De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 14 maart pagina 3

14 maart 1915 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

14 Maart ,'15. No. 1968 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND de cijfers over het geschutvuur te denken. De verwondingen hierdoor nemen toe, de artillerist zelf loopt betrekkelijk weinig gev£ar. Als de techniek verder vooruit gaat en dat is te verwachten zullen deze ver schillen nog duidelijker worden en men kan zich, met de noodige phantasie, voorstellen, dat de artillerist der toekomst van uit een volkomen veilige plaats den tegenstander de ntste verliezen kan toebrengen. De war Je air" van Wells leert ons hoe het er dan in onze maatschappij zal gaan uitzien. Een voorloopige schatting van de bloedige verliezen in dezen oorlog, die meer en meer op een vestingoorlog gaat gelijken, op 10 a 12 pCt. van de leg'ersterkte, schijnt mij niet overdreven voor den duur van n jaar. De tabel leert ons nog veel meer, waarop ik heden echter niet kan ingaan. In den Krimoorlog stierven 381 Engelschen aan ziekte, tegenover 100 gesneuvelden1 en aan hun wonden overledenen. In den Russisch-Japanschen oorlog verloor het Rus sische leger slechts 22 man door ziekte tegen 100 door het vijandelijke vuur. Hierboven heb ik getracht aan te toonen, wat de meest geneeskundige artsen, de chirurgen, ver mogen. Wat de minst geneeskundige medici de hygiënisten bereikt hebben, blijkt uit deze laatste cijfers. Prof. Dr. R. H. SALTET Gustav Landauer, van wie wij hier portret en een kort, maar diepzinnig opstel geven, is|een van de groot ste redenaars en een van de edelste geesten van Duitschland. In litteraire kringen mag hij niet zeer bekend zijn, velen, ook in Holland, kennen zijne werkzaamheid als vrije socialist. Moest ik in Holland iemand noemen, die het naast aan hem verwant is, wiens wezen en karakter het meest op hem gelijkt, dan zou het Felix Ort zijn. Landauer is een diepzinnig socialist, die nooit in het materialisme verdwaald is en altijd den grondslag voor het socialisme gezocht heeft in het diepe ethische, transcedente, religieuze zielsleven. Het boek, waardoor hij het beste te kennen is, is de Aufruf zum Socialismus", die dateert van 1908 en verscheenen is als uitgave van den Socialistischen Bond. Een ander werk van hem is Die Revolution", Frankfort a. Main 1907. Als reedenaar heeft Landauer zijn gelijke niet en hij is een van de zeer weinigen, die in den geweldigen stroom van nationalisme de vrijheid van geest en de ruime, liefdevolle blik op alle verhoudingen heeft weeten te bewaren. Landauer is Israëliet en woont sinds veele jaren in Hermsdorf bij Berlijn. Het portret is naar een schilderij. F. v. E. Was die Völker jetzt lemen sollten Wenn die Menschheit sich nicht durch ihre Unterjochung unter die Staatsidee zu Grunde richten soll, wird sie bald daran genen mussen, f r die wirklichen Angelegenheiten der Völker eine Ordnung zu suchen, die nicht berliefertem Aberglauben und Götzendienst, sondern der Einsicht und den Tatsachen entspricht. Staat, Etat, Stand, Zustand ist nicht eine Oertlichkeit oder ein Landgebiet, sondern eine Art und Weise. Die Interessen, die der Staat den Menschen befriedigen soll, sind op gezet heb, dan is er zoo'n duistere macht die zeidt: Nee, 't gebeurt niet!" Toen, met geringschattend gesnuffel: 't is alevel heel schriel van de jonge mevrouw... Zoo'n kedoo van niks" Ze ging buiten d'r boekje, dat voelde ze zelf, maar Johanna Pluysgat voelde 't ook en zei daarom hoog: Dat staat jou niet te beoordeelen, Mijntje'. n, om de meid weer gansch compleet onder 't wicht der dienstbaarheid te brengen : Hier, leg de letter in 'n dekschaal', dan blijft-ie versch, zorg dat-ie niet breekt... de doos en de emballage kun je opruimen". Mijntje's lippen benepen elkander vastbe raden tot een boogvormige, hanghoekige spleet; er begon een wrokje bij haar te ontspruiten over mevrouw's terechtwijzing en over de algeheele kans-verkekenheid van 'n zelfs maar bescheiden aandeeltje banket letter-genieting. Zwijgend nam zij de frontjes-doos van tafel, bekeek op haar beurt den inhoud met 'n van wege de wrokkigheid bepaald vies gezicht, en was op 't punt van de kamer uit te gaan toen ze met boosaardige listig heid zei: 't Is alleen maar jammer dat de jonge mevrouw juist nou net, zooveel minder als anders heeft gestuurd..., ze zeggen dat juffrouw Braakels heel naar leit... enne... als die nou 'ns mocht komen te overlijen... afijn...." BOUWT TE HUHSPEET. Mooie boschrljketerreinen.Spoor.Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen Mij. .DE VELUWE", Nunspeet. GRANDS VÏNS' DE CHAMPAGNE Rerrier-Jouet . Cotfcc&ionnairesjv,.. Sauter & Polïs,. Maastricht. /innnNTic IEDER STUK DATKRWT UHNnll l IL woRDT TERUGGEKOMEN rABRIHAmtnVftlTÜn ZONEN «MSTEffDAM VORMEN. EenHandboek voor Dames BBWEBKT DOOB Verkrijgbaar bij: N. Y. JET TRICOTHD1S" Regaliersbreestr. 35 - A'dam Verdere adressen verstrekken: K. V. TRICOTFABBIEK In P^htband /2.50,-Insatijn ?2.90 JOHANNA VAN WOUDE. f Iet lirawite «? Ttlleiigita kudboek iw VALTON ZONEN. Amsterdam. Uitgave v. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam. VERHUIZINGEN onder GARANTIE. BERGPLAATS voor INBOEDELS. Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Tel. Z. 822. MHIIMHMIimlIIIHIHmlIIIIIIMmillIlm iiiitiniiiiiriiiiii weder an Landesfürstentum (bei dem ursprünglich der Fürst Landesherr in w rtlichenSinn.Eigentümer des gesamten Bodens ist) noch an Landerbeherrschung gebunden, sind berhaupt nicht lokal, sondern modal. Es ist die grosse Entdeckung oder Erfindung, die der Menschengeist der Natur hinzugefügt hat, dass es ber den Raumen und Zeiten, ber dem Wo und Wann noch die Modalitat oder das Wie gibt. Dem Wo ent spricht das Bodenmonopol; dem Wann die geschichtlich gewordene autoritare Gewalt; dem Wie entspricht der Sinn, der Zweck und die Beziehungen. Der Staat soll nicht mit Landern und ihrer Beherrschung und Eroberung, sondern, da es sich schon langst nicht mehr um der Kultur gewonnenes urbares Land inmitten der Wildnis, sondern um civilisirte Menschen handelt, mit deren Verhaltnissen und Zwecken zu turn haben. Alles, was heute im sogenannten Staat eingeschlossen ist, soll befreit und neu gestaltet werden; was im Landesstaat vom berlieferten und nicht weiter untersuchten Schlendrian der Oeschichte zu einer falschen Einheit zusammengeflochten worden ist, soll losgelöst werden zu Zweckvereinen. Die scheussliche Verwirrung, die in den Landern mit gemischter Bevölkerung oder einem solchen Erdstrieh wie dem Balkan von der Verkoppelung zwischen Nation und Staat hervorgebracht wurde, hort sofort auf, hort aber auch ;'erst dann auf, wenn die ffentlichen Angelegenheiten jeder Nation nicht einem Staat abgetreten, sondern von der Nation selbst als Nation erledigt werden. Jede Nation kann dann so viele Schulen, Universitaten, Akademien, Teater und sonstige echt nationale Einrichtungen gründen, als sie durch ihren Zusammenschluss und ihre Beharrungs- und Expansionskraft eigens und ledeglich für die Zwecke dieses Geistund Sprackverbandes mittel aufbrengt. Und hinsichtlich des Geistes, der in den Schulen herrscht, der methoden nach denen unterrichtet wird, wird es innerhal'i der Nation die grösste Mannigfaltigkeit je nach Gemeinden, Gegenden und besonderen Schulgenossenschaften geben. So sehr der Nationalverein nachaussen in Sachenseiner Zwecke wie eine einheitliche, uneinnehmbare Festung wirken wird, so sehr wird er im Innern Selbstandigkeit und manigfaltige Gliederung aufweisen; und der Fall könnte sogar mehr als einmal vorkommen, dass einem Vater die Sprache nicht so wichtig ist wie der Geist, Muntje voleindde niet, schoof mét de frontjes-doos de kamer uit. Maar 't listig gezaaide zaad vond vruchtbaren bodem. Diep in haar stoel geleund, in de warme genoegelijkheid van knusse, lampbelichte woonkamer, met de krant, 't speculaas-trommelt je en 't theeblad op tafel, den régulateur van 't vulhaardje op warm" en de kamerdeur stijf dicht voor de tocht, soezelde Johanna Pluysgat over Mijntje's quasi achtelooze woorden die, drijvend op de ijle warme lucht, de kamer schenen te vullen. De vrouw van Braakels... Braakels de eenige confiseur van 't dorp ... op 't uiterste,.. Tjee, tjee wat 'n slag zou dat zijn, voor zoo'n gezin, zoo'n zaak. En dan nét in de Sinterklaas drukte... Hoe dat nu wel gaan zou... al door maar lekkers bakken ... massa's lekkers... en vlak daarbij 'n doodzieke vrouw... en al maar bestellingen opnemen over feestelijke dingen... en lachende klanten in den winkel die grapjes maken, terwijl zij misschien haar laatste oogenblikken opteerde... hè... 't was om van te rillen... Johanna Pluysgat rilde werkelijk. Ze schuurde haar rug huiverend langs den molligen, bekussenden stoelrug, keek onder zoekend naar 't haardregulateurtje dat toch werkelijk tot op warm" was uitgeschoven. der sich in ihr ausdrückt, und dass zum Beispiel ein Tscheche sein Kind in eine deutsche Schule schickt oder umgekehrt. Für all solche Anschlüsse und Ausscheidungen wird im Zweckverband der Nation Freiheit herrschen, und zwischen Gemeinden, Genossenschaften und Nationzentrale wird ber das Verhaltnis von Zentralisation und Dezentralisation der Mittel eine freie Verstandigung erfoigeit mussen. Aber jedenfalls hat die Nation nichts mit Herrschaft, aichts «it Unterdrückung, nichts auch mit parlamentarische Majorisierung und Intrigue und gar nichts mit Staat und Wirtschaft zu tun. Auch die Wirtschaft soll vom Staat abgezweigt werden und soll sich um nichts k mmern als um die Wirtschaft, das heisst um die zweckmassige 'und also auch lustvolle Herstellung und den zweckmassigen freien Tausch der menschlichen Bedürfnisse. Es wird sich dann bald genug zeigen, dass die Wirtschaftsgebiete auf G rund geographischer, geologischer, klimatischer, gewiss auch his torisch erwachsener, völkerphysiologischer und psychologischer Bedingungen abgeteilt werden mussen; dass aber die pplltischfiktiven Grenzen der Liinder und die wirk lichen Grenzen der Nation nicht identisch sind mit den zweckmassigen Grenzen bestimmter Wirtschaftseinheiten; und dass für die Herstellung wirtschaf tlicher Ausgleichungen die militarische Gewalt das verkehrteste aller Mittel ist. Viele Betatigungen des Wirtschaftslebens, soweit sie nicht besser interkommunalen und internationalen Körperschaften anvertraut sind, und die Reste, die sonst noch von der Hinterlassenschaft des Staates fortzuführen sind, werden sich aufbauen auf dem Organismus der Gemeinde. Die Gemeinden wer den alle Angelegenheiten, die nur sie selbst angehen und mit denen sie andern nicht im Wege sind, selbststa'ndig gemass ihren Brauchen und Einsichten verwalten. Für Gemeinsames und für die gegenseitige Anpassung werden sich ber den Gemeinden weitere Verbande, Bezirke, Kreise, Provinzen usw. erheben. Wo man sich des Vertretungs- und Beamtensystems bedienen muss, wird es sich immer um Delegationen handeln, die ununterbrochen mit ihren organisch verbundenen und wachenden Auftraggebern in Verbindung sind und stets abberufen und ersetzt werden können. So sehr die Menschheit ein Ganzes ist, so sehr erfordert es die Freiheit De lamp goot behagelijk licht over't kleine theeblad waar n kopje klaar voor gebruik stond, en daarnaast 'n stapel van vijf die allemaal glimlichtjes vingen op hun randjes en buikjes van leutig Japansch blauw. De lamp bescheen ook de krant. En de speculaastrommel. En daar zogen Johanna Pluysgat's gedachten zich weer aan vast. Die speculaas had ze gisteren nog zélf in den winkel gekocht... Maar toen wist ze nog niemendal... Alleen was er 'n vreemde in de winkel om te helpen... nu ja, dat gebeurde wel meer met de Sinterklaasdrukte ... De glazen deuren naar de kamer achter den winkel waren toen dicht... Ze had nog gevraagd of de etalage daar nog niet klaar was ... Hè... wat 'n naar idee toch ... zoo'n zaak van lekkers en van snoeperijen, waar iemand op sterven lag... Of ze... of die zieke vrouw dicht bij den winkel zou liggen.... Die vreemde helpster gisteren zei niet veel op haar vraag over de etalage Hé, verbeeld je, dat je daar in den winkel staat, en dat achter die dichte glazen deuren, vlak bij je ... de dooie ligt... niets anders tusschen je zelf en die dooie vrouw, dan die glazen deuren.... LIBCRTY CORDUMCN ceiLLusTReeRDe CATALOGUS FRANCO OttV?R5CHI?TBAAR Gonoijnerr VAM onveRScmeTBARe CHeraue-ACH.TICeSTOF AAn BCIDC ZIJDeri C6LUK. AFceweRtvr MET KOORD. leoeR GORDIJN i3o£M BReeo s, 3.25 M HOOG ceMomeeRD AAPI een FLORenTIjnSCH BRUIN BROrtSCARniTUUR. ?ceneeL.ceReeD en CCPLAATST FI. PCB STCL STALCM FRATiCO :"VOOR PLAATSING BUITCn AMSTERDAM vowen «uecn REISKOSTE LeiDSCHCSTRAAT AMSTCRDAM Brandvrij, Vochtwerend, Isoleerend,Trek- en Krimpvrij ASBESTCEMENT VLAKKE PLATEN, LEIEN, GOLFPLATEN. Eerste Nederlandsche fabriek van Asbestcementplaten M A R Tl N l T", «Jruquinsweg 113, Amsterdam. und Mannigfaltigkeit, dass die grossen Ver bande nicht oben herrschen und lasten, sondern von unten wachsen und von unten ernahrt werden. Die Menschheit muss im einzelnen Individuum, im Paar, im Haus, im Dorf, im Sprengel, in der Gemeinde, im Amt Keim und Wurzeln haben, um zur Gesamtheit des Volks und der Völkenbünde erblühen zu können. Für sehr viele Methoden des bisherigen Staats im Innern und nach aussen ist kein Platz mehr in einer Menschengesellschaft, die anfangt, die berlieferten Einrichtungen nach den Prinzipien von Sinn und Zweck umzugestalten. Aus der blinden und modrigen Höhle des Woher heraus haben wir lange genug gelebt: licht und schend wollen wir jetzt endlich nach dem Wohin reisen: einem selbstbestimmten Ziele zu. Was daraus wird, wenn man die sinnlos gewordenen Reste der Vergangenheit als Machte des Verhangnisses walten und toben lasst, erleben wir schaudernd. Versuchen wir einmal, alles, was von hinten treibt, erst durch uusern Geist zu liltrieren, ehe wir es nach vorne weiter wirken lassen. Man hat gesagt und wir haben es erprobt, dass Kanonen und Plinten dazu da sind, u m gebraucht zu werden. Nun denn : auch die Vernunft ist dazu da, um gebraucht zu werden. Lasst sie ans Werk! Und wartet lieber nicht zu lange damit; jedes Werkzeug, das nicht gebraucht wird, rostet; und die Vernunft hat es an sich, wenn man sie nicht bt, zu Dummheit und Wahnsinn zu werden. Feine, tiefe, religiöse Menschen haben Angst Vor der vernunft und meinen, das sei ein Werkzeug der Analyse, der Zersetzung, der Negation ; wir aber brauchten die Unterordnung unter ein grosses Ganzes, die Syn these, das Opfer, die Hingebung, das Aufgehen des Individuums inder Gemeinschaft. Ja, das brauchen wir; aber fürchtet euch nicht! Die Vernunft zersetzt nur das Ster bende, das dem Verfall geweiht ist: sie organisiert das Lebende, das Wachstum in den Beziehungen zwischen den Menschen, umilimillllMtiiimmiiiiiiinmiiiiiiliiiiiiiiiiimiiimniMimiiimimilll Johanna Pluysgat schrikte van haar eigen gedachtengang. 't Was 'n slecht voorteeken om van iemand die nog niet gestorven was, als van 'n dooie te spreken Ze had wel niets gezegd, ze was immers maar heel alleen in de kamer, maar de gedachte had ze gehad ... de gedachte was er geweest.... Wat was 't stil, wat was 't stil in de kamer Ze soezelde voort te midden van de on wezenlijke genoegelijkheid van 't geluidlooze vuur in 't gloeiende haardje, de lichtende lamp, 't nog ongebruikte theeblad, de stijfin-zijn-vouwen dichte courant, de gesloten speculaastrommel. In de dorpsstraat kefte een hond, huilde hoog-schril opeens... vulde heel het buitenskamersche met geluid ... Daar was verder geen gestap van menschen, geen wagengeratel, geen paardengetrappel, zelfs niet 't toeflappen van een deur.... er was alleen 't huilen van den hond, nog eens, en nog eens, schel op dringerig als 'n brutale waarschuwing, een fel, klagend zich uit willen galmen ... En luisterend naar dat verre geluid, voelde mevrouw Pluysgat, met 'n vreemd-nijpende zenuwachtigheid, den druk van heel de stille leegte in haar huis, de donkere stilheid van de leege kamers om haar heen, de leege stille gang waar niemand was, niemand liep.. Wachstum der Verhaltnisse gibt es nur durch die Vermittelung des in den Indivi duen wachsenden und fortschreitenden, mit Gefühl und Aktivitat, mit Natur und Trieb, mit Liebe und Gemeinschaft unlöslich verbundenen Geistes. Weil die Menschen Sehnsucht nach dem verbindanden Geiste, der verloren gegangen ist, nach dem Erzatz für die in ihren Formen gestorbenen alten Religionen haben, opfern sie sich in Myriaden von Hekatomben dem Staat, der nur darum ein böses Scheinleben führt, weil die dem Geist erwachsenen Gemeinschaften dahingesunken sind. Als diese Religionen ihr Leben hatten, waren sie als Krönung und Verklarung ber dem sinnvollen Zusammenleben von V lkern gewachsen. Sorge dir erst für ein sinnvolles Zusam menleben, du Menschheit; Völker der Erde, bauet erst euer Haus und sorget für den rechten Austausch all eurer Güter ; lasst erst die Güte in eurem Herzen und die Einsicht in eurem Kopfe wachsen ; bt erst die angeborene und ewig gleiche Religion der Liebe im Kleinen und der Gerechtigkeit im Grossen, dann wird es nicht fehlen, dass die besondere Form neuerMenschheitsreligionaus eurem Lebem erwachst- Aus dem Leben muss sie wachsen; aus geschichtlichem Wissen, Kenntnissen von langst dahingegegangenen Ekstasen der Völker und erlesenen Geister, aus Philologie und Verliebtheit in alte Formen der Mythologie kommt nur Bildungskram, der bereit ist, jede Missetat und jeden Irrwahn mit weich verworrenen Reminiszenzen zu bemanteln. Dass wissenschaftliche Bildung, archaologische Poesie und alexandrinisch-tauschende Mimicry der Mystik vor Aberglauben, Rohheit und Dummheit nicht schützt haben wir das noch nicht genug erlebt ? Toen schoven dralend de tusschendeuren naar de tuinkamer vaneen, en kwam uit de duistere gaping Mijntje te voorschijn, om geven van een kouden luehtstroom, welke mevrouw Pluysgat opnieuw deed huiveren, Mijntje, zacht gewichtig, met de openbaring dat de P. in geen n dekschaal paste, en of ze 'm dan maar in de soepterrien zou leggen?" Mevrouw gaf geen direct antwoord, zei alleen: Wat huilt die hond ellendig!" Mijntje knikte zwijgend, veelbeteekenend. En, alsof mevrouw Johanna die begreep, zich wou losscheuren van 't weten dat zich aan haar opdrong, zei ze quasi argeloos: De stumper heeft zeker geen eten of drin ken, of hij is ergens buitengesloten en wil er in". Toen zei Mijntje weifelend, als wilde ze haar mevrouw zielsgraag dat bericht sparen: 't Is wel vast dat juffrouw Braakels binnen kort sterft of we krijgen 'n anderen dooie U zult 't al z'n leven zien zulke teekens liegen niet " En kijkend weer met liefkoozing van blik naar den half opwaarts stekenden pootknoest van de te groote P. in de te kleine dekschaal: Hoe wilt u nu met hem? Als u er van avond nog 'n stuk van denkt te gebruiken, dan kan-ie er wel in." (Wordt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl