harp op het podium van den kleinen zaal, bleek uit alles. Zelfs Apollo, die anders onverstoorbaar naar den uitgang wijst, scheen onrustig te worden, en de knecht, die het instrument moest verzetten, wist er geen raad mee en stelde het tot driemaal toe verkeerd op. Uit een paedagogisch oogpunt is het dus reeds zeer te prijzen dat mejuffrouw Spier ons haar harpspel liet hooren. Zij wist de mogelijkheden van de techniek op de meest juiste wijze te demonstreeren en liet ons hooren welke toonopvolgingen en klank effecten te bereiken zijn. Het bleek ook nu weer dat de harp niet een modern" instrument kan worden ge noemd, dat haar aard in opstand komt tegen het chromatisme der latere muziek en dat zij misschien weer in eere zal worden her steld als ooit een nieuwe diatoniek geboren wordt. Bij de tegenwoordige experimenten met kwart-tonen kan de harp dus gevoegelijk blijven rusten. Daarentegen is haar klankkarakter van onge wone soort en hebben bepaalde liggingen een buitengewone bekoring. Zoo het midden register, hetgeen in het extra-stukje uitstekend uitkwam. Geen ander instrument heeft een dergelijk immaterieel timbre. Daardoor alleen is hare toepassing in het moderne orkest dan ook te verklaren en als kleur gebruikt, kan met de harp iets bijzon ders worden bereikt. (Men denke aan Mahlers Lied von der Erde"). Het is alleen jammer, dat de werken die Nico Bodröziéen Torna Rosandic Portaalversiering Terug tot Phidias en steeds verder tot uitdruk king der gedachte, is voor hem het parool. Zijn kunst is die van een nog onbekend, nieuw ras; zij kenmerkt zich niet door nieuwheid, zonderlingheid of exotisme; zij is oprecht, kerngezond, doorleefd, zou men kunnen zeggen. Ook de andere Servische kunstenaars zijn nationaal. Zij toonen ernstig te streven naar het beste en in het bijzonder noemde Mitronovic den fantasierijken schilder Mirko Racki, den etser Tomislav Krizman, uit de school van Klimt, Toma Rosendre, een beeld houwer, wiens busten vooral aandacht ver dienen, den plein-airistischen schilder Marko Murat enz. K. * * * iiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiimiiit IIIIIHIIIIHIII iiiiiifiiiiMiiimmiiituiiii voor solo-harp zijn geschreven, zoo weinig beteekenen! Ik vertrouw, dat Mej. S. de litteratuur van haar instrument goed kent en dat zij ons van het beste gegeven heeft, maar dan moet ik zeggen, dat het beste nog zeer middelmatig is. Een vSchubertFantasie als van den heer Trnecek is eea prulletje en ware beter ongespeeld gebleven. Bestaat er niets mooiers, dan is het geraden met de harp als so/o-instrument niet voor den dag te komen. Zij zou dan in kamer muziekwerken samen met fluit (Mozart), strijkinstrumenten (Debussy dansen) of der gelijke bespeeld kunnen worden en daar uitstekend op haar plaats zijn. Zooals ik reeds opmerkte, is het spel van Mej. Spier voortreffelijk. Slechts nu en dan forceert zij de hooge tonen in het forto, waardoor deze iets schrils en hards krijgen. Ik hoop dat zij ons spoedig betere weiken zal kunnen laten hooren. De zangeres, Mej. Scheurleer was noch met de keuze harer stukken, een aria van Paisiello en drie liedjes van R. Hahn, noch met de voordracht er van gelukkig. Zij bezit een mooie stem, maar miste dunkt mij alle beheersching. Verheij's begeleidingen hielden haar zoo goed als het kon in bedwang. Piano-avond W. Aridriessen Als men met zoo'n groote gemakkelijkheid en natuurlijkheid piano hoort spelen, zou men gelooven dat er geen strijd tegen de materie van armen en handen en de weerspannige mechaniek van het instrument gevoerd be hoefde te worden om het zoover te brengen! Alle tokkelende juffrouwen en zwaar ploe terende conservatoristen met ongeschikte handen kunnen aan Andriessen een voor beeld nemen hoe alleen physieke begaafdheid en lichamelijke geschiktheid voor het instru ment in staat kunnen stellen dien kamp te strijden en de moeilijkheden te overwinnen. Zonder die buitengewone natuurlijke dis positie zou het onmogelijk zijn op A.'s leef lijd die groote hoogte reeds bereikt te hebben. Het gemak waarmede hem alles afgaat, de snelle beheersching van het technische geven hem een zelfbewustheid en vertrouwen in zijn techniek, die zich ook in zijn spel uiten en wel eens leiden tot veronachtzaming van de innerlijkheid der werken. Dit zou niet gebeuren als hij meer had te worstelen voor hij een werk kende." Zoo waren Debussy's kinderstukjes (A. gaf de geheele serie) wel goed van klank maar de fijne geestigheid vooral in het wiegenlied van Jumbo en Golliwogg's dans ging verloren. Waar de stemming aansluit aan het romantische, aan de alledaagsche romantiek zou ik willen zeggen, vindt die bij A. meer weerklank. Zoo speelde hij Schumanns Kreisleriana" veel beter, maar wat is dat lang, te lang voor den concertzaal! Van de rhapsodie b kl. t. van Brahms wist hij werkelijk iets ongewoons te maken; de stoere Brahms werd hier hartstochtelijk. Het gepassioneerde in dit werk heb ik nog nooit zoo gevoeld; die uitvoering was bijzonder. Datzelfde vurige bracht hij ook in de Hongaarsche dansen, die hij met groote virtuositeit speelde. SEM DRESDEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl