Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKB'LAD VOOR NEDERLAND
?8 Maart '15. ,- No. 1970
hunne veelal uitgestreken en kale koppen
gelijken op mij ouden Romein om niet
te zeggen ouden grappenmaker meer, dan
. dat zij karakteristiek verschillen
Altijd nog hebben zij twee beenen en
krabben zij zich achter de ooren. Zij zien,
?hooren, ruiken, kortom hebben vijf zintuigen,
of hebben ze niet, zoo goed of zoo slecht als
in den Romeinschen Keizertijd, al is er ook
sprake van, dat andere zintuigen op komen
staan. Er zijn altijd nog menschen met
aardbeieneuzen, stotteraars, stuipekoppen, d wars
drijvers.
Als iemand der onzen hier voortleeft, is
het de Lucullische record-smuller Vitellius
en wel om zijn bekenden toer met het pauwe
veertje. Maar ik heb hier in
eet-etablisementen zuchtende menschen gezien, die zich
de oogen uit de kassen gegeten hadden en
meewarig en met het klamme zweet op het
hoofd staarden naar het overgebleven end
worst, dat er niet meer bij kon. En dan het
geraffineerd en rij k-geschakeerd stelsel van
purgantia hier in zwang!
Inderdaad er zijn hier hooge hoeden, duik
boot en, Symphonieën van Mahler, maar ten
slotte heeft men hier ook pijn in zijn buik
en gaat dood en wat voor mij ten deze
van meer beteekenis is ten slotte raakt men
ook hier op allerlei wijzen uit zijn humeur;
als het guitig meisje met de spottende oogen,
in weerwil van uw aanzien en uw zwier,
meer aandacht heeft en bewondering voor
gindschen onmogelijker! slungel, die eigenlijk
niet eens in families komt men kan hier
n.l. veel familie hebben en bij vele families
over den vloer zijn, maar toch niet in families
komen; er zijn hier ook kleinere steden,
waarvan het heet, dat je er eigenlijk geen
families hebt ; uit zijn humeur, bij het
zieden af, als de koude vingers den boord
niet kunnen loskrijgen of als het potloodje
spoorloos zoek is.
Men heeft op ons voor, dat men weet,
dat de aarde draait om haar as de mees
ten intusschen liggen met die as overhoop
en de aarde om de zon en de maan al
draaiende om de aarde de aarde schijnt
maar n maan te hebben draait mee om
de zon en vele andere manen en
hemelparasieten draaien om zichzelf en om anderen
en omdat deze draaien om weer anderen
worden zij ook in die draaibeweging
mee. gesleurd. Zoo wordt er gedraaid van den
weeromstuit. Men laat zich het heele kos
mische stelsel aanleunen als eene algemeene
draaierij, waar geen eind aan is en waar
ge draaierig van wordt.
Insgelijks in ideëelen zin, als Karel draait
om Kaatje en Kaatje om Keetje, komt Karel
ook om Keetje te draaien. Als nu nog Keetje
op een goeien dag om Karel gaat draaien
geraakt Keetje in de omcirkeling van zich
zelve. Aldus is er steeds leven en beweging
in 's werelds brouwerij.
Maar met dat al, in weerwil van dit
kosmisch inzicht, is een middag zonder
bezoek of als de meid de aardappelen
laat aanbranden of de huisnaaister is weg
gebleven, troosteloos en zonder verschiet.
' Met dat al ook zonder bepaalde oorzaak
komt de kwade luim opzetten, gelijk de
avonddamp over het veld gaat hangen;
kruipt in den borst kwaadaardigheid, nijd,
mot, gelijk het gedresseerde, gedweëe dier
in eens lust heeft te bijten.
Bovendien al wisten wij niet van de wet
der zwaartekracht, een steen valt bij ons net
zoo goed naar benee, als hij ergens boven
wordt losgelaten. Zoo is er zoo veel, dat wij
in het stok-oude Rome even goed hebben,
maar wij weten het alleen niet zoo oorza
kelijk, zoo op het naadje van de kous.
Trouwens al die wetten, vindingen, ge
leerdheid doen mij vaak denken aan de beel
den, zooals zij hier in Musea zijn opgebor
gen en niet mee-leven op de pleinen, in de
parken, in de baden. Talrijk zijn dezulke, die
naar kunstschatten haken, maar ze niet ge
nieten gaan in de daarvoor bestemde publieke
pakhuizen.
Men ontdekt hier ieder oogenblik een
nieuwen bacil of een nieuwe komeet, maar
het voert de levensvreugde niet op. Ik heb
hier nooit iemand ontmoet, die zich in de
handen wrijft, omdat hij weet, dat in
communiceerende vaten het water even hoog staat
of omdat er Maagdenburgsche halve bollen
zijn uitgevonden.
Men leert dit alles, zooals men meestal
het Grieksch of onze Romeinsche taal of
Das lied von der Olocke" ondergaat. Het
l m Netelen.
De Redactie heeft gemeend de ant
woorden op hare Prijsvraag (zie de nos.
van 7 en 14 Februari 1915), aan geen
beoordeelaar, die zekerder is van zijn
zaak, te kunnen voorleggen, dan aan
den heer Brandt van Netelen. Aan den
door dezen aangewezen winnaar is de
prijs toegekend.
PRIJSVRAAG
NU HET ZOOLANG
DUURT
Blijkbaar verkeert
de Regeering in v
rlegenheid om te be
slissen, aan welke hoe
danigheden de nieuw
te benoemen Burger
vader van Amsterdam
vór alles moet be
antwoorden.
Een referendum op
den Dam schijnt niet
niet in aanmerking te
komen.
De Amsterdammer",
er op uit om van voor
lichting te dienen,
noodigt zijn lezers uit
om vór 10 Februari
onder motto Prijs
vraag" aan het bureau
(333 Keizersgracht) in
te zenden:
eene opgave van
hoogstens drie qualiteiten,
welke huns inziens de Burge
meester der H o of dst ad -v r
alles moet bezitten.
De belangwekkendste combinaties
zullen worden bekend gemaakt, en een
wordt opgeborgen en vergaat en het gemoeds
leven wordt er niet sappiger dór, noch
geuriger.
Als ik terug ben en Nero en Vitellius en
Seneca weer zie, zal ik hen verhalen van
de wonderen van vliegende menschen en
draadlooze telegrafie, van de weelde van het
Trianon en het Leidsche plein; van de wijs
heid van de Oudmanhuispoort. Maar toch
ben ik niet zeker, dat zij verstomd zullen
staan.
PETRONIUS
Landjuweel
Evenals op de oude Nederlandsche rede
rijkersfeesten, die den naam van Landjuweel
droegen, wenscht De Amsterdammer een
prijsvraag op te werpen, die de mededin
gers in rijm of in geestig gevormd proza,
hebben te bespreken.
De vraag is deze, ontleend aan den
bekenden Franschen versregel:
Waar kan men beter zijn
Dan in den schoot van zijn gezin?
De antwoorden moeten worden vervat in
versjes van hoogstens 4 regels, of in
gestileerd proza van hoogstens 25 woorden.
Zij moeten worden ingezonden aan het
Redactiebureau, met buiten op den omslag
Landjuweel."
Treffende inzendingen zullen worden afge
drukt (desgewenscht zonder den naam te
noemen), terwijl aan de vijf beste elk een
boekwerk als prijs zal worden toegekend.
RYM-KRONYCK
VI
Bazaar 1915
Daar juichen de keertjes,
daar klappen de handjes,
de Bazaar is geopend,
de Voorzitster zwijgt
en men spoedt zich naar tentjes
met mutsjes en bandjes,
waar men stoelen en whisky
en theemutsen krijgt.
Temidden der vrouwen
de strenge gelaten
van Ophorst, en Jitta
van 't Steuncomité,
men vult hunne kopjes
en ledigt hun zakken,
de deur wordt geopend
de Bazaar gaat in zee!
Het wordt later en voller,
de roodjassen strijken,
en het rinkelt van kopjes,
van zilver' en contant
en Melis is moe van
het koopen en kijken,
tot hij bij de Oostersche
koffie belandt.
Daar scheem'ren de lampen
van verre moskee-ën
daar sluipt, zacht'kens lachend,
de Turksche slaaf;
zacht tinkeien kopjes
met mocca of thee en
een geur van patschoelie
maakt Melis, die braaf
en oppassend bekend is,
plots zér decadent.
Hij knipoogt naar Lehman,
wiens trekken verraden
diens blijde verbazing
en Grieksch temperament.
Ziet Tydeman lachen!
hij denkt aan de reizen
als jonkman in Tunis,
Marokka, Algiers
een Hollandsche Pierre Loti,
a son aise
in dit Oostersche,
weeld'rige oord des pleiziers.
Zie pacha de Vries
op die rechtsche ottomane,
hij keuvelt met d'ega
des ouden premiers,
wier Turksche kleedij,
en wier dochter met manen
doen stilstaan van Aalst,
baron Baud en Van Rees.
En 't wordt later,
de koninklijke bloemen verdwijnen,
de kanarie der groententent
kraait van genot
iiiiniiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiLiiiiiiiiiiiiiiiiii
prijs (de beschikking over een abon
nement van n jaar op De Amster
dammer'") uitgekeerd aan die inzending,
welke de nieuwe burgemeester, naar de
Amsterdammer" hoopt, bereid zal wor
den gevonden zelf als meest treffende
aan te wijzen. Anders de oudste wet
houder, en zoo vervolgens."
Die zoo vervolgens" ben ik, ik
Philippus Brandt van Netelen! Dat komt
ervan als je je als fatsoenlijk man inlaat
met wat ze de journalistiek noemen.
Brutaal als de beul zijn die krantenkerels.
Je doet ze de eer aan ze van tijd tot
tijd een weloverwogen opmerking te
zenden, die tusschen de vele ongare
kostjes als een weldoorbakken biefstuk
van de haas aandoet en ze beschouwen
je direct als een collega, kloppen je
fideel op je schouder, trekken een ge
zicht alsof ze de laatste van die uitge
storven journalisten zijn, die ondanks
hun vak schrijven konden, en vragen je
plompweg hen uit den brand te helpen,
zoodra ze in de knoei zitten. Ik heb
het voelen aankomen. Niets onvoorzich
tiger dan het uitschrijven van een prijs
vraag.
De eenige die zoo'n ding prijst, is
natuurlijk de winner, en de rest, woedend
dat de verkeerde met den prijs gaat
strijken, bedankt voor zijn abonnement.
Dat doen wij op de Beurs beter. Als wij
daar een prijsvraag uitschrijven, dan be
ginnen wij met den prijs, n.l. onze pro
visie op te strijken en laten aan de
koopers de vraag over of er ooit iets
van hun duiten terecht zal komen. En
bovendien, welk verstandig mensch
vraagt aan een ander verstandig mensch
een opgaaf van hoogstens drie kwali
teiten, welke de Burgemeester van Amster
dam vór alles bezitten moet. Alsof niet
iedereen het er allang over eens is dat
Bericht aan de Huisvrouw:
Bjj de tegenwoordige duurte der levensmiddelen lette men op hunne
VOE2DIN'
In den laatsten tijd werd in de pers herhaaldelijk gewezen op de groote voedingswaarde
van MAÏS en MAISMEEL. De
MAIZENA DURYEA
is het snivere zetmeel uit de Maïskorrel.
Het is een deugdelijk product van zeer hooge voedingswaarde.
Men raadplege de vele nuttige recepten in het bekende Maizena Duryea" Kookboekje.
Maar Melis ziet 't al
in een schemering schijnen,
hij snurkt als een Turk,
en zijn beurs is kapot.
Beneden in Arti zijn
ernstige heeren,
Zij boomen wat na
met een groote sigaar,
terwijl zij hun laatste
contanten verteeren,
en boven gaat 't voort
op den dames-Bazaar.
MELIS STOKE
Vra'gen'ru b riek
voor
Algemeene" Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Rcdactieburcau, niet op den omslag
het motto Leekcnspiegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
/. W. te A. Beslaan er aanwijzingen dat
Bismarck in 1871 tegen de inlijving van
ElzasLotharingen geweest is ?
Den Hen Januari 1887, bij de behandeling
van de legerwetten in den Rijksdag, zei
Bismarck o.a. Wir werden Frankreich nicht
angreifen, unter keinen Umstanden. Wenn
die Franzosen so lange mit uns Frieden
halten wollen, bis wir sie angreifen, wenn
wir dessen sicher waren, dann ware der
Friede ja für immer gesichert.
Was wollen wir denn von Frankreich
erstreben ? Sollten wir noch mehr franz
sisches Land annectiren ? Ich binschon?ich
muss das aufrichtig sagen in 1871 nicht
sehr geneigt gewesen, Metz zu nehmen, ich
bin damals für die Sprachgrenze gewesen.
Ich habe mich aber bei den militarischen
Antoritaten erkiindigt, bevor ich mich
endgültig entschloss."
Daar de heeren van den generalen staf
niets van een taalgrens" wilden weten, en
het bezit van Metz volstrekt noodig hadden
genoemd, werd dus niet alleen de Elzas ge
annexeerd, maar ook Lotharingen.
In zijn rede van 2 Mei 1871 noemde
Bismarck dan ook de annexatie van beide
provincies noodzakelijk; den 16 Maart 1873
sprak hij over die annexatie als ein Act
der Notwehr", terwijl hij op 14 Maart 1885
een burgemeester het verstandigst doet
er heelemaal geen eigenschappen op na
te houden!
Want elke menschelijke deugd die hij
voor zijn benoeming mocht bezeten
hebben, wordt, zoodra hij op den
burgemeesterlijken zetel geklommen is,
tot een ondeugd.
Als mijnheer of mevrouw L. J. M. te
Amsterdam zegt, dat een burgemeester
voor alles moet zijn: hooghartig tegen
over de landsregeering, enghartig tegen
over de stadsregeering, en goedhartig
tegenover de stadsbevolking, dan vraag
ik mij af wat er na verloop van tijd
van onze brave stad terecht zou zijn ge
komen. Tegenover de landsregeering is
een burgemeester van Amsterdam niet
anders dan de Rijkskruier en als mijn
kruier het wagen zou hooghartig te zijn,
liet ik hem door Jacob mijn stoep af
werken.
Enghartig tegenover een Raad zooals
wij er thans een hebben, zou de heeren
onmiddellijk in de verzoeking brengen
met heel ruime bewegingen in de ge
meentekas te gaan graaien, en een goed
hartige burgemeester zou door de
handkarrenbestuurders over zijn teenen ge
reden en door de straatjongens
nageschreeuwd worden.
L. J. C. te Rotterdam voelt meer voor
een gezaghebbend figuur, Amsterdamsch
voelend en niettegenstaande een groot ver
mogen toch minzaam. Een gezaghebbend
figuur ligt onmiddellijk overhoop met al
wat gezag wil hebben de gevolgen kun
je nu nog in de Raadzaal aanschouwen,
voelt hij sterk Amsterdamsch dan krijgt
hij allicht een jordaansch accent, en is
hij rijk en toch minzaam, dan hebben
de diverse gladakkers hem binnen drie
jaar al zijn geld afgetroggeld.
Een burgemeester met Job's geduld,
Salomo's wijsheid en de opgewektheid
immMiiiiiiMMimiMMiMiMMi iiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii itiMiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiliiiiliiilllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiil
zeide: Die wiederabtretung von
ElsaszLotharingen an Frankreich ist nur erreichbar
nach einer grossen Niederlage Deutschlands."
P. M. W. te A. Hoe werkt de Ned. Overzee
Trustmaatschappij en hoe legt zij het aan
om bij de belligerenten mér vertrouwen te
genieten dan de eerste de beste groote han
delsfirma, die goederen aan zich laat con
signeeren ?
Het antwoord hierop geven de Slatuten
van de N. O. T. M. Het doel dezer maat
schappij is, volgens art. 2 daarvan, het
verleenen van hare tusschenkomst,
in den ruimsten zin des woords ten behoeve
van Nederlandsche kooplieden of
Nederlandsche vennootschappen van koophandel ter
verzekering van den ongestoorden aanvoer
van overzee van artikelen, welke door oorlog
voerende Mogendheden tot absolute dan
wel conditioneele contrabande zijn verklaard
of daartoe alsnog verklaard zouden kunnen
worden. Het doen van e e n i g e r l e i
zaken voor eigen rekening is
uitdrukkelijk uitgeslote n."
Uit het gespatieerde gedeelte blijkt dus
dat deze Maatschappij zelve absolunt geen
voordeelen trekt uit den handel in goederen
welke aan haar worden geconsigneerd en
dat zij daardoor gemakkelijk haar tusschen
komst in twijfelachtige gevallen kan weigeren.
Verder bepalen de Statuten nog dat bij de
beslissing of de bemiddeling der vennoot
schap al dan niet zal worden verleend, zoo
wel de raad van bestuur als de uitvoerende
commissie zal hebben te beoordeelen of de
aanvrager naar hun oordeel is een bona
fide Nederlandsche handelaar in of belang
hebbende bij de te verschepen goederen en
niet is agent of in betrekking staat tot een
agent van een buitenlandsche Regeering.
Tevens zal van den aanvrager eene toe
zegging verlangd worden, dat hij zich ver
bindt gedurende den oorlog artikelen, welke
door oorlogvoerende Mogendheden tot con
trabande verklaard zijn of mochten worden,
van over zee slechts in te voeren hetzij voor
binnenlandsch gebruik, hetzij voor weder
uitvoer naar Nederlandsche koloniën of het
gebied van onzijdige Staten voor gebruik
aldaar.
^ ??. P. G. d. T. te H. Op welke wijze strekte
de opbrengst van de Tubcrculosc-posfzegel
van 1907 ten bate van de Amst. Tab.
Vereeniging ?
Bij K. B. van 26 November 1906' (St. No.
290) werd bepaald:
Gedurende het tijdvak van 21 December
1906 tot en met 3 Januari 1907, of zooveel
vroeger als de aan te maken hoeveelheid
van na te noemen zegels zal zijn uitgeput,
zullen aan het postkantoor en de bijkantoren
der posterijen te Amsterdam, voor het bin
nenlandsch verkeer, behalve de gewone
postvan den man van het vroolijke christen
dom", zooals J. P. A. W. te Breda ons
er een toewenschte, zou binnen een half
jaar hier onmogelijk zijn. Dank zij zijn
job's geduld zoude de Raadzittingen,
die nu al middagen en avonden en vol
gende middagen en avonden duren, zich
ook nog uitbreiden over volgende nach
ten, volgende weken en volgende maan
den; had hij Salomo's, wijsheid dan ging
hij na een week burgemeester geweest
te zijn, uit visschen en zei aan zijn bode:
ga jij maar in dien stoel van me zitten
en doe alsof", en de opgewektheid van
den joligen christen zou het Stadhuis
binnen enkele uren van het Prinsenhof
naar Trianon verplaatsen.
Een ware, waardige en waaksche bur
gemeester, zooals J. A. er een wil, doet
me denken aan een pedanten poedel,
die zijn neus ophaalt voor een dubbelen
dog, die zijn waardigheid tegelijk met
zijn staart verloren heeft.
G. K. verwacht dat de nieuwe burge
meester rechtvaardig, koopman en
philosoof zij. Ik had een oogenblik gedacht
dat hij mij op het oog had, maar een
koopman die op de Beurs goed staat
aangeschreven, is veel te veel philosoof
om burgemeester te worden.
Neen, zegt J. P. A., jelui burgemeester
moet Amsterdammer van geboorte wezen,
energiek, en begaafd met hoog gevoel
voor kunst, speciaal architectuur. Beter
is natuurlijk dat een burgemeester
Amsterdammer is als hij sterft, maar de
hemel beware ons voor een burgemeester
die energiek is en speciaal voor archi
tectuur voelt. Die laat direct de heele
Dam sloopen en dan zitten we opnieuw
25 jaar tusschen de afbraak en braak
liggende terreinen.
J. v. d. M. te Buiksloot acht de drie
beste kwaliteiten: mensch in de hoogste
beteekenis, algemeen ontwikkeld en
gezegels, op verzoek van het publiek, ver
krijgbaar zijn bijzondere postzegels van n,
drie en vijf cent, tegen betaling van respec
tievelijk twee, zes en tien cent, van welke
prijzen de helft bestemd is om te worden
uitgekeerd aan de Amsterdamsche
Vereeniging tot bestrijding der Tuberkulose, die de
kosten vallende op de vervaardiging der
bedoelde zegels zal hebben te bestrijden.
De bijzondere zegels zijn geldig voor
frankeering in het binnenlandsch verkeer tot
en met 31 Januari daaraan volgende te mid
dernacht, en worden met l Februari 1907
buiten gebruik gesteld.
Is in Nederland Ridder" nog een titel
(gelijk Baron of Graaf) of moet men hierbij
denken aan een onderdeel van den naam, als
overblijfsel van een vroeger en titel"?
In den hedendaagschen Nederlandschen
adelstand is Ridder" de laagste rang der
getitelde edelen. Deze titel is te rangschikken
tusschen het praedicaat Jonkheer" en den
titel Baron".
Nog bij K. B. werd in 1898 bepaald dat
de wettige mannelijke afstammelingen van
de daarbij met name genoemde adellijke
familie den titel zou voeren van Ridder.
Inhoud van Tijdschriften
Nieuwe Banen no. 2: Dr. A. H. de Hartog,
De doop. Een critiek-getallensymboliek.
Plicht en Wet.
Nieuw Vrouwenleven no. 3; Brief namens
Koning Albert. Directrice gezocht.
D. E. A. Junius, De waarheid" omtrent het
vluchtelingenkamp te Nunspeet. D. E. A.
Junius, Dierenschetsen. Uit het kattenleven.
Cosmopolitische caramels.
Belang en Recht no. III: H. G., Een ge
voelskwestie. H. G., Uit en over de oor
log van staal eu goud. Op den uitkijk.
Leestafel.
De Nieuwe School, afl. 3: A. M. de Jong,
Het Delftsche stelsel." B., Naschrift.
j. H. Gunning Wzn., Ingezonden. B.,
Montessori V. A. Jager, Taaldogmatiek.
B., Leesboeken. Boekbeoordeeling: Stoor
vogel, 2e druk. Hatelike kroniek.
D. Valkema, Marie.
Den Gulden Winckel, afl. 3: Adréde Rid
der, Bij G. v. Hulzen. - R. T. A. Mees.
Flying Fame". Const. v. Wessem, Bj
rnson's brieven uit zijn leer- en zwerfjaren.
Dr. H. v. Loon, Boekenschouw.
De Levende Natuur, afl. 22: G. Wolda,
Kuituur van in 't wild levende vogels.
Jac. P. Thijsse, Een verkenning in Brabant.
L. Dorsman Czn., Diatomeeën. A. W.
Kloos Jr., Nieuwe pothoofdgrassen.
zond van gestel. Dat is een soort engel
zonder vleugels en met een
gezondheidsgordel om. Wat een mensch in de aller
hoogste beteekenis nog met algemeene
ontwikkeling en een gezonde maag moet
doen, is mij een raadsel.
Een burgemeester die fijn zielkundig
is, fijn van gehoor en vol fantasie, zooals
J. R. hem wil doen zijn, is binnen drie
maanden stapel krankzinnig, om de een
voudige reden dat hij, dank zij zijn fijne
zielkunde, onmiddellijk ontdekken zal hoe
ontoerekenbaar het gezelschap is waarin
hij zich bevindt; dat zal hem al dol
maken. Is hij daarbij fijn van gehoor,
zoodat van al de nonsens, die in den
Raad gedebiteerd wordt, hem niets
ontgaat, dan zal dat zoo op zijn fantasie
werken dat het resultaat noodlottig voor
hem moet zijn.
J. G. te Uithuizen is vlak voor: Recht
vaardigheid, handigheid en verstand van
alle dingen. Mijn ervaring heeft me ge
leerd dat rechtvaardige menschen altijd
de onhandigste zijn en de meest eigen
wijze, omdat zij de rechtvaardigheid in
pacht hebben. Bovendien zijn zij door
gaans criant vervelend.
Neen, dan adviseer ik den prijs toe
te kennen aan H. F. C. te
's-Gravenhage, die kort en krachtig zegt; de bur
gemeester van Amsterdam zij: glad, ge
vat en rad.
Dat zijn bij ons op de Beurs precies
de eigenschappen van den mensch in de
allerhoogste beteekenis, en een burge
meester met die kwaliteiten is een uit
komst voor elke stad. Alleen blijf ik er
bij dat een man die glad, gevat en rad
is, te glad is om burgemeester te worden.
Die blijft een sieraad van de Beurs.
T.