De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 28 maart pagina 10

28 maart 1915 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKB'LAD VOOR NEDERLAND ?8 Maart '15. ,- No. 1970 hunne veelal uitgestreken en kale koppen gelijken op mij ouden Romein om niet te zeggen ouden grappenmaker meer, dan . dat zij karakteristiek verschillen Altijd nog hebben zij twee beenen en krabben zij zich achter de ooren. Zij zien, ?hooren, ruiken, kortom hebben vijf zintuigen, of hebben ze niet, zoo goed of zoo slecht als in den Romeinschen Keizertijd, al is er ook sprake van, dat andere zintuigen op komen staan. Er zijn altijd nog menschen met aardbeieneuzen, stotteraars, stuipekoppen, d wars drijvers. Als iemand der onzen hier voortleeft, is het de Lucullische record-smuller Vitellius en wel om zijn bekenden toer met het pauwe veertje. Maar ik heb hier in eet-etablisementen zuchtende menschen gezien, die zich de oogen uit de kassen gegeten hadden en meewarig en met het klamme zweet op het hoofd staarden naar het overgebleven end worst, dat er niet meer bij kon. En dan het geraffineerd en rij k-geschakeerd stelsel van purgantia hier in zwang! Inderdaad er zijn hier hooge hoeden, duik boot en, Symphonieën van Mahler, maar ten slotte heeft men hier ook pijn in zijn buik en gaat dood en wat voor mij ten deze van meer beteekenis is ten slotte raakt men ook hier op allerlei wijzen uit zijn humeur; als het guitig meisje met de spottende oogen, in weerwil van uw aanzien en uw zwier, meer aandacht heeft en bewondering voor gindschen onmogelijker! slungel, die eigenlijk niet eens in families komt men kan hier n.l. veel familie hebben en bij vele families over den vloer zijn, maar toch niet in families komen; er zijn hier ook kleinere steden, waarvan het heet, dat je er eigenlijk geen families hebt ; uit zijn humeur, bij het zieden af, als de koude vingers den boord niet kunnen loskrijgen of als het potloodje spoorloos zoek is. Men heeft op ons voor, dat men weet, dat de aarde draait om haar as de mees ten intusschen liggen met die as overhoop en de aarde om de zon en de maan al draaiende om de aarde de aarde schijnt maar n maan te hebben draait mee om de zon en vele andere manen en hemelparasieten draaien om zichzelf en om anderen en omdat deze draaien om weer anderen worden zij ook in die draaibeweging mee. gesleurd. Zoo wordt er gedraaid van den weeromstuit. Men laat zich het heele kos mische stelsel aanleunen als eene algemeene draaierij, waar geen eind aan is en waar ge draaierig van wordt. Insgelijks in ideëelen zin, als Karel draait om Kaatje en Kaatje om Keetje, komt Karel ook om Keetje te draaien. Als nu nog Keetje op een goeien dag om Karel gaat draaien geraakt Keetje in de omcirkeling van zich zelve. Aldus is er steeds leven en beweging in 's werelds brouwerij. Maar met dat al, in weerwil van dit kosmisch inzicht, is een middag zonder bezoek of als de meid de aardappelen laat aanbranden of de huisnaaister is weg gebleven, troosteloos en zonder verschiet. ' Met dat al ook zonder bepaalde oorzaak komt de kwade luim opzetten, gelijk de avonddamp over het veld gaat hangen; kruipt in den borst kwaadaardigheid, nijd, mot, gelijk het gedresseerde, gedweëe dier in eens lust heeft te bijten. Bovendien al wisten wij niet van de wet der zwaartekracht, een steen valt bij ons net zoo goed naar benee, als hij ergens boven wordt losgelaten. Zoo is er zoo veel, dat wij in het stok-oude Rome even goed hebben, maar wij weten het alleen niet zoo oorza kelijk, zoo op het naadje van de kous. Trouwens al die wetten, vindingen, ge leerdheid doen mij vaak denken aan de beel den, zooals zij hier in Musea zijn opgebor gen en niet mee-leven op de pleinen, in de parken, in de baden. Talrijk zijn dezulke, die naar kunstschatten haken, maar ze niet ge nieten gaan in de daarvoor bestemde publieke pakhuizen. Men ontdekt hier ieder oogenblik een nieuwen bacil of een nieuwe komeet, maar het voert de levensvreugde niet op. Ik heb hier nooit iemand ontmoet, die zich in de handen wrijft, omdat hij weet, dat in communiceerende vaten het water even hoog staat of omdat er Maagdenburgsche halve bollen zijn uitgevonden. Men leert dit alles, zooals men meestal het Grieksch of onze Romeinsche taal of Das lied von der Olocke" ondergaat. Het l m Netelen. De Redactie heeft gemeend de ant woorden op hare Prijsvraag (zie de nos. van 7 en 14 Februari 1915), aan geen beoordeelaar, die zekerder is van zijn zaak, te kunnen voorleggen, dan aan den heer Brandt van Netelen. Aan den door dezen aangewezen winnaar is de prijs toegekend. PRIJSVRAAG NU HET ZOOLANG DUURT Blijkbaar verkeert de Regeering in v rlegenheid om te be slissen, aan welke hoe danigheden de nieuw te benoemen Burger vader van Amsterdam vór alles moet be antwoorden. Een referendum op den Dam schijnt niet niet in aanmerking te komen. De Amsterdammer", er op uit om van voor lichting te dienen, noodigt zijn lezers uit om vór 10 Februari onder motto Prijs vraag" aan het bureau (333 Keizersgracht) in te zenden: eene opgave van hoogstens drie qualiteiten, welke huns inziens de Burge meester der H o of dst ad -v r alles moet bezitten. De belangwekkendste combinaties zullen worden bekend gemaakt, en een wordt opgeborgen en vergaat en het gemoeds leven wordt er niet sappiger dór, noch geuriger. Als ik terug ben en Nero en Vitellius en Seneca weer zie, zal ik hen verhalen van de wonderen van vliegende menschen en draadlooze telegrafie, van de weelde van het Trianon en het Leidsche plein; van de wijs heid van de Oudmanhuispoort. Maar toch ben ik niet zeker, dat zij verstomd zullen staan. PETRONIUS Landjuweel Evenals op de oude Nederlandsche rede rijkersfeesten, die den naam van Landjuweel droegen, wenscht De Amsterdammer een prijsvraag op te werpen, die de mededin gers in rijm of in geestig gevormd proza, hebben te bespreken. De vraag is deze, ontleend aan den bekenden Franschen versregel: Waar kan men beter zijn Dan in den schoot van zijn gezin? De antwoorden moeten worden vervat in versjes van hoogstens 4 regels, of in gestileerd proza van hoogstens 25 woorden. Zij moeten worden ingezonden aan het Redactiebureau, met buiten op den omslag Landjuweel." Treffende inzendingen zullen worden afge drukt (desgewenscht zonder den naam te noemen), terwijl aan de vijf beste elk een boekwerk als prijs zal worden toegekend. RYM-KRONYCK VI Bazaar 1915 Daar juichen de keertjes, daar klappen de handjes, de Bazaar is geopend, de Voorzitster zwijgt en men spoedt zich naar tentjes met mutsjes en bandjes, waar men stoelen en whisky en theemutsen krijgt. Temidden der vrouwen de strenge gelaten van Ophorst, en Jitta van 't Steuncomité, men vult hunne kopjes en ledigt hun zakken, de deur wordt geopend de Bazaar gaat in zee! Het wordt later en voller, de roodjassen strijken, en het rinkelt van kopjes, van zilver' en contant en Melis is moe van het koopen en kijken, tot hij bij de Oostersche koffie belandt. Daar scheem'ren de lampen van verre moskee-ën daar sluipt, zacht'kens lachend, de Turksche slaaf; zacht tinkeien kopjes met mocca of thee en een geur van patschoelie maakt Melis, die braaf en oppassend bekend is, plots zér decadent. Hij knipoogt naar Lehman, wiens trekken verraden diens blijde verbazing en Grieksch temperament. Ziet Tydeman lachen! hij denkt aan de reizen als jonkman in Tunis, Marokka, Algiers een Hollandsche Pierre Loti, a son aise in dit Oostersche, weeld'rige oord des pleiziers. Zie pacha de Vries op die rechtsche ottomane, hij keuvelt met d'ega des ouden premiers, wier Turksche kleedij, en wier dochter met manen doen stilstaan van Aalst, baron Baud en Van Rees. En 't wordt later, de koninklijke bloemen verdwijnen, de kanarie der groententent kraait van genot iiiiniiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiLiiiiiiiiiiiiiiiiii prijs (de beschikking over een abon nement van n jaar op De Amster dammer'") uitgekeerd aan die inzending, welke de nieuwe burgemeester, naar de Amsterdammer" hoopt, bereid zal wor den gevonden zelf als meest treffende aan te wijzen. Anders de oudste wet houder, en zoo vervolgens." Die zoo vervolgens" ben ik, ik Philippus Brandt van Netelen! Dat komt ervan als je je als fatsoenlijk man inlaat met wat ze de journalistiek noemen. Brutaal als de beul zijn die krantenkerels. Je doet ze de eer aan ze van tijd tot tijd een weloverwogen opmerking te zenden, die tusschen de vele ongare kostjes als een weldoorbakken biefstuk van de haas aandoet en ze beschouwen je direct als een collega, kloppen je fideel op je schouder, trekken een ge zicht alsof ze de laatste van die uitge storven journalisten zijn, die ondanks hun vak schrijven konden, en vragen je plompweg hen uit den brand te helpen, zoodra ze in de knoei zitten. Ik heb het voelen aankomen. Niets onvoorzich tiger dan het uitschrijven van een prijs vraag. De eenige die zoo'n ding prijst, is natuurlijk de winner, en de rest, woedend dat de verkeerde met den prijs gaat strijken, bedankt voor zijn abonnement. Dat doen wij op de Beurs beter. Als wij daar een prijsvraag uitschrijven, dan be ginnen wij met den prijs, n.l. onze pro visie op te strijken en laten aan de koopers de vraag over of er ooit iets van hun duiten terecht zal komen. En bovendien, welk verstandig mensch vraagt aan een ander verstandig mensch een opgaaf van hoogstens drie kwali teiten, welke de Burgemeester van Amster dam vór alles bezitten moet. Alsof niet iedereen het er allang over eens is dat Bericht aan de Huisvrouw: Bjj de tegenwoordige duurte der levensmiddelen lette men op hunne VOE2DIN' In den laatsten tijd werd in de pers herhaaldelijk gewezen op de groote voedingswaarde van MAÏS en MAISMEEL. De MAIZENA DURYEA is het snivere zetmeel uit de Maïskorrel. Het is een deugdelijk product van zeer hooge voedingswaarde. Men raadplege de vele nuttige recepten in het bekende Maizena Duryea" Kookboekje. Maar Melis ziet 't al in een schemering schijnen, hij snurkt als een Turk, en zijn beurs is kapot. Beneden in Arti zijn ernstige heeren, Zij boomen wat na met een groote sigaar, terwijl zij hun laatste contanten verteeren, en boven gaat 't voort op den dames-Bazaar. MELIS STOKE Vra'gen'ru b riek voor Algemeene" Wetenswaardigheden Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te zenden aan het Rcdactieburcau, niet op den omslag het motto Leekcnspiegel", en onder opgave van naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden beschouwd.) /. W. te A. Beslaan er aanwijzingen dat Bismarck in 1871 tegen de inlijving van ElzasLotharingen geweest is ? Den Hen Januari 1887, bij de behandeling van de legerwetten in den Rijksdag, zei Bismarck o.a. Wir werden Frankreich nicht angreifen, unter keinen Umstanden. Wenn die Franzosen so lange mit uns Frieden halten wollen, bis wir sie angreifen, wenn wir dessen sicher waren, dann ware der Friede ja für immer gesichert. Was wollen wir denn von Frankreich erstreben ? Sollten wir noch mehr franz sisches Land annectiren ? Ich binschon?ich muss das aufrichtig sagen in 1871 nicht sehr geneigt gewesen, Metz zu nehmen, ich bin damals für die Sprachgrenze gewesen. Ich habe mich aber bei den militarischen Antoritaten erkiindigt, bevor ich mich endgültig entschloss." Daar de heeren van den generalen staf niets van een taalgrens" wilden weten, en het bezit van Metz volstrekt noodig hadden genoemd, werd dus niet alleen de Elzas ge annexeerd, maar ook Lotharingen. In zijn rede van 2 Mei 1871 noemde Bismarck dan ook de annexatie van beide provincies noodzakelijk; den 16 Maart 1873 sprak hij over die annexatie als ein Act der Notwehr", terwijl hij op 14 Maart 1885 een burgemeester het verstandigst doet er heelemaal geen eigenschappen op na te houden! Want elke menschelijke deugd die hij voor zijn benoeming mocht bezeten hebben, wordt, zoodra hij op den burgemeesterlijken zetel geklommen is, tot een ondeugd. Als mijnheer of mevrouw L. J. M. te Amsterdam zegt, dat een burgemeester voor alles moet zijn: hooghartig tegen over de landsregeering, enghartig tegen over de stadsregeering, en goedhartig tegenover de stadsbevolking, dan vraag ik mij af wat er na verloop van tijd van onze brave stad terecht zou zijn ge komen. Tegenover de landsregeering is een burgemeester van Amsterdam niet anders dan de Rijkskruier en als mijn kruier het wagen zou hooghartig te zijn, liet ik hem door Jacob mijn stoep af werken. Enghartig tegenover een Raad zooals wij er thans een hebben, zou de heeren onmiddellijk in de verzoeking brengen met heel ruime bewegingen in de ge meentekas te gaan graaien, en een goed hartige burgemeester zou door de handkarrenbestuurders over zijn teenen ge reden en door de straatjongens nageschreeuwd worden. L. J. C. te Rotterdam voelt meer voor een gezaghebbend figuur, Amsterdamsch voelend en niettegenstaande een groot ver mogen toch minzaam. Een gezaghebbend figuur ligt onmiddellijk overhoop met al wat gezag wil hebben de gevolgen kun je nu nog in de Raadzaal aanschouwen, voelt hij sterk Amsterdamsch dan krijgt hij allicht een jordaansch accent, en is hij rijk en toch minzaam, dan hebben de diverse gladakkers hem binnen drie jaar al zijn geld afgetroggeld. Een burgemeester met Job's geduld, Salomo's wijsheid en de opgewektheid immMiiiiiiMMimiMMiMiMMi iiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii itiMiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiliiiiliiilllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiil zeide: Die wiederabtretung von ElsaszLotharingen an Frankreich ist nur erreichbar nach einer grossen Niederlage Deutschlands." P. M. W. te A. Hoe werkt de Ned. Overzee Trustmaatschappij en hoe legt zij het aan om bij de belligerenten mér vertrouwen te genieten dan de eerste de beste groote han delsfirma, die goederen aan zich laat con signeeren ? Het antwoord hierop geven de Slatuten van de N. O. T. M. Het doel dezer maat schappij is, volgens art. 2 daarvan, het verleenen van hare tusschenkomst, in den ruimsten zin des woords ten behoeve van Nederlandsche kooplieden of Nederlandsche vennootschappen van koophandel ter verzekering van den ongestoorden aanvoer van overzee van artikelen, welke door oorlog voerende Mogendheden tot absolute dan wel conditioneele contrabande zijn verklaard of daartoe alsnog verklaard zouden kunnen worden. Het doen van e e n i g e r l e i zaken voor eigen rekening is uitdrukkelijk uitgeslote n." Uit het gespatieerde gedeelte blijkt dus dat deze Maatschappij zelve absolunt geen voordeelen trekt uit den handel in goederen welke aan haar worden geconsigneerd en dat zij daardoor gemakkelijk haar tusschen komst in twijfelachtige gevallen kan weigeren. Verder bepalen de Statuten nog dat bij de beslissing of de bemiddeling der vennoot schap al dan niet zal worden verleend, zoo wel de raad van bestuur als de uitvoerende commissie zal hebben te beoordeelen of de aanvrager naar hun oordeel is een bona fide Nederlandsche handelaar in of belang hebbende bij de te verschepen goederen en niet is agent of in betrekking staat tot een agent van een buitenlandsche Regeering. Tevens zal van den aanvrager eene toe zegging verlangd worden, dat hij zich ver bindt gedurende den oorlog artikelen, welke door oorlogvoerende Mogendheden tot con trabande verklaard zijn of mochten worden, van over zee slechts in te voeren hetzij voor binnenlandsch gebruik, hetzij voor weder uitvoer naar Nederlandsche koloniën of het gebied van onzijdige Staten voor gebruik aldaar. ^ ??. P. G. d. T. te H. Op welke wijze strekte de opbrengst van de Tubcrculosc-posfzegel van 1907 ten bate van de Amst. Tab. Vereeniging ? Bij K. B. van 26 November 1906' (St. No. 290) werd bepaald: Gedurende het tijdvak van 21 December 1906 tot en met 3 Januari 1907, of zooveel vroeger als de aan te maken hoeveelheid van na te noemen zegels zal zijn uitgeput, zullen aan het postkantoor en de bijkantoren der posterijen te Amsterdam, voor het bin nenlandsch verkeer, behalve de gewone postvan den man van het vroolijke christen dom", zooals J. P. A. W. te Breda ons er een toewenschte, zou binnen een half jaar hier onmogelijk zijn. Dank zij zijn job's geduld zoude de Raadzittingen, die nu al middagen en avonden en vol gende middagen en avonden duren, zich ook nog uitbreiden over volgende nach ten, volgende weken en volgende maan den; had hij Salomo's, wijsheid dan ging hij na een week burgemeester geweest te zijn, uit visschen en zei aan zijn bode: ga jij maar in dien stoel van me zitten en doe alsof", en de opgewektheid van den joligen christen zou het Stadhuis binnen enkele uren van het Prinsenhof naar Trianon verplaatsen. Een ware, waardige en waaksche bur gemeester, zooals J. A. er een wil, doet me denken aan een pedanten poedel, die zijn neus ophaalt voor een dubbelen dog, die zijn waardigheid tegelijk met zijn staart verloren heeft. G. K. verwacht dat de nieuwe burge meester rechtvaardig, koopman en philosoof zij. Ik had een oogenblik gedacht dat hij mij op het oog had, maar een koopman die op de Beurs goed staat aangeschreven, is veel te veel philosoof om burgemeester te worden. Neen, zegt J. P. A., jelui burgemeester moet Amsterdammer van geboorte wezen, energiek, en begaafd met hoog gevoel voor kunst, speciaal architectuur. Beter is natuurlijk dat een burgemeester Amsterdammer is als hij sterft, maar de hemel beware ons voor een burgemeester die energiek is en speciaal voor archi tectuur voelt. Die laat direct de heele Dam sloopen en dan zitten we opnieuw 25 jaar tusschen de afbraak en braak liggende terreinen. J. v. d. M. te Buiksloot acht de drie beste kwaliteiten: mensch in de hoogste beteekenis, algemeen ontwikkeld en gezegels, op verzoek van het publiek, ver krijgbaar zijn bijzondere postzegels van n, drie en vijf cent, tegen betaling van respec tievelijk twee, zes en tien cent, van welke prijzen de helft bestemd is om te worden uitgekeerd aan de Amsterdamsche Vereeniging tot bestrijding der Tuberkulose, die de kosten vallende op de vervaardiging der bedoelde zegels zal hebben te bestrijden. De bijzondere zegels zijn geldig voor frankeering in het binnenlandsch verkeer tot en met 31 Januari daaraan volgende te mid dernacht, en worden met l Februari 1907 buiten gebruik gesteld. Is in Nederland Ridder" nog een titel (gelijk Baron of Graaf) of moet men hierbij denken aan een onderdeel van den naam, als overblijfsel van een vroeger en titel"? In den hedendaagschen Nederlandschen adelstand is Ridder" de laagste rang der getitelde edelen. Deze titel is te rangschikken tusschen het praedicaat Jonkheer" en den titel Baron". Nog bij K. B. werd in 1898 bepaald dat de wettige mannelijke afstammelingen van de daarbij met name genoemde adellijke familie den titel zou voeren van Ridder. Inhoud van Tijdschriften Nieuwe Banen no. 2: Dr. A. H. de Hartog, De doop. Een critiek-getallensymboliek. Plicht en Wet. Nieuw Vrouwenleven no. 3; Brief namens Koning Albert. Directrice gezocht. D. E. A. Junius, De waarheid" omtrent het vluchtelingenkamp te Nunspeet. D. E. A. Junius, Dierenschetsen. Uit het kattenleven. Cosmopolitische caramels. Belang en Recht no. III: H. G., Een ge voelskwestie. H. G., Uit en over de oor log van staal eu goud. Op den uitkijk. Leestafel. De Nieuwe School, afl. 3: A. M. de Jong, Het Delftsche stelsel." B., Naschrift. j. H. Gunning Wzn., Ingezonden. B., Montessori V. A. Jager, Taaldogmatiek. B., Leesboeken. Boekbeoordeeling: Stoor vogel, 2e druk. Hatelike kroniek. D. Valkema, Marie. Den Gulden Winckel, afl. 3: Adréde Rid der, Bij G. v. Hulzen. - R. T. A. Mees. Flying Fame". Const. v. Wessem, Bj rnson's brieven uit zijn leer- en zwerfjaren. Dr. H. v. Loon, Boekenschouw. De Levende Natuur, afl. 22: G. Wolda, Kuituur van in 't wild levende vogels. Jac. P. Thijsse, Een verkenning in Brabant. L. Dorsman Czn., Diatomeeën. A. W. Kloos Jr., Nieuwe pothoofdgrassen. zond van gestel. Dat is een soort engel zonder vleugels en met een gezondheidsgordel om. Wat een mensch in de aller hoogste beteekenis nog met algemeene ontwikkeling en een gezonde maag moet doen, is mij een raadsel. Een burgemeester die fijn zielkundig is, fijn van gehoor en vol fantasie, zooals J. R. hem wil doen zijn, is binnen drie maanden stapel krankzinnig, om de een voudige reden dat hij, dank zij zijn fijne zielkunde, onmiddellijk ontdekken zal hoe ontoerekenbaar het gezelschap is waarin hij zich bevindt; dat zal hem al dol maken. Is hij daarbij fijn van gehoor, zoodat van al de nonsens, die in den Raad gedebiteerd wordt, hem niets ontgaat, dan zal dat zoo op zijn fantasie werken dat het resultaat noodlottig voor hem moet zijn. J. G. te Uithuizen is vlak voor: Recht vaardigheid, handigheid en verstand van alle dingen. Mijn ervaring heeft me ge leerd dat rechtvaardige menschen altijd de onhandigste zijn en de meest eigen wijze, omdat zij de rechtvaardigheid in pacht hebben. Bovendien zijn zij door gaans criant vervelend. Neen, dan adviseer ik den prijs toe te kennen aan H. F. C. te 's-Gravenhage, die kort en krachtig zegt; de bur gemeester van Amsterdam zij: glad, ge vat en rad. Dat zijn bij ons op de Beurs precies de eigenschappen van den mensch in de allerhoogste beteekenis, en een burge meester met die kwaliteiten is een uit komst voor elke stad. Alleen blijf ik er bij dat een man die glad, gevat en rad is, te glad is om burgemeester te worden. Die blijft een sieraad van de Beurs. T.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl