De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 14 maart pagina 8

14 maart 1915 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 14 Maart '15. No. 1968 Concertgebouw. Richard Strauss. Tijdens het concertdat Zondag door Richard Strauss gedirigeerd werd ontwaakte bij mij de verheugende gewaarwording dat vele verwijten die ik in den loop der'jaren zijne werken ben gaan maken ongegrond waren. Die bekentenis is des te verblijdender omdat vele toehoorders eenzelfden invloed ondergiagen: men was door Mahlers muziek en die der Franschen gekomen tot grooter ver fijning, en beschouwde Strauss als grof en ontbloot van aandoening, en toch werd bij het scheiden Strauss met enthoesiasme gehuldigd! Het bleek, en dat was weer eens eene verfrissching, hoe in de muziek, afgescheiden van alle dichterlijke gegevens en subtiele gevoelens een kracht zit, die eenvoudig mee sleept en de energie prikkelt. Ik zou willen zeggen dat het vurige, niet hartstochtelijke, maar levenwekkende element in Strauss' muziek den besluitelooze onweerstaanbaar zal moeten opwekken, hem in den stroom voor een oogenblik zal moeten meenemen. Dit uitbundige is wel zeer verschillend van Mahlers meer verinnerlijkte, contemplatieve kunst die ons hooger geestesleven raakt, daarentegen vaak die oer-macht mist. In Strauss voelt men, afgescheiden van platheden toch het vuur der muziek" dat Beethoven eischte, en van dien, misschien Heidenschen invloed moet men zich niet geheel losmaken. Wel kan het vuur" ge weldig, te geweldig worden en ontaarden in een element dat verwoest; de totale uitblussching echter is even slecht. Brutale kracht zullen sommigen met weer zin in Strauss' muziek hooren; die vergeten echter dat zelfs het vernietigende ontzag wekkend kan zijn, mits menschen het niet met vooropgezette bedoeling veroorzaken. De natuur kan in uitbarsting grootsch zijn, als een hervormer die uit innerlijken drang het bestaande moet verbreken, of ajs een genie dat overgeleverde regels, velen tot rarnp, vernietigt. En kan de muziek niet het beeld zijn van de volle natuur? Over de aard der muziek is lang te filo sofeeren ; dit is echter vaak overbodig. Elke tijd en elk individu heeft zijne voorliefden; componisten, die wat gedachten aangaan sterk uiteenloopen, deels bewonderd, deels gehaat worden, kunnen toch beide groot zijn. Hierbij komt een andere factor in het spel; de eigenlijke muzikale waarde. Ik wilde volstrekt niet zeggen dat ik met Strauss' werk geheel kan meegaan, het zin nelijke vooral in zijne liederen is dikwijls stuitend. Ook muzikaal is niet alles belang rijk en zijn geestigheid is vaak grof en mist de Fransche esprit. Maar toch moest ik den grooten levenden gloed die onzen ouden, misschien ruwen kern raakt, naar voren trachten te brengen. De werken die S. dirigeerde waren voor de bezoekers van het Concertgebouw goede bekenden, al werden sommige dan ook in langen tijd niet uitgevoerd. De componist wist de groote lijnen en de bij zondere archi tectuur voortreffelijk in het licht te stellen. Ik geloof dat zelfs bij sinfonische gedichten op den duur het poëtische gegeven zal kunnen wegblijven, indien ten minste de muziek op zich zelf genoeg kan zeggen. Zou de septiem-sprong aan het slot van Uilenspiegel" minder karakteristiek zijn als wij niet wisten dat hij de dood moet beteekenen. Zou het Ie motief van Zarathustra" iets van zijn klaar sinfonisch karakter ver liezen als het programma het niet vermeldde als Naturthema". Zouden wij met de meest minutieuse toelichting een slecht werk beter gaan vinden? Algemeene bewoordingen over de stem ming van een werk zijn uitstekend; teveel program zal m.i. later blijken overbodig te zijn. Het dirigeeren van Strauss is voorbeeldig geweest; ik heb hem van te voren nooit met zoo groote uiterlijke beheersching ge zien, zijne gebaren waren vrij van alle op zettelijkheid, eenvoudig en toch uitermate sprekend. De dirigeerstok is een buitengewoon gevoelig instrument; de kleinste beweging, de geringste verandering in den stand werkt onmiddellijk in op een goed orkest, dat het eigenaardige lijnenspel heeft leeren begrijpen. Hoe fijn reageerden onze spelers op de minste bedoeling van den dirigent; dit is des te merkwaardiger omdat zijne opvattingen nogal verschilden van de hier gebruikelijke, en weinig tijd voor repetitie was geweest. Strauss moet wel zeer duidelijk door den dirigeerstok tot het orkest kunnen spreken en omgekeerd moeten de orkestleden wel in hooge mate zijne bedoelingen begrijpen, om die samenwerking te krijgen. In Zarathustra" klopte alles nog beter dan in Don Juan"; Till Butenspiegel" en Tod und Erklarung" waren weer uitstekend. Gewoonlijk heerscht de meening dat diri geeren d.w.z. de kunst om door de oogen schijnlijk simpele bewegingen met dat stokje alle intenties, zelfs de kleinste op de uit voerders over te brengen niet geleerd behoeft te worden. Meestal denkt men dat het voor een dirigent vooral aankomt op de opvatting en den invloed op zijn orkest; men vergeet echter dat dit alles ook duidelijk gemaakt moet worden. Die techniek, waartegen zooveel gezondigd wordt, beheerscht Strauss op buitengewone wijze. * Van een vorig concert heb ik nog te mel den, dat o.a. een herhaling gegeven werd van het cello-concert van Haydn onder lei ding van C. Dopper, waarbij Frits Gaillard met goeden toon en uitstekende techniek (men denke aan de cadenzen)de solopartij vervulde. SEM DRESDEN D. N ij l and (BIJ UNGER EN VAN MENS) ROTTERDAM Kleur is in schilderwerk Dirk Nijland vreemd. Nog nooit heeft hij daarin iets gemaakt, dat, in dit opzicht, meer dan ge duld eigentlijk vertoonde. Opnieuw bewijzen deze stelling Het Winterlandschap te Rhoon (No. 30) en de Oude Maas" (No. 31), beide onzuiver, beide vol moeite, beide eigentlijk zwak. Zuiverder uit deze schilder ziet, wan neer hij tot licht-en-bruin nadert, en tot het wit-en-zwart, waarin hij het meest typisch is. Deze twee wijzen van gevoelens uit te drukken vindt ge in Rotterdam want in weinig kleuren zijn in 't algemeen de voorstellingen van de Waalhaven" eyenals die der Vogelskeletten. De serie de Waalhaven" geeft een reeks van het op spuiten van terreinen aan den Reedijk. Dit is met stoutmoedigheid, brutaal, direct be keken. Er is een Nijland in, haast een Sliedrechtenaar. De teekenaar (want het is eer teekenen dan schilderen dat olieverfwerk) voelt deze dingen als een aannemer. Er is hiervoor geen andere begripsbepaling. Hij heeft genegenheid voor 't werk, en naar 't lijkt, een ge-erfd gevoel voor deze bezig heden en voor deze breedhandelende machines. Het werk is in zijn werk be grepen; de ruige bezigheden zijn ruiggegeven. (Te noemen zijn de No. l, 2, 3, 9, 14, 16, 22, 23, 25). Het zijn uitingen van een naturalistisctien werker, die in dezen Nijland weinig schuil gaat. De Vogeiskeletten" geven den maker typisch, in teekenwijze, in 't aanzien der dingen. Dirk Nijland heeft met een weinig gedifferentieerd begrip allerlei geteekend. Schoenen en pantoffels zoowel als lampen en petroleumstellen. Hij kon aan deze din gen zitten met een zwaren Hollandschen aard, wien ieder afwijken van 't gegeven niet uit weidsch begrip begrip vreemd was. Hij teekende deze dingen eer insisteerend op de zwaarte: haast objectief. Dsze ver zameling, deze vondst de Vogelskeletten" moet hem dan ten zeerste een genot zijn geweest. Hij kon hieraan geduldig werken; er was een variatie op n gegeven (ook dit is hem aangenaam); ze waren deze din gen, daarenboven voor hem eigenaardig. Hij heeft daardoor eenige goede dingen ervan gemaakt. In lang zag ik hem niet zoo ge lukkig bezig als hier ter tentoonstelling; sommige dier teekeningen" zijn de moeiten waard der waardeerende bespreking. Dit zijn de Jonge Kraai (No. 36); vliegend vmgekomen", waar vooral het onderste dier goed is (No. 41); Uilen" om de doode dieren en de sthimmen" (No. 42; het Studie blad" (No. 44), en om de phantaisie: 1914 (No. 35) de heksendans der doode beesten, gezien in 't brein van eeu polderjongen. IPLASSCHAERT * * * Ontmoeting In schemering waart ge toen ingetreden: ik zag u niet, gij mij niet, maar uw stem bevrijdde plots mij van den ijz'ren klem der dagelijksche, dorre nietigheden. Stil als ge kwaamt, waart ge ook weer ver dwenen, geen zeide mij uw naam: ik weet dien niet, mijn oog herkent u nimmer, als 't u ziet. De dagen beuzelen weer mart'lend henen. Maar soms gevoel ik mij het harte bloeden, soms juich ik luid in toomelooze vreugde: en weet toch zelf niet, wat mij overmant. Tot stil mij dan ontroert het vaag vermoeden, dat u iets smartte, dat u iets verheugde, dat onze zielen wonder zijn verwant! . J. W. VAN ClTTERT iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiMttiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiii mmijiiiiinm Het Noordzee-kanaal We zullen het maar weer aan de benarde tijdsomstandigheden toeschrijven, dat een werkelijk nationaal gouden jubilétamelijk onopgemerkt is voorbijgegaan. In enkele bladen is er met een kort woord gewag van gemaakt, dat het op 8 Maart vijftig jaren geleden was, dat de eerste spade in den grond werd gestoken voor het graven van het Noordzee-kanaal, doch tct eenige be tooging, hoe simpel ook van aard, heeft dit geen aanleiding gegeven en in gewone tijds omstandigheden had Amsterdam anders zeker niet achter mogen blijven. Want het moet erkend en zal zeker door geen sterveling worden tegengesproken, dat, als het Noordzeekanaal er niet ware, de beteekenis van Amsterdam als wereldhaven stad al lang verre beneden peil zou zijn ge zonken. Men stelle zich maar eens voor Amsterdam als eindpunt van een kanaal van zulk een secundaire beteekenis als het NoordHollandsch Kanaal en verder van uit zee toegankelijk langs een weg, die door de Zuiderzee en over het Pampus loopt Wel, bij de ontzaglijke ontplooiing, die de wereldhandel heeft gekregen, en de verbazing wekkende ontwikkeling van het inter-oceanische scheepvaartverkeer ware, zonder het Noordzeekanaal, Amsterdam achteruit ge strompeld, verschrompeld tot een misschien welvarende provinciestad met een niet onaar dig intercomgiunaal verkeer. Maar van de haven van Amsterdam zou geen sprake geweest zijn, geen handelskaden, geen groote havenbassins, geen internationale ver bindingen, geen goederenhandel zouden hier gevonden worden en het gras zou groeien langs de boorden van de Stadhouderskade en op de landouwen, waar zich thans Rijksmuseum en Concertgebouw verheffen. We zouden een paar honderdduizend ^inwoners tellen, onze effectenbeurs zou haar beteekenis misschien niet geheel hebben verloren, maar het verkeer van Nederland met zijne overzeesche gewesten zou zich geleidelijk met den overigen han del hebben verplaatst naar andere steden en we zouden het voor het toekijken hebben. Is het dus teveel gezegd, dat Nederlands hoofdstad aan het Noordzeekanaal zijn be teekenis heeft te danken ? En mag niet erkend, dat in gewone omstandigheden de 8ste Maart een dag had mogen wezen, die met een opgewekte feestbetooging had ge vierd mogen worden ? Maar dan ware ook zeker niet ongenoemd gebleven de naam van den man, die den stoot heeft gegeven tot het graven van het kanaal, dat aan Amsterdam een directe ver binding met de Noordzee heeft gegeven en het tot zeehaven heeft gemaakt. Dat is mr. S. Vissering, geweest. Deze oprechte vaderlander, staathuishoudkundige Reproductie uit de Amsterdammer" van 26 Augustus 1888 van naam, een hoogleeraar, die Leiden tot roem heeft verstrekt, een minister van finan ciën, die zich een warm voorstander betoonde van een liberaal financieel beleid, en o.a. de Rijkspostspaarbank heeft in het leven geroepen, was vooral een warm vriend van Amsterdam en als zoodanig schreef hij in 1848 een profetie, waarvan hij de verwe zenlijking heeft mogen beleven. Een uit stapje naar Vmuiden" noemde hij zijne voorspelling, en hij fantaseerde daarin, hoe een kanaal werd gegraven van Amsterdam uit, dwars door Holland op zijn Smalst naar de Noordzee en hoe aan de monding van dat kanaal, aan de boorden van de Noord zee, een voorstad van Amsterdam verrees IN DEN SILVEREN MOLENBEECKER, CORNS. SCHOORL KALVERSTRAAT ALLEEN 32 STEL 2149 XTRAJSORTEERING DAMESTASSCHEN MET ZILVEREN BEUGELEN LEDEREN TASCH IN DIVERSE KLEUREN VOORDEELIG - STERK - ONGEMEEN. E; iiMmtimiMnniiiitimiiiiimniiiimiiiiimiimiiiiii mini ui miiiimimiiiiimmiiiiiHiiiimiiiiiiiimmmiHiii!| BEZOEKT DE TENTOONSTELLING VAN BROUWER'S-TUINBOUW AARDEWERK EN ENNE R- RIETVLECHTMEUBELEN ONTWERPEN H. ELLENS 'T BINNENHUIS. RAADHUISSTR 48-50 i. V. TECHNISCH BUREAU v/h MOENS & BECK, AMSTERDAM, ROKIN 122. Importeurs TUI Haringgraatstaal. Brandvrg materiaal voor plafonds, vrijstaande wan den, trapbeschietingen, enz. in Kerken, Scholen, Kantoorgebouwen, Fabrieken, Schouwburgen, Woon huizen, Boerderijen, Stallen, enz. Monsters en nieuwe prospectus-prgscourant wor den op aanvraag gratis toegezonden. dat hij IJmuiden de uitmonding van het IJ doopte. Het denkbeeld was bij hem opgekomen door de lezing van een in 1824 verschenen verhandeling van den hoofdingenieur Mentz, die een afwateringskanaal van het IJ, loopend naar de Noordzee, ook dienstbaar wilde gemaakt zien voor de scheepvaart. Doch Vissering werkte dit zoo uit, dat hij er de geesten mede wakker riep en de be langstelling er voor gaande werd gemaakt. Maar wij Nederlanders overwegen gaarne lang alvorens tot een besluit te gera ken is het niet reeds Jan de Wilt geweest, die op deze eigenaardigheid onzer landgenooten heeft gewezen? en zoo werd het 1865 vór de eerste spade in den grond werd gestoken, om Amsterdam wer kelijk tot een zeehaven te maken. Toen klonk Potgieter's gelukwensen tot zijnen vriend Vissering: Mijmerend schepper van IJmuiden Die voor tweemaal zeven jaar Ons de toekomst wist te duiden Of uw zangster zienster waar. Maar vlug vlotte het werk niet: eerst in 1877 was het voltooid en konden de zee schepen met volle lading van de Noordzee naar Amsterdam opvaren. Sedert heeft men niet stil gezeten. Het kanaal is verbreed en verdiept, er zijn bij IJmuiden grootere sluizen geKomen, straks zal er weder in die richting worden voortgearbeid en krijgen we nog grooter sluizen bij de monding en zal het kanaal nog grooter vaardiepte erlangen, maar dat het er is, laat Amsterdam het van harte en volmondig blijven erkennen, we danken het aan den scherpzinnigen en geestdriftigen manvan wetenschap, die, verder vooruitziend dan zijne tijdgenooten begreep, dat de totstandkoming van het Noordzee kanaal een levensbelang voor Amsterdam was. Toen Mr. S. Vissering in 1888 op bijna 70-jarigen leeftijd stierf, heeft de Amster dammer" zijn nagedachtenis o.a. gehuldigd met een plaat waarop zijn beeltenis prijkte tusschen een paa'r kijkjes op zijn IJmuiden. De vaardige hand van onzen trouwen teeke naar Braakensiek bracht hem die hulde en nu we het gouden feest van het Noordzee kanaal met een enkel woord in herinnering willen brengen, meenden we goed te doen deze herinnering aan den vader van i het kanaal hier nogmaals te geven. K. SB Directeuren: 8. PELT J.Jzn., H. F. HERTENS BI. TOOF (Meaux bfl Koperen, Zilveren of Gou den Feest en; bij Verjaardagen of ter herinnering aan over ledenen is niets waardiger denkbaar dan in natuurge trouwe olie verf kleuren Geschilderde Portretten " Prijzen van at f 8.35 mei breede vergalde Kimstinrichting H. BOGAERTS & Co., te Boxtel. Uitvoerige geïllustreerde Prijscourant met honderden ongevraagde getuig schriften gratis op aanvrage. Geen portret mag bebonden worden dat ni*t volkomen bevredigt. Hoogste Onderscheidingen Rome 1912 Kennisgevingen voor l Verloving en Ondertrouw l Invitatlën. Programma's Dankbetuigingen, Menu's Loxepapier en Corr. Kaarten j Artistiek Stempelwerk BOEK- M STEENDRUK«K.J |B. van Mantgem H* He w * r»e* i« r Singel 662. keek Ijnbtrul AmsL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl